Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
NCK, 800
?in veelstemmig gezang vermaak schept, vooral
echter in den toon van de waterfluit (Hydraulos).
In zijn Tierlében verwijst Brehm deze verklaring
uitdrukkelijk naar het gebied der fabelen. Inder
daad schijnt geen ander zeedier de dichters
en natuuronderzoekers der oudheid zoozeer bezig
OThouden en tot de kleurigste en wonderlijkste
labelen bezield te hebben, als de dolfijn. En toch
blijkt het bovenvermelde nu geen fabel, maar
een feit te zijn, waarvan zich thans nog ieder
een aan de Egyptische kust tusschen Port-Saïd
en Damiette kan overtuigen. Het bijkt uit een
schryven. dat professor Sickenberger van de ge
neeskundige school te Kaïro onlangs aan een
Berlijnsch collega gericht heeft. Professor Sic
kenberger, die onlangs de visscherij
aandeNijlmonden bestudeerd heeft, schrijft van daaruit
het volgende: »Ik was eens aan den ingang van
den Taniti-mond, om het vangen van de mctta,
de visch die de butarqa (Egyptische kaviaar)
levert, zooals die met behulp van wilde dolfijnen
verricht wordt, en de bereiding van de butarga
te beschouwen. Deze dolfijnen komen op het
fluiten van den visscher nabij, zelfs tot op een
paar schreden, wanneer de diepte van het water
net toestaat, en trekken vervolgens in de breedte
langs de schoten nuttas heen, die ontzet
in de vlakby geplaatste netten van de
visschers vluchten, terwijl degenen, die niet snel
genoeg in de netten gaan, door de dolfijnen
worden opgegeten. Op het dooden of vangen van
een dolfijn is een boete van l Egyptisch pond
gezet. Deze dieren doen precies alsof zij het
wisten, en er op gedresseerd waren. Het schijnt
verwonderlijk, dat dit feit zoo lang onbekend
kon blijven en nogmaals wordt de oude spreuk
bewaarheid, »Afrika biedt ons steeds iets nieuws".
De Engelsche acteur Beerbohm Tree kwam in
een afscheidsspeech tot het publiek inhetTheatre
Royal te Glasgow terug op een adres, te Edinburg
door een predikant, dr. Rainy, hoofd der Free
Church, ingediend over »wedden en schouwburg
bezoek." Rainy had opgemerkt dat er »drie dingen
bjj den schouwburg behooren:
»chinaasappelschillen, zaagsel en ondeugd".
De heer Tree zeide:
»Als er in dezen schouwburg
chinaasappelschillen zijn, ik twijfel niet, of de administratie
zal er wel voor zorgen dat ze weggeveegd wor
den. Zaagsel wordt, ik ben er zeker van, in dezen
Schouwburg niet gebruikt. Ik geloof dat het in
circussen veel voorkomt. Wat het derde verwijt
betreft, ik hoop dat de stukken die wij de eer
hadden voor u op te voeren, met inbegrip van
Shakespeare's meesterstuk Hamlet, niet in die
categorie vallen, en zoo lang wij onder ons gild
menschen tellen als John Laurence Toole, die
nog deze week in Royalty Theatre optrad, be
hoeven wij de veroordeeling van menschen als
dr. Rainy niet te vreezen. Verleden jaar was ik
in de Hooglanden, en had als gids in de bergen
een aardigen maar heel vrijuit sprekenden Schot.
Met de gemeenzaamheid van den bergbewoner
vroeg hij: »Wat doe je voor den kost?" >,0",
antwoordde ik, »ik ben bij het tooneel". »0
zoo?" hij zweeg even, bekeek mij eens, en vroeg
toen: »bij de paardrijders of de klokkenspelers?"
U ziet dat zjjn begripskring ook beperkt was.
Ook al zaagsel. Ik trachtte hem wat in te lichten.
»Neen", zeide ik, »ons werk is wat ernstiger: wij
voeden de klassen op en verheffen de massa's ;
Shakespeare en zoo meer". »0 zoo?" antwoordde
hij, in dat dialect dat ik met alle inspanning
nooit heb kunnen meester worden; »mo dunkt je
bent dan niet veel beter dan een domino."
Het gelach en applaus scheen geen eind te
zullen nemen.
Haaien en duikers. In Chambers' Journal
worden de ondervindingen van een Australischen
duiker met haaien verteld. Hij deelt mede dat
haaien zelden duikers (in costuum) lastigvallen,
maar dat, wanneer deze een nieuwe streek in
bezit nemen, de haaien eenige nieuwsgierigheid
betoonen. Zij zwemmen rondom den duiker en
bespieden hem, langzaam rondom hem
heenzwemmend zonder eenige bemerkbare beweging
en hem als groote honden besnuffelend.
Somty'ds waagt een duiker het een haai op zijn neus
te tikken, als het een kleine is, maar hij durft
de grootere nooit aan te raken. Eens zwom een
groote haai op een duiker toe en «'reef' zich
tegen hem aan. De duiker had een klein breek
ijzer in de hand en hij hield dit met de punt
buitenwaarts tegen de huid van den haai. Dit was
juist wat de haai wilde, en gedurende een half
uur zwom het monster voor- en achterwaarts,
al ronddraaiend, zoodat do duiker liem over zijn
geheel lichaam kon krabben. Hij bracht de vol
gende dagen nog een of twee bezoeken, en het
schuren deed hem blijkbaar goed. Bij eeno ge
legenheid werd er wat dynamiet in een
schapenkop gedaan en over boord geworpen. Binnen
tien seconden had de haai hem opgeslokt en men
liet de lading ontploffen: en binnon oen minuut
was de zee vol haaien, die naar dn stukken van
hun gestorven bloedverwant grabbelden.
Het Engelsche Journul of Education gaf on
langs eenige staaltjes van examenwerk, door meisjes
van 1*2 tot 1(> jaar gemaakt, op een soort huis
houdschool. Er was gevraagd wat ???beef" was.
«Beef" antwoordde er een, -is een nuttig voedings
artikel, dat men van verschillende (lieren krijgt,
zooals de koe, het srhaap, het varken, enz." Een
ander zeide: »het magere van beef behoort tot het
dierenrijk, het vet tot het planten rij k." Ken andere
jonge dame meent: «zonder aardappelen zonder.
wij zeer zwak worden, omdat aardappelen zeer
noodig zijn om het menschelijk leven te onder
houden." »Lawn" werd door de eene genoemd
>.een zachte stof, gemaakt van een dier in
XuidAmerika" (lama), door de anderen een deel van
het vleesch van rund of schaap, het deel bij do
ribben" (loin). «Katoen", zeide een ander, »is
een goede warmtegeleider, want het vat zeer
spoedig vuur;" en niet minder origineel is deze
voorstelling: «Als iemand een langen tijd zonder
voedsel blijft, bij voorbeeld zestig dagen, zal hij
in een maand sterven, of als zijn gestel zwak is,
leeft hij maar een week of minder".
In de «correspondenties" van onze tijdschriften
en weekbladen komen wel eens antwoorden voor,
die de lezers doen lachen ten koste der corres
pondenten. In Amerika springt men daar nog
veel vrijer mee om, en spaart ze daar niet, zooals
hier, door alleen de initialen te vermelden. Eene
Amerikaansche redactrice bv. schreef: »Mrs. J.
M. Teartrop. Hemel! Ik hoop dat dat uw ware
naam niet is! Wat een vreeselijk zeurigen brief
hebt u mij geschreven! Als u u verbeeldt, zoo
knap te zijn, waarom geeft u dan niet zelf een
damesblad uit? Waarom vit u op mij en schrijft
mij hatelijkheden ? Waarom leest u wat ik
schrijf? O! mijn beste zedepreekster, mijn lieve
puntige volgster van mrs. Grundy, waarom be
moeit u je niet met je eigen zaken en laat mij
met vrede? II bent erger dan die grooto
bromvlieg die van morgen om mijn ooren heeft ge
suisd en die ik met een keukenstoffer achter
na ga. Whillaloo! Daar gaat u in de
prullemand, madame Teartrop, naar het gebied van
zijne satanische majesteit!"
Of mrs. Teartrop abonnégebleven is, wordt
niet gemeld.
Het is voor de Engelsche rechtbanken eene
quaestie of, evenals er «copyright" bestaat op
hetgeen gezongen en gespeeld wordt, men ook
voor een bepaalde wijze van buitelen of gym
nastiek, voor eene reeks van toeren of een dans,
de bescherming der wet kan inroepen. In de
laatste weken heeft het geval zich driemaal voor
gedaan, bij eene reeks van gymnastische toeren
die een soort van pantomime vormen, bij een
«serpentine dance", en bij een tableau onder
Noorderlicht aan de Pool; in alle drie is do
bescherming geweigerd. -Men kon evengoed
kopierecht vragen voor do glimlachjes van eene
actrice", zeide de rechter.
De firma Jaarsma, Keizersgracht 408, heeft
tegen den naderenden winter weder een prach
tige sorteering modellen van kachels en haarden
gereed, waarvan ook exemplaren in verschillende
groote kachel magazijnen, het geheele land door,
verkrijgbaar gesteld zijn.
Wat bij deze expositie opvallend is, is de ge
heele afwezigheid dier plompe, vormlooze kachels.
met onsamenhangende, smakelooze orneering,
waarvan in do meeste huisgezinnen nog steeds
exemplaren te vinden zijn.
Elke haard of kachel hier toont op zich zelf
een oorspronkelijkcn goeden smaak; stijlvol
samengesteld vormen ze door schoone lijnen en
profils een harmonisch geheel.
Te Charleroi, in het land van de
kolenwerkersgrèves, is Zola's Germinnl, tot drama ver
werkt, ten tooneele gevoerd, in het Waalsch, en
men verwachtte er eenige woelingen en opge
wondenheid, liet stuk was in de straten aan
gekondigd door een sandwichman, als kolonworker
verkleed. In den schouwburg waren loges en
stalles ledig, maar het overige van de zaal was
vol werklieden. De indruk was een geheel an
dere dan men verwacht had. Het publiek had
pleizier om al de komische gedeelten, vooral om
de rede bij de werkstaking; het applaudisscerde
met genoegen, maar zonder bitterheid, do draden
tegen de patroons. De decors werden zeer ge
prezen ; alleen vond men de kolenmijn van binnen,
waarin een der acteurs speelt, niet Jonker genoeg.
In 't kort, men kwam er, in plaats van opgeruid,
in zeer voldane stemming vandaan.
De lijkdragers bij begrafenissen in I'arijs moesten
tot nog toe een glad geschoren gezicht vertoonen of
mochten hoogstens bakkebaarden hebben. Xa
protest tegen deze bepaling is het tot een verge
lijk tusschen hen en den raad van administratie
gekomen, en deze heeft hun, behoudens goed
keuring van den prefect der Seine, het dragen
van een snor toegestaan.
Toch zijn er nog beperkende bepalingen ge
maakt. De kin toch moot altoos geschoren wordon;
verboden zijn: volle baard, ringbaan!, monclio,
sik en hoetijzer. De snor mag alleen of met de
bakkebaarden verbonden gedragen werden, maar
niet met cosmetiek of frisuur naar boven ge
kruld of in punten gedraaid worden. De snor,
alleen gedragen, mag niet verder komen dan de
lipplooien; do bakkebaarden, alleen gedragen.
evenzoo.
In een artikel in de Nirutcenth Centm'fi wordt
gewezen op de toenemende krankzinnigheid in
Ierland. In 1S51 waren er volgens de volkstel
ling IÜSO krankzinnigen en idioten; in isiil
reeds ILtlïiS; in 1^*71 niet minder dan li>,5i>r>;
dit cijfer rees in 1SS1 tot 1S,4i:> en in l Mul tot
21.1SS. De cijfers zijn ongeëvenaard: men vraagt
of het de whiskv of de politiek is. die aan deze
vermeerdering schuld heeft, of beide.
Men is in Amerika begonnen, hing-- de wogen
een spoor voor \eloripede-rijdeis aan te leggen;
tusschen Mount Molly en Smithiield in
XcwJersev is het eerste gedeelte klaar. Hot bestaat
uit een stevig0 houten schutting met een ijzeren
rail erop; hierop rijden de vclocipèdes, zij heb
ben een klein achterwiel en een iets grooter
voorwiel: de trappers zijn beneden aangebracht,
zoodat de machine het onderste hoven gezet
schijnt, on de rijder tusschen de wielen zit : er
zal weldra dubbel spoor aangelegd worden, voor
de gaaiulen en komenden. De voordeelen zijn.
dat men niet behoeft to sturen, er niet at kan
vallen en altoos («on gladden weg heeft, dus het
landschap kan genieten. Kr worden stations aan
gelegd, waar steeds veloripèdes verkrijgbaar /uilen
zijn. De ondernemers stellen zich van dezen
bicycle-spoorweg veel succes voor.
iiiiiimmiiiiMimiMMMiimMiiiiiii
Nog eens de Methode Berlitz"
of. ... van een anderf
Door eigen schuld want als abonnékrijg
ik 't blad geregeld en op zijn tijd las ik 't
artikel «methode Berlitz" (in Xo. 707 van dit
blad) van den heer L. pas een paar dagen ge
leden. Immers hoe gaat het? Als men een blad
in huis heeft en houdt, dan stelt men de lectuur
vaak uit tot een geschikt oogenblik. Vandaar dat
ik pas nu op de zaak terugkom. Inmiddels las
ik in verband daarmede de in dat artikel ge
noemde Brochure over »Het aanlewen van vreemde
talen', en kom thans met de volgende opmer
kingen.
Sedert circa twint'f) jaar wordt op mijne in
richting ('t Instituut Spaanschweerd te Brummen)
het Fransen aan »pas beginnenuen" op de vol
gende wijze gedoceerd :
Een Franschman, die geen woord Ilollandsch
kent, krijgt voor zich leerlingen, die geen woord
Fransch kennen.
Nu begint hij door teekens hun uit te leggen,
wat hij wil, als hij zegt: »Alignez-vons". En na
eenige aanwijzingen gebeurt dit. Daarna beduidt
hij hun dat ze allen samen zeggen moeten : »nous
nous alignons", of ieder h part: »je m'aligne".
Op gelijke wijze leert hij hun: »nous nous
séparons, nous nous courbons, nous nous relevons,
nous marchons", enz. enz., en 't daarbij passend
enkelvoud.
Xa afloop van elke les, om dit zoo te noemen,
schrijft hij de nieuwe gebruikte uitdrukkingen op
't bord, en de leerlingen doen dat in 't cahier,
dat zij behouden.
Straks komen de deelon van het lichaam, de
voorwerpen om ons heen, enz. met allerlei ver
bindingen in zinnetjes als : >je leve (montre) un
bras, deux bras, un pied, deux pieds", enz.
Zelfs de tafels van vermenigvuldiging worden
in 't Fransch beoefend, want van zelf spreekt,
dat er telwoorden geleerd worden, en vaak
op 't commando sMarchez" van de zijde
deileerlingen volgt : «nous marchons, un, deux,
trois, enz." voor zoover de kennis reikt. Meer
en moer toch neemt die kennis van woorden en
uitdrukkingen toe, en de voortdurende herhaling
brengt 't geleerde vast en voor goed in 't geheugen.
liet aanleeren der vreemde taal is practisch en
op aangename wijze begonnen en verveelt
nooit.
Xa dit alles omstreeks een half oi een geheel
jaar te hebben beoefend, nemen we (liefst ge
kleurde) platen uit den rijken voorraad, die
daarvoor disporiibel is, bijv. de platen van
v. Lummel met allerlei beelden uit het
dagelijksch leven.
Zoo'n plaat wordt dan opgehangen voor de
klasse. Elk deel, 't zij van den grond of van't ver
trek, of van de kleeding, elke persoon, elk dier,
elk voorwerp, dat daarop staat, wordt genoemd aan
gewezen en gerepeteerd. I'ijv. de onderwijzer l
lateieen der leerlingen /elven) vraagt: Montrez-moi
un labourour qiti sème Ie grain". En hij, die
dit aanwijst, zegt: -.je vous montre un laboiireur,
etc." Is deze oefening nu bijv. in 4 of meer
meer lessen (elk van % uur) behoorlijk herhaald,
dan wordt in de volgende les door den Fransch
man zooveel mogelijk alles gedicteerd, en dooi
de leerlingen opgeschreven, l lij corrigeert dit,
maakt zijne opmerkingen, en dan wordt de vol
gende les besteed aan een '.opstel" over die plaat.
Het volgende is een opstel van een circa l-J
jarigen knaap van middelmatige!) aanleg: 't is
4 October gecorrigeerd door den Franschman,
die S September II. in mijne inrichting kwam,
kersverse!) uit Lausanne, en die dus + l maand
mat dien knaap bezig was. liet origineel, uit
zijn cahier gescheurd, is hierbij gesteld in handen
der redactie.
Les deux labourcurs.
Il y a au fond ur.e glise avec des arbres.
Au premier plan il y a deux laboureurs. uiie
charme, deux cbevanx, etc. I/un des laboureurs
laboure la torre avec une pelle. La cliarrue trac
des sillons. La charrue est faite de bois, iie fer
et d'acier. Klle se composr» d'un couteau. d'nn
palonnier, d'une oreille, etc. Le laboiireur
conduit la charrue. Les rëups sont faites de ctiir
011 de corde. Le fer que les chevanx out d.'iiis
la bouche s'appelle Ie mors. Les chevaux sont
conduits par des renes. L'un des cbevanx est
bniu, l'antre est noir. Le coutoau. l'oreille et
Ie soc sont faits de fer et d'acier. Les deux
chevaux out des crinières. L'un des laboureurs
n les rhevonx bnins. L'église est faite de briqiies.
Sur la pointe du clocher de l'église est un eo<[
de fer. Les arbres ont des feuilles. Le t'orgeron
et Ie eharron font la charrue. L<> sollier fait les
renes. Au cou du cheval il y a une crinière
noire. Il y a de Hiorhe sur la torre.
De lezer, die 't geduld heeft gehad dit opstel
na te lezen, proeft er terstond den stijl eens
kinds uit, maar zal toch ook tevens erkennen:
dat is niet onaardig, en bovenal dat is praetisch
taalonderwijs. .Maar ook. die lezer zal too
goven dat dit alles lijkt op il e zoogenaamde
methode KorHtz, gelijk twee droppelen water op
elkaar gelijken.
En dat alles geschiedde op mijne inrichting
sedert pi.m. -<> jaar !
Is 't dan wonder, dat ik na 't lozen der bro
chure L'smeijer mij zelf afvroeg: Is dat nu in
]S!H weej- in eens zóó nieuw, dal Itet aK enne
onl'(ckl,'ni(f aan ouders en belan^'stelleiuleil moet
medegedeeld worden 'f
Wat zou men dan ia» iemand zeugen, die
kwam vertellen, dat hij nu sedert 4 of meer
maanden ook wist dat ('olumbus Amerika had
ontdekt?
Maar er is nog iets anders: men antwoordt mij
allicht: Dat is alles goed en mooi. maar waarom dan
uwe methode niet openbaar gemaakt, dan hadden
de heer Ksmoijer en anderen --- in plaats van
sedert enkele maanden reeds vele jaren hun
«onderwijs in vreemde talen naar die onvolprezen
»nieuw_e"(?!) methode kunnen geven ?"
Ik antwoord: nu komen we juist, waar
wewezen moeten. Die methode is niet nieuw (dit
bleek trouwens nu al zonneklaar hierboven),
die methode is niet van mij, maar die methode
is van den uitnemenden paedagoog en
hooggeachten oud-instituteur II. G. Roodhuijzen te
Amsterdam, die in 1S62 (zegge vóór ;30jaar) dat
stelsel volkomen ontwikkelde, en in ij (en ik hoop
toch ook anderen ?) de gelegenheid aanbood om
daarvan te profiteeren. Aan hem dus ongeveinsde
eer en hulde voor zijn' practischen blik in het.
taalonderwijs. Hij verdient meer dan het «nootje''
in de brochure Esmeijer, waarin deze heer erkent
dat hij thans (onder 't schrijven en uitgeven zijner
brochure) ook weet, dat er een boekje bestaat ge
titeld: Methode pour eriseigner a parier la langu»
francaise par II. (',. Itocdhuijzen, Amsterdam,
L._F. J. Hassels, JS<y.
't Is duidelijk, dat die methode voor elke andere
vreemde taal kan geschikt gemaakt worden, en
daarom stel ik den heer Esmeijer en al mijnen
collega's voor dat ten minste wij, Xederlanders,
nooit spreken van de methode Berlitz, maar
eere gevende aan wien eere toekomt, al is dit
ook een landgenoot te recht van do methode
Boodhuijzen!
De zeer degelijke opmerking van den heer
L. in bovengenoemd Xo. 797 van dit Blad beaam
ik volkomen, op grond eener circa twintigjarige
ervaring: «Voor wezenlijke kennis en vooral voor
de ontwikkeling der leerlingen (en »ch, laten we
er maar eerlijk bijvoegen: voor de in ons land
van hen gevorderde KXAJUENS !) zal echter al spoe
dig de «oude vertalingsmethode" er bij moeten
komen".
Juist, Mijnheer L., volkomen juist, we kunnen
die er niet bij missen. En. waarom ook?
Daarom begin ik ni-t in de hoogste klasse met
de methode Roodhuijzen, maar alleen in de
laagste, ten einde do voordeelen van beide
methodes te vereenigen, ik ben overtuigd:
tot nut der leerlingen.
15 Oct. '<l± C, P. v. D. HORST.
40 cents per regel.
Magazijn Keizershof",
Ruime keuze in :
Wollen gebreide goederen.- Kokken,
Overtailles. Capuchons. Kousen, Handschoenen, Jaeger
artikelen, enz. enz.
S C II A D E & O L D E N K O T T.
HMKEMöLLER LEUS,
Corsets Francais,
Leidschestraat 103, Amsterdam. ,f
Grootste sorteering CORSETTEX , kv\]?v)
in alle mogelijke genres voor Dames Sj jil/f(,
en Kinderen. Speciale Soorten voor j AWf'pfv
corpulente Dames tot 100 cM. taille- *4ii£Ü<Mf|
wijdte.
Groot succes hebben de nieuwe
merken SIGAREX
VLOR a :ïcent-t,
KSPECIAL
beiden met het fijnste Vorstenlanden
dekblad bewerkt en door de Vereeniging
TRIO in den handel gebracht.
Deze sigaren zijn in alle Magazijnen
van Trio verkrijgbaar,
Te AMSTERDAM :
Kalverstraat 6 b d Dam.
Nieuwendijk hoek Martelaarsgr.
l 8e druk. | OLTMANS l 700 Flater, l
In alle Boekwinkels is de inteekening
opengesteld op
OLTMÜIS'YoIIedigcïcrkcn
Sfl Druk met "OO Oorspronkelijke
Illustraties, naar teekeningen van JAX
DE JOXG. Compleet in 55 a (jO
Alleverin sen ad slechts 10 Cent».
fpflp- Vraag bij Uwen Boekhandelaar
Prospectus en Ie Aflevering, die mag
worden opengesneden, ter inzage.
JgSF* Eisch vooral den 8en druk met
700 Flater. Uitgaaf van D. BOLLE, te
Rotterdam.
T^b^l OLTMANS
S e li r ij l - e n C o p i e e r i n k t
MATHIEU PLESSY".
Beste en goedkoopste. Prijzen en mon
sters bij de agenten VAX" DEX & Co.
te Krommen ie.
Koninklijke Stoom-YerwerijY
Chemische
van
. IP.
(JiiecïiscliBstraai 43 en anenstiaai 32,
AMSTERDAM.
DEN HAAG, Passage 11.