Historisch Archief 1877-1940
6
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD TOOR NEDERLAND.
zonder eenige losse kroesjes, wordt door elegante
Trouwen ook niet gedragen. ,Valsch haar op de
kruin wordt weer meer toegepast, ondanks de
protesten der puristen.
*
In een artikel in de Débats maakte Gaston
Dechamps onlangs eene vergelijking tusschen de
vrouwenportretten van het Louvre en die op de
jongste tentoonstellingen. De vrouwenportretten
van de oude meesters, van Nattier, Fragonard,
Largillière, de Troy, Roslin, Jean Dumont,
Greuze, Mad. Vigée-Lebrun, zien er allen even
gelukkig, levenslustig, bloeiend uit; het leven
bevalt haar; zij zijn gezond, kleurig, met tevre
den glimlach en frissche oogen. De goede ko
ningin Maria Leczinska vond het noodig (op raad
van Van Loo), de kroon op een kastje naast zich
te laten schilderen, om er niet al te burgerlijk
welgedaan uit te zien ; zij zoowel als de anderen
hadden een goede maag, een goeden eetlust,
lustten een glas wijn en een flink middagmaal.
Zelfs hielden ze van al wat het hart verheugen
kan en kwamen er voor uit ook ; de jonge vrouw
met den mof' van Boucher, de frissche, rose
Imisvrouwtjes van Chardin, houden van alle ge
oorloofde genoegens; zelfs de blozende bruidjes
van Greuze, de lezeres van Fragonard, zijn alle
van meening, dat men het leven moet opnemen
zoo als het is, zonder valsche schaamte en zon
der noodelooze zenuwen.
»Zie daarentegen de vrouwen van Carolus Duran,
Comerre, Blanche, Boldini. Ze zijn zenuwachtig,
onrustig. Het type is veranderd. Op twee of
drie na zijn ze zelfs niet typisch Fransch meer.
Een van beiden: of de flinke gezondheid is
provinciale logheid, onwijze vadzigheid geworden;
en men ziet goedige, dikke moeders, vulgair
glimlachend tegen de mensehen, met doffe oogen
haar al te dikke ringen en te massieve armbanden
ten toon spreidend ; of, en dat is het meerendeel,
z\j fijn mager, draderig, gewrongen. Haar teint is
mat; haar oogen knippend en vermoeid, haar
wenkbrauwen zwaar, haar handen bleek, haar
armen dun, haar houding onrustig, moe, gemaakt.
Het zijn poppen op ijzerdraad, en men ziet het
ijzerdraad. De meeste liggen in chaises-longues,
met boa's als stoffeering voor haar magerheid,
met nauwe, stijve corsetten als steun voor haar
kwijnende bekoorlijkheden, in bleek azuur, flauw
rose, teer mauve gekleed, alle kleuren vaag en
slap als haar geest en hart. Haar moedo handen
kunnen nauwelijks den waaier vasthouden; bleeke,
aeldzame bloemen, stervend in de vazen, bedwel
men haar met valsche geuren."
En nu de toepassing.
»A1 deze vrouwen voeden zich slecht. De voe
ding der rijkeren in onzen tijd is even gebrek
kig als die der armen. Zij verzadigen zich met
vergiften. De bleekheid vertelt van den banket
bakker, van de flve o' clocks, van de soupers met
champagne na drie uur 's nachts. En de lucht,
die zij" inademen : de hitte van het gas, de at
mosfeer der electrische lampen, de geur der
vreemde planten, de wasem der opeengehoopte
menschenmassa's, het houtvijlsel der dansvloeren,
het stof van de stallen en loges. De ziel is als
het lichaam, gefabriceerd en vervalscht als de
haren, met hun palissander weerschijn dooi -eau
oxygénée" geschapen. Men ziet haar zooals zij
18 in dio kwijnende oogen, vermoeid en onvol
daan, geënerveerd, overprikkeld door te veel lit
teratuur, te veel schilderkunst, te veel muziek,
te veel mondaine metaphysica, te veel conférences
en conférenciers. Ieder van die jonge kopjes heeft
een ideaal, het is op het tooneel of in een roman
gekozen. Zij alle doen iemand na, een actrice,
een chanteuse, een romanheldin; dit jaar Carmen
of Yvette Guilbert. Vooral die laatste met
baaihouterige gestes, haar -ingénuitétin-de-siècle",
haar clownskuifje op de kruin, heeft in al deze
vrouwtjes van de groote wereld, vlugge clowntjes,
navolgsters gevonden. Het zijn opgewonden
machinetjes, die voortvliegen, maar spoedig uitge
draaid zijn; tusschen afmatting en epilepsie
levend. Doodmoede en onverzadigd van het flirten
zVJn zij begeerig naar iets onmogelijks,
onwezenIjjks. Ziet men op de dagen van chic in den
Salon de bezoeksters, dan kan men opmerken
hoe juist de portretten zijn ; in do zaal ziet men,
als aan den muur, de femme fuseau in haar
collanten rok, met haar mecanieken glimlach, baar
hoekigen tred, het blonde waas van haar gegolfde
haren, haar soupele dunne taille, verlengd dooi
de smalle heupen en langen sleep. Overal het
eigendunkelijk, grillig en interessant profiel der
moderne Parisienne, een weinig semiotisch getint,
met haar haviksneus, haar lange wimpers, haar
purperen lippen. Met dat al aantrekkelijk, inte
ressant ; maar als men ze goed heeft aangezien,
gevoelt'men behoefte eens het kalme voorhoofd
van vroolijke jonge meisjes of blijmoedige tevre
den oude mènschen te zien. Die elegance doet
denken aan een ras dat verdort in zijn bloei,
zonder vrucht gedragen te hebben, en mon be
denkt met genoegen dat er in de wereld nog
jonge dochters en jonge vrouwen zijn, die niet
'hier aan den muur hangen, omdat zij niet rijk
genoeg zijn om zich te laten schilderen, maar
die recht en Hink wandelen op landwegen, in
den vroolijken zonneschijn, gezond en levens
lustig."
X ^
Een der grootste jmveelcncollecties in Kuropa
is die van do keizerin van Oostenrijk. Misschien
is de eenige vorstin die haar hierin overtreft, de
keizerin van Rusland, die fabelachtige schatten
aan edelgesteenten bezit. Higcnlijk hoeft de kei
zerin van Oostenrijk twee verzamelingen om over te
beschikken, den »IIabsburgschen familieschat", die
als fidei-commis van de eene keizerin op de an
dere overgaat en in de koninklijk-keizerlijke
schatkamer bewaard wordt, en hare eigene ver
zameling. Deze laatste alleen is bedoeld, de eer
ste toch kan zij dragen zooveel als zij verkiest,
maar zij moet altijd reeu geven en na gebruik
de stukken weer laten wegbergen. Haar eigene
collectie intusscben, hoofdzakelijk uit geschenken
van den keizer en van vreemde vorsten bestaande,
is 2J-2 millioen florijnen alleen aan steenon waard.
en de zetting, de artistieke waarde en de
slijpwaardo meegerekend, 4 a 5 millioen. De inven
taris vult zes groote vellen perkament. Een zeer
kostbaar stuk is een parelsnoer van drie rijen, dat
<de keizer haar na den geboortedag van prins
Uudolf ten geschenke gaf; het werd toen op 75.000
gulden geschat, maar is nu, naar de tegenwoor
dige waarde der paarlen, wel 300,000 gulden waard.
Zooals men weet neemt de opbrengst der
paarlvisscherijen op Ceylon en Malabar met ieder
jaar af, terwijl de nieuwe visscherijen, Cimeo en
Tahiti, aan de toenemende vraag niet kunnen
voldoen.
E?e.
Een verdwaalde touriste. Een opzien
barend voorval had Zaterdag te Brennerbad
plaats. Een jonge dame, de dochter van den
universiteits-professor en arts Dr. Benedikt te
"Weenen, werd vermist, nadat zij 's morgens alleen
een wandeling was gaan doen. 's Namiddags begon
het onderzoek. Troepen gidsen en arbeiders werden
naar alle zijdalen en hoogten uitgezonden. De
badarts dr. von Kaan besteeg de westelijke
bergketen, waarop een smal pad van de helling
van het dal opwaarts voert, dat echter weldra
uit het oog geraakt, daar het geheele zeer
steile terrein door rotsblokken en talrijke
lawinenravijnen onbegaanbaar is; de geheele oos
telijke dalzijde is boschachtig en wordt door mooie
wandelwegen doorsneden. Hulpgeroep uit de verte
voerde na eene moeite- en gevaarvolle beklim
ming der steile wanden naar de plaats, waar de
jonge dame, vreeselijk afgemat, zich nog boven
'een diepon afgrond vasthield. Zij had 's morgens
het bedoelde pad bestegen, geraakte van den weg,
en dwaalde, terwijl zij een pad afwaarts zocht,
op steile grashellingen tusschen de rotsen om
hulp schreiend rond; eindelijk gleed zij uit en ?
stortte wel 50 meter diep naar beneden. De
redding is volgens do Neue Fr. Pr. alleen
aan de omstandigheid te danken, dat het weel
derige, losgeraakte haar der dame aan oen tak
bleef haken en haar terughield; de dnodelijko val
in de diepte was anders onvermijdelijk geweest.
Met behulp van eenige dalbewoncrs, die met
ijssporen en touwen kwamen nagekloiiiiiien, en na
dat de afgematte toeriste een weinig versterkt
was, gehikte het moeiclijke transport door het
dal, bij stroomenden regen en reeds ingevallen
duisternis Buiten eenige kneuzingen on de schrik
ondervond de geredde geen nacleeüge gevolgen,
van haar avontuur, schoon zij bijna tioti nren
doornat, zonder voedsel, in de vreeselijkste positie
aan haar haren hangend had doorgebracht. Eenige
uren na do redding word do helling door een
hevigen sneeuwval bezocht.
De ontvolking van Frankrijk en de
tabak. liet bevolkingscijfer van Frankrijk is.
zooals men weet, voortdurend afnemend en dit
feit houdt de geleerden bezig, die do rodi'ii er
van willen ontdekken. Onlangs heeft zulk een
geleerde gevonden dat niets anders aan de ont
volking van Frankrijk schuld heeft dan de
tabak. Het is de heer Decroix, de eere-president
van de ->vereeniging tegen het tabaksmisbruik,"
die in eene memorie aan de Académie de m
dicine deze bewering ui teenzet en door proeven en sta
tistieke gegevens zoekt te bewijzen. Hij beroept zich
vooreerst op do proefnemingen, die de gewezen
marine-arts dr. Depierris eenigen tijd geleden heeft
gedaan. Deze geleerde nam een bepaald aantal
hanen en kippen van zooveel mogelijk gelijke
hoedanigheid en verdeelde zo in twee afzonder
lijke groepen, die ook wat hot voedsel aangaat
volkomen gelijk gehouden werden, slechts met
dit onderscheid, dat, de hanen van de groep den
nacht in een lokaal moesten doorbrengen, waar
eenige grammen tabak verbrand worden, zoodat
er ecu gelijke damp ontstond, als in een herberg.
De eieren van beide partijen liet men onder ge
lijke omstandigheden uitbroeden, en nu bleek hof,
dat de kuikentjes, die uit do tabaksgroep voort
kwamen, veel zwakker en aan eene grootere
sterfte onderhevig waren dan do kuikentjes van
de andere groep. Hetzelfde resultaat had eene
proefneming met konijntjes ; een paar, waarvan
het mannetje tijdelijk in tabakswalm vertoefde,
had slechts l .'J jongen, waarvan er maar !» den
leeftijd van drie maanden bereikten, terwijl een
ander paar, dat gcon tabak kreeg, 'il jongen had.
waarvan er na drie maanden nog ~1\ in het leven
waren. Wat de statistiek aangaat, wijst de heer
Decroix er op, dat in dio departementen, waarin
op iedereu inwoner gemiddeld oen verbruik van
1.4110 gram tabak komt te staan, de familiën met
7 kinderen slechts in de verhouding van lis op
de 100,000 voorkomen en hot aantal dor
doodgeboronoii 1,1-M por departement bedraagt, ter
wijl in do departementen, waar liet minste ge
rookt wordt, waar het tabakvorbruik van oen
persoon gemiddeld slechts lol gram bedraagt, d<>
verhouding dor familiën mot 7 kinderen Si op do
]OO.OOÜ<>n het gemiddeld aantal der
dooilgeboreiieii slechts löli bedraagt. De hoer Doeroix noemt
verder departementen op, waarin 1,1:!- gram
tabak per hoofd komt, on l .V-' echtscheidingen
en ?_':>7 onrechte geboorten aangegeven, terwijl er
in andere departementen met slechts ;>i4 gram
tabaksverbruik ook slorhts 5 echtscheidingen
en '.15 onechte geboorten voorkomen. De boor
Decroix maakt uit deze cijfers do gevolgtrekking.
dat de tabak aan de ontvolking van Frankrijk
schuld heeft en het tegengaan van het
tahaksgenot niet alleen oen nuttig, maai-ook een hoogst
patriottisch werk is. Do lieer Decroix is allicht
met do statistiek eenigziiis willekeurig omge
sprongen ; hij heeft voor zijn bewijs de departe
menten er uit gegrepen, die hem voor do gevolg
trekking, dio hij wilde maken, het goschikst
voorkwamen. Er zijn andere departementen, die
het tegendeel kwamen bewijzen, men rookt daar
meer dan ergens anders, zonder dat de cijfers
der sternievaHoii, doodgoborouon. echtscheidingen
enz. grooter zijn dan daar, waar nien niet rookt.
Dus 'zal er aan do kippen- en konijnen-proefne
mingen ook wel iets haperen.
Een drama in de lucht. In don omtrok
van Allis (Michigan) kwam eene vrouw, Shaw
genaamd, die met haar kind van zes maanden
wandelde, op het ongelukkige idee het wicht op het
gras in het midden van een weide neer te leggen
om iets te gaan halen dat zij te huis vergeten had.
Zij was nauwolijksopweg, of oen luid geschreeuw,
door het kind aangeheven, deed haar omkijken;
een groote arend was op den arme kleine neer
geschoten en nam hem in zijn klauwen mede. De
moeder liep radeloos, daar zij niets kon doen om
het kleine wezen te redden, naar haren man, die
in een naburig veld werkte.
De man greep zijn karabijn, sprong op een
paard en ijlde Shaw in galop naar de oevers van
een klein moer, door rotsen omringd waar hij
wist, dat arenden hun nest hadden. Werkelijk
bemerkte hij op deu top der rotsen twoe arenden
met den buit, elkander liet wicht betwistend,
dat op een stuk rots golegd was.
Toon Shaw boven op de rots was aangekomen,
was een der arenden in den strijd bezweken, en
de andere, dio de prooi weder in zijn klauwen
had, voerde haar in snellen vlucht mede. De on
gelukkige vader legde zijn karabijn aan en gaf
vuur; ondanks de ontroering, dio zijn hand moest
doen beven, was het schot juist gemikt: de arend,
steeds met het kind in de klauwen, viel in het
moer.
Shaw ijlde van de rotsen naar beneden, dook
in het moer en was hij zoo gelukkig het wicht
terug te vinden; maar toen bij mot zijn kostba
ren lust den oever bereikte, was de arme kleine
dood.
In een der havens aan de Middellandsche zoo
zag men dezer dagen het vreemde schouwspel,
dat een stoomboot mot banknoten gestookt werd,
eeno verkwisting, die aan Cleopatra's
parelsausen deed deuken. Vijf en vowtig zakken vol mot
do kostbare brandstof worden in het fornuis
onder den don stoomketel geslingerd, onder de
verlangende oogen der stokers, die wel gaarne
een paar handenvol hadden gekaapt. De papie
ren waren afgekeurde banknoten van de Bank
van Algiers, wier directeur zelf het toezicht hield
over het verbranden der documenten.
Helst toegeschreven schutterstuk door Pot ge
schilderd is, komt het mij zonderling voor, dat
enkel op aanraden van dr. Hofstede de Groot
het weversbhmenhuis van Gilles op Salomon
I!ombouts overgeboekt is, te meer, daar voor het behoud
van Gilles als schilder veel te zeggen is.
De frappante overeenkomst met het stuk bij
dr. Schubarth te Mnnchen zegt niets, daar ook
dat stuk alleen llombout gemerkt is, en het
zelfde geldt van het stuk in de Pinakotheek te
München.
Heide schilderden ze in de eerste plaats land
schappen, en wanneer nu op een aantal stukken
(ik noem slechts con boeronhof in de Pinakotheek
te München, een parkgezicht in het Stüdelscho
Institut te Fraufurt oen strand in het museum
te hoipzig, oen landschap in de Gallorie te
Schleisshoim, het verbrande stuk in museum
Roymans to Rotterdam, een landschap in do
Gallerie Schiinborii te l'ommersfelden en een
boscbgezicht bij den heer Weber to Hamburg)
de voorletter S zeer duidelijk waar te nemen is,
dan is de veronderstelling toch niet zoo verwer
pelijk, dat, waar dat kenmerk ontbreekt, we een
werk van Gilles voor ons hebhen. Den naam voluit
zonder voorletter bobben behalve het stuk te
Haarlem, o.a. dat bij Dr. Sehubarth en in de
Pinakotheek te München, alleen een monogram
R b (waarbij de R geheel dezelfde vorm heeft)
o. a. een dorpsmarkt in het museum te Dresden
van 1G57 en een landschap in het museum te Gotha.
En alloen de onderteekening kan ons helpen,
daar de schilderwijze van beide kunstenaars bij
zonder op elkaar gelijkt. Dr. W. Schmidt, die
zelfs de mogelijkheid niet uitsluit, dat er slechts
n schilder in het spel is, schreef' in het Re
pertorium für Kunstwissenschaft: «Nicht minder
mu s s man zugeben, dass auch ihre Mahveise
sich so gleicht, wie ein Ei dom andern." Maar
dat er wel degelijk twee schilders Kombonts in
Haarlem geweest zijn, een Salomon en een Gilles,
bewijzen de door v. d. Willigen aangehaalde
archiefstukken.
liet is hier niet de juiste plaats, deze kwestie
verder uit te werken, maar de hoeren van het
Haarlemsche museum moeten toch toegeven, dat
het niet consequent is, een meening omtrent het
schuttorstuk van I'ot te nogecron, niettegenstaande
ze in een uitvoerig betoog bewezen is, on de
zienswijze van mijn vriend Hofstede do Groot.
alleen op diens raad, voetstoots over te nemen.
E. W. MOKS.
's GKAVKNÜAOF,, 5 September IS'.IL'.
Aan (Ie Redactie van de Anisterdaiitn.er,
Weekblad nior Nederland.
De heer Moes heeft in het nummer van lii
A lig. j.l. bezwaren ingebracht togon de toeken
ning van een \VeversbiniiiMihuis in 't museum
te Haarlem aan Salomon Rombouts. in plaats
van aan .lilles liombouts. op wiens naam het
tot dusverre stond. De heer C. .1. (Jonnet, dit
artikel beantwoordende noemt mij als dcngene,
o]) wiens aanraden deze overschrijving is ge
schied on verzoekt den schrijver, bij mij zijne
bedenkingen in te brengen. Naar aanleiding
daarvan het volronde:
In do eerste plaats bestrijd ik de bewering,
dat het bewuste stuk duidelijk (locr.l. Komboiits
zou zijn gemerkt. Er staat uitsluitend en alloen
Rombout en 't jaartal ll)5(> op, een monogram,
dat dus op zichzelf eene attributie aan beide de
schilders zou toelaten. Wat mij bewogen hoeft
aan Salomon de voorkeur to geven, is frappante
overeenkomst met een soortgelijk stuk iu de ver
zameling Schubarth te München. eveneens de werk
plaats van een handwerksman, hier eens schoen
makers, voorstellend. Het zou moeilijk vallen,
onder de vrij talrijke stukken van .lilles, die in
de eerste plaats fa)«/se/i>'<f<scliilder was, een zoo
treffend, analogon aan te wijzen, terwijl soortge
lijke figuren als op deze stukken bijv, nog voor
komen op strandgezichten van Salomon Kombonts
in de musea to l.eipzig on Minichon, alsmede bij
den heer Paul Mantz te Parijs, op een
dorpskeriuis in 't .slot te l'ommersfelden lij l Jamborg
en elders.
Het museum te I.eipzig -- met vijf stukken,
benevens n go.merkt bij den beer Gottschald
aldaar -- en de reeds genoemde verzameling
Schubarth te Miinchoii eveneens met vijf stuk
ken zijn de plaatsen, waar men de beide
schilders het bost kan loeren kennen on onder
scheiden Ook de l'inacothek te München bevat
twee Sal. Rombouts', waarvan de eeii (\r. ;")(!;!)
eene haiidteekening draagt, dio haal voor haal
mot dio op 't Haarlemse}»' stuk overeenkomt.
Ten aanzien van de kwestie: Hendr. i'ot ot
Barth. v. il. Helst'/ moet ik mij. zooals ik
trouwens reeds in den Xod. Spectator heb uit
gesproken, geheel aan de zijde van mijnen vriend
Moes scharen. Do overeenkomst met het ge
merkte Ilotterdamscho stuk met de drie
levensUToote tiguroii is zoo groot, dat er m. i. u'oen
twijfel mogelijk is, of wij hebben te Haarlem bet
door Srlirevelins in lülT bischrovi-n en lang
verloren gewaande stuk TOOI- ons. Belangstel
lenden verwijs ik voor nadere ldzond"rhodon naar
l het uitvoerige en .erschöpt'cnde" artikel der bh.
v. Haverkorii v. lïijsowijk >'n redius in den
vijlden jaargang van Oud Holland.
Dr. (ViiX. HnrsTKiuo in-: GÜ'IOT.
Alt* antipoord ntm de i/ceren (Jonnet en
Jlo/'ntede '!e Groot breng ik in bet midden, dat
door den laatste in den Nederl. tiectidor /«'><>
overtuigend bewezen is. dat het stuk van .lob
j Bercklieydi! die leerlingen van Frans Hals niet
kun voorstellen, dat zelfs het opperen van twijfel
niet meer voldoende is, en bet vertelseltje als
2cl;ci' foutief geheel behoort verzwegen te worden.
De mededeoling, dat het aan de Heem toege
schreven fruitstuk door de Claeu coschildord is,
is door den heer Karl Madsen uit Kopenhagen
in Maart 1.1. gedaan. Ik meende dus te mogen
veronderstellen, dat de directie daar sedert nota
van genomen had.
Wanneer bezwaar gemaakt wordt, do bewijs
voering van dr. Urodius en den heer Havcckorn
van Rijsewijk aan te nemen, dat het aan van der
liet bestuur der Vorecniging tegen de Kwak-.
zalverij verzoekt ons, do volgende
waarschuwing
te plaatsen.
Landgcnootcn!
Nu oen der vreeselijkste vijanden der volks
gezondheid, do cholera, in aantocht is en zij
onze landpalen reeds overschreden heeft, acht do
Vereeniginji- tegen do Kwakzalverij zich geroepen
L' to waarschuwen :
l o. in bot algemeen tegen allo middelen, die
als voorbi'hoed- of geneesmiddel tegen de cholera
oorden geadoeiteerd. Vertrouwt geen enkel daar
van, zonder uwen geneesheer geraadpleegd te
hebben;
2o. in hot bijzonder tegen twee dier middelen,
wier namen in de laatste dagen met groote letters
in do bladen prijkten. Het zijn: nmiddclijke
rerlichti'Hfj, een der producten van do
EngolscheKwakzalversmaatschappij Se<iuah-limited, on
Fernet JJriincu, oen Italiaanse!! middel.
De Vereoniging heeft beide middelen laten
onderzoeken.
De onmiddelijke verlichting bestaat uit oom;
siiikerachtigo stof en verdei- uit pepormuntolio.
kamfer, spiritus en chloroform, terwijl ronk en.
smaak nog op gember wezen.
Fernet Kranca is een spiritueus aftreksel van
aloë, gearomatiseerd met pepermnntolie.
Den moesten uwer zal het duidelijk zijn, dat
de/.e middelen niet kunnen zijn een
voorbehoedsel tegen, noch een geneesmiddel van de cholera.
Zidf's is het gebruik van sterke purgoeniiiddelon,
zooals aloë, in tijden van cholera zeer gevaarlijk.
Het is den vervaardigers en verkoopers dezer
middelen niet te doen om u ecu uerkelijk be
trouwbaar middel te leveren, want dat bestaat
voor zoover bekend is, niet, iniiar alleen om van
de treurige omstandigheden partij te trekken en
aldus wat, of liever veel geld te verdienen.
Woest dus op uwe hoede, en slaat geen ge
loot' aan kwakzalverstaai.
Namens de Vertenigiiig tegen de Kwakzalverij:
31r. L. ZK<;.'-:I!.S YMKCKF.XS, Voorz.
(i. B. SniMiiiT, Socr.
40 cents per regel.
IMIIIItllllllHIIMIIIMIIIMIIIII ....... IIIIIIMIIIIIIIMIIMHMIIIliM
Magazijn Keizershof",
B» Filiale, MeuwemlUk 207,
is steeds ruim gesorteerd in gemaakte
Damesen Kinderondergoederen en alles tot hcv
Jjiii'i-erio en llroderievak behoorende.
S C H A D K & O L D E N K O T T.
HMKEMöLLER LSXIS,
Corsets Francais,
Leidschestraat 103, Amsterdam.
Grootste sortecring CORSETTEX
in alle mogelijke genres voor Dames
en Kinderen. Speciale Soorten voor
corpulente Dames tot 100 cM.
taillewijdte.