Historisch Archief 1877-1940
No. 794
DE AMSTERDAMMER. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
?door ,een tweede overname uit het zelfde
Comburgsche manuscript, waaraan ook de eerste ont
leend was. Van Zeden is een leerdicht van
. gelijke strekking, in het manuscript ontdekt door
Dr. F. A. Stoett, en thans door den Leidschen ge
leerde van glossarium, inleiding en aanteekeningen
voorzien. I)e uitgave, van de firma Van
deiHoek te Leiden, zal weder de aandacht der be
oefenaars van het Middel-Nederlandsch trekken.
Uit Londen wordt van 24 Augustus geschre
ven : De kunsthandelaar Henry Graves is in den
? ouderdom van 80 jaar gestorven. Hij was een
lovend conversations-lexicon van het Engelsche
kunstleven van deze eeuw, had Wilkie en
Constable uit persoonlijken omgang gekend, liad den
beroemden Turner (gestorven 1851) iederen Zon
dag bij zich te dineeren gehad, en droeg zeer
veel bij tot het gezocht maken van den dieren
schilder Sir E. Landseer, wiens schilderijen hij
in prachtige kopergravuren deed reproduceeren.
Het is jammer, dat hij niet, gelijk Johnsons
biograaf liothwel!, een letterkundige ader bezat;
hij had de beste histoire anecdotique der
Engel-sche kunstenaars kunnen schrijven. Zijn kan
toor stond in Pall Mali, naast Her Majesty's
Theatre dicht bij het Waterloo-monument.
Van het bekende prachtwerk Artis, kijkjes in
?den Dierentuin door Dr. J. E. Rombouts, ver
sierd met 250 oorspronkelijke platen doorWilm.
Steelink, zal bij de HH. Van Holkema en Waren
?dorf eene volksuitgave verschijnen, tegen een
Tierde van den oorspronkelijken prijs.
De platen, voor een deel naar photografieën,
voor een deel naar de natuur vervaardigd, wer
den bij de eerste uitgave zeer geroemd; de inhoud,
-die behalve de verschillende soorten van dieren
ook het aquarium, het museum en de bibliotheek
?omvat, is onderhoudend en leerrijk.
Bij de firma J. C. & W. Altorffer te Middel
burg is een aardige Gids door Waleheren ver
schenen, uitgegeven door de Vereenigingen tot
'bevordering van het vreemdelingenverkeer in
Waleheren te Middelburg en ? Vlissingen. Het
boekje, om de groote verspreiding zeer goedkoop
gesteld, is flink geïllustreerd, en bevat
platte.gronden van Vlissingen en Middelburg en eene
schets van het eiland, benevens allerlei opgaven
omtrent aansluiting, tochtjes, vervoermiddelen,
bezienswaardigheden. De bepaling omtrent twee
dagen vooruitbestelling van een biefstuk, waarop
onlangs de Réforme aanmerking maakte, troffen
?wij er niet in aan. Nu Domburg eene Europeesche
badplaats en Vlissingen eene Europeesche haven
wordt, verdient het waardeering, dat de
vereenigingen zich moeite geven om den vreemdelingen
het verblijf op het eiland zoo aanlokkelijk moge
lijk te maken.
Jolandes Bruiloft, door Herman
Sudermann vertaald door II. Th.
Chappuis uitgave van H. C. A. Thieine,
Nijmegen.
Een frisch geschreven vertelling, humoristisch,
"naturalistisch getint, goed vertaald en fraai
uit?gegeven. De held van het boek :een goede
vent," is inderdaad een kostelijk type vol
.gezonden humor, eenvoudig in zijn vreugde en
in zijn smart. Ieder die dit kleine, maar
meesterlijk geschreven boekje leest, xal het vol
daan uit de hand leggen.
Het lied van liet gekroonde kind.
Koningin Nathalie van Serviëis, evenals Carmen
Sylva van Roemenië, dichteres. Haar pseudo
niem is Talijaua; hare poëzie, hoe dichterlijk ook,
is niet zonder tendenz. Het volgende lied heet
opgevangen van de lippen der schoone vrouwen
?van Sinear, een aardsch paradijs tusscheii den
igris en den Euphraat, waar gezongen wordt
van een onschuldig kind, welks hoofd, behalve
i
iiiiiiiiiiiiiMiniiiiiiiii
3 '« Jaargang. 11 September 1892.
Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen.
Adres: Mira Lodge, Deronda Road, Herne Ilill.
Londen. S. E.
Verzoeke alle nicdedeelingen, de/e rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
"NVij richten tot alle Secretarissen van Schaak
clubs in den lande 't vriendelijk verzoek ons
opgave te doen van 't aantal leden waaruit
hunne respectieve veroenigingen bestaan. Ook
bizomlerhoden omtrent den tijd van oprich
ting en don algnmeeiuMi toestand van ''t
sclinnkleven in de plaats hunner inwoning zullen ons
aangenaam zijn. Indien aan uit verzoek voldoende
wordt voldaan, hopen wij aan 't einde van elk
jaar een overzicht te kunnen geven, waaruit men
den vooruit- of achteruitgang van 't \odorlandsch
schaakleven kan atloidcn.
%et/t 't roort.
CORRESPONDENTIEWEDSTRIJD.
(Adres: Marni.rl-ade 43, Amsterdam.)
17e Zet van Wit.
g7: c 3
f7-j-Pdlf2
d4
e4
Beslist
f3: PfleS
D
PhlfS
Pflg3
f4
iTflel
d3
Pd2c4
Beslist.
'
L cl
D h4 Thlgl
Pf4h5 Thlh2
L <12 IPc4b«:
Pbld2 BesZisi.
Pd2c4
i Ii3
' 0(14:
[ E
L d5
!Pe2f4
ef5
(14
... ') L c7:
-3 Pc:'»e4
L e4:Pg5e4
P bd2 Taldl
Beslist., a3 Pb3d2 1P ,, .
10 b4 P dc3 a3 aba IL 1'2
') De heer Faber heeft in de onvoldoende notatie
door het gewicht der zware kroon, ook gedrukt
werd door het lijden en de zorg des volks, en
welks hart gekweld werd door den bitteren rouw
om het verloren moederhart, dat de mensclien hem
onstolen. Het is een treurig lied, iedere moeder
verstaat het. hoort het maar!"
* * *
Een donkere, sombere nacht spreidde zijn zwarte
vleugelen uit; het blauwe hemelsoog, door droef
heid verduisterd, stortte zijn tranen uit op de aarde,
het loof en de bloemen, en weenend blikte het
door de ruiten naar den eenzamen knaap. En
onder het dak van het prachtig paleis nestelde de
zwaluw en vertoefde hier met haar klein jong, dat
zij bewaakte, in haar schoot verwarmde, met den
snavel voederde en waar zij voortdurend een lied
voor tjilpte, een lied vol liefde, zooals alleen het
hart eener moeder het zeggen kan.
//Mijn kind! O gij mijn troost!" tjilpte de zwa
luw. Wat zou er van je worden, wanneer ge de
moederlijke verpleging en de liefde van liet moe
derhart niet genoot? //Zoudt ge ooit het geluk
leeren kennen ?" Zoo tjilpte ze eiken avond, als
zij naar haar nest terugkeerde, cu het kleine vo
geltje met de vleugelen toedekte en het verwarmde
aan de warmte van haar hart. En het vogeltje
groeide vroolijk op, verheugde zich in de liefde
zijner moeder en kuste de warme borst, waarbinnen
het hart zijner moeder klopte.
Maar ach ! Onder hetzelfde dak, waar het geluk
de zwaluw toelachte, woonde ook het arme kind,
eenzaam, gescheiden van haar, die het beminde,
als de zwaluw haar zwaluwtje, van haar, die hem
onder het hart gedragen had, en gaarne de helft
van haar leven zou geven, om slechts de andere
helft aan de zijde van haar zoon te mogen door
brengen. Het arme kind ! Omgeven door hen, die
het aan de omarming der moeder onttrokken, lijdt
het en zwijgt; het zwijgt, want het hoopt op
schoonere dagen, maar het lijdt ook onuitspre
kelijk ....
Eens op een avond opende de knaap het ven
ster en luisterde, hoe een lichte regen op het loof
en de bloemen neerdruppelde. De wolken kwamen
uit die landen opzetten, waarheen men zijn moe
der verbannen had. Hij luisterde ademloos naar
het zweven der wolken, en het scheen hem toe,
alsof deze wolken de zuchten zijner moeder over
brachten. Door droefheid overweldigd, boog hij
het sclioone hoofd en liet het door de tranen des
hemels bevochtigen. En de zwaluw, rondom zijn
hoofd zwevend, tjilpte zacht:
Schooue knaap I Mijn arm kind, waarom treurt
ge dan zoo r" ....
//Lieve zwaluw! Ge fladdert om mij heen en
kent mijne droefheid niet. Ik hob eene moeder,
die tot mij zou wenschen te vliegen; ik heb een
vader, die beweert mij lief te hebben, en toch zijn
zij zoo ver weg! Ik ben alleen, en niemand is bij
mij, die mij liefheeft!"
En de zwaluw vernam de klacht van het
kinderhart en tjilpte treurig:
//Ween, arm kind, ween'. Uw vader heeft u
verlaten, bij vertrouwde u aan dezelfde eden, die
hij steeds verachtte. Maar ge hadt eene moeder,
die u liefhad, die u den weg der deugd wees.
Booze menscheu vreesden, dat gij ouder hare be
scherming gelukkig kondt worden, en verbanden
haar ver, ver van u. En weet ge waarom': Omdat
zij gelukkig zijn, wanneer ze weten dat andereu
ongelukkig zijn. Een glimlach op het gezicht van
anderen brengt hen buiten zich zelf van woede."
Tranen stroomden uit de sclioone oogen van
den knaap.
Zoo vloten de dagen van den knaap voort.
Booze mensclien beproefden in zijn hart de
kinderliefd : uit te doovcu, de liefde tot zijne moeder,
die hem leerde het volk trouw lief te hebben.
Hetgeen zij echter overdag verwoestten, bouwde
de knaap 's nachts weder op, terwijl hij naar het
tjilpcn der zwaluw luisterde.
Des daags sprak men tot hem: Zij is niet goed,
is niet edel! Waarom hebt ge haar lief?'
//Zij is mijne moeder!" antwoordde de knaap.
Zij is overmoedig, zij is trotsch! Zij heeft u
niet lief! Zij is uw liefde niet waardig!"
//Vergeefs geeft ge u moeite! Zij is mijne moe
van den 16en zet van Zwart in E 5 aanleiding
g«vondcn, ons het volgende mee te deelen: Zoo de
heer Bauer met 16. , bC: bedoelt T b8bG:, is mijn
antwoord 17. P c3dö; voor 't geval ebC:, dan 17.
D duf, en indien ab(l: (wat ik voor 't waarschijn
lijkste houd), dan 17. T dld3." Wij verzoekenden
heer Bauer ons te willen melden, welke, zetten hij in
deze partij als No. 16 (Zwart) en Xo. 17 (Wit) heeft
genoteerd.
A. r. K., te '/. f» G. K., te A. De heer Abas zal
eerst van 18 September af zijn zetten weer kunnen
opgeven.
l'urlij D '>: IC. 0-0 O, P L8d7. Partij ]) ;.- IC.
P d2o4. T lufi; 17. Pclbfi:. De lieer Yuurmans geeft
echter in IJ 7 op: 17. P hSf'4. V.'il een der beide
spelers deze kwestie eens ophelderen?
l'iit-t'ij It -'.': ltie z. v. Zwart: c5.
Van de hceren Speet en Huese ontvingen wij geen
zetten. Spoedige toezending «laarvan aan hunne tegen
partijen is /eer gewenscht.
II. J. d. ][.
Van y. L. ile .Ion;; te Leiden
l
der, en ik moet haar liefhebben," antwoordde de
knaap.
//Mijn kind! mijn kind!" snikte de zwaluw en
en fladderde in haar nest.
Het is anders niet mogelijk! Iemand hitst
hem op! £n alle boozenzochten den vermeenden
opsteker en dachten volstrekt niet, dat deze in
het hart van den knaap woonde en in het tjilpeu
van de zwalnw. Maar uu zouden ze ook de zwa
luw niet meer hebben gevonden. Met haar zwa
luwtje, welks vleugels onder de verpleging der
moeder krachtig waren geworden, was zij
weggevlogen, ver, ver weg over hooge bergen en
breede zeeën en had daar onder liet dak der ver
bannen moeder een nieuw tehuis gevestigd. Zij
klopte tegen het raam en met haar jong liet zij
zich neder op de schouders der moeder en schudde
van de lichte vleugels op hare wangen de tranen
van haar zoon, die tranen, die het kind om zijne
moeder geweend had.
De veelbcproefde moe3er luisterde verlangend
naar het tjilpen der zwaluwen en dacht daarbij:
//Zij komen van daar. waar mijn zoon woont; wel
licht nestelden ze onder zijn dak." En in tranen
uitbarstend, sprak zij: ,/A.ch vlieg, vlieg tot hem
en breng hem de tranen zijner moeder!"
En de zwaluw begon weder treurig te tjilpen,
nam op iedere veder een druppel der
moedertrauen, spreidde de lichte vleugels uit en pijlsnel
vloog zij heen in het luchtruim, naar het bekoor
lijke Sinear, naar haar oud nest. De verkondigster
der lente was ook de verkondigster van het
moederhart.
***
En het kind groeide op en herinnerde zich zijn
kindsheid. Het herinnerde zich, h c het zijne moe
der in droefheid troostte. Het beeld kwam hem
in de gedachte, dat hij zich in de uren der' ver
zoeking zoo menigmaal herinnerde. Hij zag het
ruime vertrek, in den eenen hoek het bed en in
het bed een kind in diepe bewusteloosheid. Van
tijd tot tijd sprak het onverstaanbare woorden, en
het scheen, alsof het de verschrikkelijke droom
beelden van zich af weerde, die zijne ziel folter
den. Snikkend bad het in den droom tot God, dat
hij hem een schutsengel zou zenden. En op dit
oogenblik, toen de smart ten toppunt steeg, voelde
het kind aan zijn gloeiend voorhoofd de hand van
den schutsengel, die hem zacht in het oor fluisterde.
Het zal overgaan, mijn kind! Wees niet be
angst, mijn lieveling!"
n deze woorden stroomden als zachte balsem
in de ziel van het kind en het opende de oogen.
Het bemerkte de zorgvolle moeder, die hem me'
een zachtmocdigen glimlach moed toespreekt en
met moederlijke kussen hem den gloed van de
oogen wegkust. God zond hem een schutsengel,
zijne moeder. Zij verpleegde hem in zijne ziekte,
gansche nachten geen oog sluitend.
En deze moeder, die mij zoo oppaste, zou mij
niet liefhebben?!" dacht het kind. //Zij liegen,
mijne moeder is innig goed!"
*
* *
Vele jaren vloden heen, uit den knaap ontwik
kelde zich een krachtige jongeling. ... In het lie
felijk Sinear begon het sinds lang ingeslapen volk
te ontwaken. De slechte mensclien vermoedden
hun naderend einde, wanneer zij uit het hart van
den jongeling niet zoo spoedig mogelijk de liefde
der moeder uitroeiden, en spraken eens tot hem:
//Gij zijt koning! Gij draagt de kroon van uwe
vaderen? Maar wij zijn uwe meesters, en wij
berooven u van de kroon, wanneer gij in uw bin
nenste niet dat vuur uitdooft, dat ons verschroeit!
Een van beiden moet ge opofferen; dezen gloed of
de kroon. Kies, wat het liefste is: want wij kun
nen onder de kroon hart en ziel niet dulden."
//Xeen, /ij is niet overmoedig''! riep de knaap
uit. Niet trotsch is dat wezen, dat mij slechts
zachte raadgevingen gaf. Ge hebt mij belogen !
Geeft mij mijne moeder terug, en daar hebt g-ij
de kroon!''
//Behoud de kroon, cu daar hebt gij uwc moe
der,'' donderde het ontwaakte volk.
Moeder! Moeder!" juichte de verheugde
jouabc d e f g h
Wit ('i stukke ',) geeft in. .'! zetten mat.
CORBESPON DENTIE.
Dr. A. J. A. P. te U. Hartelijk bedankt voor al de
aangename lectuur. Spoedig hopen wij u uitvoerig
over een en ander te schrijven.
UIT DE SCHAAKWERELD.
Lasker heeft te Newcaytle weder opnieuw 't bewijs
geleverd van zijn waarlijk phenomenale begaafdheid.
Wat originaliteit van spelvoering betreft, vooral in
de opening, staat hij ver boven zijn landgenoot
Tarrasch, ook in natuurlijken aanleg en vlugheid van
combineeren is hij o. i. den Neureubergschen
wonderdokter de baas. \Vij hadden herhaaldelijk gelegen
heid beide meesters hij hunne matchpartijen gade
te ylaan en Jt verschil zoowel in gedachtengnng, als
de wijze waarop zij tot een conclusie geraken, was
duidelijk op te merken. Tarraseh doet geen zet voor
alle gevolgen haarfijn berekend zijn. Gedurende de
geheele partij tuurt hij onafgebroken op 't bord en
gunt /i 'h geen oogenbiik ontspanning. Met dat a! is
xijn spel tocli hoogst eenvoudig, en 't tegendeel van
imponeerend. /.txials bil de meeste spelers van dit
kaliber, komt ook dr. 'l'arrasch' kracht 't best U't
waar hij tegenstanders tu bestrijden heeft, wier spel
J een meer agressief karakter draagt. ] .'oor een enkelen
eenvoudigen (';) zet weet hij vaak, als niet een
foovcr.^l.ig, de heftigste aanvallen te niet te doen. Zijn
partij n;et 1/lacklmrne te lïreslau, en vele andere,
zijn daarvan tn. li'endc voorbeelden.
Lasker vat zijn taak gemakkelijker ep. Terwijl
Tarraseh voortdurend in tijdveriegeuheid verkeert
een natuurlijk gevolg van zijp. vergaande IK reke.
niugeu helb/eï't men bij Lasker nooit lang op een
zet te wachten. A[et berekeningen ot' ontleding eencr
positie laat hij zii-h zelden in. bij hem berust alles
meer op intu tie en /.iju oui'cilhaar scherpen Idik
b.'/orgt 't overige. Toch blijft 't de vra-ig ot' al deze
schitterende hoedanigheden in s'aai zijn o]) 't een
voudige, kalme en correcte spel van Tarrasch im
pressie te maken'/ ])e lijd zal 't mo> teu leeren, beide
/i)üjnng en een duel is vroeg of laat onvermijdelijk.
Bird hracht 't er, zoo mogelijk, nog treuriger af dan
Blaekburiie, wien 't gelukte nog d partijen tot remise
ie brengen. Er werden slechts l partijen gespeeld,
w;mt Lasker wou alles: de schakers te Newcastle
moesten zich dus qiiautitatief met weinig te vreden
stellen.
De lang besproken match te Belfast, die 12 Sept.
begint, heeft een tweede verandering ondergaan. Ku
geling en vloog in de armen der lang verbeide
geliefde moeder.
«Mijn zoon!" riep de moeder, //Niemand zal
ons meer scheiden; vergeef hun!"
En de kleine zwaluw, de verkondigster der lente
en der moederliefde, ornfladder.de haar verheugd,
en tjilpte luid:
//Mijn zoon, mijn zoon !"
* *
De rijzende vloeden der gezegende rivieren
Euphrat eu Tigris rollen ruisehend voort, en hun -wa
teren bevochtigden de oevers van het paradijs
achtige Sinear met vruchtbaarmakend nat. Twee
gezusters : de Liefde en het Geluk, zweven boven
het huis der moeder eu van den zoon, en vandaar
trekken zij als Gods zegen over het gansche volk.
En de sclioone vrouwen van Sinear binden het
gemaaide koren tot schoven en zingen daarbij //het
lied van het gekroonde kind", dat lied vol droef.
hcid eu smart, dat toch zoo gelukkig eindigt. In
haar gezang mengt zich het getjilp der zwaluwen,
die in de icntelncht rondfladderen.
Mantels. Tca-jacguets. De vrouw
uit haar portretten. ??Juweelen.
Ook in Engeland worden als nouveautéde
kleine of grootere schoudermanteltjes,?in Frank
rijk als collet en camail bekend, veel ge
nomen. Maar als herfstcostuum vereenigt men
ze daar met den gewonen mantel; men ziet dus
een lang jacquet (ze worden steeds langer), van
voren wijd open, met breede openstaande revers,
hooge dofinouwen, en op de schouders nog een
dubbele of driedubbele kraag. Een lange hals
is in zulk een geval onontbeerlijk.
Iteeds gaat men in Engeland bont zien, beaver
en astrakan; elegant is een biscuit of licht
reekleurige mantel met smallen zwart astrakan
rand; ook tabac d'Espagne, caféau lait, licht
warm bruin met sabelbont, men voert ze met
kleurige zijde of changcant.
Het is te Londen dit jaar nieuw, in den schouw
burg ochtendmantcls te dragen; het gevolg is
nu, dat men de ochtendmantels zoo gekleed
neemt, dat ze ook voor den avond te gebruiken
zijn; dit is ook eene reden, dat koffiekleur en
verschillende nuances groen zooveel gezien worden.
Ook op de plaatsen waar in den winter avond
toilet vereischt wordt, ziet men in Augustus en
September allerlei ketterijen door de vingers, of
schoon toch hoeden in de logos on grijze Schotsche
ruiten in de stalles zooveel mogelijk geweerd
worden. Men doet in deze vooral concessies aan
de Amerikaanschcn, die als zij om twee uur
haar hotel verlaten, liefst den ganschen dag am
bulant blijven en zich niet thuis komen
verkleeden. Ken gelukkige uitvinding in deze is
het tea-jacket, een soort gekleede blouse, b. v.
van bleekblauw bcngaline met veel crème kant
en kraag van zwart rluwcel, kanten mouwen tot
aan den elleboog en dan eindigend in strepen
zwart fluweel. Anders: tornaten-roodHuweel,zouave
of tigaro van zwart git a jour. met lange
puntfranje van gitten; of: rose bengaline en zwarte
kant, met gitten cascades, het front geheel kant
en gitten schclpvormig gearrangeerd, de hoege
rose kraag met zwarte kant gevoerd; nog anders:
zeer bleek rose laken, de mouwen geheel k jour
van zwarte kant en git, een schouderstuk mede
a jour, en vandaar tot het middel van voren
geplooid laken, van achteren glad.
Het kapsel zweeft in Engeland tusschen a la
Grecque, en een overvloed van kleine krulletjes
op de kruin en van daar naar voren. Ter zijde
alles glad: men gebruikt er niet zooveel als in
Frankrijk den ondulateur. Cehoel tot op de
oogen is veroordeeld; maar geheel naar boven,
Lasker niet meedoet, was voor Gunsherg de aardig
heid er af en wordt diens plaats nu door een speler
van lageren rang, nl. Lee. ingenomen, 't Vreemde
element is nu geheel verdwenen en de Britten moe
ten 't onder elkaar uitvechten, 't Tiertal bestaat uit
Blackburne, Mason, Bird en Lee.
Onze lezers zullen zeker verbaasd zijn, als zij ver
nemen dat Winawer zijn match met Caro gewonnen
heeft. Sinds ons laatste bericht (Caro 2, Wiuawer 0)
won Wimnver achtereenvolgens 3 partijen en daar
mede de match. Geeu wonder dal Caro daarna on
gesteld is geworden.
Als een staaltje van 't geluk, dat Winawer zoo
vaak teu deel valt, diene onderstaand eindspel uit
't Dresdener tournooi.
a bede i' g h
Wit. /wart.
Winawor. .Makovetz.
-21 T g4:;: 21 L f3.'
D 1'3 en 't spel ia ge vonnen.
2-2 I> e t f B f7.'!
K li^i w;is nog nog a U ij d vokloemle om te 'winn
2:5 T (17! -23 L s4:
D e-i: 24 mat in 3 zetten door T gg7 : f.
24 T f7: '24 T f7:
25 D g4: cu wiut.