De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 2 oktober pagina 2

2 oktober 1892 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

r DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na 797 scheid nemen. Het curieusste van haar optreden als Jeanne d'Arc was misschien wel, dat het in onze pers zoo geheel verschillend beoordeeld is. De een sprak van verrukkelijk, van handhaven van ouden roem, prees alles tot zelfs de mire-en-scène, de ander kon het nauwelijks van zich verkrijgen zijn gal en alsem met een zuinig zoetigheidje aan te lengen. Sine ira et studio scheen nie mand de arme Sarah te kunnen beoordeelen. Was haar Jeanne d'Arc dan werkelijk zoo mooi ef zoo leelijk? Ik heb het niet kunnen vinden. Ik had het trouwens, afgaande op de berichten indertijd in Fransche bladen gelezen, geen oogenblik verwacht. Haar Jeanne d'Arc maakte als geheel getemperden, mooi zachten, geen grooten of over?weldigenden indruk, kon dien niet maken, in de eerste plaats, omdat het drama van Barbier geen buitengewoon werk is en wij het bovendien slechts in stukken en brokken en als vertooning in zeer gebrekkigen vorm te zien kregen; vervolgens omdat de Fransche Sarah Bernhardt de roi als Fransche met het oog op een Fransch publiek heeft opgevat en in zich opgenomen, ten slotte omdat Jeanne d'Arc misschien alleen voor een Eranschman een werkelijk aandoenlijke en be langwekkende, ik zeg niet een dramatische en aangrijpende tooneelfiguur kan zijn. Het drama van Barbier is van alle kanten aan gevallen. Geheel ten onrechte niet; een meester stuk is het niet. Toch heeft het hier en daar veel goeds. Toch is het in opvatting en grond gedachte niet al te onnoozel. Is dit zulk een geringe verdienste 'l Wie kent er een goed drama over Jeanne d'Arc? Men denkt natuurlijk ter stond aan Schillers »Jungfrau von Orleans", enkelen misschien ook aan het eerste deel van Shakespeare's »Hendrik VI", dat in enkele ver spreide tooneelen het optredei», de glorie, val en dood der maagd dramatiseert. Schillers drama wordt algemeen als een meesterstuk beschouwd. Of liet dit is, weet ik niet, misschien een meesterstuk van lyriek en rhetoriek; een mooi 'Jeanne d'Arc-drama is het niet. De schte, de iiistorisch-legendarische Jeanne boeit en ontroert veel machtiger dan deze gefingeerde. De eerste handelde, de laatste redeneert en philosopheert. De eerste was groot als mensch, niet meer dan mensch, bleef mensch in haar vurig geloof en haar vasten wil, in haar moed en haar wanhoop, in haar tarten van den dood door het zwaard, in haar huiveren voor den dood door bet vuur; de laatste is een bovennatuurlijk wezen, voor wie de natuur uit den band springt, die ketenen breekt en op de lucht zweeft. Schiller wilde zijn heldin veredelen, idealiseeren; hij ging te ver; hij ontstoffelijkte haar, zoozeer, dat zij niet meer van gelijke beweging met ons is; dat wij niet meer. met haar medeleven en medelijden; dat haar lotgevallen ons verbazen niet ontroeren, schok ken niet treffen. Met de historische waarheid sprong de dichter bovendien al zeer vrij om; Jeanne's liefde \03r Lionel, haar dood op het slaehtveld, niet op den brandstapel, aanvaarden wij, met tegenzin. Schillers Jeanne is Duitsche, f een Fransche, te zoet en sentimenteel, te weinig loek en forsch, een fantasiebeeld geweld uit een poëtisch brein, te mooi en tegelijk niet mooi genoeg. Shakespeare's maagd van Orleans vol doet evenmin. In den beginne aan do Jeanne der historie beantwoordend, roept zij tegen hot slot, als het geluk haar in don stook laat, de helsche machten te hulp, breekt bij haar gevangenneming in vloek- en smaadwoordon uit, tracht tot iederen prijs haar loven te redden, rerloochent haar reinheid en klaagt zich zelf als boeleerster aan. Schillers heldin was to veel, de/.e is te weinig geïdealiseerd, is te zooi-, te eenzijdig, te zwak en nietig monschelijk. Op haar vrees voor den vuurdood valt te schel, to ruw, te scherp licht. Men moge hot kloeke en f'raaio in <lc schil dering der figuur bewonderen, hot verwrongene en onjuiste kan men niet ontkennen, wol begrij pen en vorklaren. Zou Shakospoare als Kngelsehman en kind van zijn tijd Jeanne anders hebben kunnen schilderen dan hij deed 'i Men wordt toegeeflijker voor Barbior's Jeanne d'Arc als men ziet mot hoeveel moeilijkheden het dramatiseeren dor figuur gepaard gaat. Barbier streefde zonder twijfel naar eenvoud en waarheid. zachljes, alsof Jiaro tegenwoordigheid de ruimte vulde, »xij zou dut niet goed vinden." »Dus 's nachts, als Johnson uit is, speel je zoowat voor schildwacht ?" »Ja, ia, schildwacht, zoo is het," hij scheen ingenomen met het denkbeeld, »schild?wachts-diensten, ja," zei hij, »die bewijs ik.'' »En hoe vaak is Johnson uit ?" ^Gemiddeld twee of' drie keer 's weeks." »Maar juffrouw Karline schijnt wel op zich zelve te kunnen passen ; xe lijkt niet bang.'' »33ni)g, neen, bang is ze gelukkig niol !" Hij hield op. ??.?Xeen, m'nheer, maar hebl ge haar al eens in de oogen gekeken ?'' Ik knikte. »Er is niets of niemand, wien /.'j geen ontzag kan inboezemen met die oogen." Ik dacht, of hij misschien meeneii kon, dat ze ont/.ag /on gevoelen voor dat on schuldige goedige gxvicht van hom, en ik kon niet lateu te /.eggen : »Xru dan begrijp ik ook niet, waarom gij vier mijlen aflegt, om te kijken, of iiier alles goed U.'1 Het speet mij, dat ik het gelegd had, zóó bedremmeld keek hij. Ten laatste zei hij : »U herinnert u w] die lapje* Hane], die de kinderen om den huls hadden. Dut i*, omdat ze ziele zijn geweesl. Ivens ??!> een avond, toen Johnson drie dugen uit, was ge weest, liep ik hier ook rond en zag nie mand, ofschoon er wel licht brandde in de hut. Den volgenden avond was het net zoo, wel licht in huis, maar niemand te zien. Ik vond het zeer zonderling, ik sloop naderbij en luisterde. Ik hoorde hoesten en ook kreunen. Ik durfde iiiet roepen, omdat ik ! Al volgde hy Schiller in enkele onderdeelen na, j als geheel is zijn drama soberder en natuurlijker, minder rhetorisch en breedsprakig. In het laatste bedrijf heeft hij zelfs getracht Jeanne tegenover haar rechters te laten spreken zooals zij in wer kelijkheid gesproken heeft; dubbel jammer dat de eens aangenomen vorm hem dwong haar kloeke, kernachtige antwoorden tot ulovelrijmpjes te verhanselen. Had hij zich nog angstvalliger aan de bekende en erkende feiten gehouden, had hij de geheel misplaatste vederlandslievende tirades ach terwege gelaten en zijn drama in kloek proza in plaats van in snorkende of sjokkende alex andrijnen geschreven, hot zou zonder twijfel be vredigender indruk hebben gemaakt. Toch zou het als geheel middelmatig zijn gebleven. Bar bier is rijmer, gocn poëet. Om Jeanne in haar zelfhypnose en kracht van suggestie, in liaar hooge devotie en reine naïeveteit, haar nede rig heroïsme en bescheiden glorie, te doen herleven, moet men meer, moet men boter en grooter zijn. Barbier ik vond dit in Vitu's »Mille et une nuits du théatre" volgde in zijn drama oen oud mysteriespel, Le mystère du sietje d'Orleans, kort na Jeanne's dood vertoond, na. Dit is niet zoo gok en heeft zijn werk zeker niet geschaad. Een mysteriespel zal hot ware Jeanno d'Arc-drama moeten zijn, een spel archaïsch in bouw en taal, eenvoudig en ongekunsteld, geloo vig en naïef als de heldin, die het verheerlijkt, zonder het raffinement in spanning en ontroering der moderne dramatiek, zonder knoop of verwik keling, eigenlijk niet dramatisch, hoogstens epischdramatisch, een menschenleven aanschouwelijk ge maakt door taal en beeld, een spel van ernst en wij ding, van medeleven en medelijden, een nationaal passiespel, zooals alleen door een Franschman kan en zal geschreven worden, misschien reeds geschre ven is. Joseph Fabre, de grooto Jeanne d'Arc vereerder en -vorscher, die niet ophoudt het leven zijner roemruchte landgenoote te bcstudeeren en te beschrijven, heeft daaraan ook een drama gewijd. Ik ken daarvan slechts enkele ge deelten ; door hun ernst en overtuiging, hun soberheid en eenvoud beantwoorden zij geheel aan de eischen, die ik het ware Jeanne d'Arcdrama stel. Staat het geheel even hoog als dozo gedeelten, dan kunnen de Franschen reeds nu hun nationale heldin op alleszins waardige wijzo ten tooneole brengen. Hot drama van barbier, hoe goed in enkele onderdoelen, hooft dnn zijn plicht gedaan. Het was een eerste stap in goede richting, het is dan niet meer de laatste, do definitieve. Do Jeanne d'Arc-creatio van Sarah Bernhardt had als geheel voortreffelijk kunnen zijn. Dat zij dit niot was, hooft zij zichzelf to wijten. Het patriotismo bracht haar op verkeerden weg; do kunst nam wraak. In hot drama komen enkoio strijd lustige on vaderlandslievende ontboezemingen voor. Zij springen geheel buiten den band van het geheel; Sarah Bernhardt hooft geen oogenblik getracht ze daarbinnen te dwingen. Ik bedoel het slot van hot tweede bedrijf on do tirade in hot gevangenistafereel. De toonoolsjioelstcr hield in deze plotseling op Jeanno d'Arc to zijn, werd zich zelve of juister do maagd van Frankrijk, de verpersoonlijking va?) hot diepvernoderd (iallië, de furie van don krijg, tot strijdlust on doods verachting opzweepend. Do ver/en scandeerde zij in razend hartstochtelijk tempo, rhytmeerde zo angstig forsch en grillig. Al verloor do stem bijna allen klank, al klonk /ij schril on lieosch, al worden do woorden klanken on kreten, do passie, gloed on drift bruisten zoo ziedend op, spatten zoo knetterend uit, dat. men volkomen begrijpt dat een Fransch publiek door zulk een uitbarsting in geestdrift rankt, schreit en jubelt tegelijk. Zelfs wij Hollanders klapten als dollen en niemand zal de actrice bet complimentje aan haar vaderland misgunnen. Toch bad zij kunnen en moeten begrijpen, dat hot ons voor alles om do kunstenares Sarah lieruliardt was to doen on Jeanne d' Are niet moeten vcrtoonon. Nu was geen indruk zoo sterk ais dozo. dat do kun stenares moedwillig bonedon zioli zelf bleef, /ij had een volmaakte Joanno d'Are kunnen zijn. liet eerste bedrijf en vele gedeelten dor overigen bewezen hot. Daar was zij do waro Joanno, do Jeanne der legende, rein en geloovig, levend een eigen leven, wandelend in eigen wereld, op gaande in zich zelf, eerst in haar visioenen dan in haar plicht en roeping, ernstig en plechtig, een verschijning wortelend in het verleden, ver, ver weg van het heden. Toon, stemming en plastiek, alles was even rein en edel. Waarom moest de groote tooneelspeelster deze impressie van rustige, plechtige mooiheid door eenige ruwe knaleffecten zoo moedwillig verbreken 'l II. J. M. dacht, dat zij het niet goed zou vinden, maar ik iloot een deuntje, opdat de kinde ren /.ouden weten, dat ik er was; maar het gaf niets. Juist wou ik weggaan, toen ik daar den wateremmer, dien ik 's morgens had gevuld, nog vol zag slaan ; die wus niet eens in huis gehaald. Toen ging ik naar de deur en klopte. Daar ging de deur halt open en haar oogen blonken mij lcg\ u ais kolt/ii, maar gauw deed ze de deur w. < r dicht en vertelde mij door de ire-lote;; ?' :;;? dat de kinderen allen ziele hv_'on aan die nare keelziekte, on ze beloofde d"ii dokler te willen raadplegen, als ik Mem wou i:a,vn buien. Ze gal' mij ook het kleinljc. da! n.jg ire/oml was en zei, dat. ik hei muur MHH.--I in< i'iiomen. liet was in <en deken uv.vil;ki-ld en ik vloog er mee naar de nio-der van mijn vriend \Vi\ile, vier mijlen ver; ik v,!-!, y\,-l, dal zij 't kind zou nemen ui ze .leende mij ook een paard. Daarmee zorht, ik 'iokli-r (i're.-n en vóór de zon op was, !.u.', ik hen! b.n-.. n. Ka i oen houi'dc ik, dat zij d.: ziekle ook Inul, erger dan een van !e anderen." Koe irelukkJL;', dat 'ji' dien nacht gingt /ion, of' alles goed was' zei ik deelnemend. JSij ::,.'?' i»ij verheugd aan, maar voegde er locli vorl'-goii b:j : Maar ://' vond het, niet goed." Ik gaf' te kennen, dal ais ze 'l goed vond, da', haar vader huur niet kleine l'ere kin deren 's nachts alleen liet, ze geen iveht liad te kiezen, wie haar dun uit de moeilijkhe den moest redden. : Ja," zei hij zachtmoedig, -en als het haar niet om haar zelve en haar broertjes en zus jes kon schelen, moest ze het toch doen om Muziek in de hoofdstad. liet grootste muzikale evenement in de afgeloopen week was do uitvoering van bet Koor a Capella, onder leiding van Dan. de Lange. Zoo beschouwde bet publiek de zaak ook, want zóóvol heb ik het nog niet in het Concertgebouw ge zien. Na de schitterende berichten van Weenen wilde ieder, die de uitvoeringen in de Nieuwe Lutherseho Kerk nog niet goïioord had, vóór het gezelschap naar bet buitenland toog, nu ook met dit koor kennis maken. Daar de eerste uitvoering bier ter stede nog geen juisten indruk gaf van hetgeen later zou gepraesteerd worden, was men dubbel nieuwsgierig hoe do vertolking nu wel zijn zou. Bovendien verkreeg het programma nu grooter aantrekkelijkheid, daar de woreldsche koortjes (die in de Luthersche kerk natuurlijk contrabande waren), van Sweelinck, Clemens non Papa, Certon en Josquin des l'rés thans zouden worden uitgevoerd. Dat de stampvolle zaal (zelfs op het orkest was van do geheelo overblijvende ruimte partij getrokken) van het Concertgebouw aan den klank ten goode kwam, mag ik niet zoggen. De stommen vermengden zich bier niet zoo goed, als in de Lutbersche kerk en daaraan ligt het dan ook zeker dat liet koor mij in het begin niet geheel bevredigde. De klank word echter steeds schooner, zoodot do laatste nummers voor koor, Languir me fint en ("est a grand tort werkelijk grooten indruk maakten. De overige nummers, Afjnus Dei van Obrecht, JJouleur me (int, benevens al do wereldscbe nummers werden door drie, vier of' zes solostemmen gezongen, Het is over die nummers (die, wat uitvoering betreft, het schoonst en voor het publiek nieuw waren) dat ik nog een enkel woord wil zoggen. Vooraf merk ik echter op dat hot bovenge noemd» voorbehoud alleen don klank van bot koor betreft, want de uitvoering was van artistieke zijde beschouwd, oeno zeer voortreffelijke, terwijl ook do technische zijde vele momenten van grooto volkomenheid te hom-on gat'. Het koor bestond thans uit de dames: A. Ueddingius, Namiv do Hoever, (iorda Ucimlers, ('aleau Ilibbe, Z. bakker, Cateati Loman, A. .M. ('ouda, Louiso Tibbo on liertha llavorniaii on de hoeren: J. J. Uogmans, F. l'hilippeau. W. Siep, Joh. M. Messchaort, Joh. Soiitondijk, O. \V. do Nobel, Ant. Avorkamp, II. Ilavorniau en A. Fenitin. De zes eerstgenoemde dames on zes eerstge noemde boeren werkten beurtelings in do ver schillende solonummers mede. (De beer Messehaort in alle nummers.) Kon onvermengd genot schonken zij dan ook. Zoo geestig, zoo puntig en zoo natuurlijk voorgedragen bemerkte alleen do deskundige van "hoeveel technische moeielijkliodon de/e koor tjes overvloeien. Zoo moot hot zijn! Waardeerde bot publiek die nummers ook hot moest? Aan het. applaus zou ik dit niet gezond hebben. De zoo geestig voorgedragen Entre i'nu.s /i/le*'. Je i<e jiisjtimins si <iixe en Jjalti, iintixtie Pienc wer den voel minder toegejuicht dan bet lang zoo gelukkig niet geslaagde Mtikiivi. iniit cnru. Ik bad dan ook liever een van de andere nummers gebisseerd yezioii dan juist dit koor, dat door het bevattelijke refrein; dan. don, dun, op hot. .«TIis van bet publiek' echter blijkbaar don moesten indruk maakte. lloo heerlijk kwam Mosschaorts voordracht bij al deze werken uit. Welk een schoonen grond gaf hij aan het geheel. Hoe schoon klonk de stem van mej. lieddingius vooral in JJouleur me bat en Tes beaux yeux, doch waartoe zou ik alle medewerkers afzonderlijk gedenken. Het is juist het ensemble dat hier de hoofdzaak is en dus sluit mijne waardeering de erkenning van aller groote verdienste in. Is het voor den heer De Lange een genot met zulk eene kleine goed geschoolde en op de hoogte van haar zoo moeielijke taak staande schare die werken uit te voeren, voor het koor wras het een voorrecht een leider te hebben die met zoo warme liefde voor onze oude meester werken bezield is en aan deze werken zulk een sprekend en persoonlijk karakter weet te geven. Aan De Lange werd dan ook in den vorm van kransen en toespraken meermalen hulde gebracht voor de energie en begaafdheid, waarmede hij deze uitvoeringen bad voorbereid en onzen goeden naam op kunstgebied in don vreemde zoo schit terend beeft gehandhaafd en verbreid. Moge dan ook de tweede tocht, naar Berlijn, Leip/.ig eu bijliggende plaatsen voor deze keur bende een oven groote zegetocht zijn. Ton slotto zij nog gemeld, dat bet concert met het Witlitlmua werd geopend, en gesloten met bet Bergen-op-Znomwhe lied van Valerius. In l dit laatste zong do heer Rogmans de solopartij. Dit koortje was een kernachtig besluit on kon tevens door allen gewaardeerd worden. Eerste uitvoering van het Requiem van l'opper voor drie violoncellen, vermeldde het programma van het Abonnements-Concert in het Concert gebouw op Donderdag '2-2 September. Wie nu meeuen zou dat l'opper, die vroeger altijd slechts voor n violoncel schreef, hoe langer hoe knapper werd omdat bij nu al voor drie violoncellen schrijft, (zooals een naief toe hoorder in mijne nabijheid opmerkte) heeft bet niet geheel bij het rechte einde. Ik kan niet zeggen dat Topper (zijne waarde als componist er buiten gelaten) er op vooruit gaat. Ik vond dit Ilequiem veel ^popperiger" dan zijne vroegere werkjes. Dat een liequiem aan doenlijk, gevoelig is, kan geen kwaad, doch dat het weinig karakter en geen diepte heeft, is in j ieder geval te betreuren. I'ractiseh geschreven | is bet voorzeker en dus kan ik mij voorstellen i okt bet. bij de toch al eenigszins arme violoncel litteratuur uitgevoerd wordt, vooral omdat een nummer voor drie violoncellen niet zoo gemakl kelijk te vinden is. De vorm is geheel volgens | de traditie. Het vangt met oen zangerig, klagend motief (natuurlijk in mineur) aan, gaat naar een eenigszins bewogen middensatz en komt weer behoorlijk op het eerste motief terecht. Door de boeren Mossel, Meorlo en de Marcc (boe toevallig is deze alliteratie!) werd het Itequiei* met schoonen toon, groote zuiverheid on duidolijkheid voorgedragen. Met dit werk een Requiem ueternum in pnce toe to roepen geloof ik echter geen slechten wensdi uit te spreken. De hoofdschotel van dit concert was de simfouie (zoo hekend ouder den naam: mot paukenslag) van Ilaydn in (« gr. t., voorafgegaan door | do Lust'piel ottrerture van Smetüiia (vroeger reeds j door mij bi-spniken) eu gevolgd door de Varuii tien van ISrahms op een thema van llaydn, en ! Vorspiel Die Hf.*x van Fima. De beide laatste werken werden zeer schoon ton gehoore gebracht. Vooral de Vari<diën van rabms hebben woei' grooten indruk op mij go1 maakt on in dat werk toonde hot orkest zich weer van zijne hoste zijde. Do beer Kos gaf bovendien oone zeer artistieke opvatting te ge nieten. Wat do siiufoiiie van llaydn betreft kan ik molden dat zij technisch op do sjewono accurate i wijze word uitgevoerd (hoewel <!e trompette;! zicli in dit zoo sober goiustruinontoordo werk weer duchtig op den voorgrond plaatsten) doch o\or de opvattinu van den hoor Kos bob ik mij min of moor verhaald. De Menner werd o.a. iu zulk oen langzaam tempo voorgedragen, dat il; er bepaald ongedu rig onder word. .Vn kan men wel beweren, dat de tijdüeiiooteu van llaydn andere tempi kozen dan wij. dorh \\aareui dan de nab1 in zulk de kindertjes van lïaselev." AVie is Jiaselev en wat doen zijn kindei ? , ,. ' J ren bier t -diaseley was een arbeider in den molen, die gestorven is en zij baalde haar vader over, haar voor de l wee kleine weesjes te lalen zorgen.'' »Dus die nam ze bij hare eigen familie X'' Ju, om op te voeden en xe te leuren Xeen, ik ben hier nooit eerdei1 in huis ?.'OWeei-l." liij :v.g iu;e-.:u;!iii in hel, rond. naar de k- Ie' b.iiki',1 en de rvnvo'.oiigc meubels, e 11 haalde diep :i'i"'.i. ais ,i.n ivi g"W;jiic oord i-i /.ieh op Ie Hein -n, |.y,.-ijl ik in hel vuur eiii li'-rn niet i', /iim- devotie leslo' ,y moeien op'..";,, -i e 'e1:., /ei .j en ~ciiildde. mij hartelijk de band. Ik geleid. ie lu-m naar do deur en b.) ^loop in <ie uid.-iei'nis heen. Jk sloot de deur, ging te bed en wa> weldra va-i in slaap. /oo va:-;, dal l">e:i ik -.akker werd de zou door de i,p. n den:- i:i mijn bed alleen. Op de taloi ,-,oiid een ontbiji Voor mij gereed. Toen ik mij gekleed en ontbeten had, ging ik builen en vond Dolithus bij het paard Maan. dat hij bij d'jn teugel voor mij gore, ?() hield. ; \\ aar is Karline?'' vroeg ik. Hij wees naar het woud en zei: Daar ginder aan bet hout meten." ??Heeft, ze ook ecu boodschap achterge laten ?" ,;Ze zei, dat ik uw paard gereed moesL houden." -Xog wat anders ?"' -Ja, ze zei, «hit u wel kon vertrokken." Ik vertrok dan ook, maar krabbelde en kele woorden van dank op een blad uit mijn notitieboekje en wikkelde het oni mijn iaal;sten S|>aaiisehei! dollar. ( ieadroseenl aan ; Mejuffrouw .Johnson", legde ik het pakje op de tut'el. ouder g"lcgd. ik ;;ug op. liet Kak. .fk i'ei.ehl v/ei, dat, ik u ee.es ergon* we, .-r zou ontmoeten. Mijn .oude vtotr.v" gaf dit mij. om aan u Ie geven ee. /e voegde eib:;, i dat ze geen li'Vei hèid. M;tar zij -/ai" l.oe, de kinderen had voorgelezen.'' Nu had ik gedegenheid om John-on eens i de les Ie lonen over zijn houding tegenover i de kinderen en Vooral tegenover bet dappere, j oudste dochlerlje. l :,Ik moet n eens .-preken o'.v;1 uw dochter,'' j Ja, dat, dacht ik wel. Dat v,-;!!en er \\-ei j meer, maar 't helpt niii, /c is getrouwd." j :>Xiet met dien landen jonden van Ten ! Mile Mills?" vroeg ik'snel. -Xu, is hij niel, t,'oed genoeg," zei Johnson, i ;At meent toch niet dat zij ecu edelman had j moeten trouwen, wel '."'' l Ik zei, dat ik niel inzag, waarom niet j en dat ik oordeelde, dat het was gebeurd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl