De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 28 augustus pagina 5

28 augustus 1892 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 792 DE AMSTERDAMMER. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. cischt, dat de leerling goed lager onderwijs met vrucht gevolgd heeft. De afdeeling B, toegankelijk voor hen, die eene Hoogere Burgerschool met driejarigen cursus met vrucht doorloopen hebben, is bestemd voor land bouwers, die eene meer wetenschappelijke op leiding verlangen, voor toekomstige administra teuren van bezittingen in Nederland en in Indië, enz. Het onderwijs in deze afdeeling omvat naast de landbouwvakken, wiskunde en natuurweten schappen, staatsinrichting en staathuishoudkunde en teekenen. Zij, die deze afdeeling hebben doorloopen, kun nen een staats-exarnen afleggen, waardoor zij den titel van landbouwkundige verkrijgen, en dat hun recht geeft hunne studiën voort te zetten aan eene der instellingen tot oploi'ding van Indische ambtenaren, waarna zij tot het groot Indisch ambtenaarsexamen toegelaten wordfn. Na volbrachte studie, zoowel in Afd. A als in afd. B, is voortzetting daarvan op goed bestu deerde landbouwbedrijven 't zij in Nederland of in 't buitenland, een noodzakelijke vereischte, terwijl voor het voortzetten der studie in de eene of andere bepaalde richting het bezoeken van scholen, die een by zonder doel beoogen, moet worden aangeraden. Ook voor hen, die naar Indiëgaan, kan er niet genoeg op gewezen worden, dat practische vorming in de richting, die men later wil inslaan, een noodzakelijk aanvulsel is van het aan de Uijkslandbouwschool gegeven onderwijs. Als voorlieeld wijzen wij slechts op het bijwonen van een praktischen cursus op eene goed ingerichte boomkwoekerij, het medemaken van eene campagne op eene suikerfabriek, het leeren smeden, enz. De »Voorbereidende Cursus" heeft ten doel aan Nederlandsche jongelieden de gelegenheid te geven om voorbereidend onderwijs te ontvangen, ter opleiding tot technisch ambtenaar bij het boschwezen in Nederlandsch-lndië. Alleen zij, die blijkens een getuigschrift van den Directeur der Rijkslandbouwschool het on derwijs op den Voorbereidenden Cursus ten einde toe geregeld hebben bijgewoond, worden toege laten tot het examen, dat aan het einde van den cursus wordt afgenomen. Zij, die aan de eischen van dit examen vol doen, kunnen, ook worden toegelaten tot het af leggen van het groot ambtenaars-examen voor den Indischen dienst. Directeur der school is de heer L. Broekwna. De dichteres mevrouw Alberti-Mó'dlingor, dip «nder den naam Sophie Verena talrijke romans, novellen, vertalingen en verzen heeft doen ver schijnen, is in haar vaderstad l'otsdam in den ouderdom van 01) jaar gestorven. In 1K56 ver scheen haar eerste novelle, Etse getiteld. Bij den uitgever G. J. Slothouwer te Amers foort verscheen: Het vóór en tegen van het sy steem Kneipp, naar het Duitsch van Pastoor Loevenbruck. De schrijver bespreekt de kuur te Wörishofen zeer ernstig, verhaalt van resultaten en mislukkingen, beschrijft de behandeling, deelt mede dat zij niet helpt tegen organische hart en longziekten, hersenverweeking, ruggemergstering, vallende ziekte, etc. (hetgeen wellicht de medici niet verwonderen zal) en wijst ook enkele .schaduwzijden in het verblijf op de primitieve badplaats aan. DE WERKMAN EMELJAN EN DE LEDIGE TROMMEL. Een Sprookje naar Graaf Li:<> TOI.STOI. Emeljan was daglooner. Eens «ing hij langs de weiden naar zijn werk, toen er plotseling een kikvorsch vóór hem over den weg huppelde; bijna zou Emeljan hem vertrapt hebben. Hij liop dpn kikvorsch voorbij. Plotseling vernoemt hij een stem, die hem roept. Emeljan ziet om on bemerkt een beeldschoon meisje, dat tot hem zegt: Emeljan, waarom trouw je niet?" Hoe zon ik, meisje-, trouwen ? Ik bezit immers niets, niemand .zal mij willen nemen." Schaakspel. -3le Jaargang. i',H Augustus 18ÏI2. Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen. Adres: Mira Lodge, Deronda Road, Herne Ilill Londen. S. E. Ko. 15-2. Van J. Pech te Praag Zwart 5 stukken. a h c il f t' g h Wit (7 stukken) geeft in ."> zetter, ma CORRESPONDENTIEWEDSTRIJD. /et van \Vit. A l 0-0 2D e ,'5Pf3e5 i liessliti. 5 D e2 6 Ps'ttS 7 Pf 3(12 S Beslist. l Ce 15 c4 I'cStll K bl L e7 Pd2fl C cd3; h4 D (15; Be&ltst. L g5 D e<15; P (1-lfl Tulol ed5: Ii3 i E IM2e4 L a5 Pgle2 Tulel L bö: 10; cdt: efü:c.p. Pc2f4 höh 4 D f4 f3 ') Beslat. !1) a4 'j L b5 !P dc6 | ';Tf7d7 \lieslist.'. cd5: (15 ft D ,12 Pd2f3 L g3 p.<-3 ; i L b3 f3 PfSel f5 Toen zeide het meisje: »Neem mij tot vrouw." Het meisje behaagde Emeljan wol en hij zeide: »Gaarne, maar waar zullen wij wonen?" sDaarover behoeft men zich niet bezorgd te maken", spreekt het meisje. »Men behoeft alleen zooveel mogelijk te werken en zoo weinig moge lijk te slapen, dan zullen wij overal kleederen hebben en genoeg te eten hebben." Nu goed. Trouwen we. Maar waar zullen we heen gaan?" Wij gaan naar de stad". Emeljan ging met het meisje naar de stad. Het meisje voerde hem een zeer klein huisje binnen, aan het einde der stad. Zij trouwden en leefden met elkander. Eens ging de czaar buiten de stad een rijtoertje doen. Hij kwam ook het huis van Emeljan voorbij. Erneljan's vrouw wilde den czaar zien en liep de straat op. Toen de czaar haar bemerkte, stond hij verbaasd. »Waar mag toch wel zulk eene schoonheid geboren zijn ?" De czaar Hot do koets stilhouden, riep Emeljan's vrouw tot zich en vroeg haar: :VVie zijt gij?" ' De vrouw van boer Emeljan," antwoordde zij. «Waarom hebt gij, zulk een schoonheid, een boer getrouwd ? Ge zijt voor czarina geboren." «Dank voor de vriendelijke woorden," zeide zij, ?-maar ik ben wel tevreden met mijn boer." De czaar wisselde nog eenige woorden met haar en reed verder. Hij keerde naar huis terug. Maar Emeljan's vrouw ging hem niet uit de ge dachten. Den geheelen nacht sliep hij niet en dacht er alleen over, hoe hij wel Emeljan diens vrouw zou kunnen ontnemen. Toch kwam hem niets geschikts te binnen. Hij riep zijn dienaren bijeen en beval hun een middel uit te vinden. Toen zeiden de dienaren van den czaar. »Neem Emeljan als arbeider bij u in het paleis. Wij zullen hem dood kwellen met werk, zijne vrouw blijft dan weduwe, en dan kunt gij haar nemen." De czaar deed ook zoo; hij liet Emeljan naar zijn kasteel voeren en hem zeggen, dat Emeljan en zijne vrouw in het slot moesten blijven wonen. i De gezanten kwamen en schikten alles. Toen zegt de vrouw: >;Goed, ga, werk daar den ganschen dag en 's nachts kom je bij mij." Emeljan nam het voorstel aan en ging naar het slot. Toen vraagt hem een dienaar van den czaar: «Waarom ben je alleen, zonder je vrouw?" «Waarom zou zij met mij komen ? Zij heeft immers een tehuis." Emeljan kreeg eene taak die twee man te zwaar zou gevallen zijn. Emeljan spande al zijne krachten in. en was voor den avond gereed. Toen de opzichter bemerkte dat hij klaar was, gaf hij hem voor den volgenden dag ecu viermaal grooteren arbeid. Toen Emeljan tehuis kwam, vond hij alles netjes opgeknapt en gereed gemaakt; de kachel was warm, het eten stond gereed. Zijne vrouw zat aan tafel, naaide en verwachtte haren man. Zij ging haar man tegemoet, diende het avondeten op, liet hem zijn genoegen eten en drinken on vroeg hem daarna naar het work. »Hct is zwaar, het werk zal mijne krachten over treffen ; zij zullen me nog dood plagen." ?Denk toch niet aan het werk, kijk r.och voor waarts, noch achterwaarts, - noch daarnaar of' je al veel godaan hebt. noch daarnaar of er nog voel te doen over is. Werk maar door, dan zal alles op den juisten tijd gereed zijn." Emeljan legde zich te bed. 's Morgens ging hij weder heen. Hij zette zich aan don arbeid en koek geen enkele maal om. Tegen den avond was alles afgedaan. Toon hij naar huis ging, was het buiten nog helder dag. lederen dag werd zijn taak vergroot, doch hij was steeds bij tijds gereed en ging steeds thuis slapen. Aldus verliep een week. De dienaars van den czaar zagen dat zij met zulk Merk dpn boer niet konden dood plagen. Zij bpgonnen hem nu tij n werk op te geven. Maar daar kon ook niets mee uit gericht worden. Het tinimennans-, metselaars-, leidekkerswerk welke arbeid men hem ook opgaf ??iederen arbeid bracht Emoljan op hot gegeven tijdstip in gereedheid en ging dan naar zijne vrouw, om te slapen. * * Zoo verliep de tweede week. Toen riep de rzaar J) Van den hoer Vink ontvingen wij tle volgende opgave: D I: 15e z. v. Zwa t: i!5; /' ?">: 15e z. v. Wit nog onbekend; h ',; 15. I' f'3h4:, D lii:; 1) H: 15. D e4:f, K d8 IC. Wit ide heer Vinkl abandon neert. We verzoeken den heeren //. l'oxtina (Xoorderhaven I 209, Groningen) en H. l ink- (Groenmarkt, Dordrecht) de schade in Partij D 5 door onderlinge correspondentie te willen inhalen. Den Kien /et in D 7 zal de heer V., naar we hopen, ten spoedigste aan den lieer Vuurmans opzenden. -) De heer Brandsma speeLlu in K i:: 15 , L e3: en in K 10: 15 , a5. Willen de heeren Faber en Steegstra hunne 10e zetten in dt-ze partijen 200 spoedig mogelijk tien heer llraiid.sma Vaartweg, Hilversum) duen toekomen '' \ ;:) Verzoeke voortaau volledig te sioteei'en. j ') De heer JlumjeweiTl' is tot l SepU mbiT verhiuj derd. zijne zetten geregeld op te geven. H. J. d. n. COi;ilESI'ONDr.XTIE. zijne dienaars bij zich en zeide: »Voed ik ulieden dan voor niet 'l Twee weken zijn verstreken, maar ge hebt niets tot stand gebracht. Ge woudtBmeljan zich dood laten werken en toch zie ik van uit mijn venster hem iederen dag naar huis gaan, liedjes zingende; of wilt ge mij voor den gek houden '/" De dienaars zochten zich te rechtvaardigen en zeiden: »Wij zochten hem in den beginne met eenvoudig knechtenwerk om te brengen, maar niets hielp. Ieder werk bracht hij tot stand, zonder moe te worden. AVij gaven hem fijner werk op, wij dachten: het gaat boven zijn verstand, maar ook dat hielp niets. Waar zou hij de kunst wel vandaan halen V Alles maakt hij, alles verstaat hij. Kr moet ongetwijfeld of in hemzelf of in zijne vrouw een toovenaar schuilen. Wij geven hem thans iets op. dat hij bepaald niet maken kan. Hij moet in n dag u een domkerk bouwen. Laat Kmeljan bij u komen en beveel hem in n dag een dom