Historisch Archief 1877-1940
No. 791
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een snuifdoos voor de Bulgaren en een snuifje voor den czar.
Uit Bulgarije's hoofdstad trok
Minister Stamboeloff,
De raadsman van vorst Ferdinand,
Naar Abdoel-Hamid's hof.
Vorst Ferdinand? Die titel is
Voor enklen nog quaestieus.
Wel kozen de Bulgaren hem,
Maar 't was niet Rusland's keus.
De czar wil in Sofia slechts
Een Russischen satraap,
En wie zich in die rol niet schikt
Logeert er »in den aap."
Maar Ferdinand hield knapjes vol,
Hij zei: »J'y suis, j'y reste."
En Stamboeloff dacht wel te vree:
»Ons prinsje maakt het best!''
De sultan vond hem óók niet kwaad
En die is suzerein!
(In theorie is dus zijn macht
Heel groot, maar anders klein.)
j» Als /*£ mij maar erkennen wou I"
Zei Ferdinand bedroefd,
«Dan was de czar, met Hitrovo
En heel die pan, getroefd l
?Hoor eens. vriend Stamboeloff', jij deelt
Hier toch de lakens uit;
Als jij nu naar den sultan gaat
En hem precies beduidt,
Dat hij van Rusland toch niets krijgt
Dan klappen bij de vleet,
En zijn attentie beter aan
Een buur als mij besteedt,
»Dan.." «Schei maar uit" zei
Stamboeloff
»'k Begrijp er alles van ;
Ik pak mijn reistasch. en ik zal
Probeercn wat ik kan "
Uit Bulgariie's hoofdstad trok
Minister Stamboeloff',
De raadsman van vorst Ferdinand,
Naar Adboel-Hamid's hof.
De sultan (komt het daarop aan
Dan is hij lang niet kaal)
Ontving den Balkan-Bismarck met
De schitterendste praal.
Een eerewacht, en een diner
Bij Abdoel's grootvizier,
Kreeg Stamboeloff, en had dus van
Zijn reis al veel pleizier.
Maar toen kwam d' audiëntie; daar
Oreerde Stamboelotf
Als wijlen Brugman, lang en schoon,
En maakte braaf zijn hof.
En Abdoel Hamid knikte zeer
Genadig met het hoofd.
»Je bent een knappe vent", zei hij
»Dat heb 'k altijd geloofd.
Maar die erkenning hm! dat gaat
Zoo heel gemaklijk niet,
Zoo als je, in 't Berlijnsch traktaat,
Artikel zooveel, ziet.
»Kom, Majesteit!" zei Stamboeloff
»Als U nu eens begon!"
»Ik wou wel" zei de sultan toen
-Ik wou wel... als ik kon".
Komt tijd. komt raad. Heb jij nu maar
Een poosje nog geduld,
Dan wordt door mij je groote wensch
(Misschien al gauw) vervuld.
En neem nu vast als souvenir
Van mij die snuifdoos aan.
(Een lintje krijg je later wel,
Als 't zaakje is afgedaan).
Als jij daaruit den czar maar vaak
Een snuifje presenteert,
Dan heb je (al zei ik niets) vandaag
Alweer een boel geleerd''.
Naar Bulgarije's hoofdstad trok
Minister Stamboelotf.
Hij heeft zijn snuifdoos goed gevuld
Aan Abdoel Hamid's hof.
SNUIFJES.
De Groothertog van Saksen, heeft de
Sporttentoonstelling bezocht en Iki Dagblad ratt
Z. 11. en 's Gr. weet te vertellen, wat de eere
voorzitter van deze expositie heeft gezegd en
gedacht.
De Groothertog vond het gebouw een suc
ces en van een fraaie opvatting.
De Vlaardingsche Chais verraste den Groot
hertog blijkbaar.
1'De rijtuigen boezemden hem belangstel
ling in.
De inzending v. Pallandt v. R. en die van
Hoboken _ wekten zijn levendige belangstelling
en betuigingen van ingenomenheid.
De afdeeling Aipinisme vond de Groother
tog hoogst welgeslaagd en aantrekkelijk.
De Groothertog was zeer opgetogen over
de uitnemende en fraaie exemplaren van
arresleden, die bijzonder HDz. opmerkzaamheid
trokken.
De wapen-tropheeën van den heer Huyges
vond de Groothertog heerlijk schoon.
De schilderijen behaagden den Groothertog
zeer.
De jachtsportschilderijen in de afdeeling
Engeland wekten des 'Groothertogs welge
vallen.
Voor de reiskoets van wijlen Willem III
stond de Groothertog eenige oogenblikkcn stil.
Na nog veel met nauwkeurigheid, aandacht
en nauwgezetheid bezichtigd te hebben,,,verliet
de Groothertog hoogst ingenomen en voldaan
het gebouw, na de uitdrukking van Hoogst
Deszelfs tevredenheid iu do vleiendste en
minzaamste bewoordingen aan
deriRegeeringsCommissaris en het- uitvoerend Comité'te
hebben betuigd. De groothertog; uitte dank
na het genotene en betoonde zich zeer in
genomen met het Eere-Voorzitterschap eener
zoo fraaie expositie.'1
Ik ben jaloersch opdien groothertog ; zoo'n
tevreden mensch en dat in onzen lijd van
kritiek! Ook jaloersch op het Dvibi<i<l niu
Z.-I1. en '.s- (f., dat van nabij dien groothertog
heeft kunnen gadeslaan en al die ingenomen
heid heeft mogen vermelden. Vond ik het
heden niet wat al te warm om mijn best te
doen, ik zou ook eenige vleiende woorden
zoeken om met een allerminzaamst briefje een
j potje stroop aan het Dagblad te zenden, teneinde
het te beloonen voor het welgevallen, de
nauwgezetheid, de nauwkeurigheid, de
aandacht, de opgetogenheid en ingenomenheid
waarmee het zich van zijn plicht, heeft ge
kweten. Misschien voegde daar de
Regeeringscommissaris of het uitvoerend comit
dan wel een kwastje bij?in de een of'andere
afdeeling ongetwijfeld voorradig.
Het is mij dezer dagen gebleken, dat man
schappen, die bij het wapen der marechaussee
dienen, om tot brigadier te worden bevorderd,
een examen moeten afleggen, dat door een ma
joor wordt afgenomen. Is de uitslag gunstig,
dan wordt de nieuwe brigadier door de
arrondissements-rechtbank beöedigd als hulp
officier van justitie.
Ik las dit met genoegen, omdat het een
nieuw bewijs is voor de algemeene ontwik
keling van' onzen militairen stand. Leden
van rechtbanken zijn daarenboven even als
majoors hoog-eilel-gestrenge heeren ; waarom
zouden zij het onderzoek naar de kennis van
wei ten en verordeningen d-an niet aan deze
krijgslieden overlaten?
['k' hoop. dat men op die wijze meer partij
zal trekken van de talenten onzer officieren.
Zoo zouden de kolonels en de generaals een
handje kunnen helpen bij de akademische
examens, de kapiteins en luitenants bij de
examens van het middelbaar onderwijs.
Mon moet den algemeeneii dienstplicht niet
eenzijdig opvatten!
* *
Nu hebben de Haarlemmers, zonder daar
iets bijzonders voor te hebben gedaan, den
lieer v! Goor. den bekenden commissaris van
politie te 's Ilertogenbosch, tot
hoofdrustbewaarder gekregen. Waarom juist zij?
Op groote mannen in elk vak en vooral
op uToote mannen in het politievak heeft
Amsterdam liet meeste recht, en ook, zulke
mannen zelf kunnen nergens zich beter te
huis gevoelen dan juist te Amsterdam.
Waarom hebben Vening Meinesz en Steen
kamp zich dit buitenkansje laten ontgaan om
hier ter stede, om zoo te zeggen, een
politiehoogeschool te stichten ?
Ook staat hier de plaats van commandant
der brandweer nog altijd open. Zou nu van
Goor niet daarvoor de aangewezen man zijn
geweest?
Te_'s Bosch had men er iets tegen, zooais
| dat in een provinciestad meer het geval is,
dat y. Goor altijd met een hoogen hoed
: liep. Hier zou hij gerust zijn cylinder kunnen
dragen, zelfs al ware't eene grijze, want sedert
' Pierson's vertrek naar den Haag hebben -.vij
; van die soort n minder dan ons toekom?.
LAATSTE DÉPÊCHES VAN HET
MINISTERIE VAN OORLOG.
^ 1_.HO u. nam. De Minister heelt,
krachtens Kon. machtiging, het rooken buiit-n
dienst toegestaan, ook in andere dan .ie
dagelij ksche tenue.
l!» Aug. l.od nam. De Minister heeft be
paald, dat de schoenen bij de infanterie
voortaan niet meer met slagnummers, doch
met brandnummers zullen worden gemerkt.
10_ Aug. 1.IS nam. Bij besluit van den
Minister van Oorlog zullen chacotzakjt-s.
worden ingevoerd, om het glinsteren der
vu1sierselen te voorkomen, in het gevecht.
1!< Aug. '2 u. De officieren zullen voortaan,
op last van den Minister, zwartlederen '.\\
plaats van be-iiijnsch zilveren sabclschedcu
dragen.
10 Aug. 2.50. Op last van den
van Oorlog zullen de manschappen, die door
het transpireeren sterk blinkende aanger.iehtea
hebben, van voiles worden voorzien.