De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 11 september pagina 1

11 september 1892 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 794 DE AMSTEKDAMMEK A°. 1891 WEEKBLAD YOOK NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Dit nommer bevat twee Platen. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 121). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 11 September Abonnement per 3 maanden f 1.50, Ir. p. posjt/" 1.65 Voor Jnrliëper jaar mafl?0. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12' Adverleiitiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel O.iO INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABI.T. FEUIL LETON: Een instantané, naar 't Engclsch. I. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Am sterdam, door II. J. M. Muziek in de hoofd stad, door Van Milligen. Bayreuth 1!W2, door Hugo Nolthenius, V. Aanteekeningen Schil derkunst, door V. Driojaarlijkscho tentoon stelling van Beeldende Kunst te Gent, door l'ol de Mont. Alberdingk Thijm als journalist. VARIA. SCHAAKSPEL. Het lied van het gekroonde kind. VOOR DAMES, door E-e. ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENT1ËN. BIJVOEGSEL: Bekende tijdgenooten. XVI. Helene Swarth. on van na if. De Noorweegsche dichter Björnstjerne Björnson heeft zich steeds met voorliefde op politiek terrein bewogen en vooral in den laatsten tijd in zijn land als politicus eene belangrijke rol gespeeld. In het jongste con flict tusschen Zweden en Noorwegen was hij de volksman bij uitnemendheid. Interessant is het daarom, kennis te nemen van een opstel, dat Björnson dezer dagen in de Londensche l'all Mail Gatclto liet verschijnen en waarin hij de aangelegenheden van zijn vaderland van een internationaal standpunt bespreekt. «Rusland en Scandinavië" zoo betitelt Björnson zijn artikel. Want zoodra geschillen ontstaan tusschen Zweden en Noorwegen is men vooral in Engeland dadelijk be reid om in de bladen te vermelden, dat Rusland weder de rol van stokebrand ver vult, dat het met zijn goud de Noorwegers tot onrust en verzet beweegt, en dat het ten slotte geen ander doel heeft, dan zich van de Noorsche provincie Finmarken meester te maken. Deze berichten zijn, volgens Bj rnson, steeds afkomstig uit Zweden. Om de positie van Rusland tegenover Noorwegen en Zweden duidelijk te maken, begint Björnson met de bespreking van Rusland's betrekkingen tot Europa. iimiMiiminiiiiiimi EEN INSTANTANÉ". Naar 't Enf/elsch. «Goeden morgen, jongeheeren ! Schiet, er voor een armen man nog wat te bikken over ?" De spreker stond op den kanaaldijk en gluurde door het kreupelhout naar onze kamptafel, waarop een verleidelijke voorraad eet- en drinkwaren was uitgestald. Wij zaten er op onze bankjes omheen, gereed om aan te vallen; de frissche ochtendbries had onzen eetlust gewet; die plotselinge stoornis kwam ons hoogst ongelegen. 'T 11 » t Is een landlooper," riep Jack, een ge bakken baarsje aan zijn vork rijgend. »Niet waar!'' verbeterde Charlie, ;cen marskramer.'' »Nu, goed ; maar we hebben geen garen of knoopen van dien marskramer noodig," klonk Jack's antwoord ruw. Zonder op deze aanmerkingen te letten, daalde de man langzaam langs het sliugerpad naar beneden. Hij was iemand van middelbare jaren, met een kort geknipten baard en knevel, oogenschijnlijk een marskramer, want een omvangrijk pak was met riemen over zijn schouders gegespt en hij droeg een dikken stok. »Neem mij niet kwalijk, jongeheeren,'' be gon hij weifelend, »maar ik heb van morgen al een heel stuk geloopen. Ik moest aan tien overkant zijn, maar merkte dat de brug door de zware regens is weggeslagen. Als er wat overblijft zou ik graag ... ik wil met alle pleizier betalen, als ..." op teven en de worsteling zou van Duitschland worden dan slechts eene Zoo denkt men in zou Het is Rusland"s droom, met Amerika de wereld te verdeelen; Engeland zal daarbij de rol moeten vervullen van den man, die tusschen twee stoelen gaat zitten. De wereld vrede zou verzekerd zijn door de volstrekte suprematie en de alliantie van Rusland en Amerika. Zegt men, dat zulke droomen niet gevaarlijk zijn, dan verliest men uit het oog, dat de droomen der jeugd zijn als e scha duwen, geworpen door den man van de toe komst. Zij zijn evenzeer de voorboden der kracht als de lentelucht van de lente zelve, of de drukkende hitte van het onweder. Voor de Russen is het Balkanschiereiland de sleutel tot de wereldheerschappij. In dien Ilusland eerst zijne heerschappij heeft gevestigd over de Slaven van den Balkan, dan zal het spoedig ook de Slaven van Oostenrijk onder zijne macht hebben. Want het kan in den Balkan slechts meester worden na een strijd op leven en dood met Oostenrijk. Bij ook over het lot beslist. De rest quaestie van tijd zijn Rusland, en deze gedachtengang laat zich niet loochenen. En wat de mogelijkheid betreft, heden heeft Rusland los millioen onderdanen, morgen zal het er 12U en overmorgen 1~>0 millioen hebben. .Men spreekt over Rusland's zwakheid, over de biiinenlandsche omwentelingen, die er thans plaats hebben, over de heterogene elemen ten, die het met ontbinding bedreigen. Maar men vergeet, dat dit slechts de symptomen zijn der voortdurende rusteloosheid, die gis ting doet ontstaan en kracht voortbrengt. Uit zulke vulkanische elementen komt die aan het ras eigene, alles n makende macht voort, die vroeger of later, uit het hetero gene in eene natie, in hare gewoonten en in hare ontwikkeling de voorwaarden eener wereldheersehappij doet onstaan. Het is juist dit heterogene, waardoor eene gelijktij dige en algemeene uitbarsting van ontevre denheid wordt voorkomen. In Frankrijk is het mogelijk een alge meene revolutie aan te stoken, in Rusland niet. Even als het oude Rome zou Rusland de troebelen in eene onrustige provincie door het overwicht eener rustige onderdrukken, »O, 't is in orde, hoor! Ga zitten en doe of je thuis bent!'1 zei Jack, hem in de rede vallend. »Je lijkt me fatsoenlijk genoeg, maar we hielden je in de verte voor een land looper." Zonder meer woorden te verspillen zette de marskramer zijn pak af en nam Jack bij zijn woord, terwijl wij met stijgende ver ontwaardiging toekeken, hoe de nieuwe gast onzen proviand aansprak, liet een voor, het andere na, verdween in zijn holle maag. Matthew Brand, onder welken naam de reizende koopman zich bekend maakte, had blijkbaar honger, maar eindelijk stond hij verzadigd op, bedankte ons beleefd genoeg, en informeerde ten slotte of wij iets uit zijn collectie heeren-artikelen konden gebruiken. Na van ons allen een gedecideerd ;meen" ten antwoord te hebben ontvangen, begon hij zijn pak weer op te laden, dat even zwaar scheen, als het groot was. Op dat oogcnblik hoorden wij een krach tige stem, die riep : »Zoo, heeren, aan 't ontbijt? Mooi weertje van morgen, nu den regen !" Wij keerden ons om, en /agen Sam Andrews, een jongen boer, dien wij kenden, door de struiken naar ons toekomen, terwijl hij vervolgde : :>Van ochtend \TOOL; de rivier op geweest, 'n mooie vang>t gehad,'' en iegelijk een stuk of zes groote visschen, netjes aan een touw geregen, omhoog tilde. Daarna, den marskramer in het oog krijgend, riep hij op eens, >/IIeer ! Brand jij hier '''' .'Zooals u ziet, mijnheer Andrews," klonk het lachend antwoord ; -ze kunnen het hier toch niet buiten mij stellen en daarom ben ik maar weer eens teruggekomen.'' Wij stonden nieuwsgierig te luisteren, half en half spijt krijgend over de weinig voor komende manier, waarop wij den vreemde ling hadden ontvangen, want wij, jongens, hadden heel wat verplichting aan San: Andrews. »WeI, man! we hebbeu je iii geen jaar onlusten in Polen bijvoorbeeld door de pres sie van Groot Rusland. Doch indien eene vreemde mogendheid eene Russische provin cie aanviel, zou de levendige verbeeldings kracht der Slaven aanleiding geven tot de ontwikkeling eener verbazende energie. Dat hebben Karel XII van Zweden en Napoleon I ondervonden. Men houde dus rekening me:, de droomen van den jongen reus ! Vroeger had Rusland in het Balkan schiereiland slechts n vijand, namelijk Turkije. Thans zou het, indien het tot een oorlog overging, vier groote mogenheden te genover zich zien, en natuurlijk ook Turkije en het meerendeel der Balkanstaten. Frank rijk zou wellicht gedurende korten tijd hulp verleenen, maar het zou spoedig bemerken, dat het aan ernstiger zaken te denken had dan aan zijn wrok tegen Duitschland. Trou wens met Frankrijk alleen tot bondgenoot zal Rusland geen oorlog beginnen. Maar het kan wachten, en zonder zijn verlof kan in Europa geen schot worden afgevuurd. Sedert lsü!i, toen Rusland aan Zweden Finland ontnam, is het Czarenrijk met de Scandinavische monarchie niet in strijd ge weest ; maar wel heeft het na dien tijd nog drie oorlogen met Turkije gevoerd. Hieruit ziet men reeds, dat Rusland's weg niet over Zweden, maar over den Balkan voert. Wat men heeft beweerd omtrent Rus land's plannen om Zweden aan te vallen, indien dit in ISO'l Denemarken ware ter hulp gekomen, berust op louter gissingen. Juist Rusland's plannen ten opzichte van het Balkanschiereiland maken het voor dit rijk onmogelijk, zich in het noorden aan een oorlog te wagen. Derhalve : zoolang Rusland het Balkanschiereiland niet heeft veroverd, behoeft Scandinaviëniets te vreezen. Noorwegen heeft met Rusland vele han delsbelangen gemeen. De Noorweegsche pro vinciën Nordland en Finmarken zijn de graanmarkt van Noord-Rusland, even als Rusland de vischmarkt van Noorwegen is. Maar de handelswegen zijn drie vierden van het jaar door ijs afgesloten, zoodat er reeds sprake van is, de Noordsche havens door spoorwegen te verbinden. Die gedachte alleen wekt den toorn op van de Zweedsche staats lieden. Want Zweden heeft vroeger, door eene onvoorzichtige staatkunde, een uitgegezien. ' ging Sam voort en vervolgde in n adem, zich tot ons wendend: -Ik kwam vragen of de jongeheeren lust hebben van avond den vi?eh te helpen opeten '' '>Graag, Sam, dank je wc komen, reken er op !" antwoordden wij. »Bestig," zei Sam, »adjuus, heeren jij gaat zeker mijn kant uit, Mat ? Goed vooruit dan maar" en een lustig deuntje Uuitend, beklom het tweetal den dijk en liep langs het jaagpad verder. Wij ontbeten af wat er nog af te ontbij ten was overgebleven en gingen daarna ieder zijn eigen weg. Jack wandelde met; zijn hengel- stroomopwaarts, om te visschen, terwijl (,'harlie de boot losmaakte en naar de overzijde roeide, om waterplanten te ver zamelen, die daar in menigte groeiden. Ik voor mij zette mijn photografiseh toestel in elkander, een mooie camera, die ik mij vóór ons vacantie-uitstapje had aangeschaft, om onderweg instantanéafbeeldingen te maken, en ging op een eigen ontdekkingstocht uit. Ik was nog maar een nieuweling in het vak, maar liatl er verbazend veel liefhebberij in. Ik had reeds een aantal landschappen genomen en de negatieven opgeborgen om ze later thuis te ontwikkelen. Xu wenschte ik nog een konijn in den loop te fotografeeren en daar het bosch op eenigen afstand er vol van was, maakte ik mij in die rich ting op. liet was een bijzonder woeste streek, vol liooge stammen, afgewisseld door ondoor dringbaar struikgewas, donkere moerassige gedeelten en zonnige open plekken. Een geruimen tijd dwaalde ik rond, zon der te vinden, wat ik zocht, totdat mijn maag mij begon te waarschuwen dat het etenstijd werd en ik met mijn camera weer den weg naar ons kamp insloeg. Haastig langs den zoom van een open plek gaande zag ik eensklaps een konijn bijna onder mijn voeten oprijzen en in het kreupelhout springen. Een paar meters voor strekt grondgebied aan Rusland verloren, ea vreest de Russen, terwijl Noorwegen geen enkele reden heeft om dit te doen. Maar gesteld dat Rusland zich inderdaad van Finmarken wilde meester maken. Een zelfstandig (niet met Zweden verbonden) Noorwegen zou zich zeer goed kunnen ver dedigen, omdat de Russische strijdmacht gedurende een groot deel van het jaar van. hare basis zou zijn afgesneden en omdat Engeland de Noorweegsche havens niet ia de handen, van Rusland zou willen laten vallen. Indien echter Noorwegen met Zwe den verbonden was, zou de oorlog niet plaat selijk maar algemeen worden, en voor de beide kleinere staten waarschijnlijk noodlottig zijn. Werd Zweden door Rusland aangeval len, dan zou Noorwegen, al of niet met den. naburigen staat verbonden, dezen wel moeten verdedigen, terwijl omgekeerd Zweden Noor wegen niet zou kunnen helpen, omdat er geen wetren zijn, die van Zweden naar Fin marken leiden. Zeer helder is hier de redeneering van Björnson niet. Klaarblijkelijk is de schrijver geheel onder den invloed van het denkbeeld, dat Noorwegen zelfstandig moet zijn en voor de behartiging zijner belangen een eigen di plomatie moet hebben. Noorwegen wil het gevaar niet loopen van alliantiën, welke het vreest en verafschuwt; het wil zich noch bij de eene, noch bij de andere zijde aansluiten, noch bij Duitschland, noch bij Rusland. Het kan zich in dit opzicht nooit veilig gevoelen, zoolang allerlei alliantiën in de lucht zwe ven. Reeds het feit, dat wij voortdurend wor den bedreigd met Rusland, om daarin eene verontschuldiging te vinden voor de ver sterking van de macht des koning?, van de Unie, van het leger, moet ons wantrouwend maken. Welke noodzakelijkheid, welke reden. hebben de leidende staatslieden in Zweden, als zij zulke maatregelen aanbevelen ? Noor wegen heeft het recht en is het aan zich zelf verplicht, zijn eigen verantwoordelijken minister voor buitenlancische zaken te hebben." Wij gunnen Björnson en zijn geestver wanten, die onder zijn landgenooten zeer talrijk zijn, van harte de vervulling van dezen wensch, die inderdaad niet meer dan. billijk is. En wij begrijpen zijn verontwaar diging, als hij bemerkt, dat de Engelsche mij uit vertoonde zich nog een opening tus schen de boomen en als ik het konijn kon treffen, wanneer het voorbij die open plek stoof", had ik mijn zin. Daarom trok ik haastig de schuif open en drong in gebukte houding een paar passen nader. Ik hield de bal, die op het klepje werkte, tamelijk onbeholpen vast en toen ik met mijn ca mera bijna in een doornstruik belandend, een zijwaartsche beweging maakte, kneep ik mijn hand toevallig dicht en vernam uit het oogenblikkeljjk daarop volgende bekende :>klik!" dat de plaat geëxposeerd was ge weest. Ik sloeg er echter weinig acht op. Het konijn was toch reeds lang verdwenen ; i daarom ging ik naar ons kamp terug en kwam er juist aan, toen de anderen zouden gaan eten. De gebeurtenissen der volgende dagen dreven alle gedachten aan fotogra feeren voorloopig uit mijn hoofd, en ik pakte mijn toestel in de kist, precies zooals ik het er 's morgens had uitgenomen. Dienzelfden avond zaten wij tegen zons ondergang op een omgewaaiden boomstam naast het jaagpad op onze manier te mus:ceeren. Jack maakte een oorverscheurer.d leven op een mondharmonica en C'harlie en ik floten het accompagnement. Eensklaps zagen wij aan de overzijde twee politieagen ten den weg afkomen en vlak tegenover ons stilhouden. »Hallo, jongelui! heeft een van u vandaag hier in de buurt soms een marskramer gezieu ?'' klonk het over het water. »Een zekeren Brand, misschien is hij u bekend," voegde de tweede er bij. :-Ja'', riep C'harlie terug. »Die is van morgen vroeg hier langs gekomen en met Sam Andrews verder gegaan.'' >/Heb ik 't je niet gezegd ! 't' zeide de eene triomfantelijk, tot zijn metgezel. , Dank u, heeren!'' schreeuwden zij daar na allebei en spoedden zich voort. j : Die zijn hier ook niet vandaan," zeide j Charlie, de agenten naziende. »'k Ben be

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl