De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 14 augustus pagina 7

14 augustus 1892 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 790 DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. De Eerste Kamer op g Augustus. Een half uur na de opening. JULIUS PRUTTELMAJSr BROMMEIJER. Ik heb een bericht gelezen,dat mijngoed humeur een weinig heeft aangetast. In den laatsten tijd ging alles nog al be hoorlijk in ons ge zegend Nederland. Je kondt spreken van een opgewektheid.die overal viel waar te nemen, om het land goed te regeeren, de banden tusschen volk en.vorstin, tusschen hoog en laag nauwer toe te halen en aan die weergaasche ver deeldheid, waardoor wij weldenkende ge zeten burgers mach teloos waren tegen over het gemeen, een eind te maken. Sedert ik op het Loo ge- w"' weest was, v. Tienhoven de portefeuille had aanvaard, Tak zich had laten vinden om achter Pierson te gaan staan, Lely de Zui derzee, Siijffardt het leger, Jansen de Marine en v. Dedem Oost- en West-Indiöonder zijn beheer had genomen, was er wezenlijk wat vaart gekomsn in het schip van Staat. Nadat. v. Houten zich voor de belastingwetten ge spannen had en Hartogh zyn draai had ge nomen, dacht ik, zou alles wel goed blijven gaan. Miar nu lees ik, dat in het kabinet zelf een verschil van meen ing bastaat over de orde van werkzaamheden. Tak zou de kieswet en Pierson de bedrijfsbelastiug willen laten voor gaan, en als er eens iets is aan den knikker, dan ^veet ieder _ wel, dut het met het geregeld knikkeren uit ia. Dat zou me ontzettend spijten, want wanneer ze niet ??cloor.kmkk.eren komt er zeker ruzie. Ik heb daarop eens aan v. Houten geschre ven, om te weten wat h:j van den toestand dacht, en hij antwoordde mij, dat hij er vast op rekeivb bij do badrijfsbelasting gelijke diensten te zullen kunnen praesteeren als bij de vermogensbelasting, maar ook hij wist niet nf zijn hulp door de Kamer wel begeerd zou worden..E-.1 was, zoo schreef hij. een fout 1)3gaan, door Pierson. Pierson had in de Kamer gezegd: neam nu de invoering van de vermo gensbelasting op IS!) j aan, dan ben jol ui van zelf' gedwongen ook; d6 bedrijfsbelasting da delijk in hahandeling te neman, zoo lat die ook met M;i IS)! kan worden ingevoerd. E a daar het in den m;nsch zit, en dus ook in Kamerleden, steeds te willen doen wat verbo den is. werd door het knellen van dien zich zelf aangaleglen band de lust geprikkeld nu weer juist ecu anderen kant uit te gaan. En van (ijze omstandigheid zal Tak gebruik ma ken om zijn kieswet op den voorgrond te schuiven. Ik heb daarop aan Pierson geschreven geen gevolg te gaven aan zijn plan om v. Houten nu reeds de Oranje-Xassau-orde te geven, maar Z. Exc. aangeraden hem te doen weten, dat hij een Leeuw zal krijgen, als de bedrijfs belasting op l Mei 189)} zal zijn ingevoerd. Want om de waarheid te zeggen, hoe goed van Houten zich ook in den laatsten tijd gehouden heeft, vertrouwen doe ik hem toch niet. Het beroerde is, dat hij en de rest bij vroegere gelegenheden reeds zoo dikwijls voor de spoedige uitbreiding van kiesrecht zich nebben verklaard, dat zij best allemaal op een goeden dag kunnen zeggen door een of andere uitspraak gebonden te zijn, oiu Pier son ontrouw te worden, want het spreekt van zelf, als men van twee uitspraken er n ver geten moet, kan men het even goed de een als de ander doen, dat wordt een werk van knoopen tellen en aan alle politieke buis jes zitten knoopen genoeg om je heel gemak kelijk te kunnen vér-tellen. Pierson evenwel wilde van deze mijne vrees niets weten. Neen, zoo antwporde hij, het corps afgevaardigden waarmede ik te doen heb, is een keurcorps, met een tucht en een esprit de corps, zooals je dat nog nooit gezien hebt, Van Houten is mij, het volk en onze partij zóó genegen, dat hij graag zijn plaats in het parlement zal willen afstaan, als hij daarmede slechts het succes mijner ontwerpen kan be reiken. Hij is een veldheer over wiens lijk de vijanden moeten gaan. willen zij de poort binnendringen. Het eenige wat hem voor een pogenblik van de wijs zou kunnen brengen. is, dat hij Levy tegenkomt; dan zou hij, men houde hier het derde van de vergelijking in het oog uit instinct even op zij uitwij ken om te blaffen, maar ook maar even, want uit diep gevoeld partijbelang heeft ook Leyy beloofd, zoolang ik aan 't wetgeven ben niet te zullen bijten. Misschien, Brommeijer. heeft u op de kermis vroeger wel ee.ns een gooche laar gezien met kanaries, die zich laten dood schieten en daarna toch weer in hun kooitje vliegen. Zoo. mijn waarde Heer, is mijn parlement. V. Tienhoven, dien ik verleden week deze vergelijking noemde, was verbaasd over het juiste van dat baeld. Pierson, riep hij uit, ik heb te Amsterdam haal wat steun ondervonden, maar de gemakkelijkheid, waar mede jij zoo'n vijftigtal hebt gebiologeerd. gaat mijn begrip te boven. Is dat nu wezen lijk alleen je welsprekendheid of pas je ook het ean of ander middeltje toe'.' je werkt toch niet mat chloroform ?. .. E'i w.it nu U\v raad betreft ik waardeer natuurlijk du goede bedoeling om v. H mten een lyeuw in 't vooruitzicht te stellen, op voorwaarde dat hij de bedrijfsbelasting even onverschrokken zal verdedigd hebban, als hij il.it de vermogens belasting heeft gedaan, ik moet u zeggen, ge bewijst daarmede mijn adjudant niet te ken nen. V. Houten is ean geboren republikein, de kroon is voor hem niet iets wezenlijks - louter oen oi'iii»i"nL Spreek je met v. Houten over de kroon, wal ik als oi'liciëel raadsman liefst niet doe, dan heb je alle kans hen) te liooren zeggen : dat hij geen andere kroon kent en waardeert, dan de kroon der deugd. Een lintje, zie je, hij zal het aan nemen als een ornament van de lapel zijns jas. maar ook als niet meer dan dat. en nu is het lintje van de Oranje-Xassau ornamentief niets minder dan dat van de L"euw, Xeen. een man als v. H >utcn zou m >n alleen kunnen eercn op waardige wijs. door /,iju portret te laten schilderen, gelijk men dat van mij en van v. Tienhoven heeft gedaan. Maar waar zou men het moeten ophangen ? In de een of andere Aula past hij niet, en een Pantheon bezitten wij niet. Ik heb er al eens over nagedacht, en dan komt mij nog het beste voor zijn beeld te plaatsen boven de schatkist. De Bankwet, Billiton en de Ver mogensbelasting zullen eeuwig van hem spre ken en elke Minister, die met beide handen put uit een zoo welgevulde schatkist, zal dankbaar opzien tot den man, die voor dien overvloed heeft gezorgd. Altijd diezelfde optimist en enthousiast, precies als toen hij in de Bocht zijn pro gressie kwam verdedigen; hij zal r.og eens leelijk aan de lamp likken, want te vertrou wen is dat volk, waarop hij rekent, vo ir geen cent! zei ik bij me zelf, toen juist Korthals Altes binnenkwam, die met me de belangen van de Rijnvaart wilde bespreken. Ik had meer in 't bijzonder kennis met hem gemaakt bij de feestelijke opening; ik was toen eerst op de Ceres" bij de koningin en het koninginnetje, en hij, met Hubrecht op de »Diana':, maar aan het dejeuner wa ren we naast elkander komen zitten en twee koopmansharten, 't spreekt van zelf. hebben elkaar maar van nabij te ontmoeten, om hoorbaar te kloppen en zóó open te gaan, dat ze zich niet meer kunnen sluiten Altes interesseerde me dadelijk door zijn uiterlijk. zijn goede manieren en zijn wijze van spre ken, maar ik had nog een bijzondere reden om mij tot hem aangetrokken te gevoelen, daar ik door het droevig sterfgeval van een oom van me vrouw toevallig kortelings eige naar was geworden, van eenige aandeden in de Amsterd Rijnbeurtvaart Tengevolge van dien band en ook omdat mijn oom dikwijls mij veel goeds van Alles als directeur en deskundige verteld had, zwom men wij onder dat dejeuner, om zoo te zeggen, in Rijnzaken en liet bleek me alras dat Altes een kijk op die dingen had, dien zelfs ('ordes hem zou kunnen benijden. Maar dat nam niet weg, dat hij zich toch een weinig bloot gaf in zijn opgewondenheid en bij zijn lust om den Amsterdamschen handel tot bloei te brengen. Dit maakte dat ik hem met mijn gewone rondborstigheid even lot de orde heb geroepen. Permitteer me. zei ik, na met hem re hebben geklonken, als eige naar van eenige aandeden moet ik u toch een klein yermaninkje toedienen; je geest drift voert je te ver ; je verliest voor het al gemeen belang, je eigen en mijn belang uit het oog. Dat u er voor gezorgd hebt hier aln de eenige vertegenwoordiger van do Am-terdam-che IJ'jnvaart. aanwezig te zijn, om met die Duitschers het, kanaal te openen, zoodat geen ander onder je duiven kan schieten, dat vind ik uil-lekend gezien. Maar wat nu die opening zelf' betreft, daar sreekr voor u en voor mij wel een gevaar in. Als .lat ka naal zoo goed is als jiülie zeggen, dan moest je er de attentie niet op vestigen, maar iiet stilletjes voor je eigen profijt gebruiken. Zoo zou een oude rot van de Bocht doen als ik. Wal. zal er i/n gebeu ren? Diezelfde Duitschers zullen je een vracht aken op het lijf' sturen, dat, je je eigen schui ten niet meer van den wal krijgt, en wat komt er dan terecht, van mijn aandeden ':' -fa, juilie denken hcd verstandig te zijn. en wat doe je7 ie mept. de concurrentie tegen je zelf in. Nu zul je, zeggen, maar dan kan ik mijn graan en een ander zijn petroleum voor nog lager vracht verschepen dan tegenwoordig en dat is weer goed gezien, doch waar blijft op die manier ons dividend? Altes haalde zijn schouders op. 't was dui delijk, dat hij een beetje vast zat... Maar daar kwam hij nu bij me, met een opgeruimd gezicht. ..Mijnheer Brommeijer, heb geeil zorg, ik heb eens goed 'onderzocht wat de Duitschers van plan zijn te doen, en nu kan 5k je verzekeren, dat er geeu enkele reederij aan den Rijn is, die voorloopig n schuit zal sturen. Wij zullen door de opening van het kanaal minder kosten hebben, maar de Manheimers. de Mainzers en al die andere lui denken er niet aan in ons vaarwater te komen. Des te beter Altes, antwoordde ik; dat valt me genoeg mee In elk geval bezorg je me een genoeglijker! dag... en ik zou heelemaal tevreden kunnen zijn. had ik niet een bericht uit den Haag gekregen, dat me onpleizierig stemt... Willen ze misschien het kanaal verbreeden? Xeen dat niet. Willen ze dan de Lek tot op '2 meter ."'J uitdiepen ? -Xeen dat ook niet? Of denkt L°ly, op Kievit* raad, den Rijn voor Amsterdam te brengen'r Volstrekt niet. Wat dan r Ja jongen, dat kan ik je niet zeggen, je bent zoo verschrikkelijk gevoelig voor het algemeen belang: de politiek spookt weer iu den Haag. . . Altes gelaat betrok. Ik wou hem zijn dag niet bederven, en heb het hem maar niet verteld. DE TAND DES TIJDS. In onzen tijd van kunstgebitten schijnt ook de tand des tijds nieuwe eigenschappen te hebben gekregen. I i; wist reeds, uit <teme.'«edeelingen van den >"i/'i<jlmi r*'./ r of staat het misschien in llru'jn' dat die ta:id soms zware builen slaat. Xu schrijft de Ilaagsche correspondent van de ijroitiiijcr ('niü'iini. naar aanleiding van de laatste in zijn woonplaats gehouden parade: Daar kwam noir bij, dat, in plaats van een stijf, oud generaal, die als een iedepon jp zijn rossinant gebonden zit, geiijk wij er zoo menigmaal een te zien krijgen, ditmaal de parade geïnspecteerd werd door generaal van Helden, een knap. kloek officier, aan wiens rankheid de tand de.s tijds niet heeft durven tornen.'' Dezelfde correspondent heelt den Gronin gers 'lezer dagen geschreven over een orkest. waarin de tand des tijds zich hoorbaar deed gevoelen.'' Gelukkige Groningers, die in eiken bri-tf van dezen Hagenaar zooveel verrassendslezriii Moge de tand des tijd.i de veder van dezen auteur en den inhoud van zijn inkip >; o:uu'.:>gevochten luien'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl