De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 4 september pagina 4

4 september 1892 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.793 althans op zijn naam worden gesteld, krijgen we een uitvoerige beschrijving van den toestand van ? ons tooneel vóór de renaissance, d. w. z. van de rederijkers. Ik vind. dat die beschrijving eenigermate buiten het onderwerp staat en dus te lang is (24 bladzijden), maar dat neemt niet weg dat ze ons een goed inzicht geeft in de wijze van doen der rederykers en zich zeer goed lezen laat. Dan yolgt een hoofdstuk over de studie van Seneca in Nederland gedurende de l Ge en 17e eeuw, waarin hoofdzakelijk het zoogenaamde schooldrama wordt behandeld, terwijl op bladz. 58 het belangrijkste gedeelte van het betoog be gint. Uitvoerig wordt daarin besproken eerst I)en Spieghel den Hoochmoets van Jacob Duim, dat niet veel meer is dan een vertaling van Seneca's Troades is, voorts de Achilles en Polyxena, Ariadne, Geraerdt van Velzen en Baeto van Hooft, daarna Samuel Coster's tolyxena, welk stuk »een verre navolging van de Troades" genoemd wordt. Aan de tydgenooten van Hooft en Coster worden een vijftigtal bladzijden gewijd. Bij hen is de invloed van Hooft en daardoor ook die van Seneca zeer merkbaar, maar vooral bij Van Nieuwlandt. In de bladzijden, aan Vondel's drama's ge wijd, trof mij vooral de niet onaardige wijze, waarop de schrijver het beweren weerlegt van Brandt, nl. dat Vondel pas na het dich ten van Htt Pascha Latijn zou zijn gaan leeren. Overigens is ook bij Vondel zeker in ruime mate navolging van Seneca merkbaar, maar >waar Von del bjj den Latijnschen dichter borgde, heeft hij bjjna nooit eenvoudig vertaald, maar meestal in de verte gevolgd" (pag. 228). Na Vondel worden behandeld »de goden van minderen rang", het tijdperk van 1640?1(572, en dit besluit de schrij ver met deze woorden: »Wij zijn aan het einde van onze opsomming der treurspelen van deze periode, waarin wij den invloed van Seneca en Hooft meenden op te merken. En het blijkt dat die invloed veel kleiner is dan in een vroeger t\jdperk Eenige jaren later is de invloed van den Latjjnschen treurspeldichter slechts nog hier en daar even te bespeuren." Dan zijn de kluch ten aan de beurt, waarbij de schrijver tot deze slotsom komt: »Tooveren, bezweren, verschijnen als duivel vermomd, dat alles is in onze kluch ten der 17e eeuw schering en inslag Wanneer Seneca's treurspelen in ons land weinig waren gelezen en weinig waren nagevolgd zouden wij.... in onze kluchten.... die tooneeltjes niet zoo dik wijls vinden en niet zoo getroffen worden door hunne overeenkomst met de gruwelijke scones in de treurspelen der navolgers van Seneca en Hooft". Na nog een stuk of wat bladzijden te hebben gewijd aan »de laatste sporen van Se neca's invloed" komt de schrijver tot dit besluit: »In het laatst der l (Je en in het begin der 17e eeuw behoorde Seneca hier te lande tot de meest geliefde Latijnsche schrijvers. Zijne treurspelen werden dikwijls uitgegeven, door de geleerden ge prezen, op de scholen gelezen en vertoond.... Toen by de hervorming van ons tooneel het rederijkers drama op den achtergrond geraakte, waren het vooral Seneca's treurspelen welke men tot model koos. Aan de studie van zijne werken zijn wij de verdeeling van het treurspel in 5 bedrijven en den reizang voor een groot deel verschuldigd.... De groote baanbreker van bet moderne drama in ons l and was Hooft, die bij Seneca ter school was ge gaan. Maar.... Hooft volgde Seneca op eigenaardige wijze Hij heeft bij zijne navolging.... het zwaartepunt gezocht in toovertooneelen en thea tertoestel en daardoor eene verkeerde richting doen inslaan 2) Men streefde er naar om den Muiderdrost na te volgen, om zijne fouten niet alleen te kopieeren, maar zelfs te vergrooten. Aan dat streven hebben wij eene menigte van treurspelen en tragi-comedies vol geestverschij ningen en toovenaars te danken De veroering der classieke oudheid in ons land gedurende de 17e eeuw, de uitgebreide studie van het Latijn, bij veronachtzaming van het Grieksch, moest tot navolging leiden van Seneca. Bij die navolging legden Hooft en zijne school den nadruk op het romantische element in de treurspelen van den Romein, Vondel en anderen op het classieke. En dat juist onze grootste tooneeldichters hem tot model kozen, is de oorzaak geweest, dat op ons tooneel nooit machtiger invloed heeft geheerscht dan die van Seneca." Bij het trekken van zijn conclnsiön gaat do schrijver waarlijk niet over n nacht ijs: hij be wijst het ons om zoo te zeggen met de stukken er bij; zelfs overdryft hij vaak door binnen ettelijke 1) Hier volgt ton bewijze van olk oen voorbeeld: pag. 30 »En toch stond de Jïomein in zooveel nauwere betrekking tot de (Iriokscho beschaving dan de tijdgenooten van Lopez de Vega, Shakespeare en Vondel. Men las Soneca niet alleen gemakkelijker, maar men begreep hom ook beter en werd minder afgeschrikt door het vo.rtoouen of lezen van gruwelen." Gemakkelijker, beter on minder dan wie? Men zon op het eerste gezicht denken »dan de tijdgenooten van Lopez de Vega enz." Mis; het is »dan do tegenwoordige menschen", die nota bene in de beele periode niet genoemd worden. l'ag. l! Het is noodig eon kort over zicht te geven van de studie van dezen dichter in ons land en van de iiieeningpn, die men aan gaande zijne werken koesterde, voordat men zijn invloed op onze eigene tooneelletterkunde wil nasporen"; dat aanduiden van twee verschillende subjecten door hetzelfde woordje men jokt er niet om, en evenmin de bewering dat liet noodig is iets te doen voordat men iets icil. - l'ag. :\-2 en verdor nog herhaalde koeren wordt met de uit drukking (uiterlijke) vorm" bedoeld do vraag of al of niet de eenheid van tijd en plaats is in het oog gehouden; onder anderen in dit lekkere zin netje (pag. 38): Neemt men de vormen stren ger, een weinig moer naar do zijde dor (Irie.kon. dan zal men do beginselen waarnemen dor Fransch-elassieko tragedie.'' En grenzen niet de woorden (pag. ,">7): -van die akelige figuur in de (irieksche mythologie, den wreodcn Pyrrhus. den anachronistische!! volwassen zoon van don baardeloozen Achilles" aan kwajongensachtigen bombast? 2) Dit is weder oen staaltje van slordigeu stijl. bladzijden tweemaal hetzelfde te zeggen 3); maar juist dat doet ons vertrouwen in hem stellen. Wanneer ik dus nog heb meegedeeld dat een zeer bevoegd beoordeelaar, Dr. G. Kalff, in De Nederlandsche Spectator zich gunstig over het werk uitlaat, dan zal men mij wel willen gelooven als ik zeg dat het boek alleszins verdient te worden gelezen door hen die belang stellen in de ontwikkeling onzer tooneellitteratuur. M. B. MENDUS DA COSTA. Amsterdam, 20 Aug. 1892. 3) Zoo lezen we bij voorbeeld op bl. 123: «Voor een deel behandelt de dichter (Coster) hier (in de l'olyxena) dezelfde stof als Seneca in zijne Troades en ontleent hij eenige situaties aan dat treurspel hoewel men ook hier niet van vertaling kan spreken", en op bl. 121): Er kan wel geen twijfel bestaan, of Coster heeft in de Polyxena eene verre navolging gegeven van de Troades." MIIIHMIIMIIIJII Plastische Kunst.?Tooneel en Muziek. Letteren en Wetenschap. De verkooping van de collectie Höch te M nchen.?De sedert lang aangekondigde verkooping van deze verzameling zal nu eindelijk l!) Sept. en volgende dagen plaats vinden. De heer Höch is te München een der bekendste personen, als ondernemer van tal van groote inrichtingen, als daar zijn de Volksgarten te Nymphenburg en het elegant ingerichte caféLuitpold in de Briennerstrasse. In de lokalen boven dit laatste heeft hij ongeveer sedert vijf jaar al maar schilderijen bijeengebracht, wel mot het doel, die te eeniger tijd weer te verkoopen, maar zoover kwam het meestal niet, en zoo is een verzameling tot stand gekomen, die, wat het aantal aangaat, menig museum overtreft. Van die verzameling moest thans de eigenaar zich ontdoen, in Juni waren de moderne schilderijen aan de beurt, nu volgen de oude. En dat zijn er nog 7(10! Het zal nie mand verwonderen, dat verreweg het grootste gedeelte van deze verzameling weinig waarde heeft. Maar onder zooveel schuilt al licht hot een en ander, waarop de aandacht dient gevestigd te worden. De catalogus is in drie afdeelingen verdeeld, en wel naar de waarde van het te koop aange bodene. Fit de eerste afdeeling stip ik aan : No. 10. Het zelfportret van een tot dusver onbekend schilder C. de Heel van 1U52. In den catalogus wordt de naam verkeerd I). Beek ge lezen, zoodot we niet het portret van den hofschilder van koningin ('hristina van /weden voor ons hebben. No. 11. Cornelis Begu, Herbergscèno. Een zeer fraai stukje, dat het museum te Haarlem, waar het werk van dozen stadgenoot te vergeefs ge zocht wordt, tot sieraad zou strekken. No. 115. Abr. r. Beyeren, (iroot stilleven. No. 21. J'in Both, Landschap. No. 23. Bidt Braken]iurgn,ïln\iprgsci'no. l (50.1. No. 24. Leonard Bramer, Drie schriftgeleer den, zeer typisch, ofschoon het de valscho handteekening van Uembrandt draagt. No. 28 is een merkwaardig schilderij. Hot stelt voor de geschiedenis van Antonius en Clcopatra, doch de voorgestelde personen zijn klaarblij kelijk portretten, en hot is gemerkt: 1(5(50 Bray, en is dus wel door Jan de Bray ge schilderd, maar dat het nu juist zijn eigen familie moet voorstellen, is mij niet duidelijk. Een herhaling van dit schilderij wordt op llampton Court bij Londen gevonden. No. 43. Pieter Codde, Soldatenwachtkarnor. No. 4(5. Jan Juo*t de fossteiw, Landschap. Hij is in geen Nederlandsen museum vertegenwoordigd. No. 40. Aelb. Cvypt Damesportrct. (Misschien van Jacob Gerrifsz. Cuyp). No. 50. Dezelfde, Do ontmoeting van David on Abigael. (Uit do col]. Northwiok). No. r>:!. J. Decker. Piiviorlandschap 11)70. (Onbekend meester). No. (54. Allert van Enerdingen, Zcestuk 1(540. (T'it de coll. l''riesen). Hoofdwerk. No. 7ö. Jan r. Guyen, Itiviergozicht 1(550. No. 77. Dezelfde. Landschap \(\:\->. No. 88. J?i/7>. v. Heemskerk, Vergadering van Engelscho Kwakers. 1(500 te Londen geschilderd. No. 0(5. Melchior d'llondeaouter. Vogelconcert. No. 00. Jan r. Huysum. Bloemstuk. No. 114. ,\ohanncs Leemans, Twee stillevens. /eer zeldzaam. Xo. 117. Johanncx Linyclbach, Italiaanse!) park 1(571. /oor fraai. No. 120. Tliomns Ifeeremnn.t, Vsvcrmaak l(i(i(5. Nog altijd aan don niet bestaanden Krod. 11. Mans toegeschreven. No. 120. Claes Moyaert, l'ark met mytholo gische stoffago 1(524. No 143. Horborgsoèno van den nog niet thuisgobrncliton iiionugnuumist //. C". No. ir>(5. l'teter r. Noort. Do portrofton van twee jongens, als jagers gekleed. No. Itis is wel bet belangrijkste slnk van do geheole verknoping. Abraham'* intocht in hof land Kanafm. in KIL' door Paiilus l'otler gosehilderd. dio dus toon eerst 17 jaar oud was. /eer merkwaardig is het. op te moi-kon, hoe groot de invloed was. die toen ('laos Movaert op den jongen kunstenaar beeft uitgeoefend'. No. li(. Jioehottl Hoylanitti, \\alerval, met do valsehe hamltookening van .lan Both. No. 18.'). Jac. r. Jtuimliiel, Landschap, /eer goed. No. 180. T'. Surcry. Landschap met St. Ilieronymns 1(5;>5. Xo. 1'.)'2. (roijfr. ScJialckfit, Snsanna on do beide grijsaards 1H73. Hoofdwerk van den moester, met levensgroote liguron' No. 10(5. M. Simons, Stilleven li',57. Ontbreekt in onze musea. No. 108 Jan Steen, De twaalfjarige Jezus in den tempel. No. 224 Moses Witenbroeck, Esau verkoopt zijn eerstgeboorterecht. No. 225 Dezelfde, Mythologisch landschap. No. 237 Es. v, d. Velde, Kooplieden overvallen door roovers 1(52(5. No. 24(5 Hendr. Vroom, Zeestuk. No. 250 Jan Bap'. Weenix, Groep kinderpor tretten. Merkwaardig maar leelijk. No. 255, Jan Wynantt, Landschap. No. 257 Jan Wils, Italiaansch landschap. Komt weinig voor. Natuuilijk zijn er onder de door mij niet ge noemden ook nog, die fraai of zeldzaam zijn. en wat het laatste betreft ook in de tweede af deeling, b.v. no. 317, een lezend jongmensch met kaarsverlichting, aan Cornelis Dusart toegeschre ven. Maar de bewerkers van den catalogus heb ben de naamteekening niet begrepen, want het stuk is geschilderd door Christiaen Dusart (1(518 na 1(581), een der intiemste vrienden van Kembrandt, on die hem in benarde oogenblikken dik wijls te hulp kwam. En no. 457, een zeestuk van den Delftenaar Claes Vosmser. Nog komt een woord van lof toe aan de be werkers van den catalogus, die door zijn 77 illu straties een waar prachtwerk is geworden. Hij kost 20 M., maar die hem koopt is niet bekocht. De beroemde verzameling oudheden van dr. Fortnum is overgegaan aan de Universiteit te Oxford. Van het verslag van den toestand van de Ko ninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage over het jaar 1801, die dit jaar weer, als altijd, niet een groot aantal werken verrijkt is, interesseerde mij het meest de statistiek, want het leek rnij niet onbelangrijk, op dit punt eens het gebruik te ver gelijken, dat van de voornaamste onzer biblioken gemaakt wordt met dat bij ons. liet aantal personen, dat in 1801 de Kon. Bibl. bezocht was 13,0(54, bij ons 17,04(5; het aan tal uitgeleende boeken 7058, bij ons 8308. Deze cijfers strekken zeker tot geen geringe voldoening voor de vele milde gevers, die de Amsterdamschc Universiteits-Bibliotheek met hunne geheele boek verzamelingen of met enkele werken voortdurend verrijken, /ij zien uit deze cijfers, boter dan uit het welsprekendste betoog, welk een nut zij stichten. E. W. MDKS. De voornaamste onderscheidingen, op de photographie-tentoonstelling door de jury na eene tweedaagsche beraadslaging toegekend zijn : Amateur-photograplüc. Eerediploma: Amateur-l'hotographen-Vereeniging, 's Gravenhage. Verguld zilveren medaille: .1. .1. M. Guy de Coral, Am sterdam. Zilveren medaille: Iitn. Bispinck, Am sterdam; G. .1. Engelberts en l'. .1. Stokvis, bei den Arnhem; E. T. van de AVaereld, Utrecht; S. Schutte, Deventer; L. .1. Smit, Kinderdijk. Bronzon medaille: T. C. .1. Lentz, den Hang, Baronnesse A. van Golstein, id.; B. Grooto., Am sterdam; H. Huiigelinan, Utrecht; l'. II, Lamberts, Amsterdam. Vak-photogravcn (en aanverwante kunstnijver heid). Kern-diploma Emmerik en liinger, Haarlem. Maatschappij voor photo-litographio on photozinoo-graphie (procédémr. C. .1. Asser), Am sterdam. Gebr. van den Braak, den Haag. Ver guld zilveren medaille: C'. E. Möglo, Rotterdam. Zilveren medaille: II. do Louw, Adolpho Ziiniuermans, .1. l'olbruke, don Haag. Bronzon medaille: .lob. L. van der Heijden, Amsterdam, E. Helder, Middelburg en F. Heissig, Breda. Bestnursprijzen: Keiz. Tnrksche Itogeoring (onderscheidings-diploma) Loman <t ('o. Amsterdam (ouderscheidings-diploma) Léon Keusters, Ant werpen (eervolle vermelding) II. Grooto, Amster dam, (eervolle vermelding.) De jury was met het gehalte en de uitvoering van het tentoongestelde zeer ingenomen. Do brochure, vermeldend het tableau de la troupc voor do Nodorlandscbe Opera gedurende, het. spoelseizocn 1802 03, wordt door don d i reetour-stichter met eon enkel woord ingeleid. In do eerste plaats", zegt de hoer .1. C. Do Groot, zij er aan herinnerd, dat mijne onderne ming in het afgoloopcn seizoen die hoogc onder scheiding is te beurt gevallen, waarop zij als nationale kunstinstelling aanspraak mocht maken. De Vereeniging tor bevordering der Ned. Muz. Dram. Kunst on mot haar do Nedorlandsehe (Ipora, werden door 11. M. do Koningin-Itegontes onder bescherming genomen. Deze bescherming stooft de Nodorlandscbe Opera do pretentie oene instelling te zijn. die de warme belanststelling verdient van hot kunstminnend pu bliek. De hoogo bescherming is als 't waro voor mijne onderneming een vorstelijke propaganda \~an blijvenden aard. Ik. van mijn kant, zal voortgaan allo pogingen aan te wonden, om mijn gezelschap aan die pretentie te doen beantwoorden on die propaganda niet te beschamen. lioods mag ik mot vrijmoedigheid wijzen op hot steen in liet vorige seizoen werd gepresteerd. Ofschoon ik herhaaldelijk te worstelen bad met j allerlei tegenspoed eu miju voornaamste arUMen dik\vert door /iekte \ erhindord waren op te tre den, werden toch vier nieuwe werken itomonfecrd : j l'ra JiiiH'olo. lic Afrikiianxelie. durntlurin I\n*li- \ s«na en de oorspronkelijke opera 7<Yon'.s V. van on/en begaafden Kicbard Hol. De bijna /onder nit/.'tinienn^ ^nnMiL,ro e.irilee' - j veilingen der pers, vooral ten opziclito der drie laatstgenoemde werken, moeren liet publiek de overtuiging bobben geschonken, dat mol de tor j ho-ehikking staande middelen op loll'elijko \\ij/.e j gewoekerd is geworden, te meer. nu yoo beHiaal del ijk door toon gevend o nronson ten l ie\\ oord word. dat /ij /ich \erpliebt achtten do opvoeringen der Xoderlandsehe Opera aan strenge criliek te ondorwerpen. Kn wat meer in bet bijzonder de opera \an llicbard Hol lieireft, zon /ij upsrovoi rd. zon y.]j gosebroven /ijn, indien de Xedevlandsclie Opera niet had bestaan '! -Mag hot l'oit, dat bet werk van lüebard l lol de vijfde oorspronkelijke opera is, door het Xedorlandscli Oporagezelschap sedert zijne oprichting vertoond, niet een zeer heugelijk verschijnsel worden genoemd, dat slechts dooi' mijne stichting in hot leven kon worden geroepen 'i Dat het jongste oorspronkelijk toonwerk in zoo vele opzichten zoo uitmuntend geslaagd mocht heeten, zal zeker den componist aansporen zijn talent voor dramatische muziek steeds verder te ontwikkelen en wij durven van hem voorspellen, dat hij ons mettertijd een werk zal leveren, dat in zijn geheel en algemeen in don smaak zal vallen, en als zoodanig zich op het repertoire der Ned. Opera handhaven zal. Mogen andere componisten de voetstappen druk ken van den heer Kichard Hol en de Nederl. Opera de bakermat worden eener Nederlandsche dramatische muziek - litteratuur. In afwachting daarvan zal het repertoire van mijn gezelschap voor het a.s. seizoen vermeerderd worden met eenige gunstig bekende werken van vreemden bodem, zooals: Eobeit de Duivel, Jerusalem. Hanna (l'Ornbre), de Paarkisschers, Don Juan, de Hut in 't gebergte (Ie Chijlel), iMcrezict Borgia en Wagner's Rtensti, benevens nieuwe oorspronkelijke Nederlandsche Opera's." Voor belangstellenden zij nog medegedeeld, dat even als het vorige jaar de leden van de Vereeniging ter bevordering der Nederl. Muz. Dram. Kunst het voorrecht genieten, om gedu rende het geheele speelseizoen op vertoon van hun diploma als lid van genoemde vereeniging, kosteloos plaatsen voor de voorstellingen te be spreken, terwijl aan donateurs, die minstens / 25.?per jaar betalen, bovendien gratis een extra voorstelling zal worden aangeboden. De lijst van het personeel is dan de volgende: directie en administratie: J. G. de Groot, direc teur, regisseur-generaal; L. van Westerhooven, 2e regisseur-tooneelmeester; S. Wigersma Tzn., boekhouder; A. Overgauw, 2e tooneelmeester; J. N. Berkhout, Costumier; J. van der Hilst, decoratieschilder; M. F. v. d. Beugel, kapper; J. W. H. Groebe, souffleur; J. Th. Hibbel, bureaulist en hoofdcontroleur. Dames-artisten: mej. \V. Hoogenboom, Ie zan geres (fakon); mej. A. Klimmerboom, Ie drama tische zangeres; mevr. M. v. Ophemort-Schwencke, mezzo-sopraan en alt; mej. C. Harmsen, Ie lyri sche zangeres; mevr. C. Engelen-Sewing, Ie lyri sche zangeres; mevr. A. Orelio, Ie dugazon en travesti; mej. J. van Berghen, 2e Alt-zangeres; mevr. T. Tijssen-Bremcrkamp, 2e Mezzo-sopraan; mej. E. Kamphuijzen, 2e sopraan. Heeren-artisten: D. l'auwels, Ie tenor van de groote opera en traductie; A. van Gheluwe, l tenor van de traductio-opera's; K. Berckman, Ie lyrische tenor en traductie; ('h. Deville, Ie lyrische tenor en traductie; .los. M. Orelio, l e baryton van de groote opera; P. de Meijer, Ie baryton van de groote opera; A. v. de Hoeck, barvton opera>-oomitjue; .los. Tijssen, '2e baryton; ('h. Arnoldi, Ie bas van de groote opera; H. En gelen, bas chantante; L. van Westerhoven, trial; A. Ovorganw, 2e trial; ,1. Raymans, kleine rollen. Koorpers«neel: bestaande uit 24 dames en 24 hoeren. Orkest: C. van dor Linden, orkestmoestor; A. de Leeuw, koorrépétiteur en 2e orkest meester ; S. B. Bonavente, koorrépétiteur, zoo noodig "Je orkostmeoster; .los. Tijssen, solo-rép titeur; K. ('aron. concertmooster; volledig orkest, bestaande uit 45 bekwame musici. Het bestuur van de Tentoonstelling van den Boekhandel geeft, naar aanleiding van de belang stelling, in deze dagen voor het vak gewekt, eenige zendbrieven uit. Uit den brief het bindwerk in het Paleis voor Volksvlijt betreffende, spreekt meer ijver dan tevredenheid. iKone vergelijking tussclien de Hollandsche in zendingen en die van Frankrijk vooral, brengt ons tot de verklaring, dat wij bij Frankrijk nog zeer voel ton achter staan en dat onze voorouders het in het vak veel vorder gebracht hadden dan wij. In deze eeuw werd het bookbindersvak te onzent schromelijk verwaarloosd, zóó zelfs, dat in 1S42 eon stad als Leeuwarden niet n boek binder onder bare inwoners telde. En Leeuwar den stond niet allén. In don regel konden alloen de hoofd- en academiesteden zich opeeneboekhindorij beroemen. Nieuwe boeken verschonen of ingonaaid, of gokartonnoord, zooals dichtbundels en almanakken. Vermogende lieden, die er eene bibliotheek op nahielden, zonden hun kostbare boeken nu en dan naar eonig voornaam binder, met opgave hoe zij hunne werken verlangden ingebondentehehben. Eigenlijke banden, naar den kuiistsmaak van don binder ontworpen, bestonden er bijna niet. Iloo geheel anders bij vroeger. In vorige eeu wen, toen boeken nog tot de zoldzaamhoden be hoorden, wist n\on niet hoe deze papieren kin deren feestelijk' uit te dossen. .luwolior en goudsmid kwamen or dikwijls bij te pas: aan de houten, lederen of zijdon banden werden hooge oischon gesteld. Later werden die banden min der kostbaar, maar verkregen als kunstwerk nog moei' waarde. Zelfs de- grootste schilders reken den bet uiet beneden zicb, het ontwerp voor ('(Ml boek te maken. Zoo waren de Hollandsche banden der 17e en 18e eeuw beroemd, en vertoonden een bepaalde nationale eigenaardigheid. Langzamerhand echter verviel de kuiistsmaak ten opzichte van bet boek. naarmate dit alge meen \\enl: de zucht naar weelde en vertoon \orplaalsto zicb op andere voorwerpen van ge bruik, en bet boek vond eindelijk zijn weg. zijn leven en zijn dooi!, in dcnzeifden \orrn waarin het ter v erold v.as stokomon. l.a'er gingen de banden voor bneken uit de handen der kniist over in die van den fabrikant. en \ooral eene Kn^elscho vinding-, \ oor de draohtwerken liet dure leder Ie vei", angen dooi' een \eel ^oedkooper gekleurde linnen ut' katoenoil stof, die tevens geschikt w a s zich met stempels en letters te laten A or^uhlen. - was 'jeroepeM ec\ie uelieele omwenteling ie Itrei s;1 e n in de hoi kbindorij: deze word, in plaats van een k'u list sak. een !jew one industrieele /aak, \vaaraan IH".Ï\\evd tegemoet gekomen deur ile vele \erbetorde en nieuw nilgovondcn machines. Onder de Nederlandsche tirma's, die zich als boekbinders een zekeren naam verworven hebh"iu werden ibior de hoeren .1. Branih en Zoon, F. .1. van den lleim-1. te Amsterdam. .1. A. Loober te Leiden en Lntkio on ('ranenburg te 's llertou'enboscb zeer traaio exeinplai'en ingezonden. De firma C. L. van Langeiiluiijz.en Ie Amstor

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl