Historisch Archief 1877-1940
No. 798
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een ongeduldig schuldeischer.
n
DE CZAE: Kijk, kijk, een tête-a-tête met StamboslofT! Als ge vóór die kofli;:praatje3 eens aan bstalen d ach1,
DE SULTAN: .Kom, ITwe Majesteit, ik weet wel beter."
Mijn geduld is op."
MiiMiiiiiiMiiiumMiiiiminimiiumMimmmmmitminnimmiuiiinuiimimmuriimimii
De bevrijde duinwaterniinf en de
teleurgestelde koppelaar.
(Eene ballade).
Treurend op haar blanke duinen,
Zit de schoone stroomnimt' neer ;
Angstig staart zij naar de kruinen,
Van het golvend heuvlenmeer.
Vader!" krijt ze ach, waar zij t ge?
Zie, ik smacht naar lafenis!
Kom toch" zeit ze en verblijd me
Met een dronk, gezond en frisch".
.Ik, die zegen eens verspreidde
In een kleinre Amstelstad,
Heb, nu zich de stad uitbreidde,
Nauwlijks zelf een druppel nat.
V ader I" vleit ze .wat verbeidt ge
Baetre dagen? Snel toch toe,
Kom toch!" krijt ze en bevrijd me
Uit mijn drukkende arretnoê".
Zie, daar teekent, fisr en krachtig,
Tegen het bleek-blauwe licht,
Zich een hoed af, glimmend prachtig,
En een blozend aangezicht.
Vlammend dalen witte stralen
Van den breeden bakkebaard.
't I* de Vader Hij komt nader
Vriendlijk spreekt hij en bedaard:
Lieve dochter, staak uw klachten !
'k Weet wel, wat uw harte wenscht,
Miar mijn financieele krachten
Zijn, al zeg ik 't zelf, begrensd.
Heusch, de dagen dat we zagen
Op geen nieuwe prise d''eau,
Zijn vervlogen. Met meêdogen
Zeg ik 't, maar mijn beurs roept: ho!"
D)ch je hebt een mooie kans nog :
Onze goede vriend de Vecht
Biedt je hart en hand ook thans nog!
Voor een stichtelijken echt.
O hoe heerlijk, hoe begeerlijk
Zal met hem je leven zijn.
Je herleeft weer, en je geeft weer
Andren ruimschoots kraantjeswijn".
Vader o! gij doet mij beven!
Aan zoo'n ouden, viezen vent
Als dien Vechtstroom mij te geven
Vader, is het u bekend.
Dat geen pillen voor bacillen
Helpen? dat dat helsch gebroed
In de stroomen is gekomen,
Van de Vecht, dien 'k trouwen moet?"
*
jft *
Halt' wie ziet gij daar verschijnen.
Wreede Vader, onverlaat?
Dertig wakkre paladijnen,
Uit den Amsterdamschen raad.
Voort!"?zoo luidt het ge verbruidt het,
Koppelaar om snood gewin !
Van uw droomen kan niets komen;
't Huwlijk gaat dan doofpot in!
Snuifjes.
In de commissie tot overweging van de
j arbeiders-enquête is geen enkel arbeider
goj zelen de h we n zullen dat varkentje
wasschen. Ik vind dat een uitstekend ideu.
We leven in de wereld om elkaar plaisier te
doen, en wat voor verdienste zou er nu voor
arbeiders inzitten om arbeidersbolangen te
regelen ? Veel mooier is het als de Heeren
dat doen. Maar nu moeten de arbeiders ook
zoo goed zijn, bij een andere gelegenheid de
zaken der Heeren te behartigen, builen de
Heeren om. De lagere standen moeten her,
voor de hoogere eri de hoogere het voor de
lagere opnemen. Zoo komt men, door een
wedstrijd in zelfverloochening en toewijding
juist waar men wezen wil. Gelukkig land,
waar ook mijn wieg eens stond !
*
Volgens den correspondent van het ?,"/r.
Prov. en Stf.d. Da/jblad heeft de tand des lijds
nu ook geknaagd aan de bewonderaars van
Sarah Bernhardt. Die tand heeft gedurende
den laatsten tijd zoo veel van zich doen spre
ken, dat men wel eens mag overwegen of
het niet wenschelijk zou zijn, den tijd te over
reden zich dien tand te laten trekken Ik
stem dadelijk toe, dat, ging de tijd daartoe
over, hij den dagbiadschnjvers groot ongerief
zou veroorzaken, maar net publiek zou er
niet weinig bij winnen. Want de gevallen
zijn uiterst zeldzaam, waanu die knagende
tand iemand ongemoeid laat. .Men zou ecliter
de dagbladschrijvers kunnen schadeloos
stellen door gezegden tand aan de»vlammen"
te schenken, cue tot dusver steeds haar «prooi"
moeten machtig worden zonder tand.
* *
usschen Weenen en Berlijn heeft men nu
proeven genomen, om te weten hoe lang een
paard wel achtereen kan loopen en hoe lang
een rnenscli op een paard kan zitten. We
begrijpen niet waarom we tot October 1SU2
hebben moeten wachten, om die vraag te
beantwoorden. Heeft de quasüe vóór dezen de
honderdduizenden miliioeiieii menschen vol
strekt niet geïnteresseerd'.' \Vaarvoor heeft men
dan toch eigenlijk zóó lang reeds geleefd ?
En dan was dunkt me een vijftig jaar gele
den zulk een proef gemakkelijker te nemen
geweest, dan thans. Toen iiad men nog niet
zooveel gehoord van dierenbescherming en
wist ook niet dat beeslenpkigen door de be
schaving in den ban was gedaan, is u loopen
ile onderzoekers nog gevaar, dat de
Sopniavereenigmgeu, de Androclessen en anderen
hen voor wreedaards zullen uitmaken,ofschoon
/ij ongetwijfeld geen ander doel hebben ge
had diin de wetenschap weer een schrede
vuoruitU'brengen op haar moeilijk pad.
in het gelukkige Duitschland leeft een
echtpaar, dat op deiueli'den dag als de
keizer in het huwelijk is getreden, dat schier
oj) dezelfde daia als de keizer zes zonen heeft
gewonnen, en nu op meu\v. evenals de
keizer, een dochtertje tot zevende kind. Zie
daar een voorbeeld van monarchale suggestie,
gelijk tot dusverre misschien nog niet is
voorgekomen. J n onzen tijd, nu het scepti
cisme alles ontneiligt. kan zulk een opmer
kelijk voorval allicht tot vingerwijzing
strekken aan hen, die nog geneigd zijn. de zaken
van een meer ernstigen kant te bezien.
Daarom zou ik wel willen vragen ot er onder
mijn lezers soms mochten zijn, die zich meer
dergelijke, zij het dan ook zwakkere, blijken
van een parallel-leven van vorst en onder
daan herinneren. Ik twijfel er niet aan of
het IJfKjblful nut Zi(ii/-llol/<tiidcn's (ji'rimütagc
zal mij behulpzaam willen zijn om over dit
politiek sociale vraagstuk eenig licht te ver
spreiden. * * *
Onder de redevoering van den Hesr va
Nierop over de Duinwatermaatschappij had
een raadslid de onbeschoftheid bij de opmer
king, dat de prise d'eau van de Vecht ver
legd moest worden, uit te roepen: Naar de
Mookcrheide,! Ik zou wel eens willen vragen,
sedert wanneer is het oorbaar gevondeneene
maatschappij, die der gemeente zoo onschat
bare diensten heeft bewezen, zulke onaange
naamheden toe voegen ? Ik herinner mij
nog heel goed dat indertijd, toen de
Wethouder van Lennep als raadslid af
trad, het Handelsblad een hoofdartikel be
vatte, waarin hij werd aangeprezen als een bloed
verwant van den grooten v. Lennep die ons de
Duinwaterleiding bad bezorgd, en dan meen
ik me ook te herinneren, dat ik zelf H. S. v.
Lennep nog eens mijn stem heb gegeven,
omdat hij almede tot de familie van de
waterleiding behoorde. Ik heb dit laatste altijd
in mijzelf gerespecteerd als een bewijs, dat ik
niet van dankbaarheid ontblood was. Heb
ik. me nu zóó vergist, vraag ik mezelf af, dat
ik op dat gevoel moet terugkomen ?
Mr. v. N lerop teekende volstrekt geen pro
test aan tegen den uitroep, die zijn rede onder
brak. Integendeel. Hij scheen de
Mopkerheide als prise d'eau nog zoo kwaad niet te
vinden. Maar heeft hij wel bedacht, dat, als
Amsterdam daar een prise d'au krijgt, we
gevaar loopen op een goeden dag, bij
hetinwijdingsfeest, den geheelen raad naar de
Mookerheide te zien wandelen.... en wat
blijft ons Amsterdammers dan over?
*
De Standaard maakt de opmerking, dat de
Heer Noitmg het altijd voor de drankwinkels
opneemt, nu eens ter wille van vroege reizi
gers, dan weer ter wille van visschers en
hengelaars. Het blad vraagt daarom of dit
werkmans-raadslid wel een juisten blik heeft
op de belangen van den. werkmansstand. Ik
zie niet in waarom men vroege reizigers,
visschers en hengelaars niet onder de arbeiders
zou rangschikken, doch meen bovendien, dat
een raadslid niet alleen op de belangen van
den arbeider, maar op die van de geheele
burgerij, dus ook op die der drankwinkeiiers
heeft te letten. En nu is de heer Nolting, die
als werkman biljarten maakt, en dus veel met
slijterijen en wijnhuizen in aanraking komt,
juist een specialiteit in de kennis der belangen
van arbeiders en drankwinkeliers beiden. .Bij
het stellen van een werkman-candidaat was
liet de moeilijkheid iemand te vinden, die
niet alleen voor de werklieden maar ook voor
de overige burgers zou opkomen. Nu Nolting
dit zoo flink doet, is het ook weer niet goed l