Historisch Archief 1877-1940
No. 786
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
leven ter sprake, die van tijd tot tijd verlammend
op de deelneming van het publiek werkt en
alleen door uitbreiding van hot répertoire is weg
te nemen.
AANTEEKENINGEN SCHILDERKUNST.
In een welwillend bedoeld artikel mot vluchtige
overwegingen naar aanleiding der keuze-tentoonstel
ling in Arti, geeft de hoer Do Meester in do N. Rott.
ook een opmerking ten boste over do gedragslijn dor
commissie, een opmerking die niet onweersproken
behoeft te blijven. Hij wil namelijk in deze tentoon
stelling weder een bewijs zien van den feilen strijd,
welke volgens hem ook hier te lande door do schil
ders gestreden wordt, onwel o.a, opgrond hiervan,
dat deze tentoonstelling gehouden wordt in do
zalen van dat zelfde Arti dat enkele dor voor
bereiders van de tentoonstelling vroeger gewei
gerd hooft als loden te ontvangen, terwijl nu op
hunne beurt (Ie voorbereiders tot hunne
kouzetetitoonstelling in Arti, geen bestuursleden van
Arti uitnoodigon.
Waarlijk zijn volijverige belangstelling in de
Woelingen van dezen tijd, hebben den schrijver
hier dingen doen zien waar niets van is. Het mag
voorkomen dat overigens zelfs ernstige menschen
hunne inzichten door rancunes laten leiden, in
het onderhavige geval was daar absoluut geen
sprake van. Dat een enkele en niet enkelen van
de vijf commissarissen indertijd als stemhebbend
lid van Arti geweerd werd, is iets dat, ik durf
het verzekeren, dit comité, nimmer bij hare in
zichten zou hebben geïnfluonceord, en als bewijs
daarvan mag ten overvloede golden dat oen der
leden van ditzelfde comité, indertijd niet aange
nomen werd voor een Haagsch kunstgezolschap
waarvan de hoofden wol degelijk op deze tentoon
stelling zijn gerepresenteerd.
De actieve redacteur van don Rotterdammer
weet in deze blijkbaar meer van den klokkonklank
dan van den klepel, want als op liet oogenblik,
dat hij zijn bewering neerschreef, hij eenvoudig
nageslagen had wie do bestmirderen van Arti
zijn, dan was zijn opmerking zeker niet uit de
pen gekomen. Want men zou hem immers kunnen
vragen of naar zijn meening dan nigo commissie
voor een beperkte keuze-tentoonstelling van
Nederlandsche schilderkunst, behoefte zou gevoelen
daar, den schilder Onnaous, die zelf van
expozeeren moot hebben afgezien, den graveur Taurel,
den schilder Sangster. die in de laatste jaren nooit
meer iets zien liet, den architckt van Looy, of
wel don schilder van l'hllipoau. die zich even
eens in don laatsten tijd terugtrok, vertegenwoor
digd te zien.
Had de Commissie dezer tentoonstelling, van
de heuschhoid waarmee liet Hestuur van Arti
hare zalen beschikbaar stelde, misbruik van positie
gemaakt door persoonlijke rancunes te luchten,
wij zonden dit eene grove onhebbelijkheid achten
die slechten dunk van don ernst haror bedoelingen
moest neven. Maar aangezien van een dergelijke
verkondiging zelfs geen schijn bestaat, is het jammer
dat con \ luchtige pon waarschijnlijk uit misverstaan
van anderer uitlatingen het gewraakte schreef.
En mocht, wie weet. liet zijn, dat men uit
'p heeren De Meesters opmerking den stolligon
indruk van een wraakneming der Commissies-den
op het l'estunr van Arti krijgt, zonder dat
intusschen de auteur dit direkt zoo bedoelde, dan heeft
hij zich toch al zeer onvoorzichtig uitgedrukt, on
kan het van nut zijn <>p die onvoorzichtigheid
gewezen te hebben.
Deze keuze-tentoonstelling is als geheel geno
men zoo geslaagd, on geeft zoozeer deugdelijk
een denkbeeld van de Nedorlandsehe kunst der
laatste twintig jaren, dat zij best velen kan dat
men wijze op noodwendige leemten in haar sa
menstel. Iteeds in de inleiding tot den catalogus
deed de commissie dit kortelijk. En ofschoon het
aardig is hoe, naar aanleiding dier zelfkritiek.
sommigen gretig de hand wilden nomen, waar
men slechts den vinger had behoeven te geven.
bestaat er geen bezwaar nogmaals op eenigo
dotailgobrekon van de collectie als geheel te wij
zen. Want wie in staat is van eenig werk' min
der dunk te krijgen, omdat een die er aan
modoarbeidde er ook do tekortkomingen van weet op te
merken. wie zelf niet zien kan dat in deze verza
meling verreweghet volledigst relied bijeengebracht
werd, dat van de moderne Hollaiidsche knust noy
ooit te samen kwam. -?wél, die zoo is, mau'
gerust het gaiisehe werk voor mislukt aanzien.
Onder de enkelen van de zevononvoortig die
niet in hun kracht in Arti zijn te zien, moet
Blommers gerekend worden. En dit is te meer
jammer omdat oen heel mooi specimen van zijn
kunst bij een particulier niet ver van Amsterdam
te vinden is. De bezitter heeft echter kortweg
geweigerd dit werk tor loon af te staan. Hetzelfde
was het geval met een zeldzaam schoon niet geëx
poseerd schilderij van Willom M a ris dat naar Moor
drecht ging1 en mot twee belangrijke Mauves. Ook de
mooist hekondo aquarellen van Uoclmsscn werden
voor de expositie geweigerd, en hot beste wat men
van Hanratli (die uu niet gesoprosonteerd is) wi-t.
kon evenmin verkregen worden. Do l!ock is niet
in zijn volle kracht, en dit door ei 11 nood
lottig misverstand.
\ an Allebéett (iabriël helibon oonioe on/er
musea hetero spoeimina dan deze tentoonstelling.
en als dit van alle exposanten u'otuiüd kon worden.
was deze expositie niet zulk een bijzonder t'eit.
Van Jongkind wist men in hot land niets beters,
W van do inzending der Heeren Mosd.ao' en ter
Moulen past bet ons niet veel te zegden. omd:it
zij vertegenwoordigd zijn door bet werk dat
, zijzolve daartoe verkozen hebben ; van beiden
mooneii wij overigens betere kunst te kennen.
Was deze v erzamelino' oen geheel dat niet iu
enkele weken was bijeengebracht, maar was hot
de blijvende collectie, zooals men die in ons
museum behoorde te vinden, dan diende er zeker
llOg meer. o. a. ook het vroetrerc werk van
Klmkoiiberg (waar b.v. Van \\isselingh een mooi diim'
van heeft) dan diende met zijn
oorste-periodewerk Dueliattel. en dan hadden zeker ook Houkes
en Hakker Korlf' er te zien te zijn.
Maar het is de moeite waard ten sloite
no.oeens te constateeren dat juist de allergrootsten allen
in hun kracht in do keur-verzameling zijn te \ in
den. Daarom alleen al heeft dezo tentoonstelling
haar grooto waarde on zal /ij niet licht vergoten
worden. V.
KAPITEIN MARRYAT.
In deze week, 10 Juli, was. het honderd jaar
geleden, dat oen der naïefste en tevens
vindingrijkste vertellers van oude en nieuwe tijdon, tevens
een interessant on achtonswaardig man geboren
werd, Kapitein Froderiek Marrvat, de
lievolingsschrijver van onze jongens. In allo lovende
talon zijn zijn werken vertaald, reeds verscheidene
geslachten hebbon zijne heerlijke avontuurlijke en
humoristische verhalen genoten, on niet enkel
zijn jongensboeken, ooi; verscheidene van zijn
talrijke romans voor ouderen vinden nog dank
bare lozers.
Marrvat toch voreonigt juiste waarneming mot
de lichte aangename voorstelling, on weet belang
in te boezemen. Hij schildert liefst den menscli
in strijd mot do elementen ; in storm en onweer,
in woeste streken en stoppen, in dichte wonden,
maar liefst op de groote opeuo zee. In steeds
nieuwe en spannende avonturen, wikkelt hij zijne
helden ; vóórdat bet boek uit is. is uien niet be
vredigd : on zoo aantrekkelijk is zijn blijmoedige
opgewektheid, dat zelfs oude avonturen er friscii,
on vrij fantastische er geloofwaardig on natuur
lijk door schijnen. Trouwens bet moerondeel
van zijn lezers houdt meer van genieten dan van
kritisoeron.
Ook als bijdrage tot de geschiedenis van bun
tijd zijn Marryat's romans belangrijke lectuur.
Vele zijnor tigureu zijn echt klassieke tvpen van
liritscbe zeelieden uit hot begin onzer eeuw.
de tijd waaraan de Ljnnr van Notson haar cachet
gat', vroolijk en moedig, trouw en vermetel, een
beetje ruw, maar vol echten humor, en ondanks
bun zuiver Emrolsohe eigenaardigheden,
syrnpathiek.
Schijnbaar hebben Marrvat's, romans noch zipie
jongensboeken oeniu'o tendenz ot morahsoerend
dool, on dat is voor zijn lijd iets zeer
opmerkt'lijks; toch is er in The o/tl ('nmmotlore en an
deren eene sympalhieke strmvn)in<'' y;ui vrijheid
tegen tyrannio. menschlieveniibeid (eiren wreed
heid op te merken. Hij leent blijkbaar door on
door hot leven eu de menscben waarover bij
schrijft; toch zijn het niet enkel de zee, de
schepen on de zeelieden die hij teekent: ook van
den oiipraelisehon ".vloerde, den lieht/inuuren Ier,
de oude jongejnttVouw. de vroolijke Knovlsoho
meisjes en menige nViiur uit bet volk. maakt bij
00110 iliuko studie en toekent /.e met krach
tige trekken.
.Marryat's specialiteit zuilen. lang nadat
Jtiphct in settïcli o hia falln-r, The, old, Commo
dore, on de andere romans niet meer "vlezen wor
den, nog do voortreffe!]|ko jongensboeken bhp en :
Mr. MtdslnpmaH A'i>'?/, Peieiral Keene. Muxterman
Kctidf/. 'lacoli Faitlifiil, Peter S-m/ile bele\en
nog ieder jaar in het eene of andere land hun
berdnikkeii.
Krollende Marrvat word 10 Juli l 71t_) te
\Vcstminster geboren, wilde naar zee. kwam 111 Sep~
tember l SOI i als midshipman (adclbor-t) op bet
fregat Impericnse on zeilde naar do
Midilellaiidsche /oo. onder kapitein Lord ('ochrano, een
streng maar rechtvaardig on respectabel man. die
later in al Marryat's romans als model uier den
idealen kommandant diende. Onder hem kruiste
hij aan de Westkust van Frankrijk, in de
Middollaudsclie Xee, iu de (lolt van iscave en be
leefde er avonturen, waarbij die van /l/V.
Mtdyhij'tmtm J'JWsi/ niet overdreven schijnen. Hij maakte
ruim vijftig gevechten mee. In een van deze
was hij gewond en lau' bewusteloos op liet dek.
Ken oflicier. die den jonnen spotvoirel niet lijden
mocht, stootte hem met den voet aai!, en zoule:
Hier liu't een jolige haan die het kraaien
vorloeril boeit. Do knaap is. wonder genoeg, de
irnly ontloopon !'' Mari'vat was iutiissclieii uit
zijne bezwijming ontwaakt eu antwoordde koel:
l" liegt, mijnheer." Iu |so!i kwam de Imnerieiw
naar buis: Marnat uinu' o]i een ander schip naar
ile Amerikaaiische wateren, en kwam daarna iu
Kngeland toruo' om examen te doen als oilioier.
Als luitenant kwam hij in West- en Xuid- Amerika,
in 1S1.~> werd hij kapitein Marrvat.
liet is niet \erwoiidorlijk. dat hij, die vermetel
en hartstochtelijk' was, dikw ijls in ovvaren en
dikwijls gewond is "vweest. hl l si l>> had bij
Spaaiiseho prijzen op te brengen, geraakte in bet
gevecht onder den \oet. word vertrapt, bleet' voor
dood liga'oii en was bijna mi't do lijken overboord
geworpen; bij l!osa> kreoo- hij een ha joiiotsteek.
Xijn schip, de Jleurer. was ] uist \ oor St. Helen.a.
toen Napolenii stierf, zooilat bij de "('[openheid
had. eene schets van (Ie/on op zipi ster! heit te
maken; latei' bracht hij met ditzelfde schip het
lijk van koningin ('arolina naar ('uxhaven; in
1S:>O nam hij zijn ontslag.
\'an dezen tijil tm zijn dood iu Is Is dateert
de verbazende reelis verhalen die hij leverde.
romans en novellen, stooils frisch on boeiend :
tot kort vóór zijn dood schroot en redigeerde hij
nog. De schrijfster Florence Marrvat. door tal
van romans bekend, was /ijno dochter.
EEN BOEK VAX (JELUK.
Extaze, door Louis Corrunus.
II.
In mijn vorig artikel heb ik beproefd een
verklaring {o geven van het verschijnsel, dat ook
menschen, dio in hun donken en vooion vrij zijn
van bonepeiiheid en die ten volle do belangrijk
heid beseffen van do vervormingen, welke het
uiterlijk on innerlijk leven dor menschen in een
tijd van grooto gedachten als don onzon onder
gaat, toch oon boek als Extaze niet zonder telkens
opwellende zucht tot tegenspraak lozen kunnen.
En ik zie inderdaad geen andere oorzaak dan deze,
dat oen modern man als do hoor Couperus tegen
over de moderne denkbeelden en idealen blijkbaar
toch nog niet de rustige zekerheid heeft, noodig om
er als kunstenaar do volle wijding van het genie
aan te verleenen. Ook hij helt (.ver tot de font
dor verouderde wereldbeschouwingen, dat hij
aarde on hemel, materie en geest, realisme on
idealisme als kwalijk veroenigbare tegenstellingen
tegenover elkander ziet; ook bij kan zich het
hoogste en heiligste niet donken, zonder totale
nitschoiding van hot aardseho, on al voelt hij
daarbij, dat dit op niets anders, uitloopt dan een
waan. dat het vernietigen van elke Erdenrest''
oon onmogelijkheid is, toch ka-n hij geen stand
houden bij do slotsom dor ervaring, dat het
ideale slechts oen bloesem is, aan do realiteit
ontloken, dat het heilige alleen geboren wordt
uit de wijding van het profane door do
toovorgodinnen schoonheid on goedheid, on dat er
geen reëel boog geluk bestaat, dan mot liet hoofd
in do wolken,maar ook met de voeten op don grond.
De grenzen van een weekblad laten geen ver
dere verdieping in dit onderworp toe. Alleen zij
bier nog opgemerkt, dat hot voorafgegane onder
zoek naar do oorzaak dor beschreven
oppositiozucht. zelf' geen ander»1 oorzaken kan hebben.
dan boogo verwachtingen ten aanzien van den
hoor Couperus op het gebied van den modernen
roman, do kijkkast, waarin men volgens
Sohopenhauer. al het kloppen eu trekken van hot
menschelijk' hart moet kunnen zien. Tegenover mid
delmatig werk, dat onbowolkomd verschijnt en
onbewoond wegzinkt, getroost men zich die moeite
niet.
Ditzelfde» geldt ook, waar ik omtrent do uiter
lijke details van Couperus' kunst mij enkele
opmorkingou veroorloof. Ook bij dozen auteur zit
de atkeer van hot baiwile er diep en diep in, en
zijn gaven zijn rijk genoeg', om zonder kunstjes
er buiten te blijven. Toch bezit zijn schrijf kunst
enkele eigenschappen, die soms oiiharmonisch af
steken teo'en haar voortreifeli|kheden, en die van
zelf in het ooi:1 vallen, als wij do eigenaardig
heden vau zijn techniek een weinig catalogiseren.
De hoor Couperus leeft niet op gespannen voet
mot do grammatica. Soms is hij nauwkeuriger
zelts dan de meest doctrinaire spraakknusteuaar:
zoo b.v. als hij rerl/eliteden ( l.i), liefjrot leden (7:.'}.
liclitedeii (\ lioj schrijft, of: :ou een re.rdritt, :<>o een
mciibt-l, -tin een rerren til i/,:, enz., zelfs op plaatsen,
waar spreektaal afgebeeld wordt. Die voorliefde
\oor zuiver theoretische vormen is oorzaak', ikat
de spreektaal in K.rltize soms onbegrijpelijk stijf
wordt. b.v. (7S): Waarom kun H in ij ::,ch met
iiierr run,'s- ellen in de 'irereld ?" Kn ik v. eet ?:<>,]
niet. hoe hot in do kringen van don heer Couperus
toi'oaat. maar dat daar in oogonblikkeu van hoo"e
intimiteit het imi'kerige n mot doctrinaire derde
persoonsvormen regel blijtt. - - n is ondeittfcnd,
in u f/eliikk;/? en rerlanat a nu . . . niet.-i aiiderx?
\ omdat u mij i/errideii h* e f t en me t/eluk
/iceftt/et/ere>'. enz. --- is moeilijk aan te nomen. Alleen
Cecile komt er toe, (jnaerts een oou'onbliU te
dutzen. maat' deze blijll zich steeiN uvlijk, en er
mankeert m»"- maar een kleiniohenl aan. of hij
vervalt in don toon van een mauutaoturennmtrazijn:
u geeft me ".vink. dame!"--- Vermoedelijk heelt
do auteur mot dit u Oimerts' eerbied voor zijn
madonna willen aangeven, maar waar blijft dan
! bij hem de extase?
i 'lemmover de syntaxis staat de schrijver wat
j vrijer. Dat is in een kunstenaar a'nijd meer te
begrijpen, dan eiueiivv ij-,beid in s|n Hiii"j|imestios,
die een artist lielsl aan den corrector behoorde
over te 1,'tion. als hij zich daarmee 't hoofd niet
breken wil. Ken verrasM-nde w ij/ionu;' in de
constructie echter kan wol nu on dan tot
vertraaini". van ziiisklank en expressie leidenen men
kan nier zogifcu. dat do auteur er misbruik vau
maakt :
(2> Stccih ni' lende dan kleinen salon niet z;n pas
van e'u s;evi?r. kort man. lf.) Altijd ordenend de
/aken iu hare kamers. (71) l.eu p -ar diamanten, die
waren als droppelen danu. - (l 2(1 i 'l reni'iu', dal l^uaerts
met ^wolu-d had /ijii schikken vau de wapen-- op het
rek'. (l Idi U, de ueelde te lijden voor een, dien ze
] liet' had al- ze h:.d hem.
liet is niet te verwonderen, dat dergelijke
zinswendingen den auteur webjevalli::' zijii: ze
drukken /oo ooed bet di'oomeri'.'e en slopende uit.
dat hem aantrekt, en zoo is het ook' met vreemd, dat
i bij evenals de lieer Aletnno veel met ileelw oorden
werkt, en er nu en dan absolute nominatieven
verschijnen, die do Nedorlaiidscbo syntaxis gewo.id
is. als latinismen met een schuin oo^ aan !'? zien:
! Intussi-lien. ofschoon het niet in mij opkomt,
! ill dergelijke v l'i jllOll e|l iets OU o'oooi'l oot'ds U' /.i eu .
| toch is er reden voor (ie opuiel'kill'j'. dat een schrij
ver, die iiet platgetredeiie schuwt, iu eene an
dere soort v'an banaliteit kan v erv allen, door zipi
ei'-icn \oml-tou te misbruiken, /.eker. bet be
hoort tot c|.' weelden van den stilUt. dat hem
ais genaile'j itteu w oorden en v\ end i neen t oe\ loeien.
waalman hij o-een bleek vermoeden bat!, toen hij
zich iieerxette tot schrijvon; juaar nimmer
verlioz.o hij uit hot oou. dat 00k teoenov et', het
nieuvi o'ev ondene de Ie/er- van gooilo memorie
tot lic v ei'/iicht l uu' van daooh (ieel kunnen
komei!: Ach. zijt o'ij daai' al weer V"
/.oo heelt enk <le beef Couperus \oudsteU.
?ivaarmoe hij wat zuiniger kon zijn.
Noologisj mei; i ft hij woiniu: de jasinijiieu aterrcUlcit
wit lanu's hen heen." is het eonigo, dat ik
lichtjes vrrast" ----- in Ej;t(t,:u vond. Maar
er zijn zoo enkele woorden en wendingen, die
zijn particulier eigendom zijn, on die te druk
terugkeoren. Zoo is lichtjes een aardig bijwoord,
maar de aardigheid gaat er af, als men het zoj
vaak ontmoet:
(£8) lichtjes veivast. (49) lichtjes hare schonden
hevvegend (51) lichtjes verhaasd. (55) lichtje»
glimlachend. (61.)) hare ooglo'den knipten lichtjes.
(106) zij haaide lichtjes hare schouders op. (130J
lichtjes wenkend.
Evonzoo zal men zich uit Eline Vere herinne
ren het fraaie:
<Eon grooto spijt bliksemde in liaar op, dat zij
hom niet vroeger gekend had;'' maar begint
hot welgevallen niet te kwijnen, als men in Extnzt
oen reeks van travosti's van deze expressie vindt}
(13) Eene liiomhciil, die haai' il>arclii,-idn. (62)
De zilvtrige oneindigheid, die df'oi' /ia"/' K'I'I/ tji^xliolcu.
irn* als eene ontvangenis van licht. ? (S:l) 1) KH' hatir
gelieele \vezen .v/y/o// eene xachlheid. i/.lO) De
zelfki'üiiis, ilie tl^oi' it/w.r lii'/m f '.v ijt'xc.holen als eene
vcrwnnderiiig. (11-"') ^!j huiverde voor wat: eensklaps
tluni' lninr lit'i'u 1,'lolsli'. ? (1'4-t-) Door liarcjl f/en-tt
jlilsle hem' huwelijksleven in een bliksem van her
inneringen.
Ken andere eigenaardigheid van don auteur is
te vindon in zijn attributieve bepalingen met het
voorzetsel van, waaraan hij meestal boven een
ordinair adjectief de voorkeur geeft :
(J) Hare stem van xachten klank. (7) Een viool
t.jeaaimosfeer vau bescheiden exquiziteit. (11) ene
eentniegc zachtheid van onberoerde kalmte. (15)
Kene stemming van raadselachtigheid. (17) ECH
cirkel van beselu rming. (62) Slcmmen van vreemd
heid. --- (6">) Keir: scheiding van afkeer. (f.)7) Een
ti'cni'igheid als een waas van ouderdom. (f2-3) Eeue
liefküu^ing van louter kuischheid. ('51) Al^ mei
/.ilvei'en ?.oeten van reinheid.
liet zijn maar enkele voorbeelden, uit do langs
reeks voor de hand weg gekozen en liet is niet
tegen te sproken, dat zo zich dikwijls
onderscheidon door descriptieve on stemming-wekkende
kracht. Fn toch. er zijn er ook: een masker van
voordoen, een raas ran zwart, oazen van parady*,
die misschien Dr. van Eeden, als hij weer eens
een blijspel schrijft, verlokken zullen om ze even
vroolijk af te maken, als bij indertijd mot con
modern soort van genitieven gedaan hoeft: --Hij
vond den hond dor teleurstelling in don pot zijner
illusiën." 1)
Nog een andere hinderlijke repetitie leveren
uitdrukkingen op als do volgende, die boven
dien het bezwaar hebben, dat zij wat al te vee)
aan Uimmel herinneren en den auteur verleiden,
om door een ijdel pooen tot het weergeven va.'
het onbeschrijfelijke zijn stijl te verrekken:
(62) de essence van licm /xlven. (i M ile essence
der waarheid. (^1) in de intime essence zijner
waarheid. klll) met de ?iiipreme Aandoening der
essence ziuis wezens. ilo-l) l'^asenee der essences dej*
dingen van onazeive.
De aangehaalde voorbeelden zullen voldoende
zijn. om den heer Couperus, eu met hem licht
andere strevers naai'het ougemoeno, -te hennnereJij
dat ook voor letterkundig nieuw do uitroep i au
iluyoens geldt :
l\v! hoe soei /i'ja V werelds cüin.-ïl
Oa den ei i'sten nieavven da^l"
en dat ook do mooiste vonden heel gaiiiv
0111jeiu'hdon" kunnen. Kit ik heb deze opmerkingen
met te meer vrijmoedigheid gemaakt, omdat er
bewijzen, te over aan te halen zijn, dat de auteur
van E^tiïZR ook' zonder inspanning ongemeen kaïi
wo'/.on. Intusschen vlo beperktheid dezer koiommra
dwingt tot sluiten, doch n specimen van Cou
perus' kunst dient hier vooraf toch nog plaatste
vinden. Het zij het oon'eublik. waarin do aan
vankelijke antipathie togen Quaerts in (Voiles.
hart begint te kenteren.
\Vas zij ^v el u'oed voor liare kinderen? Bedierf z'j
ze niet eu verweekte /j ze niet in hare liefde, in dj
/uehiheid van hnir evocl? Zon zij ze niet ongeschikt
maken v oor het praetisehe leven, uaai'in z j niet te
doen had, ni:no- v\;tai'in de kinderen, als /e <i uot wa
ren, /ich /ouden moeten bevveïen: liet u lei'behl te dooi'
liaal' heen: M-heidnig en koslsi holen, de Liinki\-n vali
haar \ ec\ i-eeiod. teni.ii'^'el.onien a]s groote. l'u vv e jongens,
die vookteu en vloekten, cvuiseh in hun nnui l en hint
hart; hun !»i uid, die h air met meel' zon /oeiiea, hun
Inn'l, waarin ze niet meer tlmis zon zijn. 7. \ 7.-^ z;=
reeds mei linnac bia^ne van zeventien en aeh;!ien }a:ir
door Inre kamers stappen in uniform vaa ea let en
ad-lbor-t, met breedi- scli.mder.s en een harden Inch,
de aseh van hun sin'aai' wegknippend op hel. liiii'jt... .
\\'aaroin rees dual's door deze w reedheul m eens het jeef!
van (||iuierts <>}>'- Was dat toeval oflot;iear 7e kou hel
niet inzien; ze wist niet, wat hij daar deed. die man,
rijzende door hare smart heen m zijne atinosfc' r van anti
pathie. Maar ze voelde zich treurig, treurig, treurig, al.- zij
zieh sedert \ au Kvens dood niet meel' gevoeld had, niet
v aai;1 w eeumeil ii;'. als zij zieh nieerncdeu gevoelde, maar
treurig, duidelijk tl'eüri^ om v- ui er komen r,'m\
< *, zi,i /on zieh vau de kinderen moeien scheiden! Kn
dan, alleen Keazaamlieid. aHijd een :aamheid!
Ken/aandieid in zieh zelve; nat gevoel, waar Jules zot;
voor vrei'sde! Tcrn^et rokken van de- wereld, die haar
mei boeide, alleen v, eü'^ezon' en in leegte. Ze \vas
derti'r jaren, /e was oud. een oude vrouw. Haal' huis
leei;, lienr hari lee::'! Droonien, wolken van Bedroom.
die vervlii tre:!, die opklarm als een rocd.c en lecirl.e o
tilekken. I.ee-;e. leegte, lei.srte! Hol vielhel wool'li
telkens ep h ai' borst neer nix'l den klop van i en hamer.
L-egtc. leegte "
Men anten'', \vien. als hij zich laat o-aait, ztllki:
diim'eu uit de pen vlooien, behoeft niet te zoeken.
maar kan tevreden zijn mot wat hem in der
schoot geworpen wordt.
C. II. M-:.x llr.irnn;.
EEN NIEUW WERK VAN KROPOÏKINE.
II. (Slof.)
De bladzijde, die ik uit Kropotkine's La
(.onqurte dn Pain voor de lezers van het Weekblad
van 8 Mei afschreef, toonde, hoe de schrijver
zich don gang der revolutie in Europa voorstelde
en als vervolg daarop wensch ik nu nog ie
't kort mee te deelen, welk betoog de schrijver
houdt, om de mogelijkheid van zijn anarchistisch
communisme duidelijk te maken.