Historisch Archief 1877-1940
N'. 790
DE AMSTEKDAMMEK
A°. 1892.
WEEEBLAD VOOE NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr.
Dit nommer bevat twee Platen.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMiA. & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel by de Vijzelstraat, 542.
Zondag 7 Augustus
Abonnement p-sr 3 maanden ....
Voor Indiëper jaar
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar
Advertenticn van t?5 regels ?1.10, elke regel meer
Reclames per regel ,. . .
?1.50, fr. p. post ? 1.65
mail
12., . 0.12»
. . 0.20
, . 0.40
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON: Twee begrafenissen, naar Enrico
Castelnuovo. KUNST EN LETTEREN:
Hettooneel te Amsterdam, door H. J. M. J. C. Boers,
door A'an Milligen. Muzikale kritieken, door
Van Milligen. Aanteekeningen Schilderkunst,
door V. Van de Tentoonstelling in «Volks
vlijt", door E. W. Moes. Anonymen en
pseudonymen, naar Ferdinand Grosz. VARIA.
SCHAAKSPEL. WETENSCHAP: Jacob
Moleschott. Goudgravers onder do mieren.
Geneeskundige en hygiënische mengelingen, door
Dr. K. De dame met den witten waaier, naar
Anatole France. Voor Dames, door E-e.
ALLERLEI. RECLAMES. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIES.
BIJVOEGSEL: Bekende Tijdgenooten, XV.
Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet.
Van verre en van
nabijHet is een bekende waarheid, die voor
volken geldt, zoowel als voor individuen:
»Eigen verdraagt elkaar het minst." De ge
schiedenis van Zweden en Noorwegen ligt
daar, om die waarheid nog eens weer te be
wijzen. Door < de personeele unie zijn beide
landen wier volken tot n stam
behooren vereenigd, maar evenlang als de
vereeniging heeft geduurd, duurde ook reeds
de oneenigheid.
Het is bekend dat Noorwegen, na van
de unie van Calmar af (1397) tot 1814 toe
aan Denemarken behoord te hebben, in
laatstgemeld jaar aan Zweden werd toege
wezen. Met tegenzin werd de vereeniging
met Zweden in Noorwegen begroet; slechts
het gebrek aan voldoende strijdkrachten om
het binnendringen der Zweedsche troepen
te beletten, dwong Noorwegen de unie aan te
nemen. Maar in de jaren die sedert verliepen.is
de geschiedenis der verbonden Scandinavische
rijken een lange aaneenschakeling van pogin
gen, door Noorwegen aangewend, om het over
wicht van Zweden te fnuiken en de verloren
onafhankelijkheid te herwinnen. De Noorsche
volksvertegenwoording, het Storthing, heeft
geen enkele poging onbeproefd gelaten, om
den band, die de beide rijken vereenigt, wat
losser te maken. Van alles werd een q u a e s t i e
gemaakt, en elke regeeringsdaad werd zoo
uitgelegd, dat er iets nadeeligs in stak voor
het Noorsche volk. Geen gelegenheid om
den koning onaangenaam te zijn werd door
het Storthing verzuimd. Tevergeefs hebben
Feuilleton.
TWEE BEGRAFENISSEN,
naar EXKÏCO CASTELM'OVO.
Ik was sedert een paar dagen te Milaan, voor
zaken, en maakte mij gereed om dien avond te
vertrekken, toen ik een telegram ontving uit
Venetië:
//Verzoeken u dringend morgen onze instelling
vertegenwoordigen bij begrafenis commandeur Baggi.
Besteed circa 100 lire graf krans.''
De depêche was geteekend door den president
der Adriatisehe Bank, een zeer goed vriend van
mij; blijkbaar was zij afgezonden in naam vau
den geheelen Raad vau Administratie. Ik was
zelf in eenige relatie met de bank en ik wist dat
/ij weinige jaren geleden, in een rnoeielijke periode,
veel nut gehad had van den steun van den heer
Baggi. Ik kon dus niet met een weigering ant
woorden, ofschoon ik, persoonlijk, nooit den over
ledene gezien had.
Ik bestelde den krans, ik kocht een hoogen hoed
en een paar zwarte handschoenen, en den volgen
den morgen te negen uur precies was ik via Brera,
-Xo. 48, waar de commandeur een elegant kwartier
op de eerste verdieping bewoonde.
De lijkwagen eerste klasse stond reeds voor de
deur, en trok er de blikken der voorbijgangers.
die te vergeefs door twee politieagcu'en in groot
tenue op een afstand gehouden werden; langs den
muur begonnen zich langzamerhand de verschil
lende deputatiën met hun banieren te scharen;
nog weer andere meuschen waren op de voorplaats
en in de vestibule verzameld; vrienden, kennissen
en aanzienlijke personen werden verzocht boven
te gaan. Twee jonge mannen in zwaren rouw, twee
neven, de een dik, de andere mager, beiden met
gezichten als erfgenamen, namen met veel
baleefdheid de honneurs waar. Toen ik mij aan
hen voorstelde, bedankten zij met vervoering
mij en de Bank voor het bewijs van
svmpathie.den dierbaren overledene gegeven, en verzochten
mij, een der kwasten van het lijkkleed vast te hou
den. Ik stamelde de noodzakelijke betuiging van
deelneming, niet de gewone vragen omtrent den
aard en duur der ziekte, enz.
Ja, antwoordde de dikke neef met een zucht;
Karel XIV, Johan en Oscar I getracht de
»handveste" van de Noorweegsche volksver
tegenwoordiging af te schaffen, die toestaat
dat de koning tweemalen een besluit van
het Storthing afkeurt, maar die eischt dat
zulk een besluit, als het ten derde male
genomen wordt, kracht van wet heeft.
Karel XV zag zich tot zijn ergernis de
bevoegdheid ontnemen, om een Zweed tot
stadhouder in Noorwegen te benoemen. In
1880 nam het Storthing het besluit, dat de
ministers altijd de zittingen van de volks
vertegenwoordiging moesten bijwonen, en
toen het kabinet-Selmer dit besluit niet op
volgde, werd het genoodzaakt af te treden.
Maar voornamelijk liepen de twistvragen,
althans in de laatste jaren, over de legeror
ganisatie en over de diplomatieke vertegen
woordiging van Noorwegen in het buiten
land. Het leger willen de Noren op
Zwitserschen grondslag ingericht zien en het wei
geren hiervan door de regeering heeft a! tot
menige onaangenaamheid aanleiding gegeven.
In den laatsten tijd is dit vraagstuk iets
meer naar den achtergrond gedrongen, door
de coneulaats-quaestie, die thans al weder de
oorzaak van eene ministerieele crisis is geweest.
Bij de jongste verkiezingen was door de
radicalen het denkbeeld opgeworpen, dat
Noorwegen een eigen corps consuls in het
buitenland diende te hebben, terwijl herhaal
delijk gezinspeeld werd op de mogelijkheid,
dat dan ook een Noorsch minister voor
buitenlandsche zaken zou worden aangesteld.
Het Storthing besloot tot de instelling van
deze consulaten en voteerde een crediet van
vijftigduizend kronen voor de oprichting.
Koning Oscar II kon dit besluit van het
Storthing niet goedkeuren. De eigen verte
genwoordiging van Noorwegen in het buiten
land zou de eerste stap zijn op den weg, die
tot geheele onafhankelijkheid leiden moest. Dat
dit werkelijk het doel is, wordt in Noorwegen
door niemand geheim gehouden en de bekende
dichter Björnsterne Björnson verkondigt het
dan ook openlijk op straat.
Het ministerie-Steen nam zijn ontslag,
toen het besluit des Konings bekend was
geworden. Doch alle pogingen om een nieuw
ministerie samen te stellen bleven vruchte
loos. Achtereenvolgens confereerde de ko
ning met den oud-president van een conserva
tief ministerie, den heer Stang, met den staats
onze arme oom had in Januari influenza gehad en
was er nooit geheel van opgekomen. Hij ging maar
uit, deed zijn /.aken. Op het eind vau Maart ont
dekten de geneesheeren eeue angina pcetoris, en
binnen drie weken ....
En dat maar even zestig jaren, merkte een kaal
heer op, die zich het zweet afwischte.
liet is een groot verlies voor de Beurs, vond
een ander.
Zulk een stoute blik, zulk ecu geest van ini
tiatief, zeide een derde.
De neven, door hun plicht geroepen, gingen de
kamer uit, waar zich langzamerhand al de gros
boiinets der Milancesche finautieelc wereld verzameld
hadden. Ik rook om mij heen als een geur vau
millioenen. En ik hoorde ook om mij heen een
gefluister vau koers der rente, vau rescontre en
ultimo, van wissels, goud-agio, van vergadering
der Algeincenc Bank en het Gromlcrcdiet, van de
luiancieele politiek van het Ministerie en zoo \oorts.
Over den doode werd er nu niet meer gesproken.
Het moest waar zijn, wat men mij gezegd had,
dat evenals hij geen gezin had, hij ook geen in
tieme vrienden bezat; in zijn jeugd had hij geleed!
voor zijn vermaken, op rijperen leeftijd voor x.ijn
speculatiën: correct, vol eerbied voor de wet,
nauwlettend op zijn verbintenissen, maar in den
grond een bloem van egoïsme.
Meu hoorde ecu geprevel van gebeden aan
den ingang, een walm van flambouwen kwam
door de open poort ; toen kwam de geheele drom
die in den salon vereenigd was, in beweging, en
het afdalen langs de trappen beiron. liet was een
groote verkwikking weer in de open lucht te zijn.
De dikke neef, die meer welwillendheid voor mij
had opgevat, dan ik verdiende, vergezelde mij naar
den lijkwagen; een aanspreker wees mij mijn plaats
aan de linkerzijde van de baar, en na eenige mi
nuten, voor Ivet ordenen van den stoet benoodigd.
begaven wij ons op weg, voorafgegaan door iiet
muziekcorps der schutterij, dat den marscli van
Don Suliiislwnit speelde.
AVij waren met ons tienen om de kwasten vast
te houden. Ik kende noch de vier anderen die aan
mijn kant liepen, noch de vijf aan den anderen
kant; ik kende den doode niet, ik kende ongeveer
niemand van al degenen die deze lange processie
uitmaakten. \\"ant deze was inderdaad lang,
veel meer dan ik mij had kunnen voorstellen, en
de vensters langs de straten waar wij doortrokken,
waren vol nieuwsgierigen, en van daar tot aan de
raad Thorne en zelfs met den heer Sverdrup;
hij ontbood verschillende leden van het
Storthing bij zich en trachtte, drie weken
lang, de meeningen te veranderen. Het was
en bleef onbegonnen werk.
Een oogenblik scheen de crisis een normaal
verloop te zullen hebben. Stang verklaarde
genegen te zijn, de opdracht tot samenstel
ling v-an een kabinet te zullen aannemen
maar op het laatste oogenblik sprongen de
onderhandelingen af, toen Stang den koning
de voorwaarde stelde, dat deze het besluit
tot instelling van Noorsche consulaten zou
goedkeuren.
Op raad van Stang knoopte de koning
daarna weder onderhandelingen met Steen
aan; en de quaestie is, hoewel niet opgelost,
toch tijdelijk bezworen, door het volgende
compromis: Steen zal voorloopig aan de
regeering blijven en het besluit tot instelling
van consulaten zal worden geschorst tot aan
het begin der nieuwe parlementszitting, dus
tot Februari 1893.
Maar al is hiermede de crisis voor het oogen
blik beëindigd, het principieele verschil is er
niet door uit de wereld. Wel heeft de koning
iets gewonnen. In de zes maanden, die de
politieke wapenstilstand tusschen Zweden en
Noorwegen zal duren, kan het gebeuren,
dat men in Noorwegen tot het inzicht
komt, dat het verlangen naar eigen con
suls en naar een eigen ministerie voor
buitenlandsche zaken, slechts dan zin heeft, als
men werkelijk de afscheiding van Zweden
en de onafhankelijkheid van Noorwegen wil.
In Zweden schijnt men niet voornemens
zich hierover erg warm te maken ; integen
deel : waar de publieke opinie kans ziet zich
er over uit te laten, geeft zij den Noren te
verstaan, dat zij gerust hun gang kunnen
gaan; niemand zal ze weerhouden. Een
der officieuse ministerieele organen te Stock
holm, de Sijn Daijliyt Allcltanda, verklaarde
nog onlangs, toen de crisis op het hoogste punt
was, dat het wenschelijk was aan het verlangen
van Noorwegen naar onafhankelijkheid te
voldoen. Zweden zou er niets bij verliezen.
Het moest een half millioen kronen meer
opbrengen, maar behoefde daarentegen ook
niet meer voor Noorwegen te zorgen, dat dan
zijn eigen weg maar zoeken moest.
Deze uitlating van het Stockholmsche .
blad geeft vrij juist de meening aan die in
twee rijen knechts en kantoorbedienden, die de
brandende flambouwen droegen, zag men de'menigte
op de trottoirs verzameld.
De lijkdienst had plaats in S. Marco, waarna de
stoet, zeer gedrmd, zich op weg begaf naar het
kerkhof.
Zoo het plein overstekend zagen wij voor de kerk
van San Simpliciano een andere lijkstaatsic, die
ook 0]> het punt \vas zich in beweging te stellen.
maar ons den voorrang liet, met de beleefdheid
welke begrafenissen derde klasse aan die van de
eerste klasse verschuldigd zijn. Een krakende lijk
wagen, getrokken door een enkel nederig p;:ard,
gemend door een koetsier, die uit zich zelf niet
nederig was, maar nu beschaamd voor zich keek,
omdat hij zuik een armen doode naar het kerkhof
geleidde. Op het lijkkleed een enkel klein kransje
vaa frissehe bloemen, een ellendig contrast tegen
over de pracht van kransen die de voorname lijk
baar bedekten.
Een kanioorknecht, van de Nationale Bank, die
naast ons liep, wendde zich tot ecu zijner gezellen
en zeide :
Dat is die arme Bertizzoni.
I)c ander knikte toestemmend.
Ik bleef getrollen door den naam Bertizzoui eu
ik kou niet nalaten te vragen : Bertizzoui r was
die uit Milaan r
? Hij heeft jarenlang hier gewoond . . . Maar
hij was niet uit Milaan afkomstig, .... nu ik er
over denk geloof ik, dat hij uit Venetiëwas
Heeft mijnheer hem gekend r
Zonder te antwoorden vroeg ik nocc wat.
\\ as hij op jaren?
- - Tegen de Mjftig.
En zijn voornaam ?
? O een gekke voornaam, Lieurgo.
Licunro:
- Ja.
Was hij iiicr in betrekkin^':1
Ja, bij het huis (iontraud.
- - Dat cxpedifiekautoor:'
Juist.
--- En laat hij een gezin na:
De weduwe en een zoon, een flinke jongen,
die bij de Coëperativa is.
Al was ons gesprek heel zacht gevoerd, hetliad
toch niet onopgemerkt kunnen blijven bij de buren.
En een dik en deftig heer, die wel een gewichlii.'
persoon moest zijn, om ctn der kwasten vun at:.
Zweden heerscht. Komt de scheiding tot
stand, dan is Noorwegen er het slechtst aan.
toe. Het leger, dat thans zonder uitdrukke
lijke machtiging van het Storthing niet meer
dan achttienduizend man sterk kan zijn, zou
moeten worden vergroot; de vloot, die slechts
enkele monitors, corvetten en
kanonneerbooten telt, zou aanzienlijk moeten worden
uitgebreid, en ook de inrichting van verde
digingswerken te land zou zware offers na
zich sleepen.
Uit de redevoeringen in het Storthing
zou men zoo nu en dan meenen, dat d
vereeniging niet meer van langen duur kan.
zijn. Nog onlangs stelde een der afgevaar
digden voor, een crediet van
tweemaalhonderdduizend kroneh voor de volkswapening
toe te staan, opdat Noorwegen in staat ge
steld zou worden zijne rechten te verdedigen.
Toch zal men zich in Noorwegen nog wel
eens bedenken voor men tot de scheiding
overgaat. Meer vrijheid dan het thans bezit,
kan Noorwegen moeielijk verkrijgen, en de
onafhankelijkheid kon wel eens blijken een
dure liefhebberij te zijn.
Maar de Noren zijn nogal geen erge
waaghalzen ; zij zijn gewoon niets te onder
nemen, waarvan zij den uitslag niet te voreu
ernstig hebben berekend.
In den loop dezer week moet de beslissing
in het Engelsche Parlement vallen, of de
regeering aan Gladstone zal overgaan. De
r/rand old man heeft zijne getrouwen opge
roepen om vooral de zitting bij te wonen
die Maandag zal gehouden worden en waarin
het debat over het adres van antwoord op
de troonrede aan de orde wordt gesteld.
Het voornemen schijnt te zijn, om daarbij
een motie van wantrouwen te stellen; naai
de Tinten zegt, zal die motie zoo kleurloos
mogelijk zijn. Toch zal de heer Gladstone
genoodzaakt worden eene verklaring af te
leggen omtrent de strekking en den omvang
der politieke hervormingen, die hij onder den
naam Home llulc wil invoeren. Mocht dfi
motie van wantrouwen, waarover waarschijn
lijk Donderdag of Vrijdag zal worden ge
stemd, aangenomen worden, dan zullen de
hoeren Salisbury en Gladstone reeds Zater
dag bij de koningin op Osborne worden
ontvangen.
De Fransche bladen zijn over het algemeea
lijkwagen vast .te houden voor mij, keek herhaal
delijk den bediende aan om hem te wenken zijn mond
te houden. Ook ik begreep het ongepaste van dit
gesprek op dit oogeublik, op deze plaats, en ifc
\ roeg niet verder.
Ik twijfelde trouwens niet meer. Eene toevallige
overeenkomst van naam en voornaam, en van zulk
een vreemden voornaam, was wel onmogelijk.
Lieurgo Bertizzoni was zeker wel mijn oude
schoolkameraad, de zoon vau dien schoolmeester.
Agcnorc Bertizzoni, die verzot was op Grieksciie
namen. Een broer van Lieurgo heette Socrate,
eeue zuster Cassandra. een andere Aspasia. Het
was een gezin, dat den ccnen dag middagmaalde
en den anderen dag ontbeet, en honderd middeltjes
moest te baat nemen om roud te komen; meester
Agenore zat 's avonds muziek te copieeren. en zijne
gade, de signora Palmira, hield zich onledig met het
combineeren vau huwelijken. Toch goede
mcuschcn, vroolijk, hartelijk, gul. Licnrgo en ik waren
e ven on J, we hadden samen de burgerschool
doorloopen eu onze vriendschap had ook na de school
jaren nog verscheiden jaren geduurd. Tusschen
1S55 en Isö^ kwam ik hem 's avonds afhalen, of
hij mij, om samen te wandelen: maar ik nog meer
hem, om zijn knappe bloeiende zuster met de
mooie* oogen. Ik zou niet durven bezweren dat
ik met Cassandra niet een kleinen roman begonnen.
was, die niet erg tot mijn roem afliep; want
omsi reeks 1~-,.3G of 5S trouwde zij met ecu bejaard
ambtenaar van de belastingen, die spoedig daarna
naar Pa* ia werd overgeplaatst. U ie zal zeggen
waar zij gebleven is. Op het eind van Is5b vielen
de rampen als hagel op het goede gezin, en daarop
volgde de uiteenspatting. Eerst stierf de signora
Palniira, toen meester Agenore; Aspasia wilde, tenge
volge \an teleurstellingen in de liefde, met alle ge
weld in een klooster gaan; Soerate ging op een
koopvaardijschij), waar een neef van hem. een Dalma
ner, kapitein opwas: Lieurgo, alleen overgebleven.
verdiende zijn onderhoud niet schrijven op een
expeditiekantoor, en deed er nog wat kleinhandel
bij. H'j hield van vrouwen, en liet geld gleed
hem altoos door de handen. In ISö!) deed hij
wat ik niet kon doen, hij emigreerde naar
Piemont en liet zich als vrijwilliger aannemen Wij
wisselden vóór liet uitbreken van den oorlog nog
eer. half dozijn brieven. Toen do veldtocht,
geeir.disd was. schreef hij mij uit Turijn, waar
! :; voorioopig bezigheid gezocht had. in
afWat:-t:i:x vau de gebeurtenissen die met kondett