De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 16 oktober pagina 7

16 oktober 1892 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 799 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Eigenhandig. A. Nu moet je toonen, dat je de noo;lia:o geschiktheid hebt, om mea te kiezen, jongen ... B. Moet ik rechts of' links beginnen, Mijnheer V MlliiiiiiiulmiiMiil imitniiiiiMimimmii Julius Pruttelman Brorameijer. 't Is al weer zoo. Sedert y. TJenhoVen weg is, en Meinesz de hamer in handen heeft ge kregen is er geen huis te houden met die bende op het Stadhuis. Ze doen daar net wat zij willen. v. Lennep is een knappe jongen, al tijd geweest, maar Warner is geen voorzitter; hij praat vlot genoeg, maar praten kunnen ze haast allemaal. Je moet ze aandurven, ze op de stang rij den, een pak geven, of' ze loopen com pleet over je heen als , nu ja, ik zal maar niet zeggen als wat. Daar heb je verleden week die Duinwaterquaestie. De Maatschappij vraagt behoorlijk, als een maatschappij die g-een krediet héft, garantie aan de gemeente, niet-toepassing van <le concessie-bepalingen, leverantie van Vechtin plaats van Duinwater; allemaal dingen die best toegestaan zouden kunnen worden. De stadsadvocaat had B. en W. duidelijk ge maakt, dat er wel een accoordje kon getroffen worden, en Kappeyne is mans genoeg om zoo iets te beoordeelen. De heele zaak was te schikken, zoo dat de 1.2 millioen obligatiëii haar waarde konden behouden, en dat zou een groot voordeel wezen voor de Bocht; de andere lui ten minste naar mijzelf gerekend. En nu alleen uit lust om tegen te spreken, en om ons, die ons goeie geld gegeven hebben om het volk zuiver water te laten drinken, te sarren, mocht <iaar niets van komen, 't Had er veel van of' de Maatschappij een afzetter was, wij obli gatiehouders een soort van canaille waren, en de stadsadvocaat een advocaat van kwade zaken. Eti wie lappen je dat? Niet al leen die man met zijn wilde haren, die altoos met Gijs overhoop lag, neen iemand als v. Nierop, die waarachtig nogal een Bank vertegenwoordigt, een Prjnappel, die om zoo te zeggen in de Bocht thuis hoort, een Fabius, een van die fatsoenlijke Amsterdamsche namen, een Heemskerk, zoon van Heemskerk den minister van .Staat die nog orthodoxer dan zijn waardige vader is en eindelijk een Muller, net zoo goed koopman als ik, al doet hij uitsluitend in tabak, terwijl ik in alles te gelijk doe. Zulk soort van mensehen gunnen een obligatiehouder zijn eerlijk gewonnen geld niet en zouden in staat zijn, alleen om den grooten hoop te believen, een maatschappij in ver legenheid te laten, die van haar geboorte af . je fijnste en voornaamste burgers tot pleeg vaders heeft gehad. Ik vraag maar, waar ga je op zoo'n manier naar toe; wie zal zijn geld ooit meer in lee ningen steken? Ik althans verdraai het in 't vervolg met mijn zuur verdiende penningen een gemeente bij te springen, die laag genoeg is om 12 millioen obligaties van haar geldschie ters in den steek te laten. En ik wil het hier wel zeggen, dat ik de schrijver ben van dat ingezonden stukje in het IhndelMad, waarin te lezen stond, dat wij lui van de Bocht ons van den domme zouden houden, als de stad weer eens om geld vroeg. En zoo is het. Laten ze de D ainwater-maatschappij in haar hemd staan, dan leg ik een knoop in mijn beurs, en moeten de lui, die in den Raad zoo'n hoog woord voeren, maar eens zien hoe zoo'n ?berooide hongerlijder als Arasterdam aan het noodige kornt. Laten ze dan maar eens bij Nolting aankloppen, bij Treub, bij Gerritsen en hoe die soort van heeren meer mogen heeten. Die inenschen schijnen te denken. dat de arbeiders alles zijn en wij, de lui van de dubbeltjes, zoo iets als op den koop toe. Ik moet zeggen, ik sta meer dan verbaasd over den onzin dien zij uitkramen, zoo nu weer met hun minimum loon en maximum arbeidstijd. Wie heeft dat uitgevonden V Mi nimum loon, goed! rnaar waar blijft dan de minimum winst ? Een arbeider moet beschermd worden, en een aannemer niet? Waarom? vraag ik. Is een arbeider beter dan een aan nemer of'een concessionaris?? Onder de aan nemers en concessionarissen ken ik een heele boel nette, vlijtige lui; er zijn er met wie ik als diaken en als ouderling in de Luthersche kerk gezeten heb , die eiken Zondag een gulden en bij het Avondmaal en tientje voor den arme gaven; die zich nooit bedron ken, enfin, menschen op wie niet zooveel ie zeggen viel. Kom daar nu bij de arbeiders eens om! Van de honderd ziju er vijftig die hun tijd verluieren, hebben er vijf en twintig hun goud- en ziJverwerk in de lommerd, en loopen zeker tien dronken over straat, als zij niet als zwijn in de goot liggen. En nu zou je dat volk een minimum loon moeten ver schaffen, en hun werktijd nog bekorten, ter wijl de aannemers en concessionarissen, die juist dat schuim voor den hongerdood be waren en ze beweldadigen, niet eens ver zekerd zullen zijn van een minimurnwinst. Dat is immers de verkeerde wereld. Zorg dat de aannemers [en concessiona rissen goede .winsten maken, en je zult dat merken in je belastingen, in je liefdadigheidsfondsen, in je nering en bedrijf. Want wat van de hooge boonien druipt, valt op den grond en zoo krijgt (iie ook een appeltje. Dan vaart ieder wel, wil ik maar zeggen, dat is de ware, de natuurlijke, de ouderwetsche, wel beproefde economie! Och lleere wat ZTa Van Tienhoven je dat duidelijk uit de doeken gedaan hebben als hij nog Burgemeester was geweest. Maar nu! Meinesz lijdt aan podagra, waarschijnlijk door zijn verhuizing naar hier, zoodat hij geen Maaswater meer drinkt. Warner zit te kijken bij al die dolle redeneeringen, aJ.«of hij zeggen wil: dat moet ik den commies-redacteur eens vragen, hebben zij nu gelijk of'ongelijk? Dyserinck zegt geen stom woord, en dat is ook maar het beste, want op die manier blijft hij zioii zelf gelijk. Hoekers had verge ten de pauselijke encycliek mee te bren gen, en dorst dus niet van wal steken. alleen Serrurier praatte zoo wat. maar volstrekt niet op een manier om de honden in hun hok te jagen. Het leek, 't zij me ge permitteerd het te zeggen, nergens op. want liet had al den schijn alsof' hij verklaren wilde: nu ik anderhalf jaar over de zaak hel) nagedacht, ben ik het niet de Hoeren, (iod beter het, de Hoeren!! Gerriisen en Treub eens. Toch ontbreken de goede elementen in den Raad niet geheel. Maar die elementen zijn los. ze hebben geen stuur, geen steun. Ach God, («ijs je moest eens zien wal er van je familie geworden is? V. d. Wall llake. won, zou, maar kon niet. Hij hapte naar de dieren, maar.... beet zich zelf' in zijn staart. De eenige in wien nog een sikkepilje pit zit is Jitta Jr, zoowel bij de duiuwaterquaeslie als bij het arbeidf rsdebat In-viel die mij nog het best. Wat de vcni zegt is rationeel. Wanneer er eerst maar weer leiding kwam zou hij wel durven. Nu evenwel stemt hij verkeerd, stemmen ze allemaal verkeerd en zoo is het besluit genomen om wel te zorgen voor het minimumloon van de arbeiders, maar had niet een het hart als amendement daarop voor te stellen: de ver zekering van een minimum winst voor de ondernemers. Met zoo'n raad zitten we hier nu! Voor mijn part mogen ze hem stelen. Snuifjes. Mijn goeie vader placht gaarne een paar regels aan te halen uit een spotvcrs op Napofeon's tocht naar Rusland: ,En lachend zei toen Kutusow Och, bloed, wat doe jij in de kou ?" Die regels komen mij telkens te binnen. als ik lees en hoor, hoe er over den braven SeyfTardt wordt gemopperd. De cavalerie moppert over intriges in hof kringen en over het voortrekken van vriend jes. Do infanterie moppert omdat ze, al is 't maar lijdelijk, een cavalerist en later een man van den genenden staf' als inspecteur heeft gekregen, terwijl de oudste divisie comman dant wordt gepasseerd. De geneeskundige dienst moppert over het verbod van al te druk ehloroformeeren en inspuiten, nu de Tweede Kamer haar neus in hospitaalzaken heeft gestoken. De genie moppert omdat er niet genoeg gebouwd wordt (geniaal gebouwd, bedoelen de heeren). De artillerie moppert, omdat al de anderen mopperen. De kranten mopperen, uit naam van liet volk, zooals ze zeggen, omdat de dubbeltjes worden verknoeid aan een onhoudbare stelling. De Kamer moppert, omdat .Seyil'ardt haar tegenvalt. Ik mopper ook. maar juist over dat ge mopper. Want Seyfl'ardt heeft het zoo razend druk met de legerorganisatie en de regeling van de indeeling der vekltroepen. dat hij wel wat beters te doen beeft, dan al die vitters Ie woord te staan. Hij moet zich maar troos ten niet de gedachte, dat zelfs op den groo ten Napoleon oneerbiedige glossen werden gemaakt. fk zou hem aanraden een klachtenboek aan te leggen, en ik zal er hom desnoods de knipsels voor zenden: aan 't ministerie zullen ze misschien nog wel iemand vinden, die een kwartiertje per dag over heeft (buiten dienst tijd, natuurlijk, want de legerorganisatie enz. gaat voor) om ze op te plakken. Als hij dan ('óns per jaar dat klachtenboek inziet, kan hij de overige )>(ii dagen rustig doorwerken. .,De procureur-Generaal bij het gerechtshof te 's (! ravenhage, f'ungeerend directeur van rijkspolitie, heeft een schrijven gericht tot de verschillende autoriteiten, waarbij deze op merkzaam worden gemaakt, dat in geen geval landverhuizers uit lïusland, die in eene haven buitenslands geweigerd zijn, te Rotterdam 'mogen worden toegelaten. In het geval dat zij zich daar mochten bevinden, moeten z;j langs denzelfden weg, vanwaar zij zijn ge komen, worden uitgeleid". Aan een procureur-generaal mag' men geen onbarmhartigheid verwijten; daarbij past de HoogEdel Gestrenge Heer slechts het spreek woord toe, (lat het hemd nader is dan de rok, als hij den ongelukkigen modernen Ahasveros niet te Rotterdam wil hebben. IIIMIIIIIIIIIIIIlMllllllllmlIimiMIIIMIIUllllMIltMIlllllnllmlMMnlIIIIIIIIIMIIim^ i Maar wordt hier niet wat veel gevergd van, de Rotterdamsche autoriteiten? De Russische l emigranten, die gewaagd hebben in de Maasj stad een voet aan wal te zetten, moeten wor den uitgeleid, langs denzelfden weg van waar \ ??'?'} VJH, gekomen. Dus langs den Nieuwen l Waterweg, over den Atlantischen Oceaan, i naar een Amerikaansche haven, vandaar te rug naar Europa, waarschijnlijk naar Hami burg, verder per spoor door geheel Duitschl land, over de Russische grens, tot ergens in de ^binnenlanden van het Czarenrijk. Een aardig karreweitje! En wie zal dat betalen? En hoe zal het gaan, als de gelei der met zijn ongelukkig vrachtje in buitenlandsche havens wordt geweigerd ? Mogelijk bedoelt de procureur-generaal met »den weg" enz., alleen de loopplank van het stoomschip. Maar dan had hij zich wei wat duidelijker kunnen uitdrukken. j Onze groote bladen, en ook de Kleine Cou rant" het Nieuws van den Dag," nebben corj respondenten naar Weimar gezonden om de j gouden bruiloft van den groothertog van j Saksen-Weimar en prinses Sophie bij te wonen, j voor zoover zij er kans toezagen. Ik acht het ! bepaald een voorrecht, zoo goed op de hoogte te worden gehouden van al wat onze aangetrouwde vorstenfamilie aangaat. Daarom heb ik dan ook die verslagen met groote belang stelling gelezen. Maar nu zegt de speciale man van het Sieuu-s, dat keizer Wiliielm is afgehaald zon der eenige praal door den groothertog in een gewoon rijtuig met twee paarden, en de spe ciale man van de N. H. Ct. spreekt van een schitterende ontvangst door de gansche groothertogelijke familie en van een open rijtuig met vier paarden. Zie, dat bracht mijn geloof' aan 't wanke len. Wie van de twee heeft gelijk? Zouden ze er soms geen van beiden zijn geweest, en er in hun Hoilandsche binnenkamers maar wat op los gefantaseerd hebben 'i Na lang peinzen heb ik een oplossing ge vonden. De speciale van de X. U. Ct. is klaar blijkelijk liet slachtoffer geweest van een krijgsfist. Toen czar Alexander II Amster dam bezocht, liet hij zooals men destijds verzekerde een generaal, die precies op hem leek, in de mooie koets stappen eu langs de versierde straten rijden. Hij zelf ging «zonder eenige praal, in een gewoon rijtuig met twee paarden", langs een omweg naar den achterkant van het kaleis op den. Dam. Men kon niet weten .... de Nihiiisteu. Denkelijk heeft keizer Wilhelm het e venzoo aangelegd. Saksen-Weimar zendt immers drie vrijzinnigen naar den Rijksdag. Ik heb de diplomatie altijd een mooi vak gevonden, maar ik zie nu toch, dat er scha duwzijden aan verbonden zijn. De Duitscha zaakgelastigde te l'ekin wilde in het huwe lijk treden met de dochter van zijn Engel sehen collega en nu komt keizer Wilhelm met zijn regis volantas aupreina Icx de huwe lijksplannen in. de war sturen, omdat hij internationale huwelijken voor den dienst schadelijk acht. 't Kan. zijn, dat de keizer gelijk heeft. Hij zal zich wei herinneren, dat zijn. Engelsche moeder in^ Duitschland juist geen aangenaam leven heeft gehad, en dat men zijn vader ver weten heeft, te veel onder den invloed van die begaafde vorstin te staan. Leeriugen wek ken, maar voorbeelden trekken. Toch spijt het mij voor het paartje in Pekin, en voor alle niet-Duitsche jonge dames, di een oogje hebben op Duitsche diplomaten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl