Historisch Archief 1877-1940
N', 788
DE AMSTEKDAMMER
A'. 1892.
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAÜRIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORE, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 31 Juli
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post/" 1.65
Voor Indiëper jaar . . . mail 12.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12'
Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer
Reclames per regel
0.20
0.40
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON: Learoyd's verhaal, door Rudyard
KipHng. Uit Utrecht. KUNST EN LETTE
REN: Het tooneel te Amsterdam, door H. J. M.
De toestand der muziek als scheppende kunst
en de gevolgen voor de opera, door W. F. Thooft.
(Slot). Aanteekeningen Schilderkunst, door V.
Een boek van Geluk, III, door C. H. den
Hertog. Mirza Schaffy en Bodenstedt. VA
RIA. SCHAAKSPEL. WETENSCHAP:
Geneeskundige en Hygiënische Mengelingen, door
Dr. K. Voor Dames, door E-e. ALLER
LEI. INGEZONDEN. RECLAMES.
PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVER
TENTIËN.
Van verre en van
naby
Cleveland of Harrison; vrijhandel of be
scherming ? dat is de groote vraag, waar
door de aanstaande presidents-verkiezing in
de Vereenigde Staten van Noord-Amerika
geheel wordt beheerscht. Twee jaren lang
hebben de Amerikanen nu over de werking
der protectionistische tarieven van de Mc.
Kinley-wetten kunnen oordeelen; en in dien
tijd hebben zij de ervaring kunnen opdoen,
dat de zegeningen der bescherming, die bij
de behandeling dier tariefwetten in het Con
gres door de republikeinen breed werden
uitgemeten, in de praktijk gebleken zijn niet
zoo hél groot te wezen. In alle takken van
nijverheid wordt, geklaagd over slapte en
slechte zaken; en de meest beschermde in
dustrieën klagen het hardst. In plaats dat
de loonen verhoogd worden, zooals door de
voorstanders van protectie werd voorgespie
geld worden allerwegen de loonen verlaagd
en reeds zijn werkstakingen in sommige
streken daarvan het gevolg. De groote strike
der werklieden van de Carnegie Company te
Homestead, en de daarop gevolgde gebeurte
nissen midden in de
verkiezings-campagne zullen dan ook niet nalaten een
nadeeligen invloed uit te oefenen op de
kansen van den heer Harrison, den
candidaat der republikeinsche protectionisten.
Zooals bekend is, werd door de gedele
geerden bij de eerste stemming de heer Har
rison met groote meerderheid opnieuw tot
candidaat voor het presidentschap geprocla
meerd. Hoewel hij, zelfs bij zijne
partijgenooten, niet bemind is, brachten toch alle
Feuilleton.
Learoyd's verhaal O»
door
RUDYARD KIPLING.
Ver van de woningen van officieren die
op inspecties gesteld zijn, ver van sergeants
wier scherpe neus de pijp ruikt die in den
slaaprok verstopt wordt, twee mijlen van
het rumoer der kazerne, ligt »de Trap." Dit
is een oude, droge plek, omringd door hoog
gras en overschaduwd door een Indische
vijg, wiens breede takken zich dicht
ineenstrengelen. Hier had Ortheris in vroegere
jaren zijn depot en menagerie; eigendommen,
levend of dood, die hij niet veilig in de
kazerne kon binnensmokkelen. Hier vond
men Houdin-kuikens, fox-terriërs van on
twijfelbaar goede afkomst en van meer dan
twijfelachtig eigendomsrecht, want Ortheris
was een gewikste strooper en de beste hon
densteler van het regiment.
Nooit keeren ze weder die lange, gezel
lige avonden wanneer Ortheris, zacht flui
tend, als een dokter de ronde deed tusschen
zijn gevangenen op den bodem van den put,
terwijl Learoyd op den rand zat, en zijn
wijzen raad ten beste gaf over de manier
om met honden om te gaan, en Mulvaney
uit de takken van den overhangenden vijg
met zijn reusachtige laarzen, zegenend boven
ons hoofd zwaaide en allervermakelijkste
verhalen deed, liefdeshistories, avonturen uit
den oorlog, of allerlei dwaze ondervindingen
in het leven opgedaan.
Ortheris die eindelijk uw hartewensch
vervuld hebt gekregen, en aangeland zijt
1) Mulvaney, Ortheris en Learoyd zijn drie
soldatentypen, die gedurig in Kipling's verhalen voorko
men, en met voorliefde door hem geteekend zijn.
Mulvaney is een Ier, Ortheris een Londenaar, en
Lcaroyd uit Yorkshire.
republikeinen op hem hun stem uit Zijn
eenige ernstige tegenstander, de heerBlaine,
had zich door zijn dubbelzinnige houding
onmogelijk gemaakt, met het gevolg dat hij
slechts n vijfde der negenhonderd stemmen
op zich vereenigde. Met dezen smadelijken
val zal de politieke loopbaan van den oud
staatssecretaris voor buitenlandsche zaken wel
gesloten zijn.
Zonder moeite werd de heer Cleveland tot
tweeden candidaat gekozen. De machtige
tegenstanders van dezen populairen staats
man hadden wel geen middel onbeproefd
gelaten, om zijn candidaatstelling te ver
hinderen maar hunne pogingen leden
schipbreuk. Cleveland's populariteit is zoo
groot, dat de gedelegeerden wel met blind
heid geslagen hadden moeten zijn, om ter
wille van enkele drijvers, tegen den stroom
op te willen roeien. Elke andere keuze, dan
die van Cleveland, zou door de democraten
beschouwd zijn geworden als een smaad der
partij en haren besten vertegenwoordiger
aangedaan.
De candidaatskeuze in de Nationale Con
ventie verliep overigens zeer kalm. Beide
candidaten werden bij eerste stemming ge
steld, en de pogingen door Hilliten en
Blainitcn aangewend om tweespalt en ver
warring onder de gedelegeerden teweeg te
brengen, mochten niet baten.
Op de gewone wijze werd den volke van
de candidaats-benoeming medecleeling ge
daan ; de keuze werd door beide partijen
met geestdrift begroet. En vooral de een
stemmigheid, die onder de gedelegeerden
heerschte, scheen een zeer goeden indruk te
maken.
Hoewel het zeer moeilijk is nu reeds eenige
berekening te maken over den vermoede!ijken
uitslag der presidents-verkiezing, zijn er toch
voorteekenen., die doen vermoeden, dat Cleve
land's kansen ditmaal bijzonder gunstig staan.
| Dat hij in 1888 viel, was alleen het gevolg van
| verraad in den boezem van zijn eigen partij.
Hoewel hij ongeveer !)§,ÜOO stemmen
door het geheele land meer op zich ver
eenigde dan Harrisou, leed hij de nederlaag
door liet stemmen-geknutsel in den staat
New-York, die nog altijd de beslissing aan
brengt. Het is bekend dat die uitslag in
New-York het gevolg was van de bestrijding
der candidatuur-Cleveland door den
vroe
in »een winkeltje met opgezette vogels;"
Learoyd die u thans bevindt in uwrookerig
Noorden, omringd door het geraas van de
Bradfordsche weefgetouwen ; Mulvaney
vergrijsd, teerhartig, wijs als een Ulysses, in
het zweet uws aanschijns werkzaam aan een
spoorlijn in de binnenlanden oordeelt zelf
of ik den goeden ouden tijd, de schoone
dagen van weleer, in »de Trap," vergeten
heb!
#
* *
»0rtheris, die zich altijd verbeeldt meer te
weten dan een ander, zegt dat het geen
echte dam,e, maar een liplap was, Ik ontken
niet dat de kleur van haar haar een beetje
erg donker was. Maar... 't i.ras een dame. Ze
reed immers in een rijtuig met een flink span
paarden en haar haar was zoo vet van de
pommade dat je er jezelf in spiegelen kondt;
ze droeg een gouden ketting om den hals,
en ringen aan de vingers; zijden en satijnen
japonnen die een massa geld gekost moeten
hebben, want het is geen goedkoop magazijn
waar je zooveel van een patroon vindt, dat
er genoeg voor haar is. Ze heette Mr*. Do
Sussa, en de aanleiding tot onze kennisma
king was de hond van onze kolonelsvrouw :
Rip.
Ik heb van mijn leven heel wat honden
gezien, maar Rip was de schranderste
foxterriër dien ik onder mijn oogen gekregen heb.
Hij koji alles, die hond, behalve spreken, en
als het een christenmensen geweest was, had
de vrouw van den kolonel niet meer op hem
gesteld kunnen zijn. Zij had kinderen,
hoewel die in Engeland waren en Rip scheen
al de lief koozingen te krijgen, waar een kind
aanspraak op maken zou.
Maar Rip was zoo'n beetje een zwerver;
hij wist dikwijls te ontsnappen en op het erf
rond te loopen alsof hij de kommandant
was die inspectie kwam houden. Eens of'
tweemaal kreeg hij van den kol'nel met de
zweep, Rip gaf er niet om en bleef'
rondpatrouille.eren, al kwispelend met zijn staart,
geren gouverneur van dien staat, den
tegenwoordigen senator Ben Hill.
Hill, die tot de onverzoenlijkste vijanden
van Cleveland behoort, was in 1888 candi
daat voor de betrekking van gouverneur
van den staat New-York, waarvoor de ver
kiezing tegelijk met de presidentskeuze plaats
had. Om hunnen candidaat tot gouverneur
benoemd te krijgen, ontzagen de New-Yorker
democraten zich niet, met de republikeinen
een convenant aan te gaan, en op den heer
Harrison te stemmen, in ruil voor republi
keinsche stemmen op Hill.
Doch de laatste is thans lid van den Se
naat; een verkiezing voor gouverneur heeft
dit jaar niet plaats; en dat maakt het waar
schijnlijk dat Cleveland ook in den staat
New-York ditmaal de overwinning zal be
halen.
Maar zelfs als dit niet het geval is, als
in New-York de republikeinen de meerder
heid behouden, dan nog heeft Cleveland
meer kans om gekozen te worden dan in
188^. De staten Illinois en Wisconsin, die
tot dusver steeds voor republikeirisch ge
golden hebben, zijn lang niet tevreden over
de houding der regeering in zake de
schoolwetgeving. Reeds bij de herfst-verkiezingen
voor het Congres in 1800 bleek dit; toen
werden door Wisconsin, voor het eerst, de
mocraten naar Washington afgevaardigd. En
de democraten hebben er, in beide staten,
goeden moed op, dat ook de presidentskeuze
in hun geest zal uitvallen.
Bovendien is Cleveland's populariteit, se
dert zijn aftreding, steeds toegenomen niet
alleen, maar ook hechter, intensiever ge
worden. Zijn flinke, mannelijke houding, na
hjt verlüteu- van het Witte Huis, heeft
daartoe \eei bijgedragen. Zijn nederlaag
heeft hij gedragen als een man van karak
ter ; hij morde niet en maakte er vriend
noch vijand een verwijt van. Alsof het de
meest gewone zaak der wereld was, nam hij
zijn praktijk weer op.
Zijn populariteit is niet ontaard in ver
eering van zijn persoon maar is gegrond
op de beginselen, die hij belijdt. En daar
onder behoort in de eerste plaats zijn fiere
verklaring voor het vrijhandelsysteem. De
redevoering, dezer dagen bij eeri meeting te
New-York gehouden, is een geregelde oor
logsverklaring aan het protectionisme en aan
alsof hij heel de wereld om zich heen ver
kondigen wou »met mij gaat het best; hoe
maken jullie het:'" Maar nu liet de kol'nel,
die eigenlijk niet met honden wist om te
gaan, hem vast leggen. Een kranig beest was
het, geen wonder dat die mevrouw, Mrs. de
Sussa zin in hem kreeg. In een van de tien
geboden staat: ->Gij zult niet begeeren uws
naasten os, noch zijn ezel," maar van zijn
terriër, staat er niets in, en misschien is dit
de reden waarom Mrs. de Sussa Rip be
geerde, ofschoon zij geregeld naar de kerk
ging met haar man. die zooveel donkerder
was, dat, had hij niet zoo'n mooie jas ge
dragen, men hem een zwartje bad kunnen
noemen en niet gelogen zou hebben.
Nu, Rip lag dus vast, maar het dier werd
er ziek van. De kolonelsvrouw stuurt een
boodschap of' ik eens bij haar wil komen
want de menschen weten dat ik verstand
heb vrm honden en vraagt mij wat hem
scheelt.
»AVel." zeg ik, , hij is aan 't mopperen;
hij verlangt naar zijn vrijheid en naar ge
zelschap, net als wij ; wie weet of een paar
ratten er niet wat leven in zouden brengen,
't Is wel ordinair, mevrouw/' zeg ik, »zoo'n
rat, maar dat is zoo de natuur van een hond;
en ook om wal rond te slenteren, en een
anderen hond op te pikken, om er eens
ferm mee te vechten, zooals een Christen
mensen dat ook doet."
Toen zei ze dat J/aar hond nooit vocht,
en een Christenmensen evenmin.
^Waarvoor dient dan een soldaat," zeg
ik, en probeer haar de tegenstrijdige eigen
schappen van een hond uit te leggen, die,
als een mensch er over nadenkt, al heel
wonderlijk zijn. Want je kunt ze manieren
loeren als een geboren meneer, zooclat ze
geschikt zijn om in de eerste gezelschappen
te verkeeren dan weer zitten ze katten na
en laten zich in met allerlei straatrumoer,
bijten ratten dood en vechten als duivels.
De kolonelsyrouw zegt: »Hoor eens,
Leade Mc. Kinley wetten. Nu de gevolgen der
beschermende rechten zich, zooals te Home
stead, nog vóór de verkiezing in hun vollen
omvang openbaren, nu zullen velen, die in
1888 voor den republikeinschen candidaat
gestemd hebben bevangen als zij waren
door de schoone voorspiegelingen der pro
tectionisten Cleveland's partij kiezen.
En ten slotte hebben de democraten het
groote voordeel, dat hun candidaat, door zijn
onbesproken ambtelijk en politiek verleden,
hun de gelegenheid geeft bij deze verkiezing
offensief op te treden; terwijl de republi
keinsche partij gedwongen is een verdedigende
houding aan te nemen, nu hare beginselen
de nederlaag leden in de toepassing, en bo
vendien het optreden van haren candidaat,
zelfs in de partij, lang niet algemeen wordt
goedgekeurd.
Onder deze omstandigheden ishetdusnitt
zoo heel onwaarschijnlijk dat Harrison door
de verkiezing zal gedwongen worden het
Witte Huis te verlaten, en dat Grover Cle
veland daar weder zijn intrek zal nemen.
Herhaaldelijk is in den laatsten tijd de
neutraliteit van Zwitserland ter sprake ge
bracht, in verband met de triple alliantie.
Het eerst geschiedde dit in een anonyme
Italiaansche brochure (in Frankrijk houdt
men, ondanks zijn tegenspraak, generaal
Marcelli voor den schrijver). In dit geschriftje
wordt den Helvetiërs voorgehouden, dat van
alle Europeesche staten alleen Frankrijk
hen bedreigt, en dat zij, voor die bedreiging,
steun moeten zoeken bij den
Midden-Europeeschen vredeboud. In eenige artikelen van
de Fr f in/,? f n r f c r Zci/n;iy werd dit denkbeeld
nader ontwikkeld. Het ligt on den weg van
Zwitserlai.d zoo werd daarin betoogd ?
zich aantctduitcn bij ket drievoudig verbond.
Het klassieke land der vrijheid kan geen
staatkunde volgen, die vriendschappelijk ge
zind is voor Frankrijk, den bondgenoot van
het Rusland, waar nog steeds
barbaarschheid en willekeur heersenen, en waar de
knoet de plaats van wetten inneemt. De
eenige verstandige staatkunde van Zwitser
land is zich te verbinden met Duitschland,
een beschaafden staat, met beschaafde
bondgenooten.
De heer Hauscr, president van het
Zwitsersch eedgenootschap, heeft gemeend op
royd, dat ben ik niet met je eens, hoewel je
in zekeren zin gelijk hebt. ik wou wel dat
je nu en dan eens met Rip gingt wandelen,
maar je mag hem niet laten vechten of
katten opjagen ; hij mag geen leelijke din
gen doen." Dit waren haar eigen woorden.
Rip en ik gingen wandelen dus 's avonds.
't Is een hond die een man eer aandoet;
ik ving een massa ratten, die we om het
hardst lieten zwemmen in een soort van
vijver achter 't kantonnement; het duurde
dan ook niet lang of hij was weer zoo friscii
als een hoen. Hij had de gewoonte om alle
groote straathonden aan te vliegen, en hoewel
hij zoo licht als een veer was, vloog hij er
op los als een pijl uit den boog, zoodat ze
als kegels op den grond tuimelden. Als hij
het even lappen kon, zat hij ze na alsof het
op een konijn gemunt was. 't Zelfde met
katten, als ze 't eenmaal op een loopen
zetten.
Eens op een avond waren Rip en ik een
muur ovcrgeklommen een kat achterna, die
hij opgejaagd had, en we waren juist onder
een paar heesters aan het zoeken, toen we
opkeken en Mrs. de Sussa, met een parasol
op haar schouder, naar ons zagen kijken.
»Wel, wel, wel," zegt ze met een pieperige
j stem, »wat een snoezige hond! Zou ik hem
eens durven aaien, meneer de soldaat ?"'
;>Ja zeker, mevrouw," zeg ik, zeker
want hij houdt veel van dames. »Kom
eens hier Rip, en spreek tegen die
vriendei lijke mevrouw." En Rip, die gemerkt had
| dat de kat voorgoed verdwenen was, komt
als een welgedresseerde hond naar haar toe,
zonder een zier verlegenheid of
vreemdigheid.
»0, wat een prachtig mooi dier/' zegt ze
op dien nuffigen toon, die je van zulk soort
dames altijd hoort; »ik wou dat ik zoo'n
hond had! Je bent zoo'n lief dier ; een dot
van een hond !" en al die dingen meer, waar
een verstandige terriër nooit over denken zal,
al hoort hij het aan omdat hij een goede