tegenover uw paleis te bouwen. Hn mocht hij dien niet gereed hebben, dan kan men hem onthoofden." De czaar liet Emeljan komen en zeide tot hem: sAldus luidt mijn bevel: bouw voor mij op het plein vóór mijn slot een nieuwe domkerk, en morgen avond moet zij klaar zijn. Maakt ge haar af dan beloon ik je, houw je haar niet dan laat ik je dooden." Emeljan hoorde de czarenwoorden, keerde zich om en ging naar huis. »Thans nadert mijn einde," dacht hij. Toen hij te huis kwam, zeide hij tot zijn vrouw: «Thans vrouw, maak je gereed; wij moeten vluchten, anders zijn wij verloren." »Zoo plotseling zoo bevreesd, dat je wilt vluchten?" »Hoe zou ik niet bevreesd worden ? De czaar beval mij, morgen in n dag een dom te bou wen. En wanneer ik hem niet bouw, dreigt hij mij opteknoopen. Er blijft slechts een ding over vluchten zoolang het nog tijd is." De vrouw stemde daar niet mee in. -»I)e czaar heeft veel soldaten, /.ij zullen ons overal opvan gen. Hem ontvlucht men niet. En zoolang men kracht heeft, moet men gehoorzamen." -;Maar hoe moet ik dat, wanneer ik geen krach ten heb 'i >Ach liefste. Bedroef je niet, nuttig je avond maal en ga naar bed, morgen sta je vroeger op, je zult er wel mee klaar komen." Emeljan ging naar bed ; zijne vrouw wekte hem. -Ga", zeide zij. de dom is gereed, cv zijn nog eenige kleine werkzaamheden aan te verrichten om hem af te maken hier hol) je spijkers en hamer, het is juist nog werk voor een dag." Emeljan ging naar de stad werkelijk in bot midden van liet plein stond eennieuwe domkerk: nog maar een weinig werken en hij is gereed. Emeljan zette zich aan den arbeid tegen den avond was alles klaar. De czaar ontwaakte, keek uit zijn paleis en wat ziet bij ? - - een dom staat daar, Kmeljan bezichtigt hem, en waar een baak ontbreekt, slaat hij er een in. De czaar ver heugde zich niet zeer over don dom: hij ergerde zich. want hij kan Kmeljan nu niet onthoofden. hij kan hem zijne vrouw nkt ontnemen. De czaar liet weder zijn dienaars bijeenroepen. <>0ok deze taak beeft Emeljan vervuld, ik kan hem niet laten onthoofden. Deze taak was hem te gering. Gij moet iets moeielijkers bedenken. Denkt na, anders laat ik u nog in /.iju plaats opknoopen." Toen sloegen de dienaars voor. dat de czaar Emel jan eene rivier zou laten mak?, die rondom liet slot zou moeten vlieten en waarop schepen moeten zeilen. De rzaar beval Emeljan bij hem te komen en doelde hem het nieuwe werk mede. Wanneer je in n nacht oen domkerk kunt bouwen, zal je het nieuwe werk wel kunnen vol brengen. dus morgen moet alles gereed zijn. Wanneer het niet gereed is, laat ik je het hoofd at'homven." Emeljan werd nog bedroefder dan de perste maal. hij kwam geheel ter neder ifpslajren bij zijne vrouw. -Zoo trpuriu'. heeft do czaar je iets nieuws op gegeven ?" Kmeljan vertelde haar alles. Men moet vluchten", zeide hij. Xijne vrouw echter merkte op: Soldaten ontvlucht je niet: overal wordt je gevangen, men moet gehoorzamen." j UIT DE SCHAAKWERELD. | Steinitz schrijft 01 .V,--)"-;/.- lin;':/ i aan de geruchten omtrent et i; t^veden met Tstdiigorin, n:"l <;c m:;!^t'.' 'Aaai'ie L %\'MaleIl. Volgen> iieia is t!e hitlc /aak t JUl^sische joiu na tistt-n. T--ih!r'' i een matcii te l'cter.-hiii'g. "t' ?* hij, \S'egens drukke ! n cr.a-:~ci.t ; van de hand wijzt n. Alleen bc! } voor om, ingeval tle kabeinialc) Axsociution, die dit. jaar te IMghton geliouden wer den, is als volgt. In 'l hoe.fdtoiirnooi : eerste prijs: J. H Blake (Suutliampton); tweede: II. Y. Wilsón; derde: H. \V. Butler. In de tweede idasse. eerste prijs: F. J. Sewell: tweede: C. H. Siierrard; derde: J. ilullins. In 't damestournooi, eerste prijs : Madame Ludoviei: tweede Miss Thorold : derde : Mrs. A. Hmith. De match tusschen de voornaamste Engelsclie scha kers, die in 't midden van September te Hellast zal plaats hebben, zal een gewichtige verandet ing onder gaan. De hoofdpersoon, E m. Lasker, heeft zieli op 'L laatste oogcnblik teruggetrokken; in zijn plaat zullen ]!ird (Mi Mason meedoen, 't Zal dus een her haling worden van 't Meesteriournooi te .Londen, alleen met dit onderscheid, da! 't kwintet tut een kwartet gereduceerd wurdt en de eerste viool ont breekt. J.asker speel! deze week een kleieen match rnet dui vetrinan ]>ird, te Nol tingham. on vertrekt daarna i mini eli-Ii i]K naar Aini'rika. waar ni-n een groote Utunie.' in onl" heeft gebracht, die hem in ilc geleg-'idi' :d xal stellen zich niet de voornaamste Amorikaansche schakers te meten. 't. .U te honen, dat iiinli-r deze engagementen ooi; et n match met Lipschiitz voorkomt. \sant S'eiiiilz i^ te veel tacticus om /.icl; intt tlergolijke gevaarlijke ondf rninninger in i..' laten. L:p~cli;'i!z is t>. i. dt- een'ge sj.ieler ir .\nitiika. 'lic 'l met eenig fat-oen in een match tegen r kin t)]n!''men, indien ne : 'r groote respect \ot>r e'kaars ver'iiensteii ei-ü^.iim iikomst onmt>geliji' i maak;. in "t Ta'eepaardensyM'l s L l'! et s L CL' :e kunnen inde i bhk een ge\viclitige match l 1'ooNehen meester Wi Maw tier sterkst" lïel'HjIi-cle M'(|...|'s. t'aro '.u m de eerste twee partijen en maakte tle d< n'> i cm :~e, v\ ie 't eerst drie wint is over^\ :nnaar. ^\ina^t'i. <tie , evenals jJlackbiirne, een vooi tn ilelijk tonniot'!- maat' --b cht matchspeler is, h.'eft ook in ilezen niaich weer weinig kans op succes. De uitslag van Je wedstrijden der C'^iaii'-s' Cin-as P c6 5 d:' ."> L c7 « P !TC2 t'. 0-0 7 h3 7 P eS S s4 >S ff '/, \\art. .'!. 11. lüiickliurno ',l I. li(» !) P u7 10 1> «1-2 ]() L e(i II 00-0 11 P dl .V:: iel 's zou wit il i .spe ./n e<'ii uitstekend >pe! krrjg.ui. 12 r (U: 1-2 etU: i:ïP e2 K! c5 U i i £r koint thans teekeni::g in 't srel. Beide parhoe?" «Ach mijn liefste, je behoeft niet bekommerd te zijn. Gebruik je avondmaal en ga naar lied. Sta maar wat vroeger op, dan zal alles wel terecht komen." Emeljan ging naar bed. 's Morgens wekte zijne vrouw hem. -Ga," zeide zij, »naar het paleis. Alles is gereed. Op n plaats nog maar, aan de brug tegenover het paleis, bevindt zich een heuveltje. Hier heb je een spade, maak die plaats gelijk." Emeljan ging op weg; in de stad aangekomen zag hij een rivier rondom het slot, en schepen zeilden er op. Hij liep naar de brug, tegenover het slot, vond de ongelijke plaats en zette zich aan 't werk. De czaar ontwaakte. Wat ziet hij 'i een rivier, op de rivier zeilen schepen en Emeljan maakte met eene spade een heuveltje gelijk. De czaar verschrikte, en de rivier en de schepen doen hem geen vreugde aan : hij maakte zich boos, want hij kon Emeljan niet laten dooden en dacht: >\V'at uu te doen?" Hij liet zijne dienaars bijeen komen en hield met hen raad. * * De hovelingen dachten na en overlegden. Ver volgens kwamen zij tot hem en zeiden: »Emeljan moet geroepen worden en gij moet hem zeggen: Ga, ik weet niet waarheen, en haal, ik weet niet wat." Dat zal hij zeker niet tot stand brengen, want waarheen hij ook gaan mag, kunt gij altijd zeggen, dat hij den juisten weg niet gaat; en wat hij u ook brengen mag, zegt gij altijd, dat hij het ware niet gebracht heeft. Dan kan men hem dooden, en hem zijne vrouw ontnemen." De czaar was verheugd. »Dat was slim be dacht", riep hij uit. De czaar liet Emeljan komen en zeide tot hem: »Ga, ik weet niet waar heen, en haal mij, ik weet niet wat. En breng je het ware niet dan laat ik je het hoofd afbouwen." Emeljan ging naar zijn vrouw en vertelde haar wat de czaar hem bevolen had. Zijn vrouw werd nadenkend. Dit heeft men hem," zeide zij, tot zijn on geluk opgestookt. Thans moeten wij sluw han delen." Zij ging zitten, dacht na en zeide toen tot haar man: .(ie zult thans ver moeten loopen naar onze grootmoeder. naar een oude boerensoldatenmoeder baar raad moet je halen. Verkrijg je van haar iets. ijl dan naar liet slot terug, ik zal daar zijn. Thans ben ik in hunne handen. Zij zullen mij met geweld nemen, maar voor geen langen tijd. Zoodra je alles zoo doet, als groot moeder bevoelt, zal je me spoedig vrij maken." De vrouw bracht alles voor do reis in gereed heid, gaf haar man een taschje. en ook eon spinrokken. Dit geef je haar. ' Daaraan zal zij zien, dat je mijn man bent". Zij wees hem ook den weg. Emeljan ging buiten de stad, daar werden soldaten geoefend. Hij bleef stann en keek toe. De soldaten waren gereed en gingen uitrusten. Emeljan trad op do soldaten toe eu vroeg: Weet ge niet. vrienden, hoe men gaat. ik weet niet waarheen, er. hoe men haalt, ik weet niet wat". De soldaten vernamen het en stonden verbaasd: Wie heeft je uitgezonden V" De czaar." \\ ij zeil." antwoordden de soldaten, gaan zoo lang onze diensttijd duurt, en weten niet waar heen, on kunnen steeds maar niet, op de jnisto plaats aankomen; en zoeken wij weten zelf niet wat on kunnen het niet vinden. Wij kunnen je niet helpen". Emeljan bleef nog eenigen tijd bij de soldaten en (ring vervolgens vorder, totdat hij eindelijk in een boscli kwam. In hot boscli stond pene hut. In do hut zat pene oude vrouw eene boerensoldatenmoeder zij spint vlas on weent, en de vinmTs bpvochtiirt zij niet met speeksel, maar mot tranen. Toon zij Emeljan bemerkte, riep zij tot hom: Wat moet je hier doen V" Toen reikte Emeljan haar bet spinrokken over on zeido. (lat zijn vrouw hem hicrlii'C!-. ne'-tuurd had. De wouw werd tcr--ttniil vriendelijker on vroeg verder na. Toon ver telde Emeljan haai' ueheel zijn noodlot: hoe hij een meisje trouwde, hoe hij naar de stail trok, hm' hij naar het palcis geroepen werd. hoe hij 18 is 14 f(j i«) 1,5 u) tijen spelen op aanval. 14 f(j 15 f5 15 L 1'7 20 P 15 20 P f5: L n->: 16 b;;, a j 17 21 L f S: 21 P e3 K b- e''f' ,<, - 22 L e7: 22 D e7: h4 11) ao 03 T dirl! 23 16 17 P s3 04 j) ev> ->i r efi Met 't doel de kwali- * R ,., ^^ teil te winnen: maar t -£ " "- -Jj ?" _";??? plan is nicM diep genoeg. -? -*- ;l' -" ''<*? 17 P 14 of 17 K bl wa- De Positie is zoo inte ren heter. ressant, dat zij een dia17 L n-2: ini ve. tiient. 27 T i :. L a'^I h erini Uiackburne van welfi"-. 28 T ir l 2S I) bC 2!) K cl 2tl t-4! 30 dei: 30 P c4: 31 l»3 31 (13!! 't Slot is onbetaalbaar. 32 cd.">: 32 I) gl:f 33 L l! 33 L a-4: 34 I) el 34 D d4 35 Opgegeven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl