Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.787
hem dien naam bezorgd hebben, waaraan later on
telbaar conventioneel schilderwerk zooveel kwaad
heeft trachten te doen. Over het geheel genomen
echter is hij hier goed vertegenwoordigd met eenige
groote, bruine landschappen, en verscheidene klei
nere van zijn gewone soort. Een is er bijzonder
goed, Daubigny komt zeer goed uit met een groot,
groen landschap, met verscheidene van zijn gewone
werken, en met een zeer ongewoon stuk, liclit van
toon, waarop een heuvel, dat sterk aan Corot doet
denken, zonder hem na te bootsen. Er zijn twee
groote schilderijen van den laatsten bijna te licht;
goed, maar niet in verrukking brengend.
Er zijn ook eenige kleinere werken, een uit zijn
Italiaanschen tijd een fraai landschap met rot
sen en boomen, en een bekoorlijke, zonnige groene
weide met koeien. Troyon vindt men er met een
groot herfststuk niet omgevallen hoornen, geschil
derd, vóór dat de uitgestrekte weiden en gevlekte
koeien van Holland hem tot het werk lokten, dat
hem populair maakte, maar dat nooit geheel succes
had, tenzij het vee geplaatst was in een vau zijn
heerlijke landschappen vol lucht en zonneschijn,
die de grootste aantrekkelijkheid van zijn beste
werken zijn. Van die schoone, doorwrochte land
schappen, vindt men er ook een gestoffeerd met
op ons aankomende koeien en schapen. Verder
van hem enkele belangwekkende schetsen. Vau
Courbetiser een goed, maar niet veelbeteekenend,
groot, groen landschap, en verder zijn er kleine,
uitnemende stukjes.
Van Delacroix drie schilderijen met wilde beesten,
n met vechtende, waarin fraaie kleurpartijen, maar
die toch niet van zijn beste kwaliteit zijn. Van
Decamps een klein en uitnemend mooi stukje, en een
groot minder werk. . Van Millet een boschgezicht
met sneeuw, niet veel aan, een warme, maar stijve
mosbegroeide muur, en een interessant interieur met
lamplicht, waarin een moeder en kind, en ton
laatsten een kleine en aller aantrekkelijkste groene
heuveltop met een gesloten hek op den voorgrond.
Mesdag's collectie vermocht eerst bij den heer
Johnson het ware enthousiasme op te wekken,
dat plotseling ontwaken kan in een echt
liefhebbershart. Deze' collectie telt hij onder de meest
complete en meest evenredig geordende van
Europa. Als artistiek geheel kan er daarmee in
Amerika geen een vergeleken worden. Daar zijn
wel verzamelingen, die meer beroemde werken
bevatten, maar daartegenover weder vele, ja zelfs
veel meer slechte of oubeteekeneiulp. Het is als
verzameling een meesterstuk een overwinning.
Slot volgt.
NOU EEXS .EKTAZE" VAN LOUIS
COUPERUS.
*Si grand criti<iue iin'on soit on traint tot
ou tard son origine hnniaine'', zegt Sainte
Beuve ergens, OH in die ondeugende opmerking
van don schrijver van »Causorios dn Lundi" Jigt
de erkenning opgesloten, dat het zien en
observeeren «i travers u n temperament1' niet minder
op den critiseerenden d;m op den scheppenden
kunstenaar van toepassing is. In dagen als de
onze, waarin de subjectiviteit der critick bijna
tot dogma wordt verheven, is het dan ook geens
zins mijn bedoeling, om den heer Den Hertog, die
de vorige week in dit Weekblad ;>Kxtaze" besprak,
zijn oordeel te betwisten, maar wel om tegenover
zijn impressie een andere te stellen, een im
pressie, to diep om zwijgen in deze niet tot een
zelfkwelling te maken. (1)
Een zonderlingen indruk ontvangt men, wan
neer een sterke sensatie van hooge mooiheid, ons
weken en maanden hing bijgebleven, plotseling
wordt aangerand door puntige volzinnen, wanneer
men het luchtig opgetrokken gebouw van spontane
bewondering voelt wankelen, nadat een stormvlaag
van afkeuring er omheen blies. De allereerste
gewaarwording is eene van pijnlijke verbazing,
van schaamte bijna over eigen kortzichtigheid,
die alleen plaats liet voor vreugde en genot en
ons belette den adder der onwaarheid te ontdek
ken, diep onder al die weelde van artisticiteit
zich schuilhoudend. Daarna treedt oen soort van
reactie in en neemt men liet besproken kunst
werk nogmaals ter hand, aarzelend de bladzijden
omslaande, er aan twijfelend, na dit moment van
ontnuchtering, de intieme vreugde voorheen ge
smaakt weder *C vinden. Maar die twijfel duurt
slechts kort. In enkele minuten is men weer
onder de bekoring en men leest voort, altijd voort,
nog meer schoonheden ontdekkend dan vroeger,
onwillekeurig stilstaande bij al die rijke onschat
bare intenties als stofgoud over de bladen uit
gestort, de wapenen, die ons daareven wondden,
tegen den aanvaller zelf keerend, langzamerhand
in een stemming gebracht, die dwingt tot uiting
en tegomveer.
Het is volkomen waar wat de heer Den Hertog
in den aanvang zijner beschouwingen zegt: De
heer Couperus doet zijn waarnemingen in een
milieu van ondergaande! overbeschaving11 .... in
»een wereld waar een complex van ontzenuwende
en vonveekelijkemle invloeden een epidemie van
geestelijke tering verspreiden." Dit milieu is
inderdaad ziekelijk. Maar.... aangenomen dat
de kunstenaar zijn beelden mag zoeken waar bij
wil, blijft alleen over de vraag of de geschetste
personen in dat ziekelijk milieu passen, of men
ze als het ware in dien dampkring voelt ademen,
of de dichter ons waarheid heeft geloven.
Deze vraag wordt door den heer Den Hertog
ontkennend beantwoord en tegen dit antwoord
teeken ik protest aan. In het zielemysterie der
beide hoofdpersonen is de anatoom doorgedron
gen zoo diep, dat wij elke vezel van hun ziel,
elke trilling van hun zenuwen kunnen bespieden.
(ieënerveerd en ovorprikkold als beiden zijn in
hun sfeer van lauwe willoosheid, is dat zenuw
en zieleleven voor den gezonden onorgiekon
mensch in den aanvang een raadsel, maar een
raadsel dat langzamerhand opgehelderd wordt.
wanneer de patholoog geduldig voortgaat ons de
geheimste roerselen van hun zijn bloot te leggen.
Noen, de auteur wil ons geen . sympathieën
opdringen.'1 Hij geeft ons alleen zijn visioen zoo
als het voor hem, artiest, oprees, eu hij geeft on s
dit in al zijn waarachtige echtheid. Kr h t is de
teekening van Cecile, van de niet alledaagscho,
hoogst sensitieve vrouw, (iag aan dag opgaande in
doelloos gemijmer, in ^wolkjes van gedroom"',
terwijl het schijnbaar passielooze in haar slechts
een natuurlijk gevolg is van omgeving, van om
standigheden, van haar «zoo-zoo-huwelijk",
zoodat een enkele vonk van geestessympathie vol
doende is, om haar eindelijk in al den gloed van
haar temperament aan zichzelve te openbaren.
Echt gezien is het, dat die vrouw, Ie moment
psychologiciue eenmaal voor haar aangebroken,
zich in de eenzaamheid opwerkt tot het besef,
dat Quaerts, met zijn fluisteren van «kringen van
sympathie" en madonna-vereering, een god is, eu
zij hem onwaardig. Echt is hot, dat niets, niets
in staat is haar die illusie, dat geloof in hem te
ontnemen.
Een gezonde vrouw, mot oen goed go
quilibreerde ziel. ware, boe groot haar passie ook,
door zijn biecht ontgoocheld, hadde althans het
gevaar beseft, gelegen in het telkens weer toe
geven aan haar gevoel. Maar Cecile is niet ge
zond, zij voelt zich wankelen, zij wordt dui
zelig op haar klein stipje van werkelijkheid, en
daarom klemt zij zich in vertwijfeling vast aan
haar afgod, zonder wieu zij niets meer is,
die het eerst het licht in hare ziel ontstak.
