Historisch Archief 1877-1940
No. 792
DE AMSTERDAMMER. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
cischt, dat de leerling goed lager onderwijs met
vrucht gevolgd heeft.
De afdeeling B, toegankelijk voor hen, die eene
Hoogere Burgerschool met driejarigen cursus met
vrucht doorloopen hebben, is bestemd voor land
bouwers, die eene meer wetenschappelijke op
leiding verlangen, voor toekomstige administra
teuren van bezittingen in Nederland en in Indië,
enz.
Het onderwijs in deze afdeeling omvat naast
de landbouwvakken, wiskunde en natuurweten
schappen, staatsinrichting en staathuishoudkunde
en teekenen.
Zij, die deze afdeeling hebben doorloopen, kun
nen een staats-exarnen afleggen, waardoor zij den
titel van landbouwkundige verkrijgen, en dat hun
recht geeft hunne studiën voort te zetten aan
eene der instellingen tot oploi'ding van Indische
ambtenaren, waarna zij tot het groot Indisch
ambtenaarsexamen toegelaten wordfn.
Na volbrachte studie, zoowel in Afd. A als in
afd. B, is voortzetting daarvan op goed bestu
deerde landbouwbedrijven 't zij in Nederland of
in 't buitenland, een noodzakelijke vereischte,
terwijl voor het voortzetten der studie in de eene
of andere bepaalde richting het bezoeken van
scholen, die een by zonder doel beoogen, moet
worden aangeraden.
Ook voor hen, die naar Indiëgaan, kan er
niet genoeg op gewezen worden, dat practische
vorming in de richting, die men later wil inslaan,
een noodzakelijk aanvulsel is van het aan de
Uijkslandbouwschool gegeven onderwijs. Als
voorlieeld wijzen wij slechts op het bijwonen van een
praktischen cursus op eene goed ingerichte
boomkwoekerij, het medemaken van eene campagne op
eene suikerfabriek, het leeren smeden, enz.
De »Voorbereidende Cursus" heeft ten doel
aan Nederlandsche jongelieden de gelegenheid te
geven om voorbereidend onderwijs te ontvangen,
ter opleiding tot technisch ambtenaar bij het
boschwezen in Nederlandsch-lndië.
Alleen zij, die blijkens een getuigschrift van
den Directeur der Rijkslandbouwschool het on
derwijs op den Voorbereidenden Cursus ten einde
toe geregeld hebben bijgewoond, worden toege
laten tot het examen, dat aan het einde van den
cursus wordt afgenomen.
Zij, die aan de eischen van dit examen vol
doen, kunnen, ook worden toegelaten tot het af
leggen van het groot ambtenaars-examen voor
den Indischen dienst.
Directeur der school is de heer L. Broekwna.
De dichteres mevrouw Alberti-Mó'dlingor, dip
«nder den naam Sophie Verena talrijke romans,
novellen, vertalingen en verzen heeft doen ver
schijnen, is in haar vaderstad l'otsdam in den
ouderdom van 01) jaar gestorven. In 1K56 ver
scheen haar eerste novelle, Etse getiteld.
Bij den uitgever G. J. Slothouwer te Amers
foort verscheen: Het vóór en tegen van het sy
steem Kneipp, naar het Duitsch van Pastoor
Loevenbruck. De schrijver bespreekt de kuur te
Wörishofen zeer ernstig, verhaalt van resultaten
en mislukkingen, beschrijft de behandeling, deelt
mede dat zij niet helpt tegen organische hart
en longziekten, hersenverweeking,
ruggemergstering, vallende ziekte, etc. (hetgeen wellicht de
medici niet verwonderen zal) en wijst ook enkele
.schaduwzijden in het verblijf op de primitieve
badplaats aan.
DE WERKMAN EMELJAN EN DE LEDIGE
TROMMEL.
Een Sprookje naar Graaf Li:<> TOI.STOI.
Emeljan was daglooner. Eens «ing hij langs de
weiden naar zijn werk, toen er plotseling een
kikvorsch vóór hem over den weg huppelde; bijna
zou Emeljan hem vertrapt hebben. Hij liop dpn
kikvorsch voorbij. Plotseling vernoemt hij een
stem, die hem roept. Emeljan ziet om on bemerkt
een beeldschoon meisje, dat tot hem zegt:
Emeljan, waarom trouw je niet?" Hoe zon ik,
meisje-, trouwen ? Ik bezit immers niets, niemand
.zal mij willen nemen."
Schaakspel.
-3le Jaargang. i',H Augustus 18ÏI2.
Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen.
Adres: Mira Lodge, Deronda Road, Herne Ilill
Londen. S. E.
Ko. 15-2.
Van J. Pech te Praag
Zwart 5 stukken.
a h c il f t' g h
Wit (7 stukken) geeft in ."> zetter, ma
CORRESPONDENTIEWEDSTRIJD.
/et van \Vit.
A
l 0-0
2D e
,'5Pf3e5
i liessliti.
5 D e2
6 Ps'ttS
7 Pf 3(12
S Beslist.
l Ce
15
c4
I'cStll
K bl
L e7
Pd2fl
C
cd3;
h4
D (15;
Be<st.
L g5
D
e<15;
P (1-lfl
Tulol
ed5:
Ii3
i E
IM2e4
L a5
Pgle2
Tulel
L bö:
10; cdt:
efü:c.p. Pc2f4
höh 4
D f4 f3
') Beslat. !1) a4
'j L b5 !P dc6
| ';Tf7d7
\lieslist.'. cd5:
(15
ft
D ,12
Pd2f3
L g3
p.<-3 ; i
L b3
f3
PfSel
f5
Toen zeide het meisje: »Neem mij tot vrouw."
Het meisje behaagde Emeljan wol en hij zeide:
»Gaarne, maar waar zullen wij wonen?"
sDaarover behoeft men zich niet bezorgd te
maken", spreekt het meisje. »Men behoeft alleen
zooveel mogelijk te werken en zoo weinig moge
lijk te slapen, dan zullen wij overal kleederen
hebben en genoeg te eten hebben."
Nu goed. Trouwen we. Maar waar zullen we
heen gaan?"
Wij gaan naar de stad".
Emeljan ging met het meisje naar de stad.
Het meisje voerde hem een zeer klein huisje
binnen, aan het einde der stad. Zij trouwden en
leefden met elkander. Eens ging de czaar buiten
de stad een rijtoertje doen. Hij kwam ook het
huis van Emeljan voorbij. Erneljan's vrouw wilde
den czaar zien en liep de straat op. Toen de
czaar haar bemerkte, stond hij verbaasd.
»Waar mag toch wel zulk eene schoonheid
geboren zijn ?" De czaar Hot do koets stilhouden,
riep Emeljan's vrouw tot zich en vroeg haar:
:VVie zijt gij?"
' De vrouw van boer Emeljan," antwoordde zij.
«Waarom hebt gij, zulk een schoonheid, een
boer getrouwd ? Ge zijt voor czarina geboren."
«Dank voor de vriendelijke woorden," zeide zij,
?-maar ik ben wel tevreden met mijn boer."
De czaar wisselde nog eenige woorden met
haar en reed verder. Hij keerde naar huis terug.
Maar Emeljan's vrouw ging hem niet uit de ge
dachten. Den geheelen nacht sliep hij niet en
dacht er alleen over, hoe hij wel Emeljan diens
vrouw zou kunnen ontnemen. Toch kwam hem
niets geschikts te binnen. Hij riep zijn dienaren
bijeen en beval hun een middel uit te vinden.
Toen zeiden de dienaren van den czaar. »Neem
Emeljan als arbeider bij u in het paleis. Wij zullen
hem dood kwellen met werk, zijne vrouw blijft
dan weduwe, en dan kunt gij haar nemen." De
czaar deed ook zoo; hij liet Emeljan naar zijn kasteel
voeren en hem zeggen, dat Emeljan en zijne vrouw
in het slot moesten blijven wonen. i
De gezanten kwamen en schikten alles. Toen
zegt de vrouw: >;Goed, ga, werk daar den
ganschen dag en 's nachts kom je bij mij."
Emeljan nam het voorstel aan en ging naar
het slot. Toen vraagt hem een dienaar van den
czaar: «Waarom ben je alleen, zonder je vrouw?"
«Waarom zou zij met mij komen ? Zij heeft
immers een tehuis." Emeljan kreeg eene taak die
twee man te zwaar zou gevallen zijn. Emeljan
spande al zijne krachten in. en was voor den
avond gereed.
Toen de opzichter bemerkte dat hij klaar was,
gaf hij hem voor den volgenden dag ecu viermaal
grooteren arbeid. Toen Emeljan tehuis kwam,
vond hij alles netjes opgeknapt en gereed gemaakt;
de kachel was warm, het eten stond gereed. Zijne
vrouw zat aan tafel, naaide en verwachtte haren
man. Zij ging haar man tegemoet, diende het
avondeten op, liet hem zijn genoegen eten en
drinken on vroeg hem daarna naar het work.
»Hct is zwaar, het werk zal mijne krachten over
treffen ; zij zullen me nog dood plagen."
?Denk toch niet aan het werk, kijk r.och voor
waarts, noch achterwaarts, - noch daarnaar of'
je al veel godaan hebt. noch daarnaar of er nog
voel te doen over is. Werk maar door, dan zal
alles op den juisten tijd gereed zijn."
Emeljan legde zich te bed. 's Morgens ging hij
weder heen. Hij zette zich aan don arbeid en
koek geen enkele maal om. Tegen den avond
was alles afgedaan. Toon hij naar huis ging,
was het buiten nog helder dag. lederen dag
werd zijn taak vergroot, doch hij was steeds bij
tijds gereed en ging steeds thuis slapen. Aldus
verliep een week. De dienaars van den czaar
zagen dat zij met zulk Merk dpn boer niet konden
dood plagen. Zij bpgonnen hem nu tij n werk
op te geven. Maar daar kon ook niets mee uit
gericht worden. Het tinimennans-, metselaars-,
leidekkerswerk welke arbeid men hem ook
opgaf ??iederen arbeid bracht Emoljan op hot
gegeven tijdstip in gereedheid en ging dan naar
zijne vrouw, om te slapen.
* *
Zoo verliep de tweede week. Toen riep de rzaar
J) Van den hoer Vink ontvingen wij tle volgende
opgave: D I: 15e z. v. Zwa t: i!5; /' ?">: 15e z. v.
Wit nog onbekend; h ',; 15. I' f'3h4:, D lii:; 1) H:
15. D e4:f, K d8 IC. Wit ide heer Vinkl abandon
neert. We verzoeken den heeren //. l'oxtina
(Xoorderhaven I 209, Groningen) en H. l ink- (Groenmarkt,
Dordrecht) de schade in Partij D 5 door onderlinge
correspondentie te willen inhalen. Den Kien /et
in D 7 zal de heer V., naar we hopen, ten spoedigste
aan den lieer Vuurmans opzenden.
-) De heer Brandsma speeLlu in K i:: 15 , L e3:
en in K 10: 15 , a5. Willen de heeren Faber en
Steegstra hunne 10e zetten in dt-ze partijen 200
spoedig mogelijk tien heer llraiid.sma Vaartweg,
Hilversum) duen toekomen ''
\ ;:) Verzoeke voortaau volledig te sioteei'en.
j ') De heer JlumjeweiTl' is tot l SepU mbiT
verhiuj derd. zijne zetten geregeld op te geven.
H. J. d. n.
COi;ilESI'ONDr.XTIE.
zijne dienaars bij zich en zeide: »Voed ik ulieden
dan voor niet 'l Twee weken zijn verstreken, maar
ge hebt niets tot stand gebracht. Ge woudtBmeljan
zich dood laten werken en toch zie ik van uit mijn
venster hem iederen dag naar huis gaan, liedjes
zingende; of wilt ge mij voor den gek houden '/"
De dienaars zochten zich te rechtvaardigen en
zeiden: »Wij zochten hem in den beginne met
eenvoudig knechtenwerk om te brengen, maar niets
hielp. Ieder werk bracht hij tot stand, zonder
moe te worden. AVij gaven hem fijner werk op,
wij dachten: het gaat boven zijn verstand, maar
ook dat hielp niets. Waar zou hij de kunst wel
vandaan halen V Alles maakt hij, alles verstaat
hij. Kr moet ongetwijfeld of in hemzelf of in
zijne vrouw een toovenaar schuilen. Wij geven
hem thans iets op. dat hij bepaald niet maken
kan. Hij moet in n dag u een domkerk bouwen.
Laat Kmeljan bij u komen en beveel hem in n dag
een dom tegenover uw paleis te bouwen. Hn mocht
hij dien niet gereed hebben, dan kan men hem
onthoofden."
De czaar liet Emeljan komen en zeide tot
hem: sAldus luidt mijn bevel: bouw voor mij op
het plein vóór mijn slot een nieuwe domkerk, en
morgen avond moet zij klaar zijn. Maakt ge haar
af dan beloon ik je, houw je haar niet dan
laat ik je dooden." Emeljan hoorde de
czarenwoorden, keerde zich om en ging naar huis.
»Thans nadert mijn einde," dacht hij. Toen hij
te huis kwam, zeide hij tot zijn vrouw: «Thans
vrouw, maak je gereed; wij moeten vluchten,
anders zijn wij verloren."
»Zoo plotseling zoo bevreesd, dat je wilt
vluchten?"
»Hoe zou ik niet bevreesd worden ? De czaar
beval mij, morgen in n dag een dom te bou
wen. En wanneer ik hem niet bouw, dreigt hij
mij opteknoopen. Er blijft slechts een ding
over vluchten zoolang het nog tijd is."
De vrouw stemde daar niet mee in. -»I)e czaar
heeft veel soldaten, /.ij zullen ons overal opvan
gen. Hem ontvlucht men niet. En zoolang men
kracht heeft, moet men gehoorzamen."
-;Maar hoe moet ik dat, wanneer ik geen krach
ten heb 'i
>Ach liefste. Bedroef je niet, nuttig je avond
maal en ga naar bed, morgen sta je vroeger op,
je zult er wel mee klaar komen."
Emeljan ging naar bed ; zijne vrouw wekte hem.
-Ga", zeide zij. de dom is gereed, cv zijn nog
eenige kleine werkzaamheden aan te verrichten
om hem af te maken hier hol) je spijkers en
hamer, het is juist nog werk voor een dag."
Emeljan ging naar de stad werkelijk in bot
midden van liet plein stond eennieuwe domkerk:
nog maar een weinig werken en hij is gereed.
Emeljan zette zich aan den arbeid tegen den
avond was alles klaar. De czaar ontwaakte, keek
uit zijn paleis en wat ziet bij ? - - een dom staat
daar, Kmeljan bezichtigt hem, en waar een baak
ontbreekt, slaat hij er een in. De czaar ver
heugde zich niet zeer over don dom: hij ergerde
zich. want hij kan Kmeljan nu niet onthoofden.
hij kan hem zijne vrouw nkt ontnemen. De czaar
liet weder zijn dienaars bijeenroepen.
<>0ok deze taak beeft Emeljan vervuld, ik kan
hem niet laten onthoofden. Deze taak was hem
te gering. Gij moet iets moeielijkers bedenken.
Denkt na, anders laat ik u nog in /.iju plaats
opknoopen."
Toen sloegen de dienaars voor. dat de czaar Emel
jan eene rivier zou laten mak?, die rondom liet
slot zou moeten vlieten en waarop schepen moeten
zeilen. De rzaar beval Emeljan bij hem te komen
en doelde hem het nieuwe werk mede.
Wanneer je in n nacht oen domkerk kunt
bouwen, zal je het nieuwe werk wel kunnen vol
brengen. dus morgen moet alles gereed zijn.
Wanneer het niet gereed is, laat ik je het hoofd
at'homven."
Emeljan werd nog bedroefder dan de perste maal.
hij kwam geheel ter neder ifpslajren bij zijne vrouw.
-Zoo trpuriu'. heeft do czaar je iets nieuws op
gegeven ?" Kmeljan vertelde haar alles. Men
moet vluchten", zeide hij. Xijne vrouw echter
merkte op: Soldaten ontvlucht je niet: overal
wordt je gevangen, men moet gehoorzamen."
j UIT DE SCHAAKWERELD.
| Steinitz schrijft 01 .V,--)"-;/.- lin;':/
i aan de geruchten omtrent et i; t^veden
met Tstdiigorin, n:"l <;c m:;!^t'.' 'Aaai'ie L
%\'MaleIl. Volgen> iieia is t!e hitlc /aak t
JUl^sische joiu na tistt-n. T--ih!r''
i een matcii te l'cter.-hiii'g. "t' ?*
hij, \S'egens drukke ! n cr.a-:~ci.t
; van de hand wijzt n. Alleen bc!
} voor om, ingeval tle kabeinialc)
Axsociution, die dit. jaar te IMghton geliouden wer
den, is als volgt. In 'l hoe.fdtoiirnooi : eerste prijs:
J. H Blake (Suutliampton); tweede: II. Y. Wilsón;
derde: H. \V. Butler. In de tweede idasse. eerste
prijs: F. J. Sewell: tweede: C. H. Siierrard; derde:
J. ilullins. In 't damestournooi, eerste prijs : Madame
Ludoviei: tweede Miss Thorold : derde : Mrs. A. Hmith.
De match tusschen de voornaamste Engelsclie scha
kers, die in 't midden van September te Hellast zal
plaats hebben, zal een gewichtige verandet ing onder
gaan. De hoofdpersoon, E m. Lasker, heeft zieli op
'L laatste oogcnblik teruggetrokken; in zijn plaat
zullen ]!ird (Mi Mason meedoen, 't Zal dus een her
haling worden van 't Meesteriournooi te .Londen,
alleen met dit onderscheid, da! 't kwintet tut een
kwartet gereduceerd wurdt en de eerste viool ont
breekt.
J.asker speel! deze week een kleieen match rnet
dui vetrinan ]>ird, te Nol tingham. on vertrekt daarna
i mini eli-Ii i]K naar Aini'rika. waar ni-n een groote
Utunie.' in onl" heeft gebracht, die hem in ilc
geleg-'idi' :d xal stellen zich niet de voornaamste
Amorikaansche schakers te meten. 't. .U te honen, dat
iiinli-r deze engagementen ooi; et n match met
Lipschiitz voorkomt. \sant S'eiiiilz i^ te veel tacticus
om /.icl; intt tlergolijke gevaarlijke ondf rninninger
in i..' laten. L:p~cli;'i!z is t>. i. dt- een'ge sj.ieler ir
.\nitiika. 'lic 'l met eenig fat-oen in een match tegen
r kin t)]n!''men, indien ne : 'r groote respect
\ot>r e'kaars ver'iiensteii ei-ü^.iim iikomst onmt>geliji'
i maak;.
in "t Ta'eepaardensyM'l s L l'! et s L CL' :e kunnen
inde
i bhk een ge\viclitige match
l 1'ooNehen meester Wi Maw
tier sterkst" lïel'HjIi-cle M'(|...|'s. t'aro '.u m de eerste
twee partijen en maakte tle d< n'> i cm :~e, v\ ie 't eerst
drie wint is over^\ :nnaar. ^\ina^t'i. <tie , evenals
jJlackbiirne, een vooi tn ilelijk tonniot'!- maat' --b cht
matchspeler is, h.'eft ook in ilezen niaich weer weinig
kans op succes.
De uitslag van Je wedstrijden der C'^iaii'-s' Cin-as
P c6
5 d:' ."> L c7
« P !TC2 t'. 0-0
7 h3 7 P eS
S s4 >S ff
'/, \\art.
.'!. 11. lüiickliurno
',l I. li(» !) P u7
10 1> «1-2 ]() L e(i
II 00-0 11 P dl
.V:: iel 's zou wit il i .spe
./n e<'ii uitstekend
>pe! krrjg.ui.
12 r (U: 1-2 etU:
i:ïP e2 K! c5
U i i
£r koint thans
teekeni::g in 't srel. Beide
parhoe?" «Ach mijn liefste, je behoeft
niet bekommerd te zijn. Gebruik je avondmaal
en ga naar lied. Sta maar wat vroeger op, dan
zal alles wel terecht komen."
Emeljan ging naar bed. 's Morgens wekte zijne
vrouw hem. -Ga," zeide zij, »naar het paleis. Alles
is gereed. Op n plaats nog maar, aan de brug
tegenover het paleis, bevindt zich een heuveltje.
Hier heb je een spade, maak die plaats gelijk."
Emeljan ging op weg; in de stad aangekomen
zag hij een rivier rondom het slot, en schepen
zeilden er op. Hij liep naar de brug, tegenover
het slot, vond de ongelijke plaats en zette zich
aan 't werk.
De czaar ontwaakte. Wat ziet hij 'i een rivier,
op de rivier zeilen schepen en Emeljan maakte
met eene spade een heuveltje gelijk. De czaar
verschrikte, en de rivier en de schepen doen hem
geen vreugde aan : hij maakte zich boos, want
hij kon Emeljan niet laten dooden en dacht:
>\V'at uu te doen?" Hij liet zijne dienaars bijeen
komen en hield met hen raad.
* *
De hovelingen dachten na en overlegden. Ver
volgens kwamen zij tot hem en zeiden: »Emeljan
moet geroepen worden en gij moet hem zeggen:
Ga, ik weet niet waarheen, en haal, ik weet niet
wat." Dat zal hij zeker niet tot stand brengen,
want waarheen hij ook gaan mag, kunt gij altijd
zeggen, dat hij den juisten weg niet gaat; en wat
hij u ook brengen mag, zegt gij altijd, dat hij
het ware niet gebracht heeft. Dan kan men hem
dooden, en hem zijne vrouw ontnemen."
De czaar was verheugd. »Dat was slim be
dacht", riep hij uit. De czaar liet Emeljan
komen en zeide tot hem: »Ga, ik weet niet waar
heen, en haal mij, ik weet niet wat. En breng
je het ware niet dan laat ik je het hoofd
afbouwen."
Emeljan ging naar zijn vrouw en vertelde haar
wat de czaar hem bevolen had. Zijn vrouw werd
nadenkend.
Dit heeft men hem," zeide zij, tot zijn on
geluk opgestookt. Thans moeten wij sluw han
delen." Zij ging zitten, dacht na en zeide toen
tot haar man:
.(ie zult thans ver moeten loopen naar onze
grootmoeder. naar een oude
boerensoldatenmoeder baar raad moet je halen. Verkrijg je
van haar iets. ijl dan naar liet slot terug, ik zal
daar zijn. Thans ben ik in hunne handen. Zij
zullen mij met geweld nemen, maar voor geen
langen tijd. Zoodra je alles zoo doet, als groot
moeder bevoelt, zal je me spoedig vrij maken."
De vrouw bracht alles voor do reis in gereed
heid, gaf haar man een taschje. en ook eon
spinrokken. Dit geef je haar. ' Daaraan zal zij
zien, dat je mijn man bent". Zij wees hem ook
den weg. Emeljan ging buiten de stad, daar werden
soldaten geoefend. Hij bleef stann en keek toe.
De soldaten waren gereed en gingen uitrusten.
Emeljan trad op do soldaten toe eu vroeg: Weet
ge niet. vrienden, hoe men gaat. ik weet niet
waarheen, er. hoe men haalt, ik weet niet wat".
De soldaten vernamen het en stonden verbaasd:
Wie heeft je uitgezonden V"
De czaar."
\\ ij zeil." antwoordden de soldaten, gaan zoo
lang onze diensttijd duurt, en weten niet waar
heen, on kunnen steeds maar niet, op de jnisto
plaats aankomen; en zoeken wij weten zelf
niet wat on kunnen het niet vinden. Wij
kunnen je niet helpen".
Emeljan bleef nog eenigen tijd bij de soldaten
en (ring vervolgens vorder, totdat hij eindelijk in
een boscli kwam. In hot boscli stond pene hut.
In do hut zat pene oude vrouw eene
boerensoldatenmoeder zij spint vlas on weent, en de
vinmTs bpvochtiirt zij niet met speeksel, maar
mot tranen.
Toon zij Emeljan bemerkte, riep zij tot hom:
Wat moet je hier doen V" Toen reikte Emeljan
haar bet spinrokken over on zeido. (lat zijn vrouw
hem hicrlii'C!-. ne'-tuurd had. De wouw werd
tcr--ttniil vriendelijker on vroeg verder na. Toon ver
telde Emeljan haai' ueheel zijn noodlot: hoe hij
een meisje trouwde, hoe hij naar de stail trok,
hm' hij naar het palcis geroepen werd. hoe hij
18
is
14 f(j i«) 1,5 u)
tijen spelen op aanval.
14 f(j
15 f5 15 L 1'7 20 P 15 20 P f5:
L n->: 16 b;;, a j 17 21 L f S: 21 P e3
K b- e''f' ,<, - 22 L e7: 22 D e7:
h4 11) ao 03 T dirl! 23
16
17 P s3 04 j) ev> ->i r efi
Met 't doel de kwali- * R ,., ^^
teil te winnen: maar t -£ " "- -Jj ?" _";???
plan is nicM diep genoeg. -? -*- ;l' -" ''<*?
17 P 14 of 17 K bl wa- De Positie is zoo inte
ren heter. ressant, dat zij een
dia17 L n-2:
ini ve. tiient.
27 T
i :. L
a'^I
h
erini
Uiackburne van welfi"-.
28 T ir l 2S I) bC
2!) K cl 2tl t-4!
30 dei: 30 P c4:
31 l»3 31 (13!!
't Slot is onbetaalbaar.
32 cd.">: 32 I) gl:f
33 L l! 33 L a-4:
34 I) el 34 D d4
35 Opgegeven.