Historisch Archief 1877-1940
No. 785
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
De rijksbuldoggen in strijd.
(Bismarck tegen Caprivi).
leisa, dat bromt en dat knort er op los!
Zie hoe de tanden zich nijdig ontblooten!
"Toornig van blik, en tochTsluw/als een vos,
Staan de kampioenen, in 't. strijdperk gesloten.
SNUIFJES.
Waakzaam en trouw was de Rijksdog weleer,
Maar hij had kuren en was niet gewillig;
Thans dient een ander den jongeren heer,
Trouw als de eerste, maar lang niet zoo grillig.
Uit een briefwisseling tusschen Levy en |
Lohman, heb ik gemerkt, dat die twee men- i
schen elkaar toespreken met Hoog Edele Ge
strenge Heer. Als de een zoo iets in den
ander ziet, kunnen die twee nooit familiaar
met elkander worden, ze zullen elkaar altijd
met een zekeren eerbied aanzien. En dat moet
'och heel hinderlijk zijn voor de conversatie, !
dunkt me. Stel dat Lsvy met Lihtnan eens
in den trein zit en Lavy's sigaar is uitgegaan, j
zal hij dan tot Lohman zeggen: Ik iioodig u !
uit, Hoog Ei&l Gestrenge Heer, mij een lucifer !
at' te staan, en zal dan Lohtnan antwoorden: |
Hoog E lel Gestrenge Heer, dit voorrecht zij
UHEd. Gestr. beschoren??of zijn de heeren i
alleen zoo ontzagwekkend voor elkaar in de
Billitonzaak? j
Vreemd, juist inde Billiton-affaire vonden
wij Lsvy en Lohrnan geen van beide bijzon
der «Gestreng" of »Hoog Edel"; integendeel
?erg gewone menschen, beiden voorstemmers ;
die tot elkaar kunnen zeggen, ongegeneerd
als een paar lui. die samen hebben zitten
hengelen : kameraad, geef me de hand.
Prof. Mr. G. A. v. Hamel is benoemd tot
Ridder van de Christus orde van Portugal. :
Zoo komt het alweder uit, dat de heer
Urolff gelijk had, toen hij den heer v. Hamel i
als candidaat voor de Prov. Staten aanbeval,
wijl het buitenland hem als geleerde niet
minder hoog stelde dan het eigen vaderland.
Hoe ten volle verdiend echter deze onder
scheiding ook moge zijn, ik vrees dat een
groot aantal Nederlanders niets jaloersch zal
wezen op den professor. Misschien heeft
Z. Hooggel, zullen velen zeggen, geen enke
len Portugeeschen schuldbrief, terwijl wij er ;
KOO of zooveel bezitten, waarvan deze Chris
tus-kruisjes uitdeelende Regeering de rente
niet betaalt.
Wanneer _ ik Prof. v. Hamel was een
geval waarin ik mij moeilijk kan denken,
wijl ik alles behalve hooggeleerd en aspirant- j
ridder ben zou ik den koning van Portu
gal beleefdelijk onder 't oog brengen, dat ik i
wel bereid was, om, zoodra de kruistochten
weer geopend worden, als een moderne tem- i
pelier met Z. M. tegen de Turken te gaan i
vechten, maar dat ik als Hollander me niet
met zijn Christus-orde in 't publiek zou dur- [
ven vertoonen, zoolang hij onze couponnetjes |
niet voluit betaalt.
Zooveel is zeker, ik als Nederlander zou j
trotsch zijn pp onzen professor in het .S/m/- ;
??cdtl als hij niet een stevig briefje Portugal
K ij n Christus-kruis terugzond.
Nu, wie weet wat ik de volgende week nog \
mag vertellen ... j
Het Dagblad _ mn Z.-ll. e,n 's Grarrnliagc \
bewijst ons Koninginnetje hulde door haar
steeds een hoofdletter te geven bij het voor- j
naamwoord. Zoo schrijft het: .,met vier van
Haar ponnies," of terwijl Zij zich te huis \
na Haar lessen dikwijls vermaakt.' Dit is j
ongetwijfeld volkomen in overeenstemming i
met den geest van onzen tijd. j
Hoe het Dagblad echter zoo oneerbiedig kan ;
zijn aangaande onze Koningin te schrijven :
terwijl Zij ^zich vermaakt," in plaats van
..terwijl Zij Zich vermaakt," begrijp ik niet.
Ik ben veel minder hoofsch en haagsch
opgjsvoed dan het Dagblad, maar ik zou me j
toch niet vermeten, schrijvende over eene
Majesteit, die Zich vermaakt. Zich wascht,
Zich vertoont, dat te doen met een kleine z.
Mijn eonfrater gelieve slechts eens na te den
ken ! Wie is die Zich? Die Zich is hier im
mers Hare Majesteit in Hoogst Eigen Per
soon; Haar ponnies zijn slechts Haar eigen
dom, Zich is Zij zelve.
Er ligt voor mijn gevoel iets stuitends
in deze slordige oneerbiedigheid van het
Dagblad jegens ons aardig koninginnetje. En
nu ik touh me niet heb kunnen weerhouden.
mijn collega even op de vingers te tikken,
wil ik er wel bijvoegen, dat het geheele be
richtje uit een oogpunt van hoffelijkheid
nogwel meer te weiis'chen overlaat.
Het luidt:
«Dezer dagen reed de jonge Koningin te
Spestdijk uit in een met vier van Haar pon
nies bespannen rijtuig, terwijl Zij zich tehuis
na Haar lessen dikwijls vermaakt met paard
rijden in het park achter het paleis of met
spelevaren op den grooten vijver. lIH. MM.
rijden dikwijls met een voorrijder achter het
rijtuig."
Welnu : een Rijtuig waarin II. M. zit. een
Paleis, waarin II. M. woont, een Vijver
waarin H. M. vaart, een Voorrijder, dien
II. M. beveelt, ja waarvan Zij zelfs een
Achterrijder maakt, moest het Dagblad niet
behandelen met een familiariteit en oen ge
brek aan distinctie, als sprak het van den
inktpot of de pen van zijn hoofdredacteur.
Nu, ik hoop, dat het zijn leven zal beteren!
Pierson houdt liet er voor, dat Tak's kies
wet de Kamer niet later bereiken zal, dan
zijn belastingwetten, in 't bijzonder die be
treffende de bedrijfsbelastingen de pera.'iiuatie.
Van het personeel kan vooreerst zelfs geen
sprake zijn. En nu de Minister de hoop heeft
uitgesproken, dat de belasting-herziening eeu
nationaal werk moge zijn. vermoed ik. dat hij
tot bereiking van dit doel, Tak de gelegen
heid zal willen geven, om eerst de nul/r tot
medewerking te roepen. Ware dit niet het
geval, dan zou het den schijn hebben, dat
Z. E\". zich versproken had, en men weet,
dit is zijn gewoonte niet.
HOE WONDERVERHALEN IN DE
WERELD KOMEN.
De Maadiu'lc van (i Juli bevatte het vol
gende interessante verhaal:
.De sergeant Alphonse Duret. die Vrijdag
avond in den dom der invaliden te Parijs de
wacht had, hoorde even na middernacht een
geraas, dat uit het gewelf kwam, waarin de
doodkist van kei/.er Napoleon l staat. Dade
lijk gaf' hij hiervan berichi: aan den gouver
neur van de invalidcninricliting en deze,
generaal Simart, begaf' y.ich, vergezeld door
de officieren, naar den dom, die. aangezien
men voor een anarchistisch complot vreesde.
zeer nauwkeurig werd onderzocht.
? Bij die gelegenheid deed men cene zeer
bizondere ontdekking. Door de glasruit van
het ruim zestig duizend kilo zware
granietblok, in welks holte Napoleon rust, zag men
namelijk, dat het lijk niet meer op den rug
maar met het gelaat naar beneden lag. Het
raadselachtige geval bracht groot opzien te
weeg en iedereen verdiept zich in gissingen.
welke uitlegging er aan moet gegeven worden''.
Het kwam ons voor, dat wij van dien
sergeant Duret en zijn avontuur wel eens
meer hadden gehoerd. En ja wel, al spoedig
Lang heeft reeds de oude gebromd en geknord ;
Steeds deed de nieuwe, als merkt' hij er niets van.
Nu wordt het bijten en krabben ; nu wordt
't Katjesspel ernst, maar wie heeft er nu iets an?
vonden we het verhaal in de Frankfurter
'/c.itung van 27 Juni 11.. doch met de volgende
bijvoeging:
:>'Wij zijn in de aangename positie, het ver
bazingwekkend voorval op volkomen zake
lijke wijze te kunnen ophelderen. Gisteren
avond werd te Frankfort een drama in vijf
bedrijven, Joscpl/ine Uoiinparlc, van Karl v.
Heigel opgevoerd, en toen Napoleon I bij
de nachtelijke revue, die hij pleegt te houden,
door generaal Marceau, die te Coblentz is
begraven, van deze gebeurtenis hoorde, drukte
bij zijne zienswijze hierover uit in den cenigen
1 gepasten vorm: hij draaide zich in zijn graf om.
Het spijt ons waarlijk voor de Maaxboilc-,
dat zij het stukje, waarin de Fnnik/iui/r den
draak steekt met een door Possart
opgevoerden tooneeldraak, niet heelemaal heeft uitge
lezen. Maar wij willen haar troosten. Zegt
niet reeds de dichter der oudheid:
.Solamen est miseris, socios habuissc
malorum,
en zeggen wij zelvenniet: Gedeelde smart is
halve smart ?
Welnu, aan de Xnrtijf Vrcinija,
vanl'ljuni;! Juli is precies hetzelfde overkomen. Ook
dit blad discht het begin van het Duitsche
tooneel-feuilicton aan zij u lezers op als een
echt wonderverhaal, en vergeet, evenals de
Mnnsliinlc, den oorsprong van het. schokkend
bericht omtrent den geschokte» doode te
melden.
De Franl;j'urirr spreekt bij deze gelegenheid
van ,domme dieven1', 't Is niet beleefd, maar
ook niet onverdiend.
BRIGHAM YOl'NG'S VROl'W.
Ik was ecnigcn tijd geleden in Salt Lake
City - de Monnonenstad eu vernam daar,
dat Brigham Voung /,ijn vrouw verloren had
i en dat haar graf der moeite waard was om
'j te bekijken. Ik wandelde dus naar het kerkhof
[ en vond het onmiddellijk, maar 't viel mij
tegen; een eenvoudige gladde zerk dekte de
plaats waar mevrouw Brigham Young's asch
rustte. Een niet onverdienstelijk gebeiteld
opschrift meldde mij, dat haar naam Hannah
was en dat /e op acht en dertig jarigen leeftijd
opgeroepen werd lot beter leven ; verder Jas
ik een gedicht waarin de iioop wen l uitge
drukt, dat ze haar echtgenoot in den Hemel
zou terug zien. als alle aardsche beslommerin
gen en huweli.jksleed was geweken.
Ik overlegde bij mij zelf, hoe treurig het
was voor een man, van nog geen zeven eu
tachtig jaar. om zijn vrouw te verliezen op 't
oogenblik «lat 't leven hem begon toe te
lachen eu dat 't mij niet zou verwonderen,
indien hij zich nu voor alles onverschillig
toonde, zijn huishouden in 't honderd het
loopen. Malthezer ridder werd en zijn hoed
achter op 't. hoofd zette.
Verder wandelend bemerkte ik dat de
pro; fect zijn vrouw verloren had, ik stond vlak
voor haar graf en haar naam. zoolang ze in
deze koude wereld leefde, was Jane.
Ja. zeker, de arme oude man had veel hui
selijk verdriet gehad. Jane was gestorven in
haai' deitigite levensjaar, juist de leeftijd
waarop (en vrouw belang begint te stellen
in 't stemrecht der vrouw en haar kerkelijke
plichten. Ik beklaagde Brigham Young in
mijn ziel, omdat zijn vrouw hem op zoo lie
ven leeftijd ontrukt was. Weemoedig keerde
ik mij om en kwam plotseling tof de
ont1 dekking, dat Mevrouw Brigham Young over
leden was. Daar voor mij lag immers haar
Gallia kijkt met haar Russischen vrind
<)rer de heining. Xe vinden 't wel aardig.
Maar wie Germania goed is gezind
Treurt over 't schouwspel, zoo droevig onwaardig ,
graf: op den steen stond hard en duidelijk
gegrift dat zij Samantha heette 011 dat de on
verbiddelijke dood haar niet zijn zeis had
weggemaaid toen ze pas even zes en veertig
telde. Alleen mannen, die een vrouw door
schaking of' dood verloren, kunnen beseffen
hoe 't hart wordt verscheurd en
uiteengewrongen als de treurende echtgenoot alleen
in zijn huiskamer zit en bedenkt dat hij mi
niemand meer heeft om de kachel aan te
houden, zijn boterhammen te smeren en zijn
grogje klaar te maken. Slechts zij die eeu
dierbare echtvriendin verloren, voelen hoo
bitter het is, als er geen overhemden met
knoopjes gereed liggen, als men zelf de meid
moet huren en de slagersrekening nazien. Ik
kou me voorstellen hoe die zware slag den
ouden man had neergebogen en hoe hij een
zaam in de donkere lanen achter zijn huis
wandelde, met een gevoel in zijn ziel alsof
hij nooit weer in staat zou zijn een no. van
J'n/ii'lt of Fun te lezen.
Halfweg den uitgang stuitte ik op een graf
waar de stoffelijke overblijfselen van mevr.
Brigham Young waren neergelegd. Jong, in
de lente des levens was zij gestorven, als een
bloem van den stengel gesneden in haar
twee en-twintigste levensjaar. Zij heette Flora
en was juist begonnen haar ouden man lief
te krijgen om zijn goede hoedanigheden, toen
de dood haar met zijn killen adem van zijn
zijde wegblies en hem in volslagen verlegen
heid liet, hoe hij voor den inmaak moest
zorgen. Hoe kon hij, zonder haar weten,
hoeveel suiker er op een pond frambozen
gaat om ze tot gelei te maken. Hoe was het
hem nu inogelijk de vetvlekken uit zijn
rhambercloak te krijgen en wie zou hem nu
liefkoozend op zijn kalen knikker kloppen a!s
hij te huis kwam. moe van 't bidden, en
werken.
Peinzend ging ik verder. Vlak bij het hek
ontwaarde ik dat Brigham Young een on
herstelbaar verlies had geleden, want ik stond
voor de laatste rustplaats zijner vrouw._ Op
den zerk stond vermeld, dat zij Clarindu,
heette en dat ze ongeveer ?e.s-en-vijftig jaar
en vier dagen oud werd. Geen enkele regel
poëzie meldde haar deugden, maar toch voelde
ik als bij ingeving, hoe de (lood zijn som
beren mantel eensklaps over de opgeruimde
huiselijkheid van don profeet had geworpen.
Hij had nu niemand meer om hem's middags
zijn soep op te scheppen ofzijn bakkebaarden
te knippen, (leen vriendelijke band bewoog
zich meer om zijn rheumatische knieën met
Paiii-Expeller te wrijven als 't noordenwind
was. Wie zou hem nu een mosterdpleister "p
zijn maag leggen als hij katterig was, wie
had hij nu om uit te schelden als 's nachts
de kleine hem uit den slaap hield.
Ik weende, want ik heb een gevoelig hart
en ik ging langzaam naar den uitgang: bij
het hek stond een man, met een sombt-t
gjlaat en een liverei pet op, hij hield mij t( gui
en vroeg: wat doe je hier ? 't is hier oen
privaat-kerkhof, zonder permissie mag hier
niemand wandelen". Nederig maakte IK mijn
excuus; toen werd de man vriendelijker e.n
zei: U is zeker een vreemdeling; als u ev< n
wacht kan u de begrafenis van mevrouw
Eleonore Brigham Young zien. Ze wordt over
een kwartier begraven.