Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTBRDAMMEE, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na. 797
Te Par^s is byna plotseling een man
gestorTen, die een paar jaren in eene eigenaardige
wereld een beroemdheid was. Hij heette
Leonidas en was een Griek. Hij was »essayeur" in
een der aanzienlijkste modezaken in de Rue de
la Paix; onder zijn oog werden aan de mondaines
en de demi-mondaines de japonnen aangepast,
en de elegantsten waren in verrukking over zijn
gaven. Als met feeënvingers verschikte hij
plooien, hechtte linten aan, knipte stukken af,
drapeerde fluweel, gaas en zijde, zoo dat niets
vlugger, gracieuser, gedistingeerder was dan zijn
scheppingen. Evenals Worth zelf onder het
Tweede Keizerrijk, peinsde hij tien seconden
over het karakter der schoonheid van zijn be
zoeksters, en raadde welk costuum onder de
nieuwste vindingen daar juist bij passen zou.
En als hij ze had aangekleed als mooie beweeg
bare poppen, riep hij stralend uit: »Que vous
tes chic (hij sprak uit sic)! Que vous tes
zentille comme ja!" en de cliënte vertrok, zeker
van haar succes in de wereld.
Men maakte queue voor de deur van zij n klei
nen werksalon; de dankbare cliënten overstelp
ten hem rnet cadeaux; een mand champagne,
een kistje havana's, een horlogeketting, een dia
manten doekspeld waren welsprekende bewijzen
van hare erkentelijkheid.
Leonidas de «essayeur" is, evenals zijn voor
vader bij de Thermopylae, op het slagveld gesneu
veld. In den Vaudevi'lle was hij bezig de laatste
hand te leggen aan het toilet eener gevierde
actrice; het publiek werd ongeduldig en stampte.
De werksters staken spelden en naaiden plooien
vast onder zijn directie. Het was in de kleine
loge stikkend warm; Leonidas verslond maar ijs
en sorbets. Twee dagen later was hij dood; hij
was zes-en-twintig jaar oud.
* *
In plaats van wit linnen of katoen voor onder
goed wordt in den laatsten tijd te Parijs, ook
in de trousseaux welke de lingerie-winkels van
t\jd tot tijd ter bezichtiging stellen, iets nieuws
ingevoerd, namelyk wit zijden gaas, met bonte
zyden draden er door, en omzoomd met echte
Valenciennes. Hiervan maakt men alle ondergoed.
alles in dezelfde tint; het is wel doorschijnend,
maar niet te koel, want. zijden gaas verwarmt
beter dan linnen. Een nieuw kleedingstuk in dit
genre is de liseuse, een korte matinee met wijde
mouwen, die met twee lange einden van de stof
vastgestrikt wordt.
Onder de weefsels voor den winter ziet men
heel veel Schotsch, zoowel in zijde en fluweel
als in wol; over 't geheel zijn de patronen veel
smaakvoller dan die van het vroegere Schotsch;
de strepen zijn van zeer ongelijke breedte en
tint, en gelukkiger bij elkaar gekozen. Toch
verwondert het ons telkens weer, als Schotsche
patronen te Parijs in den smaak kunnen vallen.
Hetzij men de ruiten recht of schuin neemt,
hetzij men ze strak trekt of in plooien laat han
gen, zij schijnen ons altoos met de gratie van
de lichaamsvormen te strijden.
Een der kostbaarste waaiers heeft Adeline Patti.
Hij bestaat uit n enkel blad, waarop bijna alle
soevereinen van Europa een woord geschreven
hebben. De keizer en keizerin van Oostenrijk
gaven alleen hun handteekening; de Czaar voegde
bij de zijne: »Niets geeft zooveel rust, als uw
zang;" keizer Wilhelm: »Aan de nachtegaal van
alle jaargetijden." Koningin Victoria: «Spreekt
koning Lear de waarheid, wanneer hij zegt: Eeno
liefelijke stem is eene kostbare gift voor eene
vrouw, dan zijt gij, lieve Adeline, de rijkste aller
vrouwen." Koningin Christina van Spanje: -Aan
de Spaansche Patti eene koningin, die er trotsch
op is, haar tot hare onderdanen te rekenen." De
koningin van Belgiëschreef er de eerste maten
van II Bacio op; de woorden: «Koningin van
tien zang, ik reik u de hand" zijn van Thiers,
tijdons hij president der republiek was.
* *
*
Kaar aanleiding van Sarah Bernhardts bezoek
is de naam van haar groote mededingster, de
Italiaansche Eleonora Duse, genoemd. Deze op
volgster van Ristori heeft te Weenen buitenge
woon succes gehad, en de Italianen bewonderen
haar afgodisch. Zij is tenger, zeer zenuwachtig
en bewegelijk, maar zeer innemend; een gevolg
van de bewegelijkheid van haar gelaat is hot, dat
geen van haar portretten gelijkt. La Duse heeft
iets kinderlijk gracieus, iets bijzonder friseh en
jeugdigs; haar zwarte oogen zijn de innemendste
die men zich denken kan.
Eleonora is 33 jaar oud; zij was op haar zesde
jaar al op de planken en hoeft droevige ervarin
gen van het tooneelleven. »Ik heb tien jaren van
mijn leven zoo gewerkt, dat het onmogelijk is
meer te werken, en alles scheen vergeefs en
/onder vooruitzichten." Eindelijk kwam do triomf:
Eleonora's leermeester was haar grootvader ge
weest; zij denkt er aan een kostbaar monument
op zijn graf te zetten. Zij wil intusschen niet
met haastige kunstreizen snel fortuin maken;
maar het leven kalm genieten en zich langzaam
ontwikkelen, zij zal dus telkens slechts zes maan
den optreden en dan zes maanden vacantie nemen.
E?2.
Het buikspreken. Naar aanleiding van
hetgeval van een buikspreker, die zich dezer dagen
onder een locomotief wierp, omdat het ambacht
geen brood meer gaf, brengt een Belgisch blad
de grootheid en het verval van de
buikspreekkunst ter sprake.
Zooals men weet spreekt de «buikspreker" niet
met den buik of de maag» en zijn gave is ook
niet, gelijk de ouden meenden, van goddelijken of
duivelschen oorsprong; het is geheel een werk van
oefening, alleen een sterke borst is er voor
noodig. De binnenstem wordt niet gevormd door
het inademen, zooals men gemeend heeft, maar
door het smoren der stem als zij uit het strot
tenhoofd komt. De keelopening, die bijna ge
heel gesloten is, wanneer de stem aldus gesmoord
wordt, drijft de lucht naar de longen terug en
laat er maar een klein gedeelte van door, juist
genoeg om gearticuleerde klanken te vormen. De
buikspreker vormt dan evenals andere inenschen,
zijn woorden door uitademing.
De eerste bekende buikspreker heette
Eurycles, maar men is geneigd te gelooven dat de
oude sibyllen al haar gezag ook aan het buik
spreken verschuldigd waren. De woorden kwa
men uit het diepst van hare borst zonder dat
men hare lippen zag bewegen of haar mond
opengaan, juist als bij de buikspreker.
Als later Sint Chrysostomus en Oecumenius
de buiksprekers als goddelijke mensclien be
schouwen, met de kunst van voorspellen begaafd,
als de reiziger Francais Léry door schrik bevan
gen schijnt als hij een scène van godsdienstige
buiksprekerij beschrijft, zien wij daarentegen de
eerste Christenen de buiksprekers veroordeelen als
bezetenen en de inquisiteurs hen als vrienden van
den duivel behandelen. Zij'verbrandden er eenigen
van, maar gewoonlijk was gevangenis of verban
ning hun voldoende.
De dertiende eeuw was een goede tijd voor
de buiksprekers; eenigen maakten fortuin, zooals
de kamerdienaar van Frans I, Louis Brabant,
die eene rijke burgeres van Parijs wist over te
halen hem haar dochter ten huwelijk te geven,
en een bankier uit Lyon te dwingen haar een
huwelijksgift te schenken.
Tegen hetzelfde tijdstip zag de Italiaansche
professor Gelius Rhodiginus eene vrouw, uit wier
buik men de stem van den Booze hoorde.
Deze stem was zeer piepend; toch, wanneer hij
(dat is te zeggen: de duivel) het wilde, was zij
zeer duidelijk en verstaanbaar. Deze duivel
heette Cincinnatus. Hij gaf bewonderenswaardige
antwoorden omtrent de dingen van het verleden;
maar wanneer men hem naar de toekomst vroeg,
was hij de grootste leugenaar der wereld en hij
openbaarde somtijds zijn onwetendheid door een
soort van gemompel voort te brengen, een onzeker
gemor, een gerucht, waaruit men niets kon be
grijpen.
ugène Pasquier, die minder aan demons ge
looft, spreekt, in zijn Recherches KUT In France.
van een grappenmaker, genaamd Constantin, die
in het buikspreken uitmuntte. Ku eens meende
men een nachtegaal te hooren en dan weer een
ezel: daarna waren het vier of vijt vechtende,
huilende en jankende bonden. Hij zette een kam
in zijn mond en speelde op den hoorn. Maar het was
vooral verwonderlijk dat hij somtijds met een
stem sprak die hij zoodanig in zijn maag hield
besloten, dat als hij dicht bij u was eu u riep,
men meende dat het een stem van verre was."
De zeventiende eeuw was vruchtbaar aan buik
sprekers.
In Holland trok een oude vrouw van drie en
zeventig jaar, Barbara Jacobi, de nieuwsgierige
menigte naar het oudeliedenhuis te Amsterdam.
»Wannoer de bezoekers er zijn, gaat zij bij een
bedje zitten, waarvan zij de gordijnen wrgsohu;!;
en vangt een gesprek aan met een zekeren
Joachim. Men hoorde dan dien Joiichim", ver
telt dokter Van Dale, ial naar zij tot hem sprak,
nu eens huilen en dan weer lachen; somtijds
stiet hij klaagtonen uit, deed uitroepingen, lachte,
somtijds begon hij to zingen, en dat alles zoo
kunstig en aardig, dat er nooit hapering of op
onthoud was."
De groot-inquisiteur Olóastcr vertelt in zijn
jeugd te Lissabon een zekere Cecilia gezion te
hebben, die hetzij uit haar ellebogen, hetzij uit
haar buik, hetzij uit welk deel van haar lichaam
ook, een piepende stem haalde, welke, als men
| haar gelooven wilde, die van don overleden I'edro
Joan was. Deze stem antwoordde oumiddelijk op
allo vragen, maar zij besloot hare zinnen onver
anderlijk met een beroep op de liefdadigheid
van de edelmoedige mensclien ten gunste van
Oecilia. Deze bijzonder practisclie buikspivekstor
werd naar de Antilles verbannen.
De nieuwere tijden bieden ter onzer bewonde
ring aan: Saint-Gille, baron do Mengar. ('omte
en Kitz-James. Zij hel/ben erfgenamen nagelaten,
maar aan deze niet de gunst der incnij.tr. Het
buikspreken wekt geen nieuwsgierigheid meer;
j de buiksprekers van beroep lijden gebrek en de
laatste vertegenwoordiger van deze verdwijnende
kunst,' Bouchat, do man met de pop. hint zicli
overrijden dooi- een locomotief. Alles gaat voorbij
en all es verveelt.
Boulanger en de oorzaken van zijn
dood. Vrijdag was het een jaar, dat generaal
oulanger zich doodgeschoten heeti. De (rnulnia
publiceert naar aanleiding hiervan onderden titel
waarom generaal Boulangor zich doodgeschoten
heeft 't" een reeks van brieven en docuiiieiiieii om de
ware motieven van zijn zelfmoord ii; het liclii
te stellen.
Veel nieuws zal men uit deze publicatie niet
vernemen, wier voornaamste doel is, do meenniL'
te weerleggen, volgens welke de generaal uit
twijfel aan zijn politieke toekomst ol uit
geidverlegenlieid een eind aan zijn leven heett ge
maakt. Als eigenlijke redenen, die hem den vinger
naar den haan van den revolver gevoerd hebben.
worden aangegeven : de smart over den nood
der geliefde vrouw en de omstandigheid, dat
geen zijner politieke vrienden gedurende die
kritieke periode in zijne nabijheid was. om hem
uit (leze smart op te weidien. Alleen zijn bijzon
dere vrienden vertoefden destijds in zijne woning.
en in plaats van hem van de smart om .Madame
Bonnemain los te scheuren, hielpen xij deze ver
ergeren. Ken van hen had een stap gedaan, waarvan
hij een goede uitwerking hoopte op den generaal.
Hij had een Jozuitenpater. die destijds te Brussel
vertoefde, gelegenheid gegeven, Bonlaniror te
bezoeken en hem geestelijken troost te bieden.
De generaal ontving den geestelijke met de groot
ste voorkomendheid. Toen de pater echter op do
eigenlijke reden van zijn bezoek wilde komen, viel
Botilangerhem met de korte vraag in de rede: Hebt
u ooiteene vrouwverloren, die u hebt aangebeden?''
De geestelijke zweeg zeer getroffen. XH dan." ver
volgde de generaal, »laten we er dus niet meer
over spreken; sproken we over iets anders!" Als
bewijs, dat Boulanger nog kort voor zijn dood in
geen geval zijn zaak voor verloren hield, wordt
een brief meegedeeld, dien hij van uit Jersey aan
Bois-Glavy geadresseerd had. Wat den nancieelen
toestand van den generaal aangaat, hierover moet
een brief van zijn vriend Dutens opheldering geven,
die eveneens aan Bois-Glavy geadresseerd, en drie
maanden na den zelfmoord gedateerd is. Dutens
constateert allereerst eveneens, dat Boulanger
geen zijner verwachtingen had opgegeven en dat
hij is blijven gelooven aan zijne populariteit bij
dat groote gedeelte der natie dat het ver
lies van Elzas-Lotharingen niet als defini
tief beschouwt, en dientengevolge met de Re
geering bij hare pogingen van toenadering tot
Duitschland, niet wil medegaan, maar Boulanger
als den apostel der revanche beschouwde. Zijn
vertrouwen in de toekomst werd door een aantal
zijner vrienden gedeeld. Onder dezen bevonden
zich eonige rijke mannen, die in den wensch
hem de onafhankelijkheid te veizekeren en hom
de middelen tot propaganda te verleenen, hem
sedert lang een subsidie uitbetaalden, een soort
van civiele lijst. Kooit heeft de generaal echter
do namen van deze vrienden tegenover een derde
genoemd. Zoo was hij dus in de gelegenheid, op
grooten voet te blijven leven en mevrouw
Bonneinaire ontzegde zieh volstrekt niet die weelde, die
voor haar, als een geraffineerde en verwende
Parisienne, eene levensbehoefte was.Dathij geen contant
geld heeft achtergelaten, vindt, volgens opgave
vaa den briefschrijver, daarin zijne verklaring,
dat de generaal op zijn zelfmoord sedert lang
plan had gehad, en al wat hij van de hem
uitbetaalde subsidiön had overgehouden, kort te
voren aan de gevers teruggezonden had. Kooit
echter heeft hij aldus verzekert ten minste de
heer Dutens zich uit de inkomsten van me
vrouw de Bonnemain laten onderhouden.
Cavalleria rusticana. Uit Milaan wordt van
18 dezer geschreven: Giovanni Agheda is een
arme drommel van een slakkenzoeker, maar in
geheel Sassari, zijn geboortestad, heeft men toch
groot respect voor hem. Dat dateert nog uit den
tijd toen Agheda te Rome bij de bersaglieri diende.
Agheda was een goed soldaat, maar eens deed
hij bij het exercoeren iets niet naar den zin van
ziju onderofficier. ,>Dat gespuis van Sassaresen
zijn toch de domsten van allen!" schreeuwde de
onderofficier tegen den soldaat, en gaf hem tegelijk
oen schop, Agheda, buiten zich zelf van woode
over de beleodiging en mishandeling, liet het
geweer zinken en stiet de bajonet >net alle kracht
den onderofficier in de borst. De krijgsraad
veroordeelde Agheda met bet oog op de uit
daging tot 3 jaar gevangenisstraf. Kadat hij
zijn straftijd uitgezeten had, koerde hij naar
Sassari terug. Zijn avontuur onder dienst had
hem de hoogachting van alle Sassaresen doen
ververven on zoo gebeurde hot ook, dat hij een
huwelijk boven zijn stand sloot.
Maria Grazia Cnriga, die hij naar zijn woning
voerde, was niet alleen mooi on beschaafd, maar
zij bracht baar man ook een huisje op don Corso
Trinita modo ton huwelijk. In don beginne ging
alles, goed. Agheda zwierf van den vroegen
morgeii tot den lat< n avond op do steenachtige
braaklanden van Sardiniërond en zocht slakken,
on zijn jonge vrouw bezorgde bedrijvig hot
huishouden. Maar weldra veranderde lust tooneel.
Maria vond liet vervelend, den geheelen dag
alleen te zijn en bovendien door haar
onbeschaafdon man niet begrepen te worden. Zij
knoopte eono liefdesbotrekking mot Salvatore
Maniiu, oen jong student, aan. Agheda bemerkte
niets van het verraad zijner vrouw.
Op den dag van Maria Geboorte ging hij, zooals
alle dagen, bij het krieken van den morgen op
zijn worlc uit. Maria Grazia echter begaf zich
dos namiddags mot haar minnaar naar L'sini, waar
het Moeder-Godsfecst mot groote voorstellingen
on volksvermaken gevierd wordt. In hunne zalig
heid verzuimden zij geheel, op den behoorlijken
tijd aan terugkeer te denken. Agheda kwam
echter op den gewonen tijd vóór zijne woning
aan en was zeer verbaasd, toon hij deze gesloten
vond. Waar is mijn vrouw toch?" vroeg liij aan
eene buurvrouw. Waar zon zou zo zijn? Ze is
mot haar minnaar naar het feest to l'sini ge
gaan." Agheda zeide geen woord, l lij wierp tien
zak mot de verzamelde slakken vóór do huis
deur neer 0:1 ging lang/aam op weg naar l'sini.
Onderweg steeg bom echter het bloed naar het
hoofd. Degenen, die hem ontmoetten, weken
schuw tor zijde on vertolden later, dat hij met
zijn lang mos in de hand als een krankzinnige
over don groeten weg gesneld was. Dicht bij
l'sini ziet hij zijne vrouw en haren minnaar.
Zij kwamen daar arm in arm, vroolijk en schert
send aan. Agheda verborg zich achter een boom.
on toon zij dicht bij hem waren, trad hij plot
seling te voorschijn. Met ij/eren vuist groep hij
den jongen man aan en stiet hem het mes mid
den in het hart. Maria Grazia vluchtte schreeu
wend weg onbeproefde oen nabijzijndon uummiur
klimmen om zich daarachter te verborgen.
iaat' men had haai' spoedig ingehaald. Hij
ar \an don muur at', zoodat zij op straat
. Vergeet' mij. mijn Giovanni." smeekte zij
vergeef mij !" Maar Agheda begroef zonder
'ng zijn mes tot aan het heft in haar
. . distereii heeft Aghoda zich in handen
justitie gestold, nadat hij een week lang
doel in de omgeving van Sassari
rondgehiid. Zijn vrienden lieten hem ter ooro
Trattoria dol bnon cavallo" oen kleinen
gereedmaken, en vergezelden hem daarna
.' gevangenis, waaruit hom zonder twijfel
de uitspraak tier gezworenen zeer spoedig weder
zal bevrijden.
Hondennamen. Uit Glogau wordt aan de
Berliner Volkszeitunc/ bericht, dat een piepjong
hiitonantje in de Jesuitonstrasse aldaar aanhoudend
zijn hond mot don naam Civilist" roept, liet
Glogauer publiek, dat toch ook met zijn belasting
er tot; bijdraagt, dat deze militaire hondenlief
hebber oen naar evenredigheid vrij hoog trakte
ment trekt, vat deze benaming zoo op. alsof de
jonge heer door den gekozen naam zijne onuit
sprekelijke verachting voor hot burgerlijk canaille
wil uitdrukken. Een blad aldaar betreurt
het zelfs, dat de beleedigde -civilisten" geene
gelegenheid hebben om den luitenant aan te kla
gen ; in tegenstelling met den gewezen
hofprediker Stëcker, die eens iemand aangeklaagd heeft
omdat deze zijn hond met den naam «Stöcker"
betitelde. De Volkszeitung vindt, dat de Glogaucrs
de zaak verkeerd opvatten, en merkt aan: »Wij
nemen aan, dat de hond van mijnheer den luite
nant een zeer schrandere, flinke hond is. Vele
hondenliefhebbers beweren, dat er honden zijn,
die verstandiger zijn dan hun meesters. Al is dat
nu ook in dit geval onmogelijk, omdat deze
«Civilist" in elk geval nooit een vaandrigs- of
ofticiersexamen zou kunnen doen, zal toch nie
mand opzettelijk zijn hond, dien hij liefheeft en
waardeert, vernederen, en wel het minst doet dit
een luitenant tegenover de burgers, integendeel.
Voor ons is het in 't geheel niet twijfelachtig, of
de jonge Glogauer officier wil zijn hond door
toevoeging van den naam «Civilist" zijn oprechte
hulde en vercering betuigen. liet is niet juist
geniaal verzonnen, omdat de zaak allicht ver
keerd begrepen kan wordtin, maar de jeugd van
den hondeneigenaar verontschuldigt deze kleine
onhandigheid."
Het aantal studenten aan de Duitsche
universiteiten. De Frcmltfurter Zeituwg schrijft:
Aan al de universiteiten van het rijk studeerden
in het vorige zomer semester met inbegrip van
al de bezoekers 31,55(5 studenten. De meesten
heeft sedert vele jaren Berlijn, namelijk G'JTU
(met inbegrip van 2(123 niet ingeschreven
toehoorders en studenten aan andere inrich
tingen van onderwijs) ; zelfs München (3574)
heeft Leipzig, dat in de jaren 1870?1880 de
grootste universiteit was, ingehaald, het heeft
thans ,'5211. Daarna volgen Halle met 154(5, Bonn
1482, Würzburg 1403, Freiburg i. B. 187G,
Tubingen 1G51, Heidelberg 1292, Breslau 1289, Er
langen 1117, Marburg 957, Straatsburg 055.
Greifswald 832, Göttingen 793, Jena 705, K
ningsberg 701, Kiel, (53J, Gieszen 593. Munster (aca
demie) 432, Rostock 39G.
Kaar aanleiding van ons berichtje in het vorige
nummer omtrent -drie kostbare postzegels", is
het de moeite waard de aandacht te vestigen op
de JVedei landsche vereeniying van postzegelverza
melaar?, die, in '1884 opgericht, bij Kon. hesluit
van l(i Juni '92 do jongste wijziging van haar
statuten zag goedkeuren.
De vereeniging staat met de groote buitenland
sche vereonigiiigen van denzelfden aard, als
Internationalor Philatelischor Verein te Dresden en
de Sociótéfran<;aise de timbrologie te Parijs als
correspondeerende vereeniging in voortdurende
verbinding, zij telt ongeveer 300 loden en geeft
een maandblad uit, dat in Kedeiiand als
Nederlandsch tijdschrift voor
Post3e(ielkwnde,\nl-'rai\\<rijk als Le timbre verschijnt. Secretaris-penning
meester is de heer E. M. Vis, Parkweg G8, te
Amsterdam.
Een interessant document werd dezer dagen
door don directeur van hot koninklijk Pruisisch
huisarchief ontdekt en in d o verzameling van stukken
voor de geschiedenis van do Pruisischen staat opge
nomen. Hot is do oudste extratijding" die van
een Pruisisch slagveld werd afgezonden; dit
;nieuwtje" betreft den slag van Eehrbellin in KJ/5.
Fijne merken. Een kostbaren schat aan
wijnen, zooals er op don ganschon aardbol geen
moer voorkomt, bevat de kolder van hot slot te
Biobrich. Do groothertog van Luxemburg,
hertogvan Kassan, en zijne voorvaderen bobben hier de
edelste merken van do lüjnstroek laten verzamelen.
Tot in het jaar 170(1 reikt de ouderdom van deze
wijnen. Op don Ilochhoimer uit het jaar 17<H>
volgen Stoinberger uit do jaren 1811 tot 1873:
als verdere paarlen van don kolder zijn
Marcobrunnor uit do jaren 1822 tot I,s(i8 on
Riidesheimer uit do jaren 1*C>1, 18(15 on 18(58 te
vermelden. De eerste plaats onder al deze
kostbare wijnen noemt, boe uitmuntend ieder op
zich zelf ook is, volgens do verzekering van
deskundigen do Kiideshoimer van 18151 in, die
met don Hochheimer uit 1859 en den Sternberger
uit 18G2 oen trio van onvorgolijkolijkon glans
vormt. De gezamenlijke waarde der wijnon wordt
op 2 millioen mark geschat. Kon gedeelte der
kabinotswijnon wordt thans op llosschon getapt.
hot overige gedeelte moet nog vorder als oen
soort wijnmusoum" in de vaten in don slot
kelder blijven.
Volgons de Neio- YorJcer Ilandelsseitunc/ verzon
onlangs in hot nijvere stadje Wildesbarre in den
staat Pounsylvania do rechter Kicholls eone nieuwe
straf, liet gold twee onverbeterlijke dronkaards.
John l uderwood on Lewis (iildorich. Do gewone
straf zon geweest zijn 3(> dagen correctioneel.
maar hij veranderde dit in n uur kerkbezoek,
en liet terstond de twee schuldigen, (hot was Zon
dag -l September, 's morgens om uur) naar do
naaste 1'rosbyteriaansche kerk brengen, waar juist
een vroom apostel tier geheel-onthouders bezig
was met zijn vurig-waterige rode do Wildesbarrors
van don drank to bekoeron. Door twee
gerechtsdionaars begeleid, moesten do beide dronkaards
do rede aanhooren, en waren er zoo door ge
troffen, dat zij terstond na do preek de gelofte
allegden en zich teetntallers verklaarden. Hoelang
zij die gelofte houden zullen is nog te bezien.
40 cents per regel.
immiiiiiimmii
Magazijn Keizershof",
Dagelijksche ontvangst van Nouveautés.
Uitgebreide keuze in Zijde, Japonstoö'en en
Mantels. Volledige sorteering elegante
KinderCostumes.
SCHADE & OLDEKKOTT.