Het was haar M>f zij vóór dit oogonblik nooit
had geweten, had gedacht, had gevoeld." - Kn
frisehheid als een dauw viel over haar neer, op
geheel het leven; op het leven der zenuwen: het
leven der uiterlijke schijnsels: op het leven der
ziel: hot leven dor in-waarheid."
En als haar god, eerst in een naïef onbewust
egoïsme : een algeheel voorbijzien van den
aard harer liefde, later iu een vaag besef van
haar lijden, haar tot martelares maakt van haar
geloof, voert juist die martelaarschap baar op tot
de hoogste extaze, tot die vervoering, welke iu
de dagen vau voorheen den fanaticus voor zijn
geloof den brandstapel deed beklimmen, juichend
in zijn (iod, die hem tot nmrtyr wijdde, in den
waanzin zijner vervoering wellust vindend in de
folteringen hem bereid. Ziedaar het geluk de
extaze van Cecile, van de sontitievo, door haar
droomleven verweokolijkto jonge vrouw, zoo schoon
in de slotwoorden uitgedrukt: Ilnro handen
vouwden zich als om te bidden; beur gelaat
straalde in zijn moeheid van glimlach tot glimlach.
liet geluk, herhaalde zij, stamelend in dat
goglimlach. Hot hoogste van zijn leven ! O (!od,
het geluk! Ik dank u, (iod, ik dank u...."
En nu de figuur van (Quaerts, die den heer
Den Hertog aanleiding geeft eenige rebels aan te
halen, waarin hij, geheel ten onrechte, meent
(lat de auteur zelf als moralist aan het woord
is. Deze vergissing is waarschijnlijk ontstaan door
p.on kleine, hetzij toevallige, hetzij opzettelijke
slordigheid van techniek.
Het aan hoofdstuk 111 ontleende citaat, dat ik
duidelijkheidshalvo hier herhaal, luidt aldus:
\Vat had hij niet met Oen klein beetje tact. een
klein beetje zolfieiding, zijn leven tot iets moois
kunnen maker, en kunnen bestaan in eene ge
zonde levensvreugde, gelouterd dooi- een i'oogo
zieleblijdscliap ! Maar die tact deze zoltloidinü; ont
brak hem geheel en al; hij leefde zooals hij voelde:
geheel iu uitersten; er was ireen lia'fheid i:i hem.
En dit was zoowel zijn trots als zijn leveiisleed;
zijn trots: dat hij ge-heel" voelde of dit of dat,
dat hij niet schipperen kon met zijne gevoelens;
eu zijn leed: dat hij niet schipperen kon en niet
tot harmonie kon brengen, wat telkens in hem
tegen elkander stiet."
De heer Den Hertog meent dat de auteur hier
aan het woord is. maai'het is (Quaerts die nadenkt,
Quaorts die, steeds gewoon te analvsoeroi), voor
de zooveelste maal met volle zelfkennis zijn hon
ger en lager ik tegenover elkaar stelt, en, echt.
mcnscholijk, bij al zijn getob over oiu'en onvol
maaktheid, er toch wel een beetje trotse!) op is
dat hij zoo geheel" voelt en niet schipperen kan
met zijn gevoelens, lüjua de gohoclo eerste in
deeling van dit hoofdstuk is door den hoofdper
soon (iHii.U'irr: een attent overlezen maakt dit
aanstonds duidelijk. Hiermede vervalt ook het
-conflict" door den criticus vooropgesteld, en wordt
de heer Couperus tevens van de verdenking ge
zuiverd, dat een kunstenaar als bij de, uit een
artistiek oogpunt, grove fout zou begaan eigen
appreciaties over zijn personen hier en daar in
te lasscheu.
Doch deze vergissing daargelaten, acht ik do
figuur vau (,)naorts even waar van tookoning ais
die vau Cecile. Het dualisme in zijn natuur, dat
dualisme, dat den beoortleolaar de uitdrukking
?dilettantisch dualisme" ontlokt, is zeer zeker
geen nieuwe vinding van don auteur, doch oen
oud, overbekend, bij vele meiischen voorkomend
verschijnsel. Klke psycholoog zal zelfs namvkonrig
kunnen voorspellen, wanneer die rontrasteerondo
phason, bij eiverwiogoling vau hot punt van even
wicht", in het leven van den menscb intreden,
wanneer de neiging tot iiloalisooron on
spiritualisooroii bij een man u's (Quaerts ont
waakt. Kvenals bij Cecile hot liefdegevoel,
de behoefte aan vergoding en /olf-immolatie,
is in de natuur van (Quaerts dat dualisme een
alte (losehichto, die de psycholoog Coupe
rus in de laatste plaats voor een nieuwe ont
dekking zijnerzijds in de meuscbelijko ziel zal
houden. Maar hier heeft hij die alte Coschichto
bij Cecile en (Quaerts, tro/ion en gevoeld met oogvn
en voolhorons van heerlijke hooge mooiheid, heeft
bij de realiteit tot schoonheid opgevoerd, zonder
zooals di' heer Den Hertog dit voelt -- de
algemeeue losmaking van de realiteit" te beoogen.
De donkere troebele golven m de ziel der
'40marteble jonge vrouw, we zagen /e immers dui
delijk! Wij zau'ou en voelden den broeden stroom
van zwartheid", den storm\laag van
/innenpassio", wij hoorden bij beiden, te midden hunner
hoogste extaze, de aanlsclie motiev en in hun ver
heven ziele/anu-en juist deze inoensmolting vau
zuivere nienschelijkheid en geestdriftige
martehuirsvervoering' vormt m. i. den breeden artisticken
grondslag van het werk.
Het was de bewuste intentie \,-m den auteur
geen moraal maar waarheid te yovon : en de schep
ping uit die intentie geboren, heeft velen en velen
een diepe machtige impressie geschonken, een
impressie die geen ruimte liet voor de vragen:
of do titel wellicht anders had kunnen luiden.
of (Quaerts, met /ijn polygamisclie neigingen, niet
verstandiger hadde gedaan Cecile bijtijds uit den
weg te gaan (indien bij zoo gezond on vor.-tandig
hadde gehandeld zou bij Qnaorts niet zijn ge
weest!) of de personen, die in hun moreele mach
teloosheid oen zoo innige deernis bij ons opwek
ten, ons wel sympathiek waren, of er nergens ge
breken of zwakheden zijn aan te wijzen. J Iet was
een impressie, geweven uit bewondering en dank
baarheid voor zooveel schoons ons geschonken,
OH thans vooral, na het bewust zoeken naar mo
tieven van bewondering, in hel lichtende omtrek
ken ons voor den geest, zwevend, duidelijker dan
ooit oprijzend uit de schaduw, door de hier be
sproken critiek er over geworpen.
Amsterdam, 11 Juli.
vier, Farinelli, Der Vögelhcindler, Der
vice-admiral en Des Löwen
(1) Het bovenstaande werd geschreven dadelijk
na de verschijning vau het eerste artikel van den
heer Den Hertog, dat geen vervolg aankondigde.
Daar (lat eerste; artikel van ]() .luli echter op
zichzelf een geheel vormt, kunnen deze beschou
wingen, als alleen daarop betrekking hebbende,
ongewijzigd blijven. C. H.
VARIA.
PLASTISCHE KUNST.?TOONEEL EN
MUZIEK. LKTTKKEN EN WETENSCHAP.
Naar wij vernemen, schijnen de plannen voor
het nieuwe postkantoor te Amsterdam door den
Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid
afgekeurd te zijn, eu wel omdat ze, als ontworpen
iu deu hedendaagscheu officieelen
pseudo-renaissancc-stijl tegenover het deftige palcis een al te
potsierlijkcn indruk teweeg zouden brengen.
Een prijsvraag zou dau uitgeschreven worden,
en dat deze prijsvraag niet zooals indertijd die
voor liet Rijksmuseum een schijnvertooning zal
zijn, dat waarborgt, ons de wending ten goede, die
duidelijk op het Binnenhof is waar te nemen.
De heer de Nolbac is zoo gelukkig geweest, een
bundel vau 07 brieven vau Pctrarca te vinden, en
daarbij ecu codex van Livius, afkomstig uit zijne
bibliotheek, cu door hem met vele aautcekeningen
verrijkt.
De verzameling betreffende de,
Zaanlamleu, ontworpen cu bijeengebracht
door Jacob Honig Janszoon Junior, i
bewaard en ter bezichtiging gesteld l
in de Zaanlandsche Oudheidkamer in
het Raadhuis der Gemeente Zaandijk. !
Zaandijk, ]8'J2. j
2fi Juni is in het raadhuis te Zaandijk de door !
den heer J. J. Honig aan die gemeente geschonken '
verzameling Xaanlandselie oudheden voor liet pu
bliek toegankelijk gesteld. Thans heeft do heer
f!. J. Honig, in ecu beknopt boekje, het ontstaan
vau de verzameling toegelicht, terwijl hij tevens
een uitvoerige beschrijving vau de tentoongestelde
voorwerpen geeft.. De in 1^7-1 te Zaandam gehou
den tentoonstelling heeft bewezen, hoc veel merk- i
waardig'S er in de Zaanstreek nog aan oudheden te i
vinden was, en de voornaamste inzender was toen !
de heer Jacob Honig Jansz. Jr. Diens gchcclc j
verzameling is later door zijn zoon aan de ge- '
mceiite Zaandam aangeboden, die ze onbegrijpelij
kerwijze geweigerd heeft, cu zoo is het srckomrn, |
dat Zaandijk thans in liet bc/it van dien schat is. i
In dc/.e beschrijving belooft de schrijver, binnen
kort ecu catalogus uit te zullen geven van de
bibliotheek. Daar deze als bibliographie over de
Zaanstreek van groot nut kan zijn, zien wc er
met. belangstelling naar uit.
R. van der Mcnleu. Het boek in
onze dagen, beschreven en afgebeeld.
Leiden,'A. W. Sijtholf 1S'J2.' so.
De pas geopende «Internationale Tentoonstelling
voor Boekhandel cu aanverwante vakken'' was
voor den heer R. van der Meulcn, den bibliothe
caris vau het Rotterdanisclie Leeskabinet, de aan- j
leiding om dit werk samen te stellen, en deu
schrijver van ?Boekhandel en Bibliographie" vau
v D e Courant'1 en andere dergelijke werken, was
deze arbeid wel toevertrouwd. Van het, oogeublik
ai', dat de schrijver zijn manuscript klaar maakt !
tot bet bock uit de handen van den binder is i
teruggekeerd, worden alle bewerkingen duidelijk
gemaakt, terwijl een groot aantal afbeeldingen
aan den tekst is toegevoegd.
Ik heb maar n aanmerking op hef, Ixxk. De
heer vau der Meulcn wijdt ecu r.eer belangrijk j
hoofdstuk aan het illustreereii der boeken, eu
zeer juist gezien is liet, dat Lij hij ieder ander
soort, vau illustratie (als houtsncê, zinkets, licht- i
druk. steendruk. enz. enz. enz.) een voorbeeld
laat zien. Maar waar heeft hij nu die voorbeelden
van daan gehaald? Van Ziirich, van Breslau, vau
Leipzig', van Berlijn, van \\eencn, vau Miinchen,
van Dresden, van Stuttgart. De eenige Hollander,
die vertegenwoordigd is, is de heer P. W. M.
Trap te Leiden. K u het is maar ecu kale troost,
als we zien, dat diens chromolitliographic het j
fraaiste werk van allen is. Zelfs de lottcrgioterij :
is door een Duitschcr vertegenwoordigd, en het
hoek is gebonden in Leipzig. j
1','n dan noemt men het een fecstgavc voor een i
Anisterdanischc tentoonstelling!
'K. W. MOKS. i
Door den heer (i. II. Ileiueii, decoratii'schildoi1
en photograal te Amsterdam en Sche\ eniii^eii.
Hordt uitgegeven een keurig uitgevoerd album
inhoudend MI \eertieutal fraaie platen ter
herinnering aan de Int, sport-, m.s'C/«vy' tn paar- j
ilciitentooniftellitig te, Schercningen. Ongetwijfeld
/.uilen de/e mooi nitgo\ oorde en sniaak\ olie
photolithogTansebe at beeldmeet! oen welkom aan- !
denken zijn \ oor de bezoekers der sport-ton- l
toonstelling. !
De schilder Kerelman zorgde \oor een l'raai
titelblad on de lii'ina Kuirik en l'.ingor U' l laarlom
\oni- de uitvoering in lichtdruk.
Te Urankfort had het at'ireloopon opera -seizoen
niet minder dan elf nouveau tos, tien operas (.n
een ballot, liet waren \ ior Duitscbe, Das doldene
Kreus, Gold, Tiiiniliiïuser en Steg/ried,
iweeltaliaausehe'. Uer Wassertrfifler, Hernam, on vier
l-'rau-eho. Johaiin roti Paris, llomeo uu d Julia,
Mititrcr toid Schloxser eu Carmcn; het ballet was
fopjielin. Hierbij kwam nog Maseagni's Freund
Fritz en do pantomime J)er Verlorene Sohn.
Toonoolstukkon werden er 50 gegeven, waarvan
'21 nieuw, of nieuw op dat tooiiool ; oporotton
In de Italiaansche opera te Londen heeft de
directeur sir Augustus Harris, nadat zijne eerste
noviteit The iitght of Asia slechts een succes
d'estime gehad had, een tweede oorspronkelijke
opera doen opvoeren, El,aine, naar het gedicht
van Tennyson, door JJemberg, die zich
\Vagneriaan noemt, maar eigenlijk een leerling vau
(iounod eu Massenet is, en voortdurend aan deze
beiden herinnert. De opera moet zeer ongelijk
van bewerking zijn; maar zoowel in orchestratie
als in vinding veel goeds bevatten.
Pasteur en de hondsdolheid. Pasteur heeft nog
geen jaar zoo goede resultaten gehad als in ISitl.
In don beginne, in ISSli, tolde men op ^571 be
handelde personen '2:i dooden ; in het laatste jaar
stierven er van de 155(1 patiënten slechts n. Uit
Algorië, uit de I'yreneën on uit de departemen
ten Rhóne eu Loire werden (Ie meeste geheteneii
naar Parijs gezonden. In de hoofdstad zelve wan
in do jaren I SU!) en USiKI een afnemen van het
aantal dolle honden waar te nemen ; dit duurde
echter in 1801 niet voort; het aantal behandel
den klom integendeel vau 11.'! op '2~2f>.
In een nieuw boek, maar zeker niet van een
jong man, An Enylishman in Paris, noten and
recollectionp, komen souvenirs vau allerlei be
roemde dooden. De Musset, Balzae, Taglioni,
Moyerbeor, Klotow, Ulaubert, Kachel, Lamartiue,
(iuizot en anderen voor, waarvan eenige iiogiu
dit zijn, o. a. naar wij meonen deze over Kachel.
Kachel's gulheid was spreekwoordelijk. Kijk
eens wat ze aan iedereen cadeau geeft, zeiden
de lofomgors. Man r zij vergaten te vermelden.
dat de actrice altoos een uur later spijt had van
haar gulheid en dan zat te bedenken, . boe zij
bet ge.gevene terug zou krijgen. Haar intimi wis
ten (lat wol. Beauvallot kreeg eens oen prachtig
gedamasceordou degen van haar; hij bedankte baar
niet, maar zeide: -ik zal er een ketting bij laten
maken en hem daarmee vast klinken in mijn cabinot
de toilette. dan bon ik zeker, dat hij niet
weggoliaald wordt terwijl ik er niet bij ben."
Aloxandre Duinas tils kreeg oen ring van haar, en stak
hem haar aan den vinger: veroorloof mij. hem
n op niijn beurt cadeau te geven, mademoisollo,
dan behoeft go er niet om te vragen." Kachel word
niet boos, maar antwoordde alleen met een van
haar hotoovoromlo glimlachjes.
liet volgende was het menu van oen
Korstmisdiiier in ISTü, gedurende het bolog: Coiisomm
de cheval au milet; Brochottes do foie de chien
a la Maitre d'hótel; Kmincéde rable do cbat.
sauoo Mayonnaise: Kpanlcs et tilets de chien
braisés, a la sauce tomate; Civet de cbat an'x.
champignon?.; Cötelotto-, de chien aux champig
nons: (liü'ots de chien fhmi|iiés de ratons, sauce
poivrade; liéyonias au jus; Plumpudding au
rlium et a la moelle de cheval.
Do volgende aneedote omtrent .Napoleon III on
lüsinai'ck is ook reeds van anderen \ortehl.
Xapoleon sprak Kraiisch met een heel leelijk accent:
bij maakte JJismarek oen compliment <ivor het
zijne :
Monsieur de I'ismarck, ik bob nooit oen
Duitschor l'Vansch hooren sproken y.ooals n.
--- Mair ik het compliment toriiifwon, sire 'i
Zeker.
Ik heb nooit een l-'ranscliman l-'ransch hoo
ren spreken zooals Uwe Majesteit.''
J{iinior in ile school. Een schoolmeester te
\\eeneii hooft een hoekje uitgegeven Au* der
Schule, waarin allerlei fraaiighoden voorkomen.
Ken der leerlingen vertelde de geschiedenis van
Androklns en den leeuw.
Audroklus stond in de arena te denken. Toen
werd een gniote leeuw op hem losgelaten. Deze
echter bleef voor Andniklii> .-.taan, en deed hom
niets. Daar den keizer zoo iets HOL!' niet voor
gekomen was, stapte hij iu de arena en vroeg den
leeuw, waarom hij Androklns niet wilde opeten."
Uit opstellen. Onderworp, een uitstapje inde
berden : Aan het meertje was het idyllisch M'hoon,
bekoorlijke herderiiinen zaten onder de fraaie
kooien om /(> te molken. In liet water zag hot
er omgekeerd uit."
Do vcrtenvnwoordiirors dor industrie verdoolt men
in: l schaapswol, '2 katoen, .'! lompen ( Lnmpon)."
Het schip: wanneer w ij dat alles nagaan, /UMI
wij, dat wij het schip het kameel dor zoo kunnen
noemen."
Columhus zat onvermoeid op hot achterdeel on
tuurde of hij land zag."
\\annoiM' van twee vrienden de een rijk, de
ander arm. of ook wanneer hot. omgekeerde het
geval is. . . ."
('cros loerde do mensohen hot noodzakelijkste
verrichten."
eatrico bevond zich destijds in den
jongelinir-looftijd. nu is /ij bedaagdor."
(ioothe's laatste woorden waren : Mehr nicht !"
Wanneer het echt vaderlandslievend kloppende
hart met trotsehen blik in de wereldgeschiedenis
bladert. . ."
Koning Astvages bad een dochter, mon noemde
haar Madame (Mandane.)"
Aemnliii.- wTilroiig zijn broeder XiDiiitur on
dwong diens \ rouw. vestaalsche maagd te word (Mi."
Onder de N'orscbeidenhodei] komt nog \ oor :
N\ at is je vader '/ Dood. ? O. ... (Ml wat was
hij vroeger? Levend.
De tirma C. L. \oii Langonhiiyson, Cingol l.'Üto
Amsterdam, heeft bulletin Xo. 41 \anhaarhaudol
in oude en nieuwe hoeken doen \ersehijnon.
Hef bevat de titels van eonige honderden boeken.
fheoliinjc. geschiedenis en litteratuur, dit' tot
hijgeuiou'do prijzen bij haar verkrijgbaar zijn.
Voor liefhebbers van Konian-lcktmir, voor
Leesgezelschappen, Yolkshibliotheken enz. biedt
zich een bijzondere1 gelou'i'nhehl aan om \oor
weinig' i;e]d ivoede borken !e koopon.
In den laatsten tijd is er voel geklaagd dat
hot publiek' zoo weinig hoeken koopt, (Ml dat do
behoefte aan lektiiur door de moesten in
leesbiblieitheken wordt !""> rodigd. De oorzaak hiervan
is niet ver to zoe'ken. (ioode lektuur is kost
baar in het aanleggen van een huisbibliotlieokjo