De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 24 juli pagina 2

24 juli 1892 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na 787 kiezers op de kieslijsten en op de uitbrei ding van de macht der graafschapsraden. In den tijd, dat het Lagerhuis deze voor stellen bespreekt, zal de heer Gladstone zijne home-ruk plannen voor Ierland in wetsont werpen belichamen. Mocht het Hoogerhuis aan het uitvoeren van zijn plannen hinderpalen in den weg leggen, dan zou de heer Gladstone vast be sloten zijn het volgende jaar tot ontbinding van het Parlement over te gaan, in de hoop, dat zijn meerderheid dan nog grooter zal worden dan thans het geval is, zegt de Daily Chronicle nog. Als het van het Hoogerhuis afhangt, krijgt Engeland het volgende jaar dus zeker weer verkiezingen. PRAATJES OVEU KÜSLAND UIT ItUSLAXB. Mijnheer de Redacteur! Ik leef hier te midden van Poolsehe grondbozittcrs, natuurlijk lieden van adel, want moor dan de lielt't der Polen zijn adellijk, al kunnen velen niet lezen of schrijven en zijn /o gedwon gen den kost te verdienen, door zich als booronknechts te verhuren. -Met weemoed donken die heeren aan do gouden dagen, toen de lijfeigen schap hou in staat stelde vorstelijk te loven, naar fantasie te beschikken over wol en wee hunner ondorhoorigon. en alles wat /ij bezaten in bran dewijn en lotbim'ighoid te doen verdwijnen. Ik ken lii d 'U wier ouders duizenden vierkante wor sten in eigendom bozat'.'ii, met alles wat daarop wa<, steden en do.'pen en do bewoners dier dor pen bovendien. Elk grondbezitter gaf aan zijne Hjfeigonen een stukje land waarop zij in hun vrijen tijd voor zicli het noodige graan konden verbouwen, ook kregen ze een oud paard, eone magere koe of een schaap om hun kindoren van melk en wollen kleederon to kunnen voorzien. Ten allen tijde moesten zij gereed staan hun heer te dienon ; 't zij bij den veldarbeid, bij 't houtvlotten of wegen reparoeron. Elk lijfeigone was tevens verplicht een zeker gedeelte van eigen veld niet vlas to bezaaien en moest dan in den winter de opbrengst daarvan kant en klaar afgeven. Er wirou Edellieden die al leen van dit bijzaakje jaarlijks (ongeveer vijftig duizend roebels inkomen hadden. Aan joden was het streng verboden met lijfeigenon handel te drijven. Word oen zoon Israöls in oen dorp ge snapt dan kroeg hij een flink pak slaag of word eonige etmalen in een kolder opgesloten. Deze strenge maatregel word natuurlijk genomen om te voorkomen dat de lijfeigoneii nog armer wer den gemaakt dan zij reeds waren, trouwens van hun hoer zelf ondervonden zij al ellende genoeg. In dien tijd bestond nog geen militiesic-lsel en werd het leger voltallig gehouden dooi' het verplicht aantal manschappen dat de grootgrondbezitters moesten leveren. Deze lijfoigenon werden ge woonlijk in dienst gebonden tot zij geheel on bruikbaar werden en dan met een klein pensioen huiswaarts gestuurd, liet is niet te verwonderen, dat de hoeren zich op die manier van lastige -ujotten ontdeden en de meest mogelijke wille keur in deze hoerschte. Een koksjongen die bij ongeluk de soep liet aanbranden of do sauskom brak, kon er op rekenen dat hij als soldaat zijn dorp verlaten moest om, zoo lang zijne krachten het uithielden zijn land te dienen, waardoor hij dan ergens aan de ('hinooseho, Perzische of Turkscho grenzen volop tijd bad om over /iju verregaand misdrijf na te denken. Had een boer een knappe vrouw of dochter, dan wee! haar, zoo het oog des meesters met welgevallen op baar rusten bleef: levenslange schande, werd ge wis haar deel. llad hij een paard of koe iets een onbestemd gevoel van schaamte, dat wij zochten te smoren, te verdrijven door een nieuwe uitbarsting van luidruchtigen spot. Toen wij, lang niet over onzen avond te vreden, wilden heengaan, werden wij opge wacht door een tooneelknecht, die zich tot George Daniel wendde met de boodschap dat de heer Albert hem en zijn vrienden verzocht aan den uitgang even op hem te wachten en hem een onderhoud toe te staan. Wij waren perplex. De situatie was zóó komisch, dat wij het uitproestten. «Vrienden" begon Daniel eindelijk, een ernstig gezicht trekkend, en op <(uasi plcchtigen toon: »De zaak wordt gewichtig. Laat ons naar buiten gaan en beraadslagen hoe wij ons i u deze zullen gedragen." Schuddend van het lachen traden wij op straat. »De heer Albert heeft zich tot mij per soonlijk gericht", vervolgde Daniel spottend, zoodra wij voor de deur stonden; »het is daarom mijn plicht voor uw belangen fc waken en namens u allen het woord te doen. Luistert allen oplettend en ant woordt zonder omwegen! . . . liet is waar schijnlijk, dat deze jammerlijke tooneclhcld, j die tandelooze minnaar zich over liet hoon- j gelach, waarmede wij hem zoo kwistig over- j stelpt hebben, wil wreken. Misschien ver langt hij cenc verklaring van ons, wellicht verstout hij zich in zijn komcdiantenwaan zelfs zoover, om satisfactie te cischen. Zijn wij hem die schuldig ?" »Xeen !" klonk het eenstemmig. »Laat mij dan dit ingebeeld en bespottelijk individu naar verdienste behandelen. Ik zal de eer van ons oud Q,uartier Latin weten op te houden en mij in een trotsche verachting hullen, gelijk eertijds Justinianus in zijn toga." »Bravo !" »En mijnheer Albert zal eens en vooral de hoop opgeven, met zijn houterige figuur in onze kringen een rol te spelen . . ." De deur bleef aldoor gesloten. Mijnheer boter dan hem toekwam, goed doorvoed of een flink looper, dan kwam oen wooid (opzichter) hot dier zonder plichtplegingen weghalen, on mocht bij van geluk spreken wanneer hem de een of andere oude knol goedgunstig in ruil ge geven werd. Wat dood zoo'n kerel met oen goed paard? Had hij zich eens bizonder afgosloofd dan kroej; hij vergunning uit do brouwerij (op allo landgoederen bestonden on bestaan nog vele branderijen en brouwerijen) oen emmer spoe ling te halen om zijn paard of koe daarop to traetooron, doch do anno man was doorgaans zoo uitgehongerd dat hij bot stinkende vocht zelf opat of dronk', al naarmate dat gerecht hom in meer of minder gebonden staat werd afgeleverd. A iel ei' verseho sneeuw on hot gezin van zijn moestor wilde tor kerke ot op bezoek rijden, dan worden honderden boeren mot paard on slee. be steld om door aanhoudend hoen on weder ren nen, den weg voor do ('([iiipago to effenen. Voor een gering misdrijf worden vaak de dwaaste straffen uituedacht b. v. do veroordeelde werd aan balsband on ketting bij oen of ander ge bouw vastgelegd on moest dag en nacht op han den en voeten rondspringen en daarbij blaffen als oen hond. Iteed do hoer door oen dorpsvold waar do wintorroggo boter stond dan op zijn eigen grond, dan kroeg de koetsier bevel in hot veld op en neer te rijdon, zoodat de vo< l belo vende rogge woldra als vuil stroo op dongrond lag. "Wat deed een lijfeigvno met zulk graan. "Wat verbeeldde zich zoo'n keivl w.d? Het opzicht der goedoren werd aan wooïds on oeradniken overgelaten en do moester besteedde zijn tijd aan kiartspel, drinken, gaston ontvangen of zelf bezoek >n te brengen. Zulke visites duur den soms maanden lang. Verheeld u echter niet dat meneer op reis ging met een valiosjc in de eene on een parapluie in do andere hand. In vele rijtuigen gingen de huisgenooteu, gevolgd door oen talrijke' bediendonschaar on wagons met kotters on jacbthehooften op weg, on de gastheer moest voor al die menschon, paarden on jacht honden weken lang zorg drau'on. Had men dan genoeg gojaagd on gebrast, dan reden trasten en gastheer met dubbel geudg naar andere land goederen en zoo trokken zij als Zigeuners maan den lang het land door. Pij zulk oen leefwijze kan hot geen vonvondoring baron dat contant geld altijd schaarsch was en do joden en hypotheekbanken toon nog beter zaken maakten dan tegenwoordig. Had iemand b.v. een paar duizend roebels noodig dan k reeg de u'eldsehioter oen wissel voor hot dubbele bodrau; op uiterst korten termijn. \\ MS de wissel ver vallen on do man eischte botaliim', dun was er natuurlijk geen geld en stelde men hem tevreden mot betalingen in uraan, paarden of andere ver koopbare waar. zoodat na verloop van een paar jaren de oorspronkelijke som van l!i'!)i) rul. een winstjo van S a 111 mille afgeworpen bad. !>ij Kaart spel word soms koets, paarden, koetsier en p;\lfonier verspeeld, terwijl een ao\al bekend i- dat de wanhopige verliezer zijn ei_;'en \ roinv ,1,^ i.intsto troef op 't spel zotte en.... verloor De sage wil dat de vrouw haar winner voU'ib- en zicli wonder wol in haar lot kon schikken. Een Poolsch edelman had een zijner lijtoigenen in een zwak oogonhlik vergund zich ;>ls koopman in oen groote handoistad to vestigen. De man had oen bidder hoofd, veel geluk, was woldra zeer rijk en had voel invloed, llij word daar door do trots van zijn hoor en meester, die hom voor geen gold de vrijheid schonken wilde, hoe de anno rijke ook daarom smookte. Telken j a re verschoen zijn kwelgeest in de stad o u was de koopman genoodzaakt boni als koetsier to dienen, opdat toch iedereen zien zou wolk oen groot hoer zijn moester was. Als oen donderslag uit helderen hemel ver schoon do keizerlijke oekaze waarbij de boeren Albert liet zich wachten. 't Was stikdonker buiten en de plechtige stilte die ons omgaf, dreigde onze kostelijke vroolijkheid te verstikken, totdat Gudhac precies bij den regel, waar hij had opgehouden, do decla matie van zijn lintwormgedicht weder op vatte en daardoor tot ieders heimelijke ver lichting het min of'meer drukkend stilzwijgen verbrak. Eindelijk ging de deur open en de heer Albert verscheen, llij trad haastig naar ons toe en nam zijn hoed af. ;>Ik heb u laten wachten, heeren !'" begon hij met zijn blatende stem. :AVces zoo goed, mij te cxcuseeren, 't was buiten mijn schuld." Die beleefdheid stuitte ons : de man was bepaald onaangenaam. Daniël, doordrongen van zijn plicht, nam schielijk het woord : »Mijnheer, u komt zeker om opheldering te vragen; wij zijn besloten u aan te hooren." ».Ja," antwoordde Albert; :.-mijn komst betreft wel een opheldering . . . maar een, die ik u wilde geven. Ik heb mij in vele opzichten bij u te verontschuldigen en daar mee zal ik aanvangen. Ik heb mij daar even aan een groote onbetamelijkheid schuldig Etemaakt, niet zoozeer legen de dramatische kunst als wel tegen het publiek, tegen u. Misschien was de manier, waarop u het mij hebt laten voelen, loch een weinig al te wreed ... l' zult het zelf inzien, daar ben ik zeker van, en dan zal ik voldoende ge wroken zijn. Ik had handschoenen moeten aantrekken, dat weet ik. 't Was niet uit onwetendheid, ook niet uit minachting jegens u, dat ik tekort ben gekomen. Ik ben niet, jong meer ... ik heb geen talent, ik ben totaal ongeschikt voor tooneelspelen en dat ik in weerwil daarvan mijn armzalig beroep uitoefen, doe ik alleen ... omdat ik vader ben." Bij die laatste woorden nam zijn leelijke stem een ongewonen klank aan. »Ik ben vader", vervolgde hij. «Van mijn drie kinderen heb ik slechts het jongste i u hot Russische rijk worden vrijverklaard. Ter eere van den Kussisehcn adel moot gezegd worden dat zij zich spoedig schikte in dat hoog hevel, ja velen onder hen lieten uit eigen beweging hunne ondorhoorigon vrij, maar do Polen bejam meren nog steeds de heerlijke dagen van voorheen on kunnen hun liederlijk leven van vroeger niet vergeten. Laat ik u nog even oen type voorstellen van het jongere Poolsch geslacht, die do opheffing dor lijfeigenschap beschouwd als do grootste ramp welke zijn zoogenaamd ongelukkig vaderland ge troffen hooft, llij is lang en slank, mager en boenderig en alles behalve een Adonis, daar zijn onregelmatig gelaat met do kleine sluwe oogen nog al ei'if door de pokken geschonden is. Zijn landgoed is ver boven do waarde mot hypotheken belast. Wat dat zogu'eii wil, hoeveel moeite dat hem gekoot hootl, kan ieder begrijpen ilio met hypotheekbanken te doen had. 't Hoeft heel wat leugens en onikooporijon gekost om 't zoover te brengen. Doch nu hooft hij ook hot voordeel dat niemand hem aandurft. Potaalt hij do rente niet l op tijd, dan is do bank er niet zoo gauw aan toe tot publieke verkoop over te gaan. die hooge hypo theek zou haar veel schade doen. Als mijnheer graan of bosch to vorkoopen hoeft, neemt hij van .lan en alloman handgold, dat hij nooit teruggeeft, terwijl ton slofte do koopwaar onverkocht blijft. Men kan bom toch niets doen, omdat de hypo theek zoo hoog en eigenlijk niets zijn eigendom is. In geval van nood geeft hij iemand van zijn verwanton of ondergeschikten last tot verkoop van een of ander, strijkt do handgelden op, doch do koop gaat nooit door. omdat hij eenvoudig beweert: die monschen zij hadden geen recht mijn eigen dom to verkoopon. Zijne familiereliquien, goud en zilver staan bij diverse Joden als pand op l geloond gold; do rente betaalt bij boel slordig, i meestal met tarwe, rogge of oude blinde paarden; l -?- 011 do geldschieter is dood verlegen met zijn l panden, die hij zoo lichtvaardig beloofde nooit te vorkoopon on hooft zijn meester in 't bedriegen gevonden. Dit alles, natuurlijk in eenigszins andere be woordingen, vertelt do man zelf en lacht harte lijk om eigen slimheid en de verlegenheid zijner slachtoffers; hij presenteert ons oen papiros (sigarette) on oen glas madera, want gul is hij on misschien berekent hij 1111 in stilte, dat zijn gulheid wel rente opbrengen zal. Daar onze gastheer toch nu on dan baar gold nood!;;' heel') en >teeds meer menschon bang wor den met hom zaken to doen. is 't \ oor hem een grooto kunst dat onontbeerlijk artikel machtiü' te worden: doch geen nood. hij is /eer vindingrijk on volgens zijn ei^en zeggen zullen er zoolang bij loeft wol altijd ezels u'enoeg te vinden zijn, die hom holpen. Hij wil ons mm' oen zijner laatste treken zelf veriollon; ziet, hij krijgt al een lachbui nu hij ..Een poos geleden \\iis ik eru' aan laster wal en wist geen meiiM'h te bedenken aan ^ ion ik mij wenden kon, doch (iod stuurde mij juist ter rech ter tijd een domoor in de armen. Ik reed op be zoek bij mijn huurman l!., ook een Poolsch edel man, die oen veertig worst var, mij af, op een klein landgoed woont en mij vroeger eens verzocht had om zijn nieuwe watermolen to komen zien. Anders had ik weinig onurang met hom, want hij is oen wonderlijk soort van oen edelman, hij werkt niet eigen handen en loopt zelf zijn -volden rond, alsof er geen rentmeesters moor to krijgen zijn, enfin! 't is u'een edelman meer. Ik bezocht hem dus, hopend dat hij mij eeniu: gold leonon zou, doch 't kwam heel anders en ik had die verne derende vraag niet te doen. Wij bezagen U's molen en hij \roou1 mij zoo terloops ot ik mijne bossclion geen aliornhoiit had, dal hij zeer noodig had voor do tanden der raderen. Ik bood hem overgehouden, een meisje ... een kleine engel van acht jaren.... Haar moeder stierf bij haar geboorte en het, kind heeft niemand dan mij' ... Ik hou zielsveel van haar... maar, u zult ook wel weten dat, hoe sterk en opofferend de liefde van een vader ook wezen mag, zij nooit de teederheid eener moeder vergoeden kan;.... onlangs is hot kind ziek geworden.... Als haar moeder nog had geleefd, ik geloof zeker, dat zij het door haar zorg voor die ziekte zou hebben behoed.... Maar wat helpt 't...." Hij snikte schier, de arme komediant ; ach! en wij dachten niet meer aan lachen, waarlijk niet. Onze antipathie tegen den man, die niets had misdreven, dan ons tegen te vallen, was plotseling verdwenen. »Wat wilde ik eigenlijk zeggen, mijnhceren?" begon Albert weder, pogingen doende om zich te beheerschen.... >.Öja! ik wilde u uitlegden, waarom ik geen handschoenen aanhad.... Ziet u, dat is heel eenvoudig.... en ook heel pijnlijk. Ons vak is geen goudmijn, en verpleging, geneesmiddelen, dokter, kost allemaal veel geld! Hot is hard, wanneer men zich genoodzaakt ziet, een kind, dat men afgodisch liefheeft, een geneesmiddel, verzorging te laten ontberen.... men zou liet nauwelijks een stukje speelgoed, een versna pering onthouden... Hedenavond lag Suzie zij heet Suzanna naar haar moeder in oen harde koorts, bijna ijlend.... en zij zou den yeheclen avond alleen blijven, moeder ziel alleen!.... De buurvrouw, die anders bij het kind oppast, als ik speelavond heb, was uitgedaan.... Kon ik mijn arme, kleine lieveling zóó laten liggen? Ziet u, toen dacht ik nergens meer om. Ik bezat nog een paar j francs.... 'k had totaal vergeten, voor welk i doel ze bestemd waren en ging een ziekenj verpleegster halen...gelukkig vond ik er een... J-]u dat is de reden heeren, waarom ik van avond geen handschoenen droeg...." 't Was donker, wij konden elkanders gezicht niet zien, maar zonder te vreezen mij aan onwaarheid schuldig to maken, durf ik beeen paar wagonvrachten van dat harde on dnra hout aan en wilde van geen betaling weten, 't is zoo ordinair onder edellui, om te sehaeheren als een paar graanjodon. Op zijn herhaald aandringen liet ik mij ontvallen, dat ik gaarne oen paar maal van zijn molen gebruik wilde maken, omdat mijn voorraad roggemeel voor de knechts ten einde liep. Xu had ik juist geen groote behoefte aan meel, maar ik profiteerde van do mooie gelegenheid en wanneer eou mijner buren met rogge naar een molen wilde rijden, stuurde ik hem naar mijn vriend l!., ontving hot maalloon vooruit on gaf don boer oen briefje mee, op welks vertoon zijn rogge dadelijk gemalen werd. Dat bracht mij een aardig zakgeld op, totdat P. om zijn ahornhout stuurde. Ik was toevallig niet thuis on zijn knechts vertrokken onvorriohter zake; na een paar weken kwamen zij terug en daar zij mij gezien hadden moest ik hen ditmaal wel te woord staan. Goede raad was duur, ik had geen enkele ahonistara meer in mijne bossclion, die waren geheel uitge hakt, al jaren geleden. Ik vertelde die uilskuikens toen dat mijn naaste buurman C. oen oom van mij was, mij tot zijn. erfgenaam bestemd had en zij dus maar bij hem moesten hakken, daar zou hij niets op togen hebben, omdat het landgoed toch zoo goed als mijn eigen dom was. En waarachtig! die n/els hakken in 't bosch van mijn zoogenaamd? oom. tusschen twee haakjes oen volbloed l!ns en een ongemakkelijk heerschap, Natuurlijk worden zij dadelijk door O's bosch wachters aangehouden, bijlen en paarden in beslag genomen en 't heeft P. genoeg moeite gekost om zijn boeltje weerom to krijgen." Op enkele uitzonderingen na zijn al die edele Polen van oen dergelijk allooi. Ik wil golooven dat het gehalte der eilolen. in't eigenlijke konink rijk Polen, beter is, anders zon ik niet weten waar do kranige figuren van daau kwamen, dia goed on bloed voor hun vaderland overhadden of waren dat misschien binnengesmokkelde bnitonhmders ''. 't /ou wol interessant wezen don stamboom dier holden na to pluizen, om te weten to komen waar ze oiu'onlijk hunne goedo eigenschappen aan t danken hadden. M. J. Kunst en Letteren. HET TOOXKF.L TE AMSTERDAM. I-Y.-n iso holaaii-Schouwburg (Ned.Tooneel): liintelmait's lijden. Een mooi zomorstuk om te gieren of te snik ken vroeg ik een week geleden ; van oen om te gieren vu te snikken kom ik nu vertellen. Jiartdmnn'a lijden, blijspel in 5 bedrijven, vrij naar het Italiaansch van Yittorio llersezio, is een zomorstuk nii duizenden, noch to ingewikkeld noch te kunstoloos. noch to hoog noch to laag, boeiend en onderhoudend, eerlijk on eenvoudig, half klucht, half drama, een volksstnk in den !'os(ou zin v:in hot woord, goon machtig kunstwerk, maar ook lam>' uren prul. liet merkwaardige ervan is onder meer. dat men niet bij benadering kan irissen of vermoeden, hoe oud het is. Hot schijnt hoegenaamd niet verouderd en heeft toch zeker reeds eenige kruisjes achter den rug. liet is niet van heden, maar schijnt ook niet van iristeren. liet hoeft iets eenvoudigs en primitiefs, iets ongekunsteld* en ongeraffineerd*, dat iedere gedachte aan /iw-fie-sifC/e-kunst onmogelijk maakt, dat aan minder verfijnde on minder nerveuze, aan grover on t'orscher dwingt te donken. Hoe zon het er in het Italiaansch hebben uitgezien V dacht ik herhaaldelijk bij de vortooning. Ik zocht naar bijzonderheden in encyclopedieën, enz.; zij gaven weinig licht; eindelijk vond ik weren, dat wij allen rood van schaamte waren l geworden en tranen in de oogen hadden. j ; Dat wilde ik u zeggen, heeren," besloot de arme man : yen laat ik u nu groeten, j mijn kind wacht ik hoop, dal gij ter j wille van den vader, den tooneclspeler ver giffenis zult schenken." Wij waren te onroerd om hem te antwoor den, wij schaamden ons. l'étrus Berolle vond het rechte woord. I lij naderde den tooneelspeler, en sprak met een ontroerde stem : «Mijnheer, de eene opheldering is de andere waard. ^Xiets had ons beter kunnen doen beseffen, hoe wij u hebben gekrenkt, dan het heilig gevoel, dat door u als verontschuldiging werd aange voerd ; het is nu ook minstens onze plicht, u voor ons onwaardig en lichtzinnig gedrag vergiffenis te vragen. U hebt zoo even ge zegd: als wij u gehoord hadden, zoiult gij u voldoende gewroken achten, en gij hadt gelijk. Wees nu ook zoo grootmoedig uw wraak niet verder te drijven, maar het geI beurde te vergeten en ons de hand te reikeu." Getroffen greep de tooneclspeler de hand die Ikrolle hem reikte en de een na den ander gaf den armen vader met een zwijgenden handdruk het teekcn van zijn berouw. Plotseling zei Daniël: xMijnheer Albert, ik stel u hier een lid der me dische faculteit voor, mijnheer (iudhac. Gis teren hecfi hij met glans zijn doctorscxamen afgelegd, als u hem veroorlooft uw dochtertje te bezoeken, zal hij gelukkig zijn, met zijn kunst te bewerken, wat naar uwe over tuiging, de moederliefde zou hebben vol bracht. . . ." De tooneclspeler wilde dit aanbod afwijzen. »U bewijst er mij een dienst mee," drong Gudhac aan. »TJw weigering zou ons een gevoel geven, alsof gij nog een wrok tegen ons voedt." :Ol in dat geval zeg ik ja, van harte» gaarne l"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl