De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 25 september pagina 2

25 september 1892 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na 796 verteld hebben, of wat de vereeniging in spe ter bevordering van het vreemdelingenverkeer u daar omtrent nog op de mouw moge spellen ten einde argelooze onbekenden er te laten inloopen en hierheen te lokken verzint eer gy begint! Leest eerst den heer Van Beuningen er eens op na. Hij heeft het openlijk geschreven en het heeft in het Utrechtsch Dagblad gestaan ook: het steeds deftiger en deftiger, en stiller en stiller wor dende Utrecht! Ziedaar het ware beeld van onze stad, uit vertrouwbare bron medegedeeld. Wie de heer W. van Beuningen is? De heer van Beuningen is, in de tweede plaats eigenlijk, een oud man, die in 30 als vrijwillig jager met zijne medestudenten, de wapens op vatte en bij het bezoek der koninginnen als zoodanig nog in den toen gehouden optocht voor H.H. M.M. mede defileerde. Maar in de eerste plaats is de heer van Beuningen een aardige, prettige verschijning, wien het oog met genoegen volgt als hij met den voor zijn leeftijd nog vluggen tred langs de straten stapt en met vriendelijk glimlachend gelaat alles belangstellend gadeslaat wat hij op zijnen weg ontmoet. Hij is een man met wien ook jongeren nog gaarne een gesprek Toeren, als zij hem hier of daar ontmoeten, om dat hij nog lang niet tot de »oude zeurkousen" behoort, maar nog vol levenslust en met onbe vangen hoofd over de zaken van den dag kan meepraten. En in de laatste plaats en hier vooral geldt het: last not least! de heer W. van Beuningen is de vader, de bloedeigen vader, van ons raads- en tweede kamerlid, den heer H. A. van Beuningen. Laat nu nog iemand zeg gen dat de oude heer van Beuningen niet alle qualiteiten in zich vereenigt die iemand het recht geven om een oordeel over den stad zijner in woning uittespreken! Zijn vaderschap alleen zou reeds voldoende daartoe zijn, want zijn zoon heeft invloed, macht, geld, een mooi huis en mooie kinderen en heeft zich nog onlangs vermaard gemaakt door in het gedenkblad dat hier ter gelegenheid van het koninklijk bezoek werd uitgegeven, te laten zetten dat het beter is zijn kinderen goed onderwezen achter te laten dan als erfgenamen van een groot fortuin. Dat werd niet gezegd als een steek onder water op onze gasten, noch in het bijzonder op Utrecht, doch zoo maar in het algemeen een Amsterdammer kan het zich even goed aantrekken als een Utrechtenaar. En omdat dit gedenkblad uit den aard der zaak niet in zeer ruimen kring verspreid werd, acht ik het niet omvenschelijk om. de waarste waarheid die er in voorkwam die van de wetenschap en het groote fortuin ook ender het oog mijner lezers te brengen, vanwaar zij hopelijk den weg naar de respectieve harten wel zal vinden. De heer W. van Beuningen dat is de oude heer moet bij het lezen van het gedenkblad tot zijn huishoudster gezegd hebben: »'t Is me toch een rare, die Hein! Met hem moet je maar altijd oppassen! Zijn spreuk is: let niet op mijn woorden, maar op mijn daden! Want terwijl hij nu de goeie gemeente hier in dit blad zit wijs te maken wat beter is, doet hij zelf stiekem wat het aller-aller-allerbeste is hij laat zijn kin deren goed onderwezen en met een groot fortuin achter! Enfin, hij heeft gelijk; en als ik nu nog wat in dit gedenkblad moest schrijven, dan zette ik vlak onder zijn"mopje: «Het is beter zoo'n zoon dan geen een zoon!" Nu, deze oude heer heeft de paal-boven-water waarheid verkondigd, dat het hier hoe langer zoo deftiger en stiller, dat is vervelender, wordt. Het is niet te zeggen hoe saai het hier is. Hot is mooi hier, daar mag niets van gozogd wovdon. De omstreken in onze onmiddellijke nabijheid, zoowel als de verder verwijderde zijn, zooals men iiimimiiiiiiiim haar broertje kwaad had willen doen. Het was zonderling; ik was teleurge steld en verdrietig, maar bedacht al gauw, dat ik er toch eigenlijk geen reden voor had; Johnson had mij voedsel en een bed beloofd en ik kon. niet meer eisehen. Ik ging niet ter stond binnen, maar liep in sombere stemming op en neer over het pad. De sterren be gonnen te schijnen en ik kon de zware vor men der tegenoverliggende bergen onder scheiden, terwijl de wind door de hoogste kruinen der dennen suisde, zonder beneden iets in beweging te brengen. Het was alles stil, geen vogel deed zich hooren eu 't was, of ik beter de stilzwijgendheid van de hut bewoners begreep. Toen ik terugging, verbaasde het mij, het oudste meisje bij de deur te zien staan. Bij mijne nadering trad ze even terug en naar een hoek wijzend, waar een houten krib zoo juist scheen neergezet, zei ze : »U kan daar gaan slapen, maar u zal wel vroeg wakker worden, als Dolphus aan 't werk gaat." Daarbij keerde ze zich om, maar ik hield haar bijna smeekend staande: »Eén oogenblik, als 't u blieft. Mag ik uw moeder spreken'?" Ze hield op en zag mij met eene vreemde uitdrukking aan. Toen zei ze scherp: »U weet best, dat zij dood is." Ze keerde zich weer om, maar ik denk, dat ze op mijn gezicht mijne verbazing las, want ze aarzelde. :>Maar," zei ik snel, »ik meende toch, dat uw vader, dat is de heer Johnson," voegde ik er op vragenden toon bij, ;>mij zeide, dat ik naar zijne " ik wou zijn woorden niet precies herhalen »zijne vrouw moest vragen." »lk weet niet, waarom hij u voor den gek hield," zei ze kortaf. <>Moeder is al meer dan een jaar dood." »Maar," hield ik aan, »is hier dan geen volwassen vrouw ?" »Neen." »Wie past er dan op u en de kinderen'?" »Ik." sGi en uw vader ?" ze slechts in weinig steden vindt; de bestrating, de verlichting, de reiniging, zij laten slechts een minimum te wijten over; van branden hoort men hier maar ns in het jaar, al komen er dan gewoonlijk ook drie in een paar dagen achter elkaar ; diefstallen en inbraken komen haast niet voor en moorden ! . . . . Bij het woord alleen begint de Domtoren zelf zoo te huiveren, dat ik er haast afval ! Alleen zelfmoorden komen hier in den zomer steeds in grooten getale voor; in de laatste weken ongeveer een dozijn, geloof ik, en naar men zegt, moeten wij in dit opzicht, alle andere steden van ons vaderland, zelfs de hoofd stad overtreffen. Nu in dit laatste juist geen bij zonder aantrekkelijke hoedanigheid, maar tot ge ruststelling van de eventueele vreemdelingen, waarmede de sVereeniging" ons dreigt te over stelpen, kan dienen dat op enkele uitzonderings na, al die zelfmoordenaars menschen zijn, die hier hun geheel leven of althans het grootste gedeelte er van hebben doorgebracht; die hier tijdelijk verblijven zijn wel zoo verstandig om juist bijtijds weer weg te gaan. Ik zou wel eens willen weten wat de »Ver eeniging" den vreemdelingen die zij trachten wil hierheen te lokken, zal aanbieden, al was het ook maar gedurende n dag verblijf. Singels en plantsoenen, prachtig, n uur, Maliebaan, ongekend schoon, met het Hoogelandspark en het Stadsmuseum, samen ook n uur; aarts bisschoppelijk museum, ook n uur; ik vorder ook een uur voor het op en afstijgen van mijn Dom en het bekijken van het spinncweb van rails, waarin wij gewikkeld zijn en waarlangs van alle zijden de spoortreinen in woedende vaart komen aansnellen als spinnen op een vlieg, die in het rag is verward geraakt. Daarna koffie drinken in het Haagje, lekker en goedkoop, weer een uur! Dan, ja wat dan? Als het Zondag is naar Tivoli, dat daar ligt als een oase in de woestijn en hare poorten gastvrij, doch tegen be taling van entree, voor vreemdelingen opent, Maar als het geen Zondag is, wat dan V Als ik. president van do * Vereeniging" was, zou ik 't wel weten ! Ik nam al de vreemdelingen m en bracht ze langs den kortsten weg weer naar het station en zei: menschen, laat je nu raden en maakt als de drommel dat ge weer weg komt, dan kun je misschien nog eens lachen! Maar vreemdelingen zijn meestal koppige wezens en storen zich aan geen goeden raad en blijven dus ondanks de waarschuw ing. Nu, in dat geval zou ik president zijnde, zeggen: je moot liet/elf weten, maar ik schuit alle verantwoordelijkheid van mij af, hoor! Als je dan met allo geweld hier wilt blijven, dan moot je maar een beetje naar de menschen gaan kijken. ,lo komt er hier en daar nog wel eens oon tegen ! Maar ga in Godsnaam niet te ver van het station, dat je don trein kunt misioopen; want als je van avond hier moet blijven, dan weet ik waarachtig hoelemaal geen raad. Komedie is er niet, die is morgen; concert is ook morgen: opera is. geloof ik, overmorgen: caie-ohantant mot Sint .luttomis, als de kalveren op hot ijs dansen; alle* is hier morgen of op een nog verder verwijderden dag, vandaag is hier nooit iets te doen. Alleen de kerk, daar kunt go eiken dag terecht on kriju't ge dorst ga dan naar Fisslthalcr. hier vlak bij, daar hebt ge goed bier, (ton loramerrijken tuin en oon be leefden waard, on al kijken de l'trochtsche boeren en dames, die er al zitten, u bij uw binnenkomen oen bootje aan alsof gij Katïers waart, daar stoort go n maar niet aan, zo meenen hot zoo kwaad niet, dat is maar iets aangeboren* !" Xoo zou ik praten als ik president was, maar indien ik slechts gewoon lid ware. zooals do Trammaatschappij naar Zeist bijvoorbeeld, dan zei ik 's morgens om S uur al tegen de vreemde » Vader is nooit twee dagen achtereen thuis en dan nog alleen maar om te slapen.'' »En gij zorgt voor de geheele huishouding?" »Ja, en ook voor de houtblokken." :>De houtblokken '?" »Ja, ik houd boek van de boomen, die den berg afgaan en ik meet ze." Toen schoot het mij te binnen, dat ik een pad voor de gehakte boomen langs was lingen : »hoor eens, in vertrouwen gesproken, ik ben eigenlijk alleen maar lid voor het transito verkeer en als je nu naar mij wilt luisteren, ga dan als de drommel in mijn tram zitten en ga naar Zeist en breng den dag eens genoegelijk buiten door. Eten en drinken is ernet zoo goed koop als hier en ieder half uur kun je er weer vandaan!" Zoo zullen die rampzalige vreemdelingen naar Vreeswijk en Vianen, misschien wel naar Harmelen, God beter 't, gemoffeld worden, en dat zal alles de vereeniging ter bevordering van het vreemdelingenverkeer op haar geweten hebben. De verstandige vreemdelingen, en die zijn er gelukkig nogal velen, telefoneeren op het station bij hunne aankomst naar Van Der Lee den stal houder, dat hij moot voorkomen, stellen zich ge heel en onvoorwaardelijk in diens handen, zeggen: laat mij Utrecht zien en de mooie dorpen in de nabijheid en zorg dat ik zóó laat weer hier ben. Dan rijden ze lekker, zien veel en veel moois en zijn op tijd weer thuis. Op zoo'n manier zal Utrecht in aangename herinnering bij hen blijven voortleven en anders blijft het misschien onvergetelijk bij hen als de vervelendste provinciale hoofdstad die ergens in het midden van een land gelegen is. gaan en ik leidde er uit af, dat het Jolmson's bedrijf was, hout te hakken voor den molen. :Maar gij zijt toch wel jong voor al dat werk," bracht ik in het midden. »Gauw zestien,'' antwoordde ze ernstig. Ja, wat dat betreft, ze kon wel eiken leeftijd hebben gehad. Haar gelaat was niets kinderlijk. Maar bij nader beschouwen zag ik, dat haar oogen, die niet groot waren, bijna wegscholen onder zeer lange donkere wimpers. Ze deden haar voorkomen passen bij de omgeving. >-l)at is tocli niet heel oud maar zeg mij eens spreekt, of sprak uw vader we L eens over u als zijne :>oude vrouw"?" . Ze knikte en glimlachend : ?(), toen dacht u dat ik moeder was ?" Het was zoo'n verademing, om haar te zien glimlachen, dat ik vroolijk vervolgde : vZoo'n groote vergissing was het niet, in aanmerking genomen al wat ge doet voor de huishouding." >Uus u zei niet tegen j>illy, om weg ie gaan en dood in den grond te gaan hggou net als moeder '/" /ei ze half wantrouwend, maar toch even glimlachend. Neen, dat had ik niet gedaan, maar ik moest toegeven, dat. mijn wenk, om naai' zijne moeder te gaan, op deze akvlige manier kon worden uitgelegd door een overgevoelig kind. Zij scheen eenigszins verzacht om trent mij en wilde heengaan. ;Ajroedeu nacht, juiï'rouw; u weet, uw vader zei mij niet hoe ge werkelijk heette." :>Karline!" >AVel te rusten, juffrouw Karline." (Slot volgt). m liiiHiiiiiiiiiiiiiliiiiiiimiiiiiiimiiiiimiMiiiiiinilliiiiiiiiliiiiiiimilHMiiMMiii Het Tooneel te Amsterdam. Sarah Bernhardt. Sarah Bernhardt komt! Reeds weken te voren gloeide deze tijding ons uit bonte aanplak biljetten tegemoet. Keeds weken te voren ver heugden velen zich zonder twijtel op de komst der groote tooneelspeelster. Haar naam heeft nog niets van zijn oude tooverkracht verloren. Sarah is nog steeds de groote Sarah, die niet ophoudt de wereld te verbazen, die velen geërgerd heeft door haar goud- en reclamezucht, doch deze zelfden ten hlotte toch altijd weer betooverde en aan haar zegekar kluisterde. Met, haar deugden en gebreken, haar groote gaven en groote zwakheden, haar geheimzinnige geboorte, haar leven vol sprookjesachtige avonturen on hyper romantische wederwaardigheden, blijft zij een der merkwaardigste tooneeltiguren onzer dagen, wier phantastisch bestaan ineen volgende eeuw door ve len zal bestudeerd on gecommentarieerd worden, wier biografie door velen zal begonnen on zonder twijfel eenmaal door een man van talent zal vol eindigd worden, gelijk in on/o eeuw do gebroe ders de GoiiL'ourt de tooiieelvorstinnen dor acht tiende eeuw in hun mooi en hun loelijk, hun echten of gomaakten glans ton voeten uit eonterfeitten. Sedert Octobor lSS.S trad Sarah Bern hardt niet in ons land op. De eerste, de groote vraag was natuurlijk of zij nog steeds de dirttte fiarali, van toon zo» zijn, «f het vele reizon on trekken, of haar laatste rouzontooht om bijna de geheele wereld niet te voel van haar krachten zouden gevergd hebben. Wol vertelde de groote truijétdenne bij zekere gelegenheid aan Sarcey, dat /ij eigenlijk reist om uit to rusten, dat /ij hot op haar iuurni.cn veel kalmer hoott dan te J'arijs, waar /ij door tooneelschrijvers, tooneolcritici, reporters. en/., voortdurend wordt lastig gevallen en in beslag genomen. De vraag is echter of men deze mededeeling als iots anders dan oen tiuHtude, oen geestige uitvlucht mag beschouwen. Velen meenen. dat haar stem sedert 1SSS aan reinheid en welluidemlbeid hooft verloren: bet tijdsverloop, dat tiisschen toon on nu ligt, maakt bot natuurlijk moeilijk hieromtrent een beslist oordeel uit te sproken. 11; voor mij heb slechts weinig achteruitgang in dit opzicht kunnen waarnemen. Vooral in La dame aiix oamélias" zong en fluisterde do rot.c d'or weer even vleiend on belooverond als vroeger. In K dora" klonk /ij m de oogenblikken dor gewel digste spanning soms schril en hoesch. Dit kan natuurlijk gewild dieet zijn. Ik geloof het echter niet. Sterk was hot geluid nooit. Dit is te moer Ie betreuren, omdat hel temperament der groote tooneelspeelster in dramatische kracht, in diepte en intensiteit nog steeds blijkt gewonnen te bobben. Van de twee eigenaardigheden, hebbelijkheden, aanwensels, die baar dictie steeds aankleefden, overdrijving in bet dramatische door reeksen vol/innon in n intonatie mot aim'sti^'O snelheid uit te ratelen, overdrijving in het Ivrisohe door gedragen phrason op gewild naïever, toon, in oen weeke, doffe modulatie uit te zinu'on, begint de eer-U' nu en dan reeds te hinderen, schijnt de laatste daarentegen minder kunstmatig CM berekend e;ewordon. Alles in alles schijnt /ij mij als tiMiiieri-peel-Ier eer gestegen dan gedaald. Waar /ij \rooger \aak alloen als cliin'iiiciinc. als vroinv ha;ir dool trachtte on \\ isl te bereiken. roept zij nu terecht en bijna sleed- met heerlijken uitslag de kunst te hulp: waar /ij vroeger veeltij'!.-, alleen xich xcll w;is. ir;ic)jt /ij nu moor on moer in de voor te stellen persoon op lo gaan. '|'ot heden mochten wij haar tn f'édora" on La dam0 au* camélia-" beu-onderen. Wie haar in beide zau'. zal dubbel genoten hebben. Zondag treedt /ij hier ter stede nog als .loanr.o d'Arc op: het is niet een \an haai1 beste creaties; toch ben ik blij haar col; in een histori-eho rol te zien: speelde zij nu ook HOL' IMièdro", acino's klas sieke tragedie, eerst dan hadden \\ ij misschien een min of meer \oilediu' beeld van haar machtig talent. I>e knn-tonaro- is veelzijdige!- dan men het wel eens wil l,!t"n \oorkomon. In zekeren zin bewees zij het reeds. De \\raakzuehtigc, hartstochtelijke Sla\i-e!:" prins"- en do deor.iisvvaardii-i'e i'arijs.-lio «V//;i-nion-timtr, hei \vaivn t\\eo ti^nren. in onnax i)i^!);H'i' gratie van uobaai1 en lioweu'inL', in keur on pracht van kbvdij op el kander iM-lijkend, in karakter, natuur en tempera ment geheel verscheiden. . Féilora" is oen spektakelstuk. De l'arijsche kritiek zei het in l-s^2 en bet is na dien tijd genoeg herhaald. Het is echter een meesterlijk spektakelstuk, daar gaat niets at'. Men heeft Sardou een toovenaar genoemd; hij was dit nooit meer dan in »Fédora". Hij vertoont daarin het kunststuk ons gedurende 4 bedrijven de meest gezochte en onwaarschijnlijke melodrama-effecten op te disschen, zonder dat wij bij den eersten aanblik het onaanneembare daarvan bemerken of gevoelen. Eerst als het drama ten einde is en men er kalm over nadenkt, ziet men in, dat men zich heeft laten beetnemen, Het groote tooneel aan het slot van het derde bedrijf is een tooneelbedotterij van de brutaalste soort. Als Fédora de door haar zelf geconsigneerde politie mannen eenvoudig naar huis stuurde, was er aan alle getob terstond een einde. Gedurende de ver tooning denkt men bieraan echter niet. Het geschiedenisje wordt bijzaak; het woeden, de strijd en botsing der hartstochten neemt al onze aan dacht in beslag. »Fédora" is een solo met bijna voortdurend kleurloozc begeleiding. Zelf en als geheel is hij grof en banaal; in de onderdeelen bevat hij in ieder geval prachtige brokken. Het eerste bedrijf is eigenlijk hors-d'oeuvre. Sarah beschouwde het Zondag waarschijnlijk ook als zoodanig; zij speelde het uiterst dof en kleurloos. In het tweede en derde toont zij zich in haar volle kracht. In het tweede de naar wraak dorstende vrouw, de tigresse die zich chatte maakt om des te zekerder haar doel te bereiken, de huichelaarster, berekend in woord en daad, gevaarlijk en listig, geen harts tocht, slechts een doel, een plicht kennend, met ijzige kalmte den man, dien zij verdenkt, in het verderf lokkend. In het derde de lief hebbende vrouw in al haar gloed en onstuimig heid, speelbal van haar hartstocht, alles vergetend om den man, dien zij zooeven wilde verder ven, te redden. Sarah Bernhardt beeldde deze twee geheel verschillende stemmingen geheel verschillend uit, met een verscheidenheid in geste en dictie, in stijl eu tempo, met een natuurlijk heid en oprechtheid, die alle bezwaren, alle be denkingen deed vergeten. Niet minder prachtig was het begin van bet laatste bedrijf, de tooneelen van angst eu wanhoop, de wezenlooze blikken, de oogen zonder gloed en licht, het Medusa-masker, Het slot, het sterftooneel, maakte minder indruk. Misschien omdat bet anders ge speeld werd dan vroeger. Fedora wordt niet als toen gesleept en gesleurd. De meerdere sober heid was op zich zelf zonder twijfel, in dit bij zondere geval echter niet te prijzen. Ook het spektakelstuk wil in zijn stijl gespeeld worden. Volgende op de aangrijpende wanhooptooneelen scheen het slot dof en mat; do climax ontbrak. Na de forsche, bonte, felle kleuren van >F dora". de bescheiden, zachte, warme tinten van .»L;i dame iiux 0,-imélias." De Margiiérite Ganthier van Sarah Bernhardt is en blijft een onnavolg bare schepping, die als voor vier jaar liet overtalrijko publiek bedwelmde, dominoorde, betooverde. In bot begin van dit jaar behaalde de Italiaansche tooneelspoolster Kleonore Duso te "\Veenen buitengewoon succes; zij speelt bijna dezelfde rollen als Sarah Bernhardt; de Weenor pers ver klaarde kort en bondig, dat zij als Marguérite Gauthior baar Fransche kunstzuster ver ach ter zich liet. Voor ons. die alleen de laatste kennen, is dit bijna niet te golooven, niet aan te nomen. Voor ons is en blijft Sarah liernhardt voorloopig de eenige, do ware Marguérite Gauthier. Het meest trof het mij thans, dat haar vertolking in bet derde bedrijf verreweg den minsten indruk op mij maakte. Ik geloof, dat dit de schuld van Dumas is. Hot toonoel mot den ouden Dn val is in onderdeelon gezocht, bo vendien to phrasenrijk, to dooeerend. te oreorcnd. Sarab's vertolking schijnt tengevolge hiervan in dit gedeelte minder friscb on waar, gokuiistelder on geparfumeerde!'. Waar /ij do i/r/nute amoureuse is, die mint en lijdt, die in haar liefde opgaat, door baar liefde leeft en sterft, is zij oenig en onnavolgbaar. liet karakter neemt on gewone afmetingen aan en blijft tegelijk waar en monscholijk. De verrukkelijkste nuances volgen elkander in verblindende!! rijkdom op. leder ge baar, iedere intonatie zou men willen vasthou den, om de bekoring ervan volop te genieten. Het vijfde bedrijf spande als steeds de kroon. Het weerzien Mm Armand, bel inslapen aan zijn borst, de vergeefscbe poging den mame! aan te trekken, bet staan aan het venster onder bet gelui deiklokken, bet zijn oogenblikken om nooit te vorL'eten. .\a dit maakte thans bet nveodo bedrijf don mec-ten indruk op mij. liet schoon mij meesterlijke!' dan ooit. Margin'-rito's liefde in haar eerste on \ollo kracht, baar doffe smart na het ontvangen van Armand's brief Allonn, roila uu, r i'cc f,-una ui'. C'tut iloiniiniye! . haai'koort sige haast met den graaf to vertrokkoii en tot haar oude leven term; to koeren, haar onvergete lijke irlimlach. wanneer zij Armand voor de zoovoelsto maal vergiffenis schonki --- >Y cdu, contniut'. j c. i/a-u .rui iii'i r ie a te jinrdonner. - ?-? \ an hot gezelschap, dat Sarah Uenihardt verifozclt, valt niet- te /eL'.uoi!, dan dat hel a's gohoo] zeer middelmatig is. Albort D.mnoiit, - naar menzegt S;irah s zoon Maurico. de j>'/(-nc i>retti.it'>'. ian'is 011 Armand Duval, - on'ibrookt hot niet aan tompeiament: /jjn uithai'stinjen van woede en wan hoop zouden vaak voortreffelijk zijn. als hij iots Jiiee;- maat wi.-t te bonden. lle| juiste gebruik van zijn "-a\en te maken, moet de -ludic hem nou' b-oren H. ,1. M. Muziek in de hoofdstad. Op dit oogonblik valt er nog moer aan te kon digen waf er geboden zal worden, <ian wol to vermelden wat reeds, beeft plaats gehad. Toch heelt in het Concertgebouw de heel' Kes de reeks /ijner wintei'iut voeringen reeds ^'eopond. torn ijl de Nedorlamlsche Opera voortuaat de debutanten aan do \ uiirproj-t' to onderworpen. De zomermaanden zijn voor oon orkest altijd k-wade dagen, omdat ten eerste op hot oude pro gramma uetoerd wordt on ton tweede do tuincoiicei'ten do uitvoerenden aan andere klankverboudiiiü'on gewennen, die het schoone ensemble moestal niet ten goede komen. Vooral toen ik voor een paar weken de Simfonic van Beethoven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl