Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.799
weinig bekend. Het \sorige jaar deed het bericht
de ronde, dat hij een drama voor Sarah
Bernhardt had geschreven en naar New-York was
rertrokken om het met haar in te studeeren.
Verder hoorde men er niet van. Niet
onwaarsÈhijnljjk is, dat de groote tooneelspeelster het
werk prees, bewonderde, verrukkelijk vond en ...
niet speelde. Giacosa is in 1847 geboren en heeft
reeds heel wat geschreven. Hij begon met romanti
sche drama's en dramaatjes in verzen en legde zich
eerst in den lateren en laatsten tijd meer bij
zonder op het moderne tooneelspel toe. Droeve mm
is een zijner jongste werken. Het doet hem kennen
als een geestverwant van Paolo Ferrari, wiens
'Liefde zonder achting" wij hier indertijd te zien
kregen, als een aanhanger van de groote Fransche
school uit het tweede en derde kwart dezer eeuw,
de school van Augier, Dumas en Sardou. Droeve
min is een mooi tooneeelstuk, juister, is mooi als
tooneelstuk. Het heeft gebreken, doch deze be
merkt en gevoelt men eerst ten volle, als men het
na de vertooning kalm en angstvallig overdenkt,
uitpluist en uitrafelt. Zoolang het afgespeeld wordt
»? men, vooral bij de eerste twee bedrijven, bijna
voortdurend onder den indruk, laat men zich
dpor de geschiedenis inpakken, vasthouden en
meeslepen. Wie in een tooneelspel spanning en
hartstocht zoekt bovenal, deze als de conditio sine
qua min van alle waarachtig tooneelwerk be
schouwt een opvatting niet erg modern, maar
daarom nog niet erg onnoozel, moet Droeve min
gaan zien. Het geeft een stortbad van zoet mar
telende emoties.
Droeve min is de zooveelste variatie op
hét overoude thema: Ie man, la femme et
l'autre. Giulio Scarli is de man, Emma de vrouw,
Fabrizzio Arcieri, Giulio's vriend, de ander. Een
min oi' meer belangrijke rol speelt verder nog
Fabrizzio's vader Ettore, een persoon enkel
en alleen in het stuk gebracht om als
repoussoi/r voor Fabrizzio te dienen. De laatste staat
eren hoog als de eerste diep gevallen is. De
zoon is een jonge man met hooge idealen en
edele aspiraties, de vader een plicht- en
eervergeten roué, een drinker en speler. Ettore
verdient niets en geeft veel uit, Fabrizzio ontzegt
zich het noodigste om de uitspattingen van zijn
vader te bekostigen. Als het drama begint zijn
wij terstond midden in de spanning. Emma en Fa
brizzio hebben elkander hartstochtelijk lief, doch
voelen tegelijkertijd al het misdadige, al het lage
en onedele van hun liefde. Hun samenzijn is
hun een zaligheid en een voortdurende marte
ling tevens. Nog pijnlijker, on ondraaglijker wordt
hun verhouding, als het blijkt, dat Ettore hun
geheim ontdekt heeft, als hij in hatelijke, half
bedekte, nauwelijks dubbelzinnige termen dreigt
het Giulio te zullen verraden. De nieuwe vrees
doet Emma en Fabrizzio het laatste beetje zelf
bewustzijn verliezen, ontneemt hun het laatste
greintje koelbloedigheid en vastberadenheid. Een
kleinigheid is voldoende, hen in den val te
doeji loopen. Ettore heeft een valsohen wissel
gepresenteerd; Fabrizzio heeft oen belangrijk
bedrag noodig om de zaak te sussen; Giulio biedt
het hem ter leen; I-'abrizzio weigort; het is hem
onmogelijk het geld van hem aan te nemen; Giu
lio begrijpt dit niet; hij hoeft hem toch zoo vaak
geholpen; hij roept Emma's hulp in, om Fabriz
zio over te halen; ook zij echter is van meening,
dat Fabrizzio het geld niet mag aannemen. De
gelieven storten, als door geheime macht gedre
ven, zichzelf in het verderf. Giulio zoekt, tast,
raadt, gist; plotseling vermoedt, begrijpt hij alles;
krankzinnig van woede jaagt hij Fabrizzio de deur
uit. Dit is het slot van hot tweede bedrijf. In het
derde tracht Fabrizzio Emma te overtuigen, dat
un niets anders overblijft dan samen te vluchten;
is deze in hevigen tweestrijd, dip hiermee ein
digt, dat zij, de pop van haar kind ziende,
verteederd wordt, niet gaat en Fabrizzio wegzendt;
maakt Giulio zijn vrouw duidelijk, dat het in het
belang van hun. kind is, dat zij voor het oog dor
wereld man en vrouw blijven, al zal or van liefde
en werkelijk samenleven tusschen hen ook nooit
meer sprake kunnen zijn.
uuimiiiiiiuiuniMimm
zijn principes, moet u weten."
Dit laatste voegde ze er eenigszins haastig
bij, waarschijnlijk omdat zij den verwonder
den glimlach bespeurde waarmede ik haar
conh'dentie's aanhoorde. Ik was er verre van
af geweest, te vermoeden, dat mijn nederig
dorpje een genie in den dop en twee leidende
genieën huisvestte.
»Wacht, ik zal Paul roepen... hij speelt in
den tuin...'
Ik smeekte haar, het kind aan zijn spel
te laten.
»En, vroeg ik, minder uit nieuwsgierigheid,
dan wel ter wille van den jeugdigen martelaar,
uw echtgenoot, mevrouw....
»Juist, mijn echtgenoot geeft hem les. De
grondslagen komen er dus in op een wijze
die maar weinigen te beurt valt, dat begrijpt
ge. Artistiek... op en top artistiek...
»Maar hij zelf treedt niet meer op?"
Ze haalde de schouders op.
»Mijn echtgenoot is altijd miskend; daar
enboven, we behoeven het niet te doen....
Maar ik ben nog vol moed. Jk zou zo wel
leeren en tot erkenning dwingen, die on
dankbaren ! Ik ben nog jong..."
't Is niet te zeggen, met hoeveel vertrou
wen en tegelijk met hoeveel weemoed ze dit
laatste zeide.
Ik wendde mij juist tot de vioolkisten en
de muziek, in de hoop, daaruit de aanleiding
te vinden tot eenige vragen die haar ervan
zelf toe zouden brengen meer bijzonderheden
uit de romaneske kunstenaarsloopbaan
mede te deelen, toen een stap weerklonk op
de kiezelsteenen voor het huis en het vrouwtje
een kreet uitte. »Daar is hij, de maestro,
wacht, ik zal hem bij u brengen.''
Ze vloog naar buiten en hielp een ouden
man het coquette stoepje op, met evenveel
Het laatste bedryf staat bij de vorige ver achter.
Dit is geen wonder. Droeve min is een tooneel
spel, waarin het in de eerste plaats om de toe
standen, eerst in de tweede om de personen is
te doen. De eerste twee bedrijven boeien, omdat
zij by uitstek dramatische situaties geven. De
personen kunnen ons eigenlijk niets schelen. Wij
kennen ze nauwelijks. De voorgeschiedenis moeten
wij raden ; de geschiedenis zelf moeten wij aan
nemen, in blind vertrouwen en zonder morren.
Waarom trouwde Emma Giulio 'i Had zij hem
ooit lief V Voelt zij iets voor haar kind V Hoe
ontstond, hoe groeide de schuldige liefde '! Heeft
zij Fabrizzio aan het slot nog steeds even harts
tochtelijk lief? Hoe lang duurde hun liefde reeds?
Van dit alles weten wij niets, maar dit alles
vragen wij niet. De liefde en de angst zijn de
werkelijke, zijn de eenige dramatische personen.
Om den totaalindruk is het te doen. Vooral
het tweede bedrijf, de langzame, wreed geleide
lijke, martelend zekere ontsluiering van het
geheim, is een meesterstuk van impressioneerende
tooneelschrijfkunst. In het derde is de dramatische
stof verbruikt, blijven alleen de personen over,
wier lot ons nauwelijks belang inboezemt. Het
slot, de epiloog, de moraal, sleept er bij als het
vijfde rad aan den wagen; Giulio's uiterst ver
standig toespraakje tot zijn vrouw schijnt een
speech van Giacosa zelf. Emma's vlucht hadden
wij even gaarne aangenomen. Denkt Giniio er
ook geen oogenblik aan, zich zelf een beetje
schuld te geven? De paar kalm verstandige
woorden beslechten en besluiten hot
echtbreukdrama al op erg gemakkelijke en leuke wyze.
Den vertolkers stelt Droeve min buitengewone
eischen. Ten volle voldeed hieraan alleen de
hoer Jan C. de Vos (Giulio). Dat hij met het
slot geen weg wist, kan men hem ge
makkelijk genoeg vergeven. De lange toespraak
tot zijn vrouw zeide hij in dotfen toon en slepend
tempo; hoe zou hij het anders doen? Dat zij niet
overtuigde, niet bevredigde, moet men haar zelf,
niet den tooneelspeler wijten. Zijn vertolking in het
tweede bedrijf kan niet genoeg geprezen worden;
de eenvoudige, gemoedelijke tooneelen in het begin
werden even warm en natuurlijk weergegeven als
de angstig dramatische tegen hot einde. Dat dit
bedrijf vier maal werd teruggeroepen, dankt het
Giacosa en de Vos. Juffrouw Beukers (Kmma)
en de heer Roijaards (Fabrizzio) hebben oen ge
meenschappelijk gebrek; zij zijn hun kunst nog
niet ton volle meester; zij kunnen nog niet uit
drukken, wat zij gevoelen on zouden willen uit
drukken; zij maken zich to vaak aan eento
nigheid schuldig. Juffrouw Beukers zal bovendien
nog moeten bewijzen, dat zij temperament hooft.
In enkele tooneelen in hot eerste on laatste be
drij t' was zij tegen haar zware on ondankbare
rol opgewassen; overal oldors was deze haai'do
baas, ontbraken licht en schaduw, miste mon hot
vereisehte relief, bleef alles even dot en zwaar. De
heer Iloijanrds hooft temperament als weinigen; wat
ik het vorige jaar vreesde, blijkt echter steeds moer
waarheid. Hij weet niet buiten zich zelf (o gaan;
hij blijft steeds de heer oyaai-ds, hooft als zoo
danig mooie en hoclo mooie momoiit'-n. dorh
hooft deze steeds op dezelfde wijzo on in dezelfde
situaties, hoe verscheiden do rollen ook vaak
zijn. Hij hoede zich mot allo kracht tegen manier.
Do hoor Alex. Faasson had Eltoro scherper
kunnen typeeron, doch was overigen-; niet
kwaad. De hoor Erfiuaii (lïanetti) vertegenwoor
digde de komische partij van het toonoelspol
niet natuurlijk en ongedwongen genoeg. Hot
samenspel getuigde van voortreffelijke leiding.
De Amenkaansche bij Hot Nederlandse!)
Tooneel" zou een prachtig Septemberstuk zijn
geweest. Het hooft niets om hot lijf en geeft veel
te kijken. Do heer Chrispijn bewerkte hot naar
oon gelijknamigon roman van .Inlos ('larotie. Ik
kon dien niet, doch waarschijnlijk hield de be
werker zich zoo getrouw mogelijk aan hot origineel.
dat dan in de laatsto plaats oon meesterstuk is.
In ieder geval hoeft hij oer van zijn werk. Fit
een technisch oogpunt, als tooneelvertooning in
engeren zin, laat De Amerikaamche weinig te
wenschen over. De vijf bedrijven loopen goed (de
eerste <) beter dan de laatsten) en eindigen bijna
allen met een knap tooneeleffectje (vooral het
eerste en derde) Aan de taal of vertaling is zorg
besteed. Een enkele uitdrukking klinkt soms
minder mooi, het woordje «buitendien" keert wat
vaak terug, evenals de betiteling »wuss" zonder
volgenden eigennaam, het geheel is niet. min
der dan de gewone, gangbare tooneelkout.
Dat het geschiedenisje tamelijk langdradig is,
spreekt bijna van zelf. Jk zal dan ook niet
trachten, hot na te vertellen. Alleen verklap ik,
dat de verboden liefde er weder mee gemoeid is,
dat de hoofdpersoon een beeldschoone
Amerikaansche is, die een edelman lief had, doch een
rijk geworden industrieel trouwde, omdat de
edelman, die arm was, haar niet dorst vragen, dat
zij tengevolge van dezen tegenspoed om de haver
klap in zwijm valt, dat de industrieel van zich
zelf vertelt, dat hij geen romanheld is, wat u doet
vermoeden, dat hij het juist is, dat een jong
meisje origineel wordt genoemd, wat u er op
voorbereidt, dat zij het hoegenaamd niet is, dat
er een zoogenaamd dankbare kinderrol en een
snooperig komisch darnesrolletje in voorkomen, dat de
handeling speelt to Trouville, aan een loelijk hoekje
van hot strand en in een paar met Amerikaansche
pracht ingerichte salons, dat de dames wedijveren
in pracht van toiletten, in lengte van slepen, in
hoogte en dikte van pofmouwcn, dat de hoeren
in hun leelijko zwarte rokken lang niet zulk
een zwier vortoonen, dat het talrijk opgekomen pu
bliek zich vooi'tdure7id scheen bozig te houden,
bewonderend het moois, lachend om de bedoelde
en niet bedoelde komische effecten, om de grap
pen of de banaliteiten en enormitoiteu, door de
romantische helden mot romantischen zwier ton
beste gegeven, dat de weinig of geen eischen
stellende rollen met ijver en toewijding werden
vervuld, dat de hoofdpersonen enkele prachtige
momenten hadden, dat de jonge meisjes opnieuw
bewezen natuurlijker te moeten loeren spreken,
dat de oude dames-rollen door to jonge dames
werden vervuld, dat Ik herinnormij heusch
niets moor, doch geloof achteraf, dat ik nu toch
alles hob verteld, wat er van De Amerikaansdie
te vertellen valt.
II. J. M.
Muziek in de hoofdstad.
Hol hooft opnieuw zijn entree gemaakt in het
l'alois voor Volksvlijt, hetgeen in dit geval wil
zeggen : Mot pene frissohe, kernachtige on over het
goh oei geaeliovoerde vertolking van do 5o simfonie
van Beethoven word weer de artistieke stempel
gedrukt op do kla.-sieke concerten in dit gebouw.
Deze woorden zoggen nagenoeg alles, ik zal dus
niet (zooals pen muziokreferent in pen /oor be
kend muzikaal tijdschrift hot vorige jaar deed)
nog eens gaan vertellen dat het motief van don
oorsten Satz slechts uit vier noten bestaat l volgt
notenvoorbeeld). J lij meldde or bij dat hot zeer
goed go/ion was slechts do twoo eerste doelen
uittevooron, want u begrijpt ! zoo'n hoolo simfonie
is voor do meeste hoorders nog wel watkrasü!)
Hot, verheugt mij dat do hoor Hol hier aan het
hoofd van dit orkest staat. Veel schoims is ons
(laardoor vooruit reeds verzekerd. Ik hob (Ion
hoor De l'atiw bewonderd in do voordracht van
do Fuga van liacli. !lij is een buitengewoon or
gel-virtuoos, maar als or toch ieih-r keer
orgplvoordrachtpu bij de klassieke concerten
moeten zijn. zou ik wel in overweging willen
geven, dat de hoor Hol modo een stom bad in
de kouzp van die uommors. ten pinde don zeer
stormden indruk to vermijden die nu oen stukje
zooals Are Muria van Arcadelt (geheel als
etl'pctstnk opgevat m<;t klokjes en verdere franje)
tiisM'hen Bach's Kuga ou ISeetlioven's simfonie
maakte.
Na do ,">o simfonie haastte ik mij naar hot
Concertgebouw, ten einde César Franck's Chasseur
tnaudtt te kunnen hooren.
Men kent Bürger's gedicht voorzeker. De wilde
jager gaat ter jacht, terwijl het volk op Zondag
ter kerk gaat. Aan beide zijden van hem rijden
zijne raadslieden; die te rechter raadt hem goed,
die te linker raadt hem slecht. Hij luistert alleen
naar dien ter linker en stormt vooruit, alles ver
nietigend wat hem in den weg komt. Plotseling
echter staat zijn paard stil, ook zijn jachthoorn
geeft geen klank meer. Daar stijgen vlammen uit
de diepte op; de demonen beginnen hem te ver
volgen. Hij is vervloekt. Angstig wendt hij het
hoofd om on vlucht. Hij kan zijn hoofd niet meer
terugtrekken, zoodat hij altijd zijn vervolgers
moet zion. Dag en nacht moot hij in eeuwigheid
door vluchten. Dit is zijn straf.
Van dit onderwerp heeft César Franck alleen
de tafereelen gekozen, die voor muzikale uit
drukking geschikt zijn. Hij hoeft deze schildering
niet in kleingeestigen vorm opgevat en de grenzen
van de programma-muziek niet overschreden.
Alle onderdeden van het verhaal zijn verwijderd.
Hij wilde stemmingen, geen feiten muzikaal
uitdrukken.
Daarin is hij m. i. zeer schoon geslaagd.
Het ernstige begin met de klokken in G gr. t.
is een schoon gedacht beeld. Spoedig komt het
motief' van den wilden jager in g. kl. t. (9;8
maat) op, afgebroken door korte smeekende fra
sen, die echter hoe langer hoe zwakker weer
klinken tusschen den steeds wilder wordenden rit
van den jager van den Hij n. Plotseling breekt
het geheele orkest af, terwijl alleen in de alt
violen op den toon g een somber tremolo weer
klinkt. De gestopte hoorns stooten een paar
doffe klanken uit; het motief hoort men nog
slechts in korte aemechtige figuren en het stokt
ieder oogenblik.
Nu beginnen de violoncellen tweestemmig in
snelle kronkelingen zich voort te bewegen, waarbij
zich de overige strijkinstrumenten langzamerhand
voegen. De vlammen stijgen uit den grond op, de
jacht der demonen vangt aan. Het rhythmisch
motief van den zanger, oerst onstuimig en wild,
wordt nu angstig en gejaagd (ï>/4 maat). Nog
sneller wordt de jacht bij het I'resto ('2/4 maat)
liet motief ondergaat weer eene verandering, tot
de figuren in kracht afnemen en alleen de grond
toon g (nu in de violoncelien) weerklinkt, waarna
mot een forsc.h accoord het werk besluit.
Franck hooft hier een werk gegeven m. i. ge
heel zijner waardig. De schoone contrasten die de
indrukken van den jager en het volk weergeven,
benevens de zachte herhaling van het jagermotief
door de houten blaasinstrumenten drukken de
stemming hoogst gelukkig uit.
Ook zonder de beschrijving blijft dit werk als
muziekstuk oen schoon geheel. Do in discrodiet
geraakte uitdrukking ]>ro(ir>nnniii-inu:n'k" doet
echter bij vele toehoorders dozen vorm beslist af
keuren. Ik ben ook een tegenstander van
progranima-nin/iok wanneer men allerlei dctdiis en
luiten in tonen wil schilderen, doch ik erken
de macht van de muziek om al</eineeite harts
tochten, gevoelens en indrukken weer te geven.
\Vaarom zou dan een componist de macht die
hem tot sc.hildoren gegeven is niet mogen aan
wenden wanneer hij dit doet in een werk. mees
terlijk van bouw, machtig van inspiratie en treffend
van kleur ?
liet orkest voerde dit: Pocme Sympltoni'jiie
op voortreffelijke wijze uit.
Het hartstochtelijke karakter word zeer juist
weergegeven, terwijl de duidelijkheid die verkre
gen was maakte dat men dit werk in zijn schoonou
vorm en bouw gemakkelijk kon volgen.
doof ons spoedig dus oetie tweede uitvoering'
van dit. werk, meneer Kes. Wij zullen or u dank
baar voor zijn.
Het is niet zoo heel gemakkelijk tegenwoordig
bij de inrichting van concerten iets nieuws, iets
anders to bedenken. Dit hebben echter de heeren
Wirtz (uit 's Gravonhago) en Timmer gedaan;
j daar zij zich voorstellen in drie soirees de tien
behoedzaamheid alsof hij stekeblind ware
geweest.
»I)it is de dokter van hier naast," zeide
ze op luiden toon, mij voorstellende, »die
komt expres om u eens te zion. Hij heeft
u hooreii spelen en had behoefte, zijn hulde
te betuigen...'1
Ze keek, dit zeggende, niet hem, maar
mij aan en legde met een smeekend gebaar
den vinger op den mond.
Tk begreep alles... dapper vrouwtje!
Ik zag een man voor mij van ten hoogste
zestig jaren, maar volkomen afgeleefd. Eens
l had er een vonk gegloord in die blauwe
| oogen die mij nu onder een «rooien bril
droomerig aanstaarden, eens had het hookl
zich t.rotsch opgericht omdat het blikte in
een toekomst vol eer en geluk en nu hing
het moedeloos op de borst, eens toekende do
geheele gestalte jeugdige kracht en energie
en nu...
In de diepe plooien op het voorhoofd, in
den droevigen trek om den mond, zag ik de
gchecle passie-geschiedenis der miskenning'1
afgemaaid: een zorgelooze jeugd vol blijde
idealen, het eerste optreden en de eerste
lauweren, daarna het trapsgewijze afdalen
tot 't heerleger der middeimatigen, de plot
selinge opflikkeringen van den ouden helden
moed, de eerzucht, wegkwijnende in de
bier-concertzalen der voorstad, in het eind
de zedelijk en lichamelijk doodende vergetel
heid... Xeen, vragen we ons niet af, of het
dan schande is, zijne onmacht te bekennen,
vragen we niet, of 't niet bijna een misdaad
is, een geheel leven aan vruchteloos streven
op te offeren : het is den zwakke zoo
moeielijk den eersten stap te doen, zoo hard den
zoeten droom voor eeuwig vaarwel te zeggen.
Zij drong er op aan, dat hij spelen zou.
imiiintjimiimiiMi
«Daarom was ik immers gekomen." De
j dernière pensee musicale van Wcbei1'' die
j had ik te Brussel toch ook gehoord. j
»Ziet ge", (luisterde zij mij toe, terwijl hij
ons voorging naar de tuinkamer, waar de
piano stond, »ik doe al mijn best, om er den
moed nog wat in te houden, want hij is niet
meer die hij vroeger was, lang niet."
Maar hij kon niet beginnen, als het kind
j er niet bij was ; het kind werd uit den tuin j
geroepen. En ik zag een aanlig bleek jongske
van vijf' of zes jaar, een blond krullekopje
met magere sehoudorljes en beenen, aarzelend
| binnenkomen en op den wenk van zijn
groot| vader naast de piano plaats nemen. Angstig
i volgden zijn oogen de lange, beenige vingers
j die er lustig op los (.rommelden, met evenveel
gevoel alsof zo een nieuwen kermismarsch
onder handen hadden, in plaats van een der
machtigste en zinrijkste rnelodieün die ooit ge
boren zijn. Van tijd tot tijd werd het spel
plotseling onderbroken en dan moest het
kind aanwijzen waai' grootvader opgehouden
had. Toen het in zijn zenuwachtige haast
twee keer mis wees, deelde de oude heer een
strenge berisping uit.
In stille vervloekte ik de dernière pensee
met variatie's die den dood van baar man
op haar geweten had en hoogst waarschijnlijk
ook spoedig dien van het bleekc kind met
dut zenuwachtige gezichtje. Daudet zegt
ergons, dat het. verwonderlijk is hoeveel
mense.hen hun brood verdienen met de dernière
pensee musicale van Weber, maar ik geloof,
dat men tot even verrassende resultaten zou
komen, als men de lijst harer slachtoffers
eens kon opmaken.
Toen het stuk uit was, moest Paul spelen.
En 't was een aandoenlijk gezicht, de magere
vingertjes over de toetsen te zien glijden met
een snelheid alsof ze gloeiende staafjes wa
ren, de geheele gestalte te zien inkrimpen
onder den zweepslag der aanhitsende
maatakkoorden en de beentjes zich te zien slin
geren om de pooten van den piano-stoel....
Maar Paul speelde vlug, verwonderlijk vlug,
veel vlugger dan de oude man zelf. En dat
was toch de hoofdzaak. Toen hef. kind ein
digde of van vermoeidheid niet verder kon,
drukte de grootvader heru met een stralend
gezicht en veel vertoon aan zijn borst.
»Mjjn genius'', stamelde hij, »mijn werk....
dat zal de wereld erkennen en doen buigen.
J k ben mijn geheeic leven een sukkel ge
weest, maar moeder, dit kind als dat eens
te Brussel de dernière pensee zal spelen !!''....
»Men zal uw nagedachtenis zegenen," zeide
mevrouw op theatralen toon.
Ik achtte het als medicus mijn plicht te
spreken. Dat kind ziet er overspannen en
zwak uit 't moest noodig eiken dag een
paar uren in de lucht, buiten in de vrije
natuur waar 't naar hartelust buitelen kan
en pret maken."
;>.Vcht uur per dag is toch niet te veel
voor een kind van dien aanleg."
.;(ïe wilt toch niet zeggen," zoo wendde ik
mij driftig tot den ouden heer, ;>dat het kind
acht uur per dag voor de piano zit''" . ..
«Welzeker we zijn mi juist aan de
moeielijke variaties begonnen; 't kan nu
spoedig negen uur worden."
Ik begreep, dat een plotseling te barsch
verzet, nu we elkaar nog zoo kort kenden,
alles zou kunnen bederven. Maar ik nam
mij voor, een oog in het zeil te houden, om
bij eenig dreigend gevaar krachtig handelend
op te treden.
(Slot volyt.)