De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 11 september pagina 5

11 september 1892 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 794 DE AMSTERDAMMER. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ?door ,een tweede overname uit het zelfde Comburgsche manuscript, waaraan ook de eerste ont leend was. Van Zeden is een leerdicht van . gelijke strekking, in het manuscript ontdekt door Dr. F. A. Stoett, en thans door den Leidschen ge leerde van glossarium, inleiding en aanteekeningen voorzien. I)e uitgave, van de firma Van deiHoek te Leiden, zal weder de aandacht der be oefenaars van het Middel-Nederlandsch trekken. Uit Londen wordt van 24 Augustus geschre ven : De kunsthandelaar Henry Graves is in den ? ouderdom van 80 jaar gestorven. Hij was een lovend conversations-lexicon van het Engelsche kunstleven van deze eeuw, had Wilkie en Constable uit persoonlijken omgang gekend, liad den beroemden Turner (gestorven 1851) iederen Zon dag bij zich te dineeren gehad, en droeg zeer veel bij tot het gezocht maken van den dieren schilder Sir E. Landseer, wiens schilderijen hij in prachtige kopergravuren deed reproduceeren. Het is jammer, dat hij niet, gelijk Johnsons biograaf liothwel!, een letterkundige ader bezat; hij had de beste histoire anecdotique der Engel-sche kunstenaars kunnen schrijven. Zijn kan toor stond in Pall Mali, naast Her Majesty's Theatre dicht bij het Waterloo-monument. Van het bekende prachtwerk Artis, kijkjes in ?den Dierentuin door Dr. J. E. Rombouts, ver sierd met 250 oorspronkelijke platen doorWilm. Steelink, zal bij de HH. Van Holkema en Waren ?dorf eene volksuitgave verschijnen, tegen een Tierde van den oorspronkelijken prijs. De platen, voor een deel naar photografieën, voor een deel naar de natuur vervaardigd, wer den bij de eerste uitgave zeer geroemd; de inhoud, -die behalve de verschillende soorten van dieren ook het aquarium, het museum en de bibliotheek ?omvat, is onderhoudend en leerrijk. Bij de firma J. C. & W. Altorffer te Middel burg is een aardige Gids door Waleheren ver schenen, uitgegeven door de Vereenigingen tot 'bevordering van het vreemdelingenverkeer in Waleheren te Middelburg en ? Vlissingen. Het boekje, om de groote verspreiding zeer goedkoop gesteld, is flink geïllustreerd, en bevat platte.gronden van Vlissingen en Middelburg en eene schets van het eiland, benevens allerlei opgaven omtrent aansluiting, tochtjes, vervoermiddelen, bezienswaardigheden. De bepaling omtrent twee dagen vooruitbestelling van een biefstuk, waarop onlangs de Réforme aanmerking maakte, troffen ?wij er niet in aan. Nu Domburg eene Europeesche badplaats en Vlissingen eene Europeesche haven wordt, verdient het waardeering, dat de vereenigingen zich moeite geven om den vreemdelingen het verblijf op het eiland zoo aanlokkelijk moge lijk te maken. Jolandes Bruiloft, door Herman Sudermann vertaald door II. Th. Chappuis uitgave van H. C. A. Thieine, Nijmegen. Een frisch geschreven vertelling, humoristisch, "naturalistisch getint, goed vertaald en fraai uit?gegeven. De held van het boek :een goede vent," is inderdaad een kostelijk type vol .gezonden humor, eenvoudig in zijn vreugde en in zijn smart. Ieder die dit kleine, maar meesterlijk geschreven boekje leest, xal het vol daan uit de hand leggen. Het lied van liet gekroonde kind. Koningin Nathalie van Serviëis, evenals Carmen Sylva van Roemenië, dichteres. Haar pseudo niem is Talijaua; hare poëzie, hoe dichterlijk ook, is niet zonder tendenz. Het volgende lied heet opgevangen van de lippen der schoone vrouwen ?van Sinear, een aardsch paradijs tusscheii den igris en den Euphraat, waar gezongen wordt van een onschuldig kind, welks hoofd, behalve i iiiiiiiiiiiiiMiniiiiiiiii 3 '« Jaargang. 11 September 1892. Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen. Adres: Mira Lodge, Deronda Road, Herne Ilill. Londen. S. E. Verzoeke alle nicdedeelingen, de/e rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. "NVij richten tot alle Secretarissen van Schaak clubs in den lande 't vriendelijk verzoek ons opgave te doen van 't aantal leden waaruit hunne respectieve veroenigingen bestaan. Ook bizomlerhoden omtrent den tijd van oprich ting en don algnmeeiuMi toestand van ''t sclinnkleven in de plaats hunner inwoning zullen ons aangenaam zijn. Indien aan uit verzoek voldoende wordt voldaan, hopen wij aan 't einde van elk jaar een overzicht te kunnen geven, waaruit men den vooruit- of achteruitgang van 't \odorlandsch schaakleven kan atloidcn. %et/t 't roort. CORRESPONDENTIEWEDSTRIJD. (Adres: Marni.rl-ade 43, Amsterdam.) 17e Zet van Wit. g7: c 3 f7-j-Pdlf2 d4 e4 Beslist f3: PfleS D PhlfS Pflg3 f4 iTflel d3 Pd2c4 Beslist. ' L cl D h4 Thlgl Pf4h5 Thlh2 L <12 IPc4b«: Pbld2 BesZisi. Pd2c4 i Ii3 ' 0(14: [ E L d5 !Pe2f4 ef5 (14 ... ') L c7: -3 Pc:'»e4 L e4:Pg5e4 P bd2 Taldl Beslist., a3 Pb3d2 1P ,, . 10 b4 P dc3 a3 aba IL 1'2 ') De heer Faber heeft in de onvoldoende notatie door het gewicht der zware kroon, ook gedrukt werd door het lijden en de zorg des volks, en welks hart gekweld werd door den bitteren rouw om het verloren moederhart, dat de mensclien hem onstolen. Het is een treurig lied, iedere moeder verstaat het. hoort het maar!" * * * Een donkere, sombere nacht spreidde zijn zwarte vleugelen uit; het blauwe hemelsoog, door droef heid verduisterd, stortte zijn tranen uit op de aarde, het loof en de bloemen, en weenend blikte het door de ruiten naar den eenzamen knaap. En onder het dak van het prachtig paleis nestelde de zwaluw en vertoefde hier met haar klein jong, dat zij bewaakte, in haar schoot verwarmde, met den snavel voederde en waar zij voortdurend een lied voor tjilpte, een lied vol liefde, zooals alleen het hart eener moeder het zeggen kan. //Mijn kind! O gij mijn troost!" tjilpte de zwa luw. Wat zou er van je worden, wanneer ge de moederlijke verpleging en de liefde van liet moe derhart niet genoot? //Zoudt ge ooit het geluk leeren kennen ?" Zoo tjilpte ze eiken avond, als zij naar haar nest terugkeerde, cu het kleine vo geltje met de vleugelen toedekte en het verwarmde aan de warmte van haar hart. En het vogeltje groeide vroolijk op, verheugde zich in de liefde zijner moeder en kuste de warme borst, waarbinnen het hart zijner moeder klopte. Maar ach ! Onder hetzelfde dak, waar het geluk de zwaluw toelachte, woonde ook het arme kind, eenzaam, gescheiden van haar, die het beminde, als de zwaluw haar zwaluwtje, van haar, die hem onder het hart gedragen had, en gaarne de helft van haar leven zou geven, om slechts de andere helft aan de zijde van haar zoon te mogen door brengen. Het arme kind ! Omgeven door hen, die het aan de omarming der moeder onttrokken, lijdt het en zwijgt; het zwijgt, want het hoopt op schoonere dagen, maar het lijdt ook onuitspre kelijk .... Eens op een avond opende de knaap het ven ster en luisterde, hoe een lichte regen op het loof en de bloemen neerdruppelde. De wolken kwamen uit die landen opzetten, waarheen men zijn moe der verbannen had. Hij luisterde ademloos naar het zweven der wolken, en het scheen hem toe, alsof deze wolken de zuchten zijner moeder over brachten. Door droefheid overweldigd, boog hij het sclioone hoofd en liet het door de tranen des hemels bevochtigen. En de zwaluw, rondom zijn hoofd zwevend, tjilpte zacht: Schooue knaap I Mijn arm kind, waarom treurt ge dan zoo r" .... //Lieve zwaluw! Ge fladdert om mij heen en kent mijne droefheid niet. Ik hob eene moeder, die tot mij zou wenschen te vliegen; ik heb een vader, die beweert mij lief te hebben, en toch zijn zij zoo ver weg! Ik ben alleen, en niemand is bij mij, die mij liefheeft!" En de zwaluw vernam de klacht van het kinderhart en tjilpte treurig: //Ween, arm kind, ween'. Uw vader heeft u verlaten, bij vertrouwde u aan dezelfde eden, die hij steeds verachtte. Maar ge hadt eene moeder, die u liefhad, die u den weg der deugd wees. Booze menscheu vreesden, dat gij ouder hare be scherming gelukkig kondt worden, en verbanden haar ver, ver van u. En weet ge waarom': Omdat zij gelukkig zijn, wanneer ze weten dat andereu ongelukkig zijn. Een glimlach op het gezicht van anderen brengt hen buiten zich zelf van woede." Tranen stroomden uit de sclioone oogen van den knaap. Zoo vloten de dagen van den knaap voort. Booze mensclien beproefden in zijn hart de kinderliefd : uit te doovcu, de liefde tot zijne moeder, die hem leerde het volk trouw lief te hebben. Hetgeen zij echter overdag verwoestten, bouwde de knaap 's nachts weder op, terwijl hij naar het tjilpcn der zwaluw luisterde. Des daags sprak men tot hem: Zij is niet goed, is niet edel! Waarom hebt ge haar lief?' //Zij is mijne moeder!" antwoordde de knaap. Zij is overmoedig, zij is trotsch! Zij heeft u niet lief! Zij is uw liefde niet waardig!" //Vergeefs geeft ge u moeite! Zij is mijne moe van den 16en zet van Zwart in E 5 aanleiding g«vondcn, ons het volgende mee te deelen: Zoo de heer Bauer met 16. , bC: bedoelt T b8bG:, is mijn antwoord 17. P c3dö; voor 't geval ebC:, dan 17. D duf, en indien ab(l: (wat ik voor 't waarschijn lijkste houd), dan 17. T dld3." Wij verzoekenden heer Bauer ons te willen melden, welke, zetten hij in deze partij als No. 16 (Zwart) en Xo. 17 (Wit) heeft genoteerd. A. r. K., te '/. f» G. K., te A. De heer Abas zal eerst van 18 September af zijn zetten weer kunnen opgeven. l'urlij D '>: IC. 0-0 O, P L8d7. Partij ]) ;.- IC. P d2o4. T lufi; 17. Pclbfi:. De lieer Yuurmans geeft echter in IJ 7 op: 17. P hSf'4. V.'il een der beide spelers deze kwestie eens ophelderen? l'iit-t'ij It -'.': ltie z. v. Zwart: c5. Van de hceren Speet en Huese ontvingen wij geen zetten. Spoedige toezending «laarvan aan hunne tegen partijen is /eer gewenscht. II. J. d. ][. Van y. L. ile .Ion;; te Leiden l der, en ik moet haar liefhebben," antwoordde de knaap. //Mijn kind! mijn kind!" snikte de zwaluw en en fladderde in haar nest. Het is anders niet mogelijk! Iemand hitst hem op! £n alle boozenzochten den vermeenden opsteker en dachten volstrekt niet, dat deze in het hart van den knaap woonde en in het tjilpeu van de zwalnw. Maar uu zouden ze ook de zwa luw niet meer hebben gevonden. Met haar zwa luwtje, welks vleugels onder de verpleging der moeder krachtig waren geworden, was zij weggevlogen, ver, ver weg over hooge bergen en breede zeeën en had daar onder liet dak der ver bannen moeder een nieuw tehuis gevestigd. Zij klopte tegen het raam en met haar jong liet zij zich neder op de schouders der moeder en schudde van de lichte vleugels op hare wangen de tranen van haar zoon, die tranen, die het kind om zijne moeder geweend had. De veelbcproefde moe3er luisterde verlangend naar het tjilpen der zwaluwen en dacht daarbij: //Zij komen van daar. waar mijn zoon woont; wel licht nestelden ze onder zijn dak." En in tranen uitbarstend, sprak zij: ,/A.ch vlieg, vlieg tot hem en breng hem de tranen zijner moeder!" En de zwaluw begon weder treurig te tjilpen, nam op iedere veder een druppel der moedertrauen, spreidde de lichte vleugels uit en pijlsnel vloog zij heen in het luchtruim, naar het bekoor lijke Sinear, naar haar oud nest. De verkondigster der lente was ook de verkondigster van het moederhart. *** En het kind groeide op en herinnerde zich zijn kindsheid. Het herinnerde zich, h c het zijne moe der in droefheid troostte. Het beeld kwam hem in de gedachte, dat hij zich in de uren der' ver zoeking zoo menigmaal herinnerde. Hij zag het ruime vertrek, in den eenen hoek het bed en in het bed een kind in diepe bewusteloosheid. Van tijd tot tijd sprak het onverstaanbare woorden, en het scheen, alsof het de verschrikkelijke droom beelden van zich af weerde, die zijne ziel folter den. Snikkend bad het in den droom tot God, dat hij hem een schutsengel zou zenden. En op dit oogenblik, toen de smart ten toppunt steeg, voelde het kind aan zijn gloeiend voorhoofd de hand van den schutsengel, die hem zacht in het oor fluisterde. Het zal overgaan, mijn kind! Wees niet be angst, mijn lieveling!" n deze woorden stroomden als zachte balsem in de ziel van het kind en het opende de oogen. Het bemerkte de zorgvolle moeder, die hem me' een zachtmocdigen glimlach moed toespreekt en met moederlijke kussen hem den gloed van de oogen wegkust. God zond hem een schutsengel, zijne moeder. Zij verpleegde hem in zijne ziekte, gansche nachten geen oog sluitend. En deze moeder, die mij zoo oppaste, zou mij niet liefhebben?!" dacht het kind. //Zij liegen, mijne moeder is innig goed!" * * * Vele jaren vloden heen, uit den knaap ontwik kelde zich een krachtige jongeling. ... In het lie felijk Sinear begon het sinds lang ingeslapen volk te ontwaken. De slechte mensclien vermoedden hun naderend einde, wanneer zij uit het hart van den jongeling niet zoo spoedig mogelijk de liefde der moeder uitroeiden, en spraken eens tot hem: //Gij zijt koning! Gij draagt de kroon van uwe vaderen? Maar wij zijn uwe meesters, en wij berooven u van de kroon, wanneer gij in uw bin nenste niet dat vuur uitdooft, dat ons verschroeit! Een van beiden moet ge opofferen; dezen gloed of de kroon. Kies, wat het liefste is: want wij kun nen onder de kroon hart en ziel niet dulden." //Xeen, /ij is niet overmoedig''! riep de knaap uit. Niet trotsch is dat wezen, dat mij slechts zachte raadgevingen gaf. Ge hebt mij belogen ! Geeft mij mijne moeder terug, en daar hebt g-ij de kroon!'' //Behoud de kroon, cu daar hebt gij uwc moe der,'' donderde het ontwaakte volk. Moeder! Moeder!" juichte de verheugde jouabc d e f g h Wit ('i stukke ',) geeft in. .'! zetten mat. CORBESPON DENTIE. Dr. A. J. A. P. te U. Hartelijk bedankt voor al de aangename lectuur. Spoedig hopen wij u uitvoerig over een en ander te schrijven. UIT DE SCHAAKWERELD. Lasker heeft te Newcaytle weder opnieuw 't bewijs geleverd van zijn waarlijk phenomenale begaafdheid. Wat originaliteit van spelvoering betreft, vooral in de opening, staat hij ver boven zijn landgenoot Tarrasch, ook in natuurlijken aanleg en vlugheid van combineeren is hij o. i. den Neureubergschen wonderdokter de baas. \Vij hadden herhaaldelijk gelegen heid beide meesters hij hunne matchpartijen gade te ylaan en Jt verschil zoowel in gedachtengnng, als de wijze waarop zij tot een conclusie geraken, was duidelijk op te merken. Tarraseh doet geen zet voor alle gevolgen haarfijn berekend zijn. Gedurende de geheele partij tuurt hij onafgebroken op 't bord en gunt /i 'h geen oogenbiik ontspanning. Met dat a! is xijn spel tocli hoogst eenvoudig, en 't tegendeel van imponeerend. /.txials bil de meeste spelers van dit kaliber, komt ook dr. 'l'arrasch' kracht 't best U't waar hij tegenstanders tu bestrijden heeft, wier spel J een meer agressief karakter draagt. ] .'oor een enkelen eenvoudigen (';) zet weet hij vaak, als niet een foovcr.^l.ig, de heftigste aanvallen te niet te doen. Zijn partij n;et 1/lacklmrne te lïreslau, en vele andere, zijn daarvan tn. li'endc voorbeelden. Lasker vat zijn taak gemakkelijker ep. Terwijl Tarraseh voortdurend in tijdveriegeuheid verkeert een natuurlijk gevolg van zijp. vergaande IK reke. niugeu helb/eï't men bij Lasker nooit lang op een zet te wachten. A[et berekeningen ot' ontleding eencr positie laat hij zii-h zelden in. bij hem berust alles meer op intu tie en /.iju oui'cilhaar scherpen Idik b.'/orgt 't overige. Toch blijft 't de vra-ig ot' al deze schitterende hoedanigheden in s'aai zijn o]) 't een voudige, kalme en correcte spel van Tarrasch im pressie te maken'/ ])e lijd zal 't mo> teu leeren, beide /i)üjnng en een duel is vroeg of laat onvermijdelijk. Bird hracht 't er, zoo mogelijk, nog treuriger af dan Blaekburiie, wien 't gelukte nog d partijen tot remise ie brengen. Er werden slechts l partijen gespeeld, w;mt Lasker wou alles: de schakers te Newcastle moesten zich dus qiiautitatief met weinig te vreden stellen. De lang besproken match te Belfast, die 12 Sept. begint, heeft een tweede verandering ondergaan. Ku geling en vloog in de armen der lang verbeide geliefde moeder. «Mijn zoon!" riep de moeder, //Niemand zal ons meer scheiden; vergeef hun!" En de kleine zwaluw, de verkondigster der lente en der moederliefde, ornfladder.de haar verheugd, en tjilpte luid: //Mijn zoon, mijn zoon !" * * De rijzende vloeden der gezegende rivieren Euphrat eu Tigris rollen ruisehend voort, en hun -wa teren bevochtigden de oevers van het paradijs achtige Sinear met vruchtbaarmakend nat. Twee gezusters : de Liefde en het Geluk, zweven boven het huis der moeder eu van den zoon, en vandaar trekken zij als Gods zegen over het gansche volk. En de sclioone vrouwen van Sinear binden het gemaaide koren tot schoven en zingen daarbij //het lied van het gekroonde kind", dat lied vol droef. hcid eu smart, dat toch zoo gelukkig eindigt. In haar gezang mengt zich het getjilp der zwaluwen, die in de icntelncht rondfladderen. Mantels. Tca-jacguets. De vrouw uit haar portretten. ??Juweelen. Ook in Engeland worden als nouveautéde kleine of grootere schoudermanteltjes,?in Frank rijk als collet en camail bekend, veel ge nomen. Maar als herfstcostuum vereenigt men ze daar met den gewonen mantel; men ziet dus een lang jacquet (ze worden steeds langer), van voren wijd open, met breede openstaande revers, hooge dofinouwen, en op de schouders nog een dubbele of driedubbele kraag. Een lange hals is in zulk een geval onontbeerlijk. Iteeds gaat men in Engeland bont zien, beaver en astrakan; elegant is een biscuit of licht reekleurige mantel met smallen zwart astrakan rand; ook tabac d'Espagne, caféau lait, licht warm bruin met sabelbont, men voert ze met kleurige zijde of changcant. Het is te Londen dit jaar nieuw, in den schouw burg ochtendmantcls te dragen; het gevolg is nu, dat men de ochtendmantels zoo gekleed neemt, dat ze ook voor den avond te gebruiken zijn; dit is ook eene reden, dat koffiekleur en verschillende nuances groen zooveel gezien worden. Ook op de plaatsen waar in den winter avond toilet vereischt wordt, ziet men in Augustus en September allerlei ketterijen door de vingers, of schoon toch hoeden in de logos on grijze Schotsche ruiten in de stalles zooveel mogelijk geweerd worden. Men doet in deze vooral concessies aan de Amerikaanschcn, die als zij om twee uur haar hotel verlaten, liefst den ganschen dag am bulant blijven en zich niet thuis komen verkleeden. Ken gelukkige uitvinding in deze is het tea-jacket, een soort gekleede blouse, b. v. van bleekblauw bcngaline met veel crème kant en kraag van zwart rluwcel, kanten mouwen tot aan den elleboog en dan eindigend in strepen zwart fluweel. Anders: tornaten-roodHuweel,zouave of tigaro van zwart git a jour. met lange puntfranje van gitten; of: rose bengaline en zwarte kant, met gitten cascades, het front geheel kant en gitten schclpvormig gearrangeerd, de hoege rose kraag met zwarte kant gevoerd; nog anders: zeer bleek rose laken, de mouwen geheel k jour van zwarte kant en git, een schouderstuk mede a jour, en vandaar tot het middel van voren geplooid laken, van achteren glad. Het kapsel zweeft in Engeland tusschen a la Grecque, en een overvloed van kleine krulletjes op de kruin en van daar naar voren. Ter zijde alles glad: men gebruikt er niet zooveel als in Frankrijk den ondulateur. Cehoel tot op de oogen is veroordeeld; maar geheel naar boven, Lasker niet meedoet, was voor Gunsherg de aardig heid er af en wordt diens plaats nu door een speler van lageren rang, nl. Lee. ingenomen, 't Vreemde element is nu geheel verdwenen en de Britten moe ten 't onder elkaar uitvechten, 't Tiertal bestaat uit Blackburne, Mason, Bird en Lee. Onze lezers zullen zeker verbaasd zijn, als zij ver nemen dat Winawer zijn match met Caro gewonnen heeft. Sinds ons laatste bericht (Caro 2, Wiuawer 0) won Wimnver achtereenvolgens 3 partijen en daar mede de match. Geeu wonder dal Caro daarna on gesteld is geworden. Als een staaltje van 't geluk, dat Winawer zoo vaak teu deel valt, diene onderstaand eindspel uit 't Dresdener tournooi. a bede i' g h Wit. /wart. Winawor. .Makovetz. -21 T g4:;: 21 L f3.' D 1'3 en 't spel ia ge vonnen. 2-2 I> e t f B f7.'! K li^i w;is nog nog a U ij d vokloemle om te 'winn 2:5 T (17! -23 L s4: D e-i: 24 mat in 3 zetten door T gg7 : f. 24 T f7: '24 T f7: 25 D g4: cu wiut.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl