Historisch Archief 1877-1940
No. 787
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
dat Sartelman's lijden oorspronkelijk in
l'iemonteeschen tongval is geschreven. Het archaïsch
tintje was terstond verklaard; een volksko
medie; oen dialectstuk'. Wij kregen liet li!ijs]iel
uit do 2e ot' oe hand (een vertaling of' bewer
king van een Duitsche vertaling of bewerking?),
missen dus veel van de origincele geur en kleur;
hoe pittoresk zal het in zijn nationaal kostuum
zijn, daar het in het bonte maskerade-pak, waarin
wy het te zien kregen, nog zulke goede sier
maakt.
De intrige van Bwtelmaris lijden is uiterst
eenvoudig; het woord is bijna te mooi voor hot
dunne draadje, dat de bedrijven aan elkander
houdt. Hartelman is reeds 32 jaar staatsambte
naar; voor / 1500 tractement .slooft hij zich van
den vroegen morgen tot den laten avond af', schrijft
h\j zijn vingers krom en lam. J lij is een van die
tallooze arme stakkers, die nu eenmaal geen geluk
in de wereld hebben; hij werkt harder dan de
meesten, doch blijft steeds wie hij is. Zijn ge
brek, een groot, een reusachtig gebrek, is, dat
hy te goed, te zwak, te 'bescheiden is, dat hij
zich zelf niet op den voorgrond durft plaatsen,
niet weet vooruit te dringen en te wringen, dat
hij zich' niet naar de omstandigheden weet te
schikken, ze niet weet te gebruiken, niet pro
ductief te maken. Spot en hoon, smaad en on
recht, hij draagt ze met berustingen gelatenheid;
hij bedwingt zich, hij schikt zich, hij legt zich
neer. De eerste maal, dat hij uit zijne
verdooving opschrikt, dat hij zich opricht, losbarst, re
volteert, zal ook de laatste zijn. Sinds eenigen tijd
geniet hij de voorspraak en bescherming van het
hoofd van zijn afdeeling, een oud vriend van de
familie zijner vrouw ; zijn collega's verwonderen
zich hierover en zoeken schandaal waar geen
schijn daarvan bestaat; zij fluisteren, grinniken,
maken toespelingen ; Hartelman zoekt, tast, raadt,
begrijpt plotseling alles en gunt dan eindelijk
zijn verontwaardiging en opgekropte bitterheid
den vrijen loop. ontziet niets en niemand meer,
Zegt minderen en meerderen de waarheid, toont
zich een man, doch ten koste van zijn betrek
king. In het laatste bedrijf wil hij zich van kant
maken, doch wordt hierin nog juist bijtijds ver
hinderd en krijgt bij een oud vriend een gemak
kelijk en winstgevend baantje..
De ontknooping is als de meeste
ontknoopingen zwak ; wij gunnen Hartelman zijn geluk van
harte; onmogelijk of onwaar kan men" de
ontragische wending evenmin noemen, hoogstens on
waarschijnlijk ; in de werkelijkheid vinden de
meeste Hartolmans helaas geen reddende enge
len; de ontknoopiug schijnt misschien
komodieachtiger dan zij in werkelijkheid is ; dat zij het
schijnt is echter reeds voldoende om baar te
veroordeelen. Van de vier overige bedrijven spe
len twee in Hartolmau's woning, twee op zijn
kantoor. De laatsten zijn op zichzelf niet kwaad,
maar niet zoo frisch en naturwuchsn) als de
eersten. De lioofdambtenaar Hamster is do
goedgeslaagde charge van een onuooz.el, eigenwijs,
verwaand hnreaucrautje; alleen is het jammer
dat de schrijver hom plagiaat laat plegen;
al,-hij, waar er sprake is hem een cadeau aan te
bieden, in /ijn beteuterdheid stamelt: deze
inteekenlijst is de schoonste dag mijns levens,"
praat hij llenry Mounier's l'rndliomme na, die
bij het ontvangen van den eeresabel uitroept: -ce
sabre.. . est Ie plus beau jour de ma vie.'' Tegen
het vierde bedrijf, Hartelman's ontwaken uit de
jarenlange versuftheid, is op zichzelf niets in te
brengen; liet blijspel wordt hier drama: is dat
echter een bezwaar? (Sommigen hebben het,
goloof ik, beweerd. »Erou-Erou" nam men het in
dertijd ook kwalijk, dat het als treurspel eindigt.
Waarom en met wolk recht?) Het bezwaar is niet,
dat het drama, maar dat het alledaagsc.h, melo-,
niet overtuigend drama wordt, dat wij banaliteiten
en gemeenplaatsen als deze te slikken krijgen :
»De vertrapte man staat op tegen de verdrukking",
dat do uitwerking, de taal, de gedachten, bene
den de situatie blijven.
Het eerste en derde bedrijf zijn het neusje van
den zalm, twee bedrijven klucht, zoo mooi als
men ze kan verlangen, onschuldig en weinig diep
zinnig, maar gezond, vroolijk, oprecht en open
hartig, drastisch, pittig en pittoresk,
binneuhuistooneelen, om door Havid HIes op dook gebracht
te worden, kijkjes in het leven van den kleinen
ambtenaar met een groot gezin en een klein in
komen, een lastige en spilzieke vrouw, een
bengel van een jongen en een brutale ge
dienstige, (liet eerste bedrijf deed mij aan den
»Malado imaginaire" denken; de personen loopcn
bijna paralel; dit echter in het voorbijgaan.) De
kostelijke tooneeltjes vloeien ongemerkt in elkan
der over ; de intrige ontbreekt bijna geheel, men
merkt het nauwelijks; de schildering van tvpon
en toestanden maakt alles goed. Welk een
kostelijk tooneel het middagmaal in het derde
bedrijf, waar de uitgehongerde Jiartelman niets
krijgt en op stuk van zaken nog van gulzig
heid en lekkerbekkerij wordt beschuldigd. Welk
een smakelijk de kibbolpartij in liet eerste,
met de meid om het hoekje van de deur: welk
een onweerstaanbaar dat, waar Hartelmnn achter
over rolt en bet kind en de meid het uitgioron
van de pret. Angïer spreekt in de voorrede van
Labiche'ï: Théntre" van ,.lc rire larc/e et i-panoui
oa la raiwn /'uit la basse''; wie nog naief genoeg
is, om Jlartelman's lijden te kunnen lachen, lacht
dien beerlijken, heil/amen en versterkenden lach.
"Wij Hollanders lachen gauw en graag: wij hebben
dat altijd gedaan; ll^rtelmaris lyden is een kolf je
naar onze hand.
Een dankbaar stuk wordt bijna steeds goed
gespeeld. Jiurtelmuit's lijden maakt geen uitzon
dering. De vertolking is bijzonder gelukkig. Als
ensemble is zij kortweg voortreffelijk, liet gejaagde
trempo is juist en mooi. Geen rol wordt slecht,
de meesten, zelfs de kleinsten, worden met animo
en talent vervuld. Alleen van het minnend
paartje, Muriunne en Eduurd, viel weinig of
niets te maken. Do Hartelman van den heer
Houwmeester is amusant in het begin, aangrij
pend in het vervolg; het passieve van het ka
rakter kan in het eerste en derde bedrijf nog
sterker geaccentueerd worden; Hartelman is geen
hnistiran, daar zorgt zijn vrauw wel voor; de
geheele figuur zou dan aandoenlijker,
hnmoristischer en tegelijk consequenter «orden. De Bri
gitte van mevrouw van Ollefen, hall soubrette,
half /(H-rfe-s'èefe-keukenpriiises, is een mooie
creatie, die alleen nog iets nfgeronder, iets stijl
voller had kunnen zijn; ook lette mevrouw van
Ollel'en vooral op haar dictie: van vele volzinnen
hoorde ik slechts do helft. .Mevrouw l'auwels
van Biene was een a'oede Itositie, de heer Schoon
hoven een dito von Stein; in hun niet gemakke
lijke en niet dankbare rollen toonden zij zich
door ernst en overtuiging waarachtige, degelijke
kunstenaars; de Karel van juffrouw Coerdos was
een beetje eentonig, doch dat is niet geheel
haar schuld. Mooie typen leverden de lieeren
de Hoer (Holman), lloltrop (Hamster) en van
Zuijlon (Hrandmeijer. een jongen die door de
wereld wil, een verbleekt figaro-masker.)
H. J. M.
DE TOESTAXI) DEI! MC/IEIv ALS SCHEP
PENDE KUN;ST EX DE GEVOLGEN
VOOR DE OPEHA.
door "W. E. Tiioorr.
II!.
De levensloop der muziek en zijn in
vloed o]i de Fransc.he Opera. On
doelmatige verdeeling te I'arijs in
twee theaters. Kortstondig glansrijk
bestaan en verval der (iroote Opera.
De Opéra-Oomique. - Waarom
geen heroenigin»' 'i De Eransche
operagezelschappen buiten I'arijs.
-Lastige verdoeling van het personeel
en ongunstige gevolgen voor het r
pertoire. Vergel ij k ing m et de werk
zaamheid der Duitsclie zangers.
Afrijderij van bataillo-paarden.
Wat valt er aan te doen 'l Wenken
ook geldig voor de Xetlerlandscbe
Opera.
O]) geen instituut heeft de onregelmatige le
vensloop-der muziek zijn invloed zoodanig doen
gelden als op de Eranscho Opera. De oorzaak
ligt in de weelderige inrichting van dit instituut
en speciaal in eene bijzondere verdeeling van
personeel en werkzaamheid, die in vroeger dagen
misschien door eigenaardige Eranscho zegge
Parijsche toestanden gerechtvaardigd was. maai1
later, toen de vruchtbaarheid der componisten
minder was geworden, bij de FranseUo opera
gezelschappen grooter moeielijkheilen heeft ver
oorzaakt dan bij die van andere natiën. Terwijl
in Duitschlund, Italiëen andere landen, zelfs in
de hoofdsteden, tot op den Unidigen dug ieder
oporagezolschup een ondeelbaar personeel is
blijven vormen, kwam 't in Erankrijk reeds in
de vorige eeuw tot een strenge afscheiding
tusschen zangers dei1 (iroote Opera en der Op
raComiqne, wordende te Parijs deze afscheiding
zelfs doorgedreven tot werkzaamheid in afzon
derlijke schouwburgen.
Genoemde verdeeling had plaats in \7T)7. en
is waarschijnlijk veroorzaakt door do bijzondere
voorliefde zoowel dor componisten als van liet
publiek voor do Opéru-Gomique, waardoor
s;inionwerking met de (iroote Opera niet langer moge
lijk bleet. !)e Opóra-Comiquo verkreeg, na eenige
jaren in verschillende lokalen gespeeld te heb
ben, in 17H!) een eigen schouwburg, het
zooge| naamde thétre Eoydean, waar tot. ISi'S al do
werken uit den besten tijd der Eransclie school
hunne premières hebben beloofd. Intussehen
was I'arijs sedert 17M ook nog oom- Italiaanselie
opera rijk geworden, zoodat er dus reeds vroeg
concurrentie te over was. eu de gre-oto 1'YansrUe
opera, die voor hare af/ouderlijke werkzaamheid
tot het repertoire der oude opera seria beperkt
moest blijven, vóór lN2r> wel haar besten tijd
niet beleefd zal hebben. De bloei van dit insti
tuut dateert dan ook pas van de d.'igen. toon do
glans der moderne dramatische toonwerken.
vereenigd mot beschikking over uitrekende zangers.
aan de l'arijsche opera die vermaardheid gaf.
die haar tijdelijk den rang van eerste Kumpeesch
theater verschafte.
Edoch, die schoone dagen gingen spoediger
voorbij dan verwacht kon worden. Het plotseling
opgekomen verval van eoinpositietalout maakte
reeds kort na IS50 aan het roemrijk bestaan dor
(iroote Opera een einde, en hierbij kwam ook
eigen schuld. Er was namelijk te vee] geluk ge
weest met een te klein répertoire, en dit liad in
de goede1 dagen de directie overmoedig gemaakt.
Evenals van oudsher en nog tot in iateren tijd
alle voorname muziekiiistituion zeer exclusief
en ontoegankelijk waren, zoo beschouwde ook
de l'arijsche opera zich als het heilige dor hei
ligen, waarin slechts nit\erkoren componisten
mochten binnengelaten worden, l,'opéra ne jouo
qu'un nombre tres limitéd'oiiNra^es. 1/accès
.on est d'une ditficultéenorme, puur ne pusdire
-impnssiblo," zoo heette het nog na 1S7O, toen
genoemd kunst-instituut reeds hing1 eieren voor
zijn geld had moeten kie/en door wat minder
ontoegankelijk te worden, \\unt n die hoogmoed
n dit ongerijmd beperkte repertoire hebben de
opera in een leelijk parket gebracht. Aanbiedin
gen van don kant van componisten die, zonals
vereisclit werd, reeds elders hunne sparen
\erdiond hadden, bleven na IS.iil uil. eu terwijl
volgens dit onjuiste beginsel andere partituren
j moesten geweigerd worden, die voor uitbreiding
van liet répertoire broudnoudig \\aron, bleef de
opera teren op het kleine gi-tal werken, dat
tnsschen hs2.) en 1S.>0 beroemd was Lrewonien. \an
toen af laakte de geest ;ian het nudooven.
Hij het voortdurend afspelen \nn een klein
répertoire wordt al spoedig de c|ualiloit der uit
voering het kind \an de rekening, eu reeds
weinige jaren na den bloeitijd kwamen er in de
rue Lepoletier leelijke dingen voor den d;ej. In
den winter van l !?>">( i. drie maanden te !'arijs
doorbrengende, bracht ik natuurlijk mijn eerste
bezoek aan do (iroote Opera, maar nooit is oene
muzieknit\oering mij zóó tegenge\;illen ais bij
die gelegenheid, en dit te meer. daar de uitste
kende uitvoeringen der Iluagsehe opera uit de
dagen van koning Willem II mij nog u-r-eb iu
het geheugen lagen en ik ook in bet
l.eipzigsctie theater (IS,")-?;>5) voorstellingen van heter
gehalte had bijgewoond. De Punj>eho /;inuers
zongen niet. maar schreeuw den hunne partijen
zielloos at', alsof ze een strafwerk hadden te
verrichten, zelfs de anders zoo artistieke tenor
Roger schreeuwde, en tot contrastvorming daar
tegen zaten de hoeren van het orkest nagenoeg
te slapen. Maar hierbij bleef liet niet, want tot
meerdere gehoorverbeuging had ik naast mij een
bende claqueurs met allerliefste handjes van groot
formaat, die op de kunst van huvanimuken uitste
kend bleken geoefend te zijn. Den eersten avond
was ik verbaasd en teleurgesteld, den tweeden
kwam er ergernis bij, en den derden avond werd ik
diabolisch gestemd, wenschte de Opera naar do
maan en liep weg om niet meer terug te komen.
Neen toch! ik kwam terug, en wel zonder mijn
geweten met een inconsequentie te bezwaren. Ik
had namelijk mijne teleurstelling1 medegedeeld aan j
een landgenoot, die te Parijs woonachtig was,
en deze bevestigde volkomen wat ik reeds ver
moedde.
s/nngors en muzikanten, zeide hij, zijn geen
machines, en ge kunt niet verlangen, dat er nog
-?geest en loven zal zijn bij kunstenaars, die reeds
lang jaar in jaar altijd hetzelfde hebben moeten
spelen. Een nieuwe opera is op 't oogenblik niet
in studie, want die hebben ze niet, 'm aar wilt
ge booreii hoe uitstekend het orkest is, ga dan
de Opera eens bezoeken, als ze een nieuw ballet
geven." Dien raad volgende, ging ik het ballet
Le Corsairc van Adam zien en bevond nu, dat
de bekoorlijkheid van het nieuwe en
afwisselinghare uitwerking niet, gemist hadden.
Een geheel anderen toestand vond ik bij de
Opéra-Comiqne. Dit instituut levert bet terrein,
waarop de groote meerderheid der Eransche com
ponisten steeds met vrucht werkzaam is geweest.
wél eene voldoende verklaring, waarom do
Opéra-Comiqiic nooit met den répertoironood te
kampen 'heeft gehad, die liet ongeluk van de
Groote Opera is geweest, l (ij uitgebreider en meer
afwisselende werkzaamheid is de geest hier dan
ook veel frisscher kunnen blijven, en hierbij ge
rekend het eigenaardige talent in zang en spel
hetwelk de Kranschen bij uitnemendheid voor bet
komische genre bezitten, spreekt het vanzelf,
dat de uitvoering mij in alle opzichten bevredigde.
lüj die gelegenheid leerde ik, gelijk reeds in liet
vorige artikel gemeld, ook een opera van
Mousigny Le deserteur kennen en bovendien een
toenmnals nieuwe opera Les qitatre snisons vau
Yictor .Massé, een mooi werk, dat. voor zooverre
mij bekend, nooit te 's I lage gegeven is.
Neemt men nu het merkwaardige verschil in
de boven beschreven toestanden in aanmerking,
dan mag 't verwondering baren, dat de Emnsche
regeoriiig na hot afbranden van de Op
r.i-Comiquo er niet op bedacht is geweest, de beide
afdeelingen der dramatische muziek weer onder
n dak te brengen. Niet alleen was de drooto
Opera toch reeds lang in discrodiot geraakt, maar
het was bovendien door vceljurigo ondervinding
overtuigend gebleken, dat ze als afzonderlijk in
stituut geen reden van bestaan had. En aangezien
ook' de overige hoofdsteden van Europa steeds
mot onverdeelde oporuge/.clsrhappcn hadden kun
nen \o'>-tuuiu ;:oo was de oppositie in de Kamer
\an afgevaardigden tegen eene verdere voortzet
ting der hoog" subsidie aan de opera volstrekt
niet ongegrond. Ook met bet oog op de zan
gers had de liereeniging moeten plaats hebhen.
Want juist de te kleine werkkring' heeft bij de
Eransehen de eerste dramatische zangers tot las
tige potentaten gemaakt, die naar verhouding-dor
lioogo tractementen veel te weinig uitvoeren en
in quantiratiovo Leistung bij hunne huitenlandseho
kunstbroeders achterstaan.
(Slot volgt).
AANTEEKEX1XGEX SCHILDERKUNST.
! i! </<?>' HIKH/. In liet Mauritsliuis is tijdelijk
weer ccn schilderij van Rcmbnindt te zien. ccn
heel mooi. Mcu mag den heer Hrcdins we! dank
baar zijn dat, hij de belangrijkheid der aan hem
toovertrouwde collectie /oo telkens te verlevendi
gen weet, eu voor liet, beter Iceren kennen van
Re m brandt s werk 7.00 velerlei gelegenheid aanbiedt.
Dc/c Rcmbramlt, van het jaar 111.1 \ die uit, de
collcctic-A\ lison is, stelt, levensgroot, als kuicstuk
genomen, een man van middelbaren leeftijd voor,
UK-t ecu vaallilri-ken. mag-eren kop, \\aar\an af,
onderuit ccn giootcii zwarten 1101*1!, de lange
i bruine krullen tot over zijn kraag' hangen.
! De handen die smal en blank, uit de met witte
j omslagen bi-kleede mouwen komen, houden een
j boek, dat van achter belicht is. Het geheel is vet
en gaat g'cscliildcrd, uitstekend geconserveerd en
j uit, Kcmbraiidts beste periode, het meest, denkt
men aan de Slaalmecsters, maar dit is meer m ccn
grocnaelitig gouden, toon.
i Op Schcvcningcii houdt, in ccn daarvoor dicht
! bij liet gebouw vau de Sport-tentooiistclling'
opgeI trokken tent, de heer J os. de Kuyper van
Rottcrj dam ccn /.eer opmerkelijke tentoonstelling. Het
l gluiispunt, van deze verzameling ligt m ecu grooten
Daubigny : twee roodbruine koeien, ccn liggende
en ecu staande, en achter de/.e ccn zeer mooie
stille hori/.oii, waarboven de lichtende schijf van
de ondergaande zon. Ecu schilderij dat uitnemend
Mesdag ssoccimcns vau Danlngnv /ou complctccrcn.
Onder de stuk of acht andere Duubignv's, is
vooral ccn klein schilderij goed: wasschende
vrouwen aan ccn rivier. Er zijn tien Troyons,
waaronder eene groote, een huid met koeien,
dun in bruin geschilderd, met ccn zeer mooie
lucht. Onder de Ce.rots is vooral zeer goed
de Site d'ltalie'. \crdcr een kleine Isracls, ccn
lïasticu Lepage, cu interessante schilderijen van
Rousscan, Dchicroix, Duumier. Michcl, Zicm, Dupró,
\V. Maris, Mesdag, ete. en heel mooi, ccn schets
van \ollou: ecu groote lucht, met zware witte kop
pen, dreigend boven een woest landschap, in de
verte ccn reep zon over witte hui/cn. Jammer dat
een ouoogelijkc hoop prullen van Hamel, Ecrclman,
Corcos en anderen, de overigens zoo belangrijke
verzameling te /eer ontsieren.
In de zalen van dcu llniiijxi-li':/i K.i!ii*U;riu</ waar
de zoozeer interessante verzameling van werken
door leden vau de Brusselsche /'////// cu exposanten
bij de jonge Antwcrpschc JxMjfiiitu.ii. jio>ir l -Ift,
geplaatst is, zal Maandagmiddag ten twee ure de
heer llciny van de Velde uit Antwerpen, die zelf
o]) do tentoonstelling' ecuige van de beste schil
derijen heeft, ccn conférence honden, zoo wij wel
ingelicht zijn, over ?,<? I'injsn,t ilimx /V/-/ mvjuriie.
Toorop, (die ui'-! dcu titel van dcu catalogus der
kcuzetentooustelliiig ontwierp, Roland Holst deed
dit), teckciide voor den catalogus dezer kleine
expositie van Helgen en Frauschcn een mooien
omslag, waar een stevig geharnast strijder tusschen
takken met doornen heen, zijn intocht doet iu deu
Haagscheu kunstkring. Deze intocht der jonge
Helgeu in den Haag beschouw ik als een zaak
van beteekcnis. liuu wakkerheid en intelligente
ondc.rzoekingszüi kan in Holland wat fcissche lacht
aanbrciigcu, die we best gebruiken kunnen.
Ecu zeer mooie lioutskool-ttckeiiing vau twee
figuren, een knaap en een meisje buiten, door
M. Maris, die iu liet bexit, vaa dcu heer Mesdag
is, en waarin men een J'rii,iuverit zou kunnen
zien, een teekeniiig; die, door liarc zeldzame
fijne gratie vau lijn, en hare poëtische volledigheid
van samenstel, /-ich buitengewoon leent tot in
prent brengen, wordt door dcu heer Pli. Zilckeu
op de grootte van het origineel geëtst. De plaat
die er zoover zij is, zeer goed uitziet, zal bij
Bufi'a worden uitgegeven.
De heer M. Hancr vertrekt dezer dagen weder
voor geruimem tijd naar Constautinopel.
De keuze-tentoonstelling ia Arti te Amsterdam
sluit Zondag den 21sten.
In een blad dat te Philadelphia verschijnt The
Pres?, heeft ecu verzamelaar en kenner daar van
daan, zijn indrukken geschreven van wat hij in
enkele particuliere Hollaudsclie schilderijen collec
ties al gezien heeft. Plet kan met gezegd worden
dat, zijn oordeel heel bizonder is, maar mij dunkt
dat het sommige landgenooten iotoresseereu moet
wat, een toch kundig' vreemdeling YMI de
llollandsche schilderijen-verzamelingen denkt.
De heer J. G. Johnson dan begint, met over de
collcctic-Stccngracht in den Haag, op te merken,
dat de moderne kunst daar vertegenwoordigd is
door ccn zaal vol stukken, die geen aandacht waard
zijn, uitgezonderd een alleszins goede Gcröine, ,/Een
karavaan in de woestijn.''
Van de i'op Smit-vcrzamcling te Rotterdam,
(omtrent, het lot waarin men nog altijd is liet on
zekere is) noemt, hij o.a. ccn werk van den zeer
liandigeu Du-taille, maar die dikwijls hard is, eu
geheel niet op zijn plaats onder de mannen vau
ESÖ, ecu de Ncuvillc, waaruit zeer goed de
dramatische macht spreekt van dezen man. die minder
technisch bekwaam dan Dctaillc, hem toch over
leven zal. omdat hij emoties opwekt, ccn Cabanel
vol figuren, die liet, verlfjiule maar middelmatige
talent van dien artiest laat zien ; ecu vrouweliguur
ten voeten uit vau Jacquet, groot, maar onbevre
digend; ccnkcikvan binnen door lsabcy, gestof
feerd nu:t slecht, gctcekcudc meusehen, maar schit
terend vau kleur; Domingo's, 1,'ilnjk genoeg om
te tooucn, dat, deze Mcissonicr der kunsthandelaars
niet meer dan wat, talent, heeft,; een Porluny met
actie, niet, van zijn beste, maar goed; ccn ziekelijk
blcckc vrouw, ecu heuvel afdalend, door Hcbcrf,
vol van de aantrekkelijkheid, die hem persoonlijk
kenmerkt; -.- ccn keurig geschilderd interieur met
drie, vrouwen door Alf. Stevens; ren gronU en nog'
al mooie Jacquo vol schapen, gelukkig /onder den
krommen boom. Men vmdt er ook verscheidene
mooie Miinkaczy's. en daaronder zijn dikwijls her
haald vertrek met wcigv.klecde vrouwen en snap
pende kinderen; een uitgezocht zccgeziclit van
Mesdag; een zwarten hond van Rosa Boulieur, goed ;
een grooten Honnat : zijn veel geschilderd Itali
aanselie lioeremi'isje: ecu goede Parijschc binnen
plaats door Pasini; een omvangrijken Calame, fraai
maar koud ; ccn buitengewoon goede, groote
Gcróme ; Twee slinxeu": een Fromeiitiu uit, den tijd,
die /ijii verblijf in liet Oosten voorafging, weelderig
eu warm, vau boeren zwoegende op een veld;
een intcrcssantcn Gcricanlt: paard en ruiter, een
weinig onzeker van teckening; een aiirdig schil
derijtje van Israëls, ccn naaiend meisje voorstel
lend; ccn groote, fraaie Monticclli: - ccn aantrek
kelijke Hasticn Lepagc.: een meisje met liet dorp
Damvilliers op den achtergrond: -- ccn kolossale,
bruine /iem. malsch en p'ocd vau toon: ecu
hollaudsch landschap met, water, weiden en een
molen; - een groote Jules lircton, zeer goed, maar
als gewoonlijk te geïdealiseerd, gedateerd ISO-J,
van ecu meisje, eu dan nog een klein stukje ook
van hem, van ecu kerel die ploegt met, ecu ach
tergrond van briiingcdaktc hui/.cn, vol atmosfeer,
aangenaam aandoend eu buitengewoon bekoorlijk,
te dichterlijk haast voor het, palet vau iemand,
die de hoer van Hnttagne behandelt zooals Landseer
het /«ju honden deed. Mcissonicr is vertegen
woordigd met, een landschap te Antibes, gedateerd
Jsf'/s. met de zee rechts, twee ruiters links en
ronde forten m het verschiet. De zee is
imprcssionisticsch. liet zonnig strand bewijst, welk ceu
sterken indruk Fori.nny toen op Meissouicr ge
maakt, had. (,'azin is er met zijn Tlieocritc" vau
de May-eollec1ii!. De twee mcnschen eu de ach
tergrond vau huizen zijn fraai, maar de lucht is
gekunsteld en dooilgewcrkt. liet schilderij is
goed, maar liet is geen treffend stuk voor iemand,
die op de laatste tentoonstelling meer dan
ccnigander artiest de overleveringen van liet jaar l SoO
wilden handhaven, liet is te bejammeren, dat de
luide vraag naar zijn schilderijen, die sedert, kort
in Amerika algemeen is, hem verleid heeft tot;
maakwerk leveren, wat, als hij daar bil Ulij ft, dcu
grootstcn landsehapsohildcr onzer generatie /al te
gronde doen gaan. Hij was altijd onzeker iu uit
voering, zelfs als hij schilderde voor roem, en nu
is hi] y,elden misschien nooit gcliecl goed, hoewel
er altijd ccn zekere bekoorlijkheid in zijn werk is.
Do heer Johnson vindt er de maimcn van IS.'iO
schift erend vertegenwoordigd, hoewel Oorot, Dupn';
en Diuilngnv er in lutn vele scliakccringcn niet
zoo zijn, als in de Londouseln; verzamelingen vau
Eorbos eu \oung en in die van Mesdag. Kr zijn
twee groote, \\cl imprcssicvc, maar geen bij/oudere
Rousscan's^ dn: deel lutgunnuikt hebben \:in (ie
Demidolf-collcctic, die eciiige jaren geleden te
Newlork tentoongesteld werd. Er is ook ccn groot
bruin landschap van hem, en nog ^er.-eheidcne
kleine stukjes, cu ccn bewonderenswaardige groene
weide met water en reusachtige hoornen. De Dia/,,
ccnigc vrouwen in rood en blauw gekleed onder
hoornen voorstellend , is een vau de grootste stuk
ken, die er van dezen artist bestaan, maar verre
viin het Ucste.
Men kan hier ecu goeden indruk krijgen, van
waf, Duprévermocht, hoewei er geen van die
trolschc meesterlijke grootsche werken zijn, die