De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 14 augustus pagina 2

14 augustus 1892 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na 790 zeg ik je, jij kunt mij. . ." Of de hier ont brekende woorden door de vertolkers van den Götz met een welsprekend, althans veelbeteekend, doch minder kiesch gebaar wor den aangevuld, weten wij niet. Voor de Jenaer studenten liet de duidelijkheid der aanhaling klaarblijkelijk niets te wenschen over. De heer Von Caprivi, tegen wien al deze uitvallen zijn gericht immers vorst Bismarck beroept zich uitdrukkelijk op de constitutioneele fictie, volgens welke de monarch onverantwoordelijk is zal wel zoo verstan dig zijn om dergelijke grofheden onbeant woord te laten. Maar bij een goed deel al is het niet het beste, althans niet het meest ontwikkelde deel van het Duitsche volk, vindt het optreden van Bismarck als oppositieman bijval. Met recht mag men zieh afvragen, of de keizer en diens raads lieden verstandig hebben gehandeld, toen zij, door de bekende instructiën aan prins Reuss te Weenen te zenden, den toorn van den ouden staatsman tot zulke uitbarstingen brachten. In elk geval zal de zomervacantie van den keizer niet zijn opgevroolijkt door de verrassingen, welke zijn vroegere Mentor hem heeft bereid. BRIEVEN UIT UTRECHT, door GlESE VAN' DUN DOM. Al is onze stad er dan ook eene, die men waarlijk in den zomer niet behoeft te ontvluchten, omdat het er zoo bedompt is en omdat de be hoefte aan frissche lucht zich doet gevoelen toch lijdt ook Utrecht aan de algemeenc zomer of modekwaal. Wij zijn op reis of wij gaan op reis, namelijk wij, die het betalen kunnen en wier zaken, terwijl wij weg zijn, van zelf loopen. Wij- willen eens een verzetje, wij willen eens iets anders zien dan anders en verbeelden ons dat we dan met nieuwe krachten terugkomen en met nieuwen ijver en lust weer aan den ouden arbeid gaan. Jawel, als ons dan eerst nog een dag of tien gegund wordt om weer op ons «verhaal" te kamen en weer aan de oude omgeving te ge wennen. Intusschen heeft die reismode toch ook on tegenzeggelijk eenige voordeden. Voor dengeen, die op reis gaat, dat hij eens eenigen tijd kan doen wat hij thuis laten of kan laten wat bij thuis om velerlei overwegingen doen moet dat hij eens gedurende een week of wat een vrij mensch is. En voor dengeen, die thuis blijft, dat bij eens een poosje meneer Die niet ziet en meneer Deze of meneer Gene. En dit is in eene stad als bier eene wezenlijke verademing. Want alle ingezete nen zien bier elkander toch stellig eens in de week en dat is te veel voor een blijvende goede verstandhouding. Daarom is bet nuttig dat er eens een tijdlang eenigen ons verlaten en met gebruinde gezichten als halve vreemdelingen tot ons tcrugkeeren, natuurlijk want dat krijgt men op reis met een «minieren gezichtskring''. Voorts verschaft ons do mode van op reis te gaan nog dit voordeel, dat we namelijk ten ge volge daarvan op zijn minst ne zomervergade ring van den gemeenteraad hebben. Kn zoo'u zomervergadering is dikwijls zeer interessant, om dat het er gewoonlijk eene is, die volstrekt niet De machine tikkerde en zij begonnen, zij een weinig angstig, onzeker, hij bang te gauw te lezen en haar in de war te brengen. Zij waren verdiept in den arbeid. Hij reciteerde, en haar belangstelling werd door de comedie, die geestig en vroolijk was, opgewekt, Dernick las niets zoo goed voor als zijn eigen werk, en nu en dan giegelde het meisje, zoo veel pleizier had zij. Kwam er een moeilijk woord, dan zag zij op: »CM pardon. Hoer" ;>Myrmidon, kindlief?m-y r-m-i-d-o-n." »Dat was gek, ik dacht dat u marmelade zei." Derrick keek over haar schouder en jawel zij was begonnen met m-a. Toen lachten beide. »Hm, hm !" zeide Der rick. »De eigennamen zijn het moeielijkst. Is u nooit in Oxford geweest of hebt u daar geen broer?" »Neen!'' »Xeen natuurlijk, en is men niet zelf in Oxford geweest of heeft men daar geen broer gehad, dan kan men ook niet weten dat mitre gespeld wordt met -e- na de -r- en niet voor de -r-; maar dat beteekent niets voor den souffleur, den tooneelspcler of liet publiek, want zooals u ziet, wordt het toch zoo uitgesproken." De deur "naar Derricks eeikamertje werd opengedaan, en zijn dienstmeisje kwam mel den dat de lunch gereed stond. sEigentlijk moesten wij onzen kostbaren tijd niet verspillen", zei Derrick op lossen toon, stnaar ik heb honger, en dat zult u ook wel hebben, dan kunnen wij elkaar gezelschap hou den. Laten we dus gaan lunchen, dan gaan we daarna dadelijk weer aan het werk ? Wees nu eens lief en ga mee." Het jonge meisje stond vrijmoedig op; oogenschijnlijk had zij haar verlegenheid overwonnen, en wilde denzelfden toon aan slaan als hij. Kr was iets in Derricks wijze van zich uit te drukken, dat de vrouwen vertrouwen inboezemde. Hij hield de deur voor haar open, leidde haar naar de tafel, bediende haar en praatte ongedsvongen en vriendschappelijk, alsof zij een goede, noodig is, wijl de te behandelen onderwerpen best tot den eersten Dinsdag in September kon den uitgesteld worden. Doch onder die onder werpen is er gewoonlijk n, dat men liefst maar zoo met een »IIeinrich spring ber" uit de wereld wil hebben. En dat gaat gemakkelijker in een raad wiens dwarsste leden op reis zijn, dan in eene zitting die bijna voltallig is. Zoo geschiedde bet in de jongste Raadsver gadering, dat op do agenda voorkwam een goed te keuren uitgaafspost van niet minder dan ? 40.00(1, een bedrag, waarover men meenen zou dat onze zuinige gemeenteraad toch nog wel eens het een en ander *in het midden" zou hebben gebracht. Want veertig duizend gulden is in onzen benarden tijd, nu pas de inkomstenbelasting op bet maximum is gebracht, toch waarlijk geen peulschilletje. 't Is waar, het geld was reeds uitgegeven, en nog daargelaten in hoever de Raad er aan mede plichtig is, wat een geheim is gebleven, was er dus niet veel meer aan te doen. Doch er had er toch wel een van de zevenendertig loden mogen opstaan om althans voor het vervolg tegen der gelijke uitgaven, die zeer stellig boven onze macht gaan, te waarschuwen. Maar liet was een zomer vergadering en de «gevaarlijkste" elementen waren op reis. Evenwel, al waren zij thuis geweest, zij zouden wellicht toch gene bedenking hebben durven maken, want de uitgaaf was gedaan voor... de ontvangst van de Koninginnon. En bet ne touchez pas a la Reine ! is bier nog van volle kracht. Velen hebben er zich over verwonderd, dat de rekening van dezen feestdag met zulk een ongewonen en uiterst bekwamen spoed thans reeds was gereed gemaakt; dat de verkoop van het oude hout der tribunes, kiosken en eerepoorten en van het velours dat dezen had versierd reeds was afgeloopen en afgerekend en dat al de an dere »romslomp" aan zulk een fecstviering vast, nu reeds beëindigd was. Nog kriebelt de rook van den planteur, dien de Raadsleden aan bet dessert van het diner met hunne koninklijke gasten rookten, bun in den neus en reeds kunnen zij op de rekening nazien hoeveel die rij ne sigaar bun (re»pectiovelijk de stadskas) gekost beeft. Wij allen verkeeren nog onder den indruk van liet prachtige paviljoen op liet Mnnsterkorkhof en van bet onvergetelijke schouwspel dat de ver lichting van de Maliebaan aanbood wie zou bet dus in zijn hoofd krijgen om, als was hij «iet op reis, eenig bezwaar tegen het daarvoor uitge geven geld te maken. Neen, het was zeer goed gezien om die rekening nog in dezen zomer te doen goedkeuren. Dit neemt echter niet weg. dat als de burgerij, toen zij zoo mild een halve ton gouds bijeenbracht als bare vrijwillige bijdrage aan bet nieuw te stichten Universiteitsgebouw, geweten bad dat men baar een jaar of wat later nog een bijna gelijk bedrag uit den zak zou nemen, alleen om hot eerste steentje van dat gebouw te leggen, zij ver moedelijk wel een beetje scbrielor vrijwillig zon sijn geweest. Want do oer moge nu al zeer boog zij'; ge weest en de aloude band, die Utrecht aan O.'anje bindt, alweer een schakeltje nauwer zijn toege haald (bij veelvuldige Oranjofoosten, vooral met diners, zouden beide partijen bet batist te benauwd gaan krijgen) niemand zal ontkennen, dat een halve ton zeer veel geld is en dat de Koninginnen bier maar een uur of vijf, zes vertoefd hebben. Een troost voor onze renteniers is daarbij, dat bet naburige Jutfaas bij gelegenheid van de opening van bet Merwedekanaal voor een minuut verblijf van II. II. M. M. nog een bedrag van /?".')(/(/ aan versieringen uitgaf. Naar dien maatoude bekende van hem was. Kn later, toen de verlegenheid geheel verdween, bleek het uit hare manieren, dat zjj op en top een dame was. .Na hel ontbijt vroeg hij : »Zeg mij nu eens wat u van mijn comedie denkt?" »Ze is heel mooi/' zei ze. »Het is alsof men in de comedie is, als men u boort lezen. Hoe aardig moet dat zijn om het te zien spelen!" »II zult er bij zijn. Ik zal u een biljet voor de eerste voorstelling zenden. Dat is niet meer dan billijk.'' »Xeen, dat meende ik niet," begon zij, maar Derrick haalde zijn portefeuille uit en noteerde het. »Ik zal het biljet aan Héritage & C°zen den. Maar nu moet u mij wat meer van die firma vertellen en mij zeggen hoe u zelven heet. U is daar vermoedelijk op het kantoor l' »Neen, dat ben ik niet, ik ik ben Héritage!" .illéritage?'.' ; Ruth Héritage." »Kn als u dan Héritage is, wie is dan O ?" »Ik ben ook O .Ik ben het alleen." Derrick barstte in lachen uit, richtte zich in zijn stoel op en zag haar met eeti eigonaardigen, vriendelijker! glimlach aan, terwijl zij over de schrijfmachine, waarin zij nieuw ? i i i , papier deed, gebogen zat. »Is u alleen! Kn het was uw circulaire, en zoo kinderlijk als u er uitziet, repre senteert u alleen, den lioogkliiikenden naam »Héritage & C" ?" Los mij dat raadsel eens op? .»Het is werkelijk zoo. Maar u moet niet lachen, hooi1!" ;>Kr is niemand anders dan ik ik en moeder, en moeder is zwak, ligt altijd op de sofa; hadden wij Héritage en C°niet, dun zou ik bang zijn, dat wij van honger stierven." »Maar heb je dan geen vader kindlief:'" >-Zoolang vader leefde ging alles goed, maar de bank ging failliet en vader maakte /.ich van kant; moeder was bijna ook gestorven. Ik was zeventien jaar en kou niet veel ; ik had een gouvernante die mij niets leerde." staf berekend zijn wij nog ongeveer vijftig percent zuiniger geweest! Nu ons oude lievelingsdenkbeeld verwezenlijkt is en het lang verwachte Nieuwe Rijnkanaal langs het grondgebied onzer gemeente stroomt, blijkt de ingenomenheid daarmede, althans voor zoover die zich in teekenen van geestdrift openbaart, niet bijzonder groot te zijn. We zijn naar den Hommel geloopen om de versierde stoombooten bet kanaal te zien passeeren, we bobben de vlag op den Domtoren gebesoben, maar toen we die om vijf uur 's middags weer hadden neergehaald, was er niets bijzonders meer aan ons te zien. Alles was weer bij bet oude en vermoedelijk zullen we voorloopig van de Kculsche Vaart niet voel merken dan dat de opbrengst van onze sluis te Vreeswijk nog alweer minder is geworden. Kunsi en Letteren. HET LANDJUWEEL VAN 1561 TE ANT WERPEN HERDACHT. //De Koninklijke Akademio van Oudheidkunde vau België, te Antwerpen gevestigd, weiischeude op waardige wijze den vijftigsten verjaardag van haar bestaan te vieren, heeft, met ondersteuning van het Stedelijk Bestuur, met tusschenkoinst vau Provintie eu Staat, en met medewerking der Antwerpsehe burgerij, den stoet ingericht, waarvan de beschrijving volgt, en die de Intrede der Re.derijkkamers, deelnemende aan het Landjuweel van ] l, voorstelt" ('Programma v. d. stuet vt/u het Land juweel, 1892, Antwerpen, ISeerts). Ik geloof niet, dat, zelfs in België, waar toch geen jaar voorbij gaat, zonder dat in eene of an dere stad grootere of kleinere maskerades inge richt worden, nog ooit een vermeteler ontwerp werd ten uitvoer gelegd, dan dat, in bovenstaande regelen aangeduid. Wanneer de Antwnrpsclic Vio lieren hunne uituoodiging aan al de llcclerijkkamers van Brabant lieten aanbieden, had Antwer pen het toppunt bereikt van haren rijkdom, en bevonden de Kamers van Rhctorycke zieh zei ven, dank aan hunnen steeds aatigroeiendeu politiekeu invloed en den kracdtigeu steun, hun door Je rij le sten eu machtigsteu in onze steden verleend, in een toestand van ongemecnen, zooal niet litterairen, dan ten minste iinamieelen bloei. Ook spreidden, zooals bekend is, de veertien kameren, die, op Zondag 3 Augustus hunne plech tige intrede iu de Autwerpschc veste deden, eene pracht van weelde ten toon, waarbij, volgens de verklaring van geloofwaardige ooggetuigen, zooals o. a. den Eiigelschman Richard Clough, alle andere plechtigheden van denzelfden aard eenvoudig in liet niet verzinken! //Dit. is de vreemdste zaak, die ik ooit, gezien heb, en die ik denk ooit, te zullen zien! Want de intrede vau Philips II in Antwer pen, met de bekostiging- Vau al de natiën te zamen, was niet te vergelijken bij de kosten, nu door de stad Brussel alleen de kamer J f el M/ii-iulcfttiixkeu nam deel aan het Landjuweel gedaan". Do beschrijving, weïkc genoemde Engelschman ons van de verschiüige Kameren geeft, gaat alle denkbeeld te boven. Laat, ik uit, zijn brief aan zijn patroon, Thomas Uresham, te Londen, even outieeiicn, niet de passage, waarin het, leger der rJrus- j selsche deeluemeiiden, maar liever die, waarin de \ minder talrijke en rijke groep der Mechelschc rlietiiririaif wordt, behandeld. Zij waren, zeu't hij, l allen getooid in rokken van incarnaat sammet, fraai geboord met geel passemcnt. Allen met gele kousen eu wambuizen, roode hoeden, geie vederen en witte laarsjes. Zij deden hunne intrede met 300 paarden, rijdende twee aan twee, beurtelings twee met brandende toortsen en twee met bloemen »Ken mooie leermcesteres ; het schijnt toch dat zij u zelfvertrouwen geleerd heeft, en dat is misschien het beste wat een vrouw loeren kan." >Och'. nooit heb ik van veel praten ge| houden, dat zal wel de oorzaak zijn, maar nu studeer ik; ik werk lederen avond en leer de dictionnaire van buiten." Derrick lachte weer. Gelooft u dat dat i wat helpen zal ? Maar ga voort. Wat gaf u aanleiding deze soort van werk te beginnen?" «?Gouvernante kon ik niet worden en ik i moest ook bij mijn moeder blijven. Toen las ik ergens dat vrouwen het schrijven met de machine leeren en een vriendin van moe der verschafte mij een machine. Ik uam les; toen kwamen wij naar Londen en ik verzond de circulaire. J k zette er »(.!'> '' bij l omdat het meer indruk maakt en dat was ook zoo. U ziet ik doe het wat goedkooper dan de anderen; daardoor kreeg ik werk." >Kn is u gewend, zooals nu hier, om naar dictaat te schrijven ?" O neen!" antwoordde zij eenvoudig. Jk ben nog nooit buitenshuis gaan schrijven en heb nog nooit met, een dramatischen schrijver te doen gehad. Ik was bijna op de trap weer omgekeerd, want moeder ziet het niet graag." Ziet zij het niet graag dat u hier komt." ;/ij zegt dat ik te jong ben eu dat bet niet raadzaam i.s voor een jong meisje om den geheelen dag bij een dramaschrijver door te brengen." l'w moeder heeft gelijk. Bij velen is het niet raadzaam; en nu was u zeker bang om i hier te komen ?" i Alleen in den beginne een oogcnblik; mijn moeder maakte /ich angstig, maar ik meende dat ik dat fortuintje niet voorbij mocht laten gaan. Circulaires en briefadressen te druk ken is geen voordeel ig werk. De ma nuscripten van schrijvers zijn het, die wat opbrengen. Ik dacht dat u misschien over l mij tevreden zoudt zijn en mij het afschrijj ven der rollen zoudt opdragen. Het is al | iets waard om voorspraak bij een theater te in de hand. Onder hen waren 112 edellieden, dragende elk een grooten gouden keten om de hals, en den tabbaard met fijn goud geboord. Ieder man had twee voetknechten, getooid als hun heeren, in gele satijnen wambuizen, en alles naar even redigheid Tusschen hen allen reden 7 praal wagens, allerkostbaarst bewerkt, in opzicht van maaksel en goud, en bijzonder uit oorzake der personages, die er op stonden, wonder om te zien. Zij werden gevolgd door 16 wagens met geel en rood laken overdekt, gemaakt irTeeueu zeer vreem den trant, gelijkende aan tenten; biunenwaarts waren de wagens bekleed met geel laken " Hoc zou men nu, te midden vau een uiterst gespannen handelscrisis, uitsluitend met de hulp middelen van eene enkele starl, welke, wellicht meer dan elke andere in Europa, door den kracli der Zuidamerikaansche obligatiëu beproefd werd, een stoet te been brengen, rijk eu prachtig genoeg, om bij de ongeëvenaarde schittering van het zestiendeeuwseh Landjuweel niet al te beschamend af te steken? E" mocht men hierin nog slagen, waar zou den de volksmaatschappijen vau het eene Antwer pen de noodige manschappen wel halen, om de OO ruiters en 400 voetgangers en op de wagens zittende personen van Het Maritiki-ansken, de 450 ruiters eu voetknechten en 150 op wagens ver voerde rederijkers van Meedelen, benevens honder den anderen, uit Diest, Lier, 's Hertogenbosch, .üergen-op-Zoom, Leuven, Vilvoorden, Herenthals eu Antwerpen zelf opkomen, op eenigszins indruk wekkende wijze voor te stellen? Zooals de inrichters zelven het in hun //voorwaarden tot den prijskamp" zeiden, was het ge tal der paarden alleea in 1,501 zoo aanzienlijk, dat, er niet aan te denken valt, er nu evenveel bijeen te brengen; ook het getal der kleine wagens is verre overdreven voor onzen tijd." Eindelijk doch dit, kan evenzeer opgevat wor den, als de taak der inrichters vergemakkelijkend, als ... in omgekeerden zin, zijn verscheidene declen van de zesticude-eeuwschc plechtigheid niet of onvoldoende bekend, o. a. op welke wijze de rederijkers het opgegeven onderwerp: ,^/yt jonsten vemigiiit en minzaem scheiden", bij hun intrede hebbou verduidelijkt. Welnu, hoe vermetel ook, op zieh zelf, eens voorgelegd aan onze bloeiende Viaamsche volks maatschappijen, wier kunstzin en vaderlandsliefde werkelijk boven allen lof verheven zijn, bleek het ontwerp der Akndeniie geenszins bovenmeuschelijke krachten te vergen ! Tot eere van onze Scheldestad mag het gezegd worden: de geheele bevol king heeft het plan der inrichters niet alleeu met geestdrift toegejuicht, maar geen vau de velen, in wier macht liet was, iets tot de verwezenlijking bij te dragen, heeft, zich onbetuigd gelaten. Heeldende kunstenaars, letterkundigen, componisten eu muzikanten, hebben de veertien maatschappijen, welke zieh voor de vorming van den stoet hadden aangeboden, belangeloos ter zijde gestaan; de grootc heeren van handel en fiiuintie hebben een klein kapitaal tot beschikking gesteld vau de in richters ; en de machtige volksmaatschappij Anti'-fi-jji'ij Voni-nil! heeft een reclame op touw ge zet, welke een Baruum hun zou benijden ! Doch, wat boven al 't andere bewondering ver dient, dat is de onbeschrijflijke ijver der nederige burgers en volksjong-ns, welke, het ledental der maatschappijen uitmaken. Gedurende de twee maanden Juni eu Juli was er haast geen dag, waarop niet bij hoogdringendheid vergaderd diende, om een of ander gewichtig vraagstuk, de deelne ming van eiken kring betreffende, te bespreken en op te lossen. A'eleu dreven de zclfopolfering zoo ver, dut zij zelven het, huren vau een kostuum, teil prijze van .", l, 5 en 000 franken, bekostigden. | hebben. Men schijnt in het Paradox-theater j liet répertoire zeer dikwijls te veranderen en er wordt spoedig weer een nieuw stuk ge speeld." :.God beware me. Ik hoop dat mijn blij spel eenigen tijd gegeven zal worden. Intus schen als ik eenigeu invloed kan uitoefenen j zult u de rollen afschrijven." Derrick stond op en liep door de karner. :>Ga voort, lief kind. Vertel mij alles. Ik ben oud genoeg om uw vader te zijn. Kn ik hm! u interesseert me, en hoewel schrijvers in den regel tot een soort menschcii behooren, die door jonge meisjes ge meden moeten worden let daar goed op zoo kunt u mij toch als een uitzondering op den regel beschouwen. K n u moet aan uw moeder zeggen, dat ik een zuster gehad heb eu dat ik daarom, zoo gaarne zou wengchen u van nut te kunnen zijn !'' Hij zag haar sterk aan met zijn eerlijke grijze oogen waarin een vreemde glans kwam. Haar donkere oogen ontmoetten de zijne en een poosje bleven beide elkaar aanzien. Kindelijk sloeg zij de hare neder en begon nieuw papier in de machine te leggen. Kr ontstond een stilte. Onbestemde gedachten en wensclicn waren iu .Derricks gemoed ontstaan. Waarom zij juist nu ontstaan waren, was voor hem een geheim. Plotseling zei het jonge meisje »zou het niet goed zijn voort te gaan:--" i »Ik ben niet van plan mijn hoofd nog | verder te vermoeien," antwoordde hij bej daard, »zeker niet in de paar eerste uren." »Maar wij hebben nog geen bedrijf ge reed !" riep zij uit. l --Goed," zei hij onverschillig, ;.wij zullen de drie bedrijven dan iu vijf' dagen verdeeletv' »Maar ik kan gemakkelijk twee bedrijven op n dag schrijven." :Ik niet. Veroorloof mij u op te merken dat, terwijl u naar mijn dictaat copieerde, ik mijne eigene gedachten uitsprak en een blij spel-dialoog is altijd een vermoeiende arbeid. Ik moet wat rusten en ik ben zeker dat 't, ook voor u goed is. Wij zullen een paar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl