De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 23 oktober pagina 6

23 oktober 1892 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. NCK, 800 ?in veelstemmig gezang vermaak schept, vooral echter in den toon van de waterfluit (Hydraulos). In zijn Tierlében verwijst Brehm deze verklaring uitdrukkelijk naar het gebied der fabelen. Inder daad schijnt geen ander zeedier de dichters en natuuronderzoekers der oudheid zoozeer bezig OThouden en tot de kleurigste en wonderlijkste labelen bezield te hebben, als de dolfijn. En toch blijkt het bovenvermelde nu geen fabel, maar een feit te zijn, waarvan zich thans nog ieder een aan de Egyptische kust tusschen Port-Saïd en Damiette kan overtuigen. Het bijkt uit een schryven. dat professor Sickenberger van de ge neeskundige school te Kaïro onlangs aan een Berlijnsch collega gericht heeft. Professor Sic kenberger, die onlangs de visscherij aandeNijlmonden bestudeerd heeft, schrijft van daaruit het volgende: »Ik was eens aan den ingang van den Taniti-mond, om het vangen van de mctta, de visch die de butarqa (Egyptische kaviaar) levert, zooals die met behulp van wilde dolfijnen verricht wordt, en de bereiding van de butarga te beschouwen. Deze dolfijnen komen op het fluiten van den visscher nabij, zelfs tot op een paar schreden, wanneer de diepte van het water net toestaat, en trekken vervolgens in de breedte langs de schoten nuttas heen, die ontzet in de vlakby geplaatste netten van de visschers vluchten, terwijl degenen, die niet snel genoeg in de netten gaan, door de dolfijnen worden opgegeten. Op het dooden of vangen van een dolfijn is een boete van l Egyptisch pond gezet. Deze dieren doen precies alsof zij het wisten, en er op gedresseerd waren. Het schijnt verwonderlijk, dat dit feit zoo lang onbekend kon blijven en nogmaals wordt de oude spreuk bewaarheid, »Afrika biedt ons steeds iets nieuws". De Engelsche acteur Beerbohm Tree kwam in een afscheidsspeech tot het publiek inhetTheatre Royal te Glasgow terug op een adres, te Edinburg door een predikant, dr. Rainy, hoofd der Free Church, ingediend over »wedden en schouwburg bezoek." Rainy had opgemerkt dat er »drie dingen bjj den schouwburg behooren: »chinaasappelschillen, zaagsel en ondeugd". De heer Tree zeide: »Als er in dezen schouwburg chinaasappelschillen zijn, ik twijfel niet, of de administratie zal er wel voor zorgen dat ze weggeveegd wor den. Zaagsel wordt, ik ben er zeker van, in dezen Schouwburg niet gebruikt. Ik geloof dat het in circussen veel voorkomt. Wat het derde verwijt betreft, ik hoop dat de stukken die wij de eer hadden voor u op te voeren, met inbegrip van Shakespeare's meesterstuk Hamlet, niet in die categorie vallen, en zoo lang wij onder ons gild menschen tellen als John Laurence Toole, die nog deze week in Royalty Theatre optrad, be hoeven wij de veroordeeling van menschen als dr. Rainy niet te vreezen. Verleden jaar was ik in de Hooglanden, en had als gids in de bergen een aardigen maar heel vrijuit sprekenden Schot. Met de gemeenzaamheid van den bergbewoner vroeg hij: »Wat doe je voor den kost?" >,0", antwoordde ik, »ik ben bij het tooneel". »0 zoo?" hij zweeg even, bekeek mij eens, en vroeg toen: »bij de paardrijders of de klokkenspelers?" U ziet dat zjjn begripskring ook beperkt was. Ook al zaagsel. Ik trachtte hem wat in te lichten. »Neen", zeide ik, »ons werk is wat ernstiger: wij voeden de klassen op en verheffen de massa's ; Shakespeare en zoo meer". »0 zoo?" antwoordde hij, in dat dialect dat ik met alle inspanning nooit heb kunnen meester worden; »mo dunkt je bent dan niet veel beter dan een domino." Het gelach en applaus scheen geen eind te zullen nemen. Haaien en duikers. In Chambers' Journal worden de ondervindingen van een Australischen duiker met haaien verteld. Hij deelt mede dat haaien zelden duikers (in costuum) lastigvallen, maar dat, wanneer deze een nieuwe streek in bezit nemen, de haaien eenige nieuwsgierigheid betoonen. Zij zwemmen rondom den duiker en bespieden hem, langzaam rondom hem heenzwemmend zonder eenige bemerkbare beweging en hem als groote honden besnuffelend. Somty'ds waagt een duiker het een haai op zijn neus te tikken, als het een kleine is, maar hij durft de grootere nooit aan te raken. Eens zwom een groote haai op een duiker toe en «'reef' zich tegen hem aan. De duiker had een klein breek ijzer in de hand en hij hield dit met de punt buitenwaarts tegen de huid van den haai. Dit was juist wat de haai wilde, en gedurende een half uur zwom het monster voor- en achterwaarts, al ronddraaiend, zoodat do duiker liem over zijn geheel lichaam kon krabben. Hij bracht de vol gende dagen nog een of twee bezoeken, en het schuren deed hem blijkbaar goed. Bij eeno ge legenheid werd er wat dynamiet in een schapenkop gedaan en over boord geworpen. Binnen tien seconden had de haai hem opgeslokt en men liet de lading ontploffen: en binnon oen minuut was de zee vol haaien, die naar dn stukken van hun gestorven bloedverwant grabbelden. Het Engelsche Journul of Education gaf on langs eenige staaltjes van examenwerk, door meisjes van 1*2 tot 1(> jaar gemaakt, op een soort huis houdschool. Er was gevraagd wat ???beef" was. «Beef" antwoordde er een, -is een nuttig voedings artikel, dat men van verschillende (lieren krijgt, zooals de koe, het srhaap, het varken, enz." Een ander zeide: »het magere van beef behoort tot het dierenrijk, het vet tot het planten rij k." Ken andere jonge dame meent: «zonder aardappelen zonder. wij zeer zwak worden, omdat aardappelen zeer noodig zijn om het menschelijk leven te onder houden." »Lawn" werd door de eene genoemd >.een zachte stof, gemaakt van een dier in XuidAmerika" (lama), door de anderen een deel van het vleesch van rund of schaap, het deel bij do ribben" (loin). «Katoen", zeide een ander, »is een goede warmtegeleider, want het vat zeer spoedig vuur;" en niet minder origineel is deze voorstelling: «Als iemand een langen tijd zonder voedsel blijft, bij voorbeeld zestig dagen, zal hij in een maand sterven, of als zijn gestel zwak is, leeft hij maar een week of minder". In de «correspondenties" van onze tijdschriften en weekbladen komen wel eens antwoorden voor, die de lezers doen lachen ten koste der corres pondenten. In Amerika springt men daar nog veel vrijer mee om, en spaart ze daar niet, zooals hier, door alleen de initialen te vermelden. Eene Amerikaansche redactrice bv. schreef: »Mrs. J. M. Teartrop. Hemel! Ik hoop dat dat uw ware naam niet is! Wat een vreeselijk zeurigen brief hebt u mij geschreven! Als u u verbeeldt, zoo knap te zijn, waarom geeft u dan niet zelf een damesblad uit? Waarom vit u op mij en schrijft mij hatelijkheden ? Waarom leest u wat ik schrijf? O! mijn beste zedepreekster, mijn lieve puntige volgster van mrs. Grundy, waarom be moeit u je niet met je eigen zaken en laat mij met vrede? II bent erger dan die grooto bromvlieg die van morgen om mijn ooren heeft ge suisd en die ik met een keukenstoffer achter na ga. Whillaloo! Daar gaat u in de prullemand, madame Teartrop, naar het gebied van zijne satanische majesteit!" Of mrs. Teartrop abonnégebleven is, wordt niet gemeld. Het is voor de Engelsche rechtbanken eene quaestie of, evenals er «copyright" bestaat op hetgeen gezongen en gespeeld wordt, men ook voor een bepaalde wijze van buitelen of gym nastiek, voor eene reeks van toeren of een dans, de bescherming der wet kan inroepen. In de laatste weken heeft het geval zich driemaal voor gedaan, bij eene reeks van gymnastische toeren die een soort van pantomime vormen, bij een «serpentine dance", en bij een tableau onder Noorderlicht aan de Pool; in alle drie is do bescherming geweigerd. -Men kon evengoed kopierecht vragen voor do glimlachjes van eene actrice", zeide de rechter. De firma Jaarsma, Keizersgracht 408, heeft tegen den naderenden winter weder een prach tige sorteering modellen van kachels en haarden gereed, waarvan ook exemplaren in verschillende groote kachel magazijnen, het geheele land door, verkrijgbaar gesteld zijn. Wat bij deze expositie opvallend is, is de ge heele afwezigheid dier plompe, vormlooze kachels. met onsamenhangende, smakelooze orneering, waarvan in do meeste huisgezinnen nog steeds exemplaren te vinden zijn. Elke haard of kachel hier toont op zich zelf een oorspronkelijkcn goeden smaak; stijlvol samengesteld vormen ze door schoone lijnen en profils een harmonisch geheel. Te Charleroi, in het land van de kolenwerkersgrèves, is Zola's Germinnl, tot drama ver werkt, ten tooneele gevoerd, in het Waalsch, en men verwachtte er eenige woelingen en opge wondenheid, liet stuk was in de straten aan gekondigd door een sandwichman, als kolonworker verkleed. In den schouwburg waren loges en stalles ledig, maar het overige van de zaal was vol werklieden. De indruk was een geheel an dere dan men verwacht had. Het publiek had pleizier om al de komische gedeelten, vooral om de rede bij de werkstaking; het applaudisscerde met genoegen, maar zonder bitterheid, do draden tegen de patroons. De decors werden zeer ge prezen ; alleen vond men de kolenmijn van binnen, waarin een der acteurs speelt, niet Jonker genoeg. In 't kort, men kwam er, in plaats van opgeruid, in zeer voldane stemming vandaan. De lijkdragers bij begrafenissen in I'arijs moesten tot nog toe een glad geschoren gezicht vertoonen of mochten hoogstens bakkebaarden hebben. Xa protest tegen deze bepaling is het tot een verge lijk tusschen hen en den raad van administratie gekomen, en deze heeft hun, behoudens goed keuring van den prefect der Seine, het dragen van een snor toegestaan. Toch zijn er nog beperkende bepalingen ge maakt. De kin toch moot altoos geschoren wordon; verboden zijn: volle baard, ringbaan!, monclio, sik en hoetijzer. De snor mag alleen of met de bakkebaarden verbonden gedragen werden, maar niet met cosmetiek of frisuur naar boven ge kruld of in punten gedraaid worden. De snor, alleen gedragen, mag niet verder komen dan de lipplooien; do bakkebaarden, alleen gedragen. evenzoo. In een artikel in de Nirutcenth Centm'fi wordt gewezen op de toenemende krankzinnigheid in Ierland. In 1S51 waren er volgens de volkstel ling IÜSO krankzinnigen en idioten; in isiil reeds ILtlïiS; in 1^*71 niet minder dan li>,5i>r>; dit cijfer rees in 1SS1 tot 1S,4i:> en in l Mul tot 21.1SS. De cijfers zijn ongeëvenaard: men vraagt of het de whiskv of de politiek is. die aan deze vermeerdering schuld heeft, of beide. Men is in Amerika begonnen, hing-- de wogen een spoor voor \eloripede-rijdeis aan te leggen; tusschen Mount Molly en Smithiield in XcwJersev is het eerste gedeelte klaar. Hot bestaat uit een stevig0 houten schutting met een ijzeren rail erop; hierop rijden de vclocipèdes, zij heb ben een klein achterwiel en een iets grooter voorwiel: de trappers zijn beneden aangebracht, zoodat de machine het onderste hoven gezet schijnt, on de rijder tusschen de wielen zit : er zal weldra dubbel spoor aangelegd worden, voor de gaaiulen en komenden. De voordeelen zijn. dat men niet behoeft to sturen, er niet at kan vallen en altoos («on gladden weg heeft, dus het landschap kan genieten. Kr worden stations aan gelegd, waar steeds veloripèdes verkrijgbaar /uilen zijn. De ondernemers stellen zich van dezen bicycle-spoorweg veel succes voor. iiiiiimmiiiiMimiMMMiimMiiiiiii Nog eens de Methode Berlitz" of. ... van een anderf Door eigen schuld want als abonnékrijg ik 't blad geregeld en op zijn tijd las ik 't artikel «methode Berlitz" (in Xo. 707 van dit blad) van den heer L. pas een paar dagen ge leden. Immers hoe gaat het? Als men een blad in huis heeft en houdt, dan stelt men de lectuur vaak uit tot een geschikt oogenblik. Vandaar dat ik pas nu op de zaak terugkom. Inmiddels las ik in verband daarmede de in dat artikel ge noemde Brochure over »Het aanlewen van vreemde talen', en kom thans met de volgende opmer kingen. Sedert circa twint'f) jaar wordt op mijne in richting ('t Instituut Spaanschweerd te Brummen) het Fransen aan »pas beginnenuen" op de vol gende wijze gedoceerd : Een Franschman, die geen woord Ilollandsch kent, krijgt voor zich leerlingen, die geen woord Fransch kennen. Nu begint hij door teekens hun uit te leggen, wat hij wil, als hij zegt: »Alignez-vons". En na eenige aanwijzingen gebeurt dit. Daarna beduidt hij hun dat ze allen samen zeggen moeten : »nous nous alignons", of ieder h part: »je m'aligne". Op gelijke wijze leert hij hun: »nous nous séparons, nous nous courbons, nous nous relevons, nous marchons", enz. enz., en 't daarbij passend enkelvoud. Xa afloop van elke les, om dit zoo te noemen, schrijft hij de nieuwe gebruikte uitdrukkingen op 't bord, en de leerlingen doen dat in 't cahier, dat zij behouden. Straks komen de deelon van het lichaam, de voorwerpen om ons heen, enz. met allerlei ver bindingen in zinnetjes als : >je leve (montre) un bras, deux bras, un pied, deux pieds", enz. Zelfs de tafels van vermenigvuldiging worden in 't Fransch beoefend, want van zelf spreekt, dat er telwoorden geleerd worden, en vaak op 't commando sMarchez" van de zijde deileerlingen volgt : «nous marchons, un, deux, trois, enz." voor zoover de kennis reikt. Meer en moer toch neemt die kennis van woorden en uitdrukkingen toe, en de voortdurende herhaling brengt 't geleerde vast en voor goed in 't geheugen. liet aanleeren der vreemde taal is practisch en op aangename wijze begonnen en verveelt nooit. Xa dit alles omstreeks een half oi een geheel jaar te hebben beoefend, nemen we (liefst ge kleurde) platen uit den rijken voorraad, die daarvoor disporiibel is, bijv. de platen van v. Lummel met allerlei beelden uit het dagelijksch leven. Zoo'n plaat wordt dan opgehangen voor de klasse. Elk deel, 't zij van den grond of van't ver trek, of van de kleeding, elke persoon, elk dier, elk voorwerp, dat daarop staat, wordt genoemd aan gewezen en gerepeteerd. I'ijv. de onderwijzer l lateieen der leerlingen /elven) vraagt: Montrez-moi un labourour qiti sème Ie grain". En hij, die dit aanwijst, zegt: -.je vous montre un laboiireur, etc." Is deze oefening nu bijv. in 4 of meer meer lessen (elk van % uur) behoorlijk herhaald, dan wordt in de volgende les door den Fransch man zooveel mogelijk alles gedicteerd, en dooi de leerlingen opgeschreven, l lij corrigeert dit, maakt zijne opmerkingen, en dan wordt de vol gende les besteed aan een '.opstel" over die plaat. Het volgende is een opstel van een circa l-J jarigen knaap van middelmatige!) aanleg: 't is 4 October gecorrigeerd door den Franschman, die S September II. in mijne inrichting kwam, kersverse!) uit Lausanne, en die dus + l maand mat dien knaap bezig was. liet origineel, uit zijn cahier gescheurd, is hierbij gesteld in handen der redactie. Les deux labourcurs. Il y a au fond ur.e glise avec des arbres. Au premier plan il y a deux laboureurs. uiie charme, deux cbevanx, etc. I/un des laboureurs laboure la torre avec une pelle. La cliarrue trac des sillons. La charrue est faite de bois, iie fer et d'acier. Klle se composr» d'un couteau. d'nn palonnier, d'une oreille, etc. Le laboiireur conduit la charrue. Les rëups sont faites de ctiir 011 de corde. Le fer que les chevanx out d.'iiis la bouche s'appelle Ie mors. Les chevaux sont conduits par des renes. L'un des cbevanx est bniu, l'antre est noir. Le coutoau. l'oreille et Ie soc sont faits de fer et d'acier. Les deux chevaux out des crinières. L'un des laboureurs n les rhevonx bnins. L'église est faite de briqiies. Sur la pointe du clocher de l'église est un eo<[ de fer. Les arbres ont des feuilles. Le t'orgeron et Ie eharron font la charrue. L<> sollier fait les renes. Au cou du cheval il y a une crinière noire. Il y a de Hiorhe sur la torre. De lezer, die 't geduld heeft gehad dit opstel na te lezen, proeft er terstond den stijl eens kinds uit, maar zal toch ook tevens erkennen: dat is niet onaardig, en bovenal dat is praetisch taalonderwijs. .Maar ook. die lezer zal too goven dat dit alles lijkt op il e zoogenaamde methode KorHtz, gelijk twee droppelen water op elkaar gelijken. En dat alles geschiedde op mijne inrichting sedert pi.m. -<> jaar ! Is 't dan wonder, dat ik na 't lozen der bro chure L'smeijer mij zelf afvroeg: Is dat nu in ]S!H weej- in eens zóó nieuw, dal Itet aK enne onl'(ckl,'ni(f aan ouders en belan^'stelleiuleil moet medegedeeld worden 'f Wat zou men dan ia» iemand zeugen, die kwam vertellen, dat hij nu sedert 4 of meer maanden ook wist dat ('olumbus Amerika had ontdekt? Maar er is nog iets anders: men antwoordt mij allicht: Dat is alles goed en mooi. maar waarom dan uwe methode niet openbaar gemaakt, dan hadden de heer Ksmoijer en anderen --- in plaats van sedert enkele maanden reeds vele jaren hun «onderwijs in vreemde talen naar die onvolprezen »nieuw_e"(?!) methode kunnen geven ?" Ik antwoord: nu komen we juist, waar wewezen moeten. Die methode is niet nieuw (dit bleek trouwens nu al zonneklaar hierboven), die methode is niet van mij, maar die methode is van den uitnemenden paedagoog en hooggeachten oud-instituteur II. G. Roodhuijzen te Amsterdam, die in 1S62 (zegge vóór ;30jaar) dat stelsel volkomen ontwikkelde, en in ij (en ik hoop toch ook anderen ?) de gelegenheid aanbood om daarvan te profiteeren. Aan hem dus ongeveinsde eer en hulde voor zijn' practischen blik in het. taalonderwijs. Hij verdient meer dan het «nootje'' in de brochure Esmeijer, waarin deze heer erkent dat hij thans (onder 't schrijven en uitgeven zijner brochure) ook weet, dat er een boekje bestaat ge titeld: Methode pour eriseigner a parier la langu» francaise par II. (',. Itocdhuijzen, Amsterdam, L._F. J. Hassels, JS<y. 't Is duidelijk, dat die methode voor elke andere vreemde taal kan geschikt gemaakt worden, en daarom stel ik den heer Esmeijer en al mijnen collega's voor dat ten minste wij, Xederlanders, nooit spreken van de methode Berlitz, maar eere gevende aan wien eere toekomt, al is dit ook een landgenoot te recht van do methode Boodhuijzen! De zeer degelijke opmerking van den heer L. in bovengenoemd Xo. 797 van dit Blad beaam ik volkomen, op grond eener circa twintigjarige ervaring: «Voor wezenlijke kennis en vooral voor de ontwikkeling der leerlingen (en »ch, laten we er maar eerlijk bijvoegen: voor de in ons land van hen gevorderde KXAJUENS !) zal echter al spoe dig de «oude vertalingsmethode" er bij moeten komen". Juist, Mijnheer L., volkomen juist, we kunnen die er niet bij missen. En. waarom ook? Daarom begin ik ni-t in de hoogste klasse met de methode Roodhuijzen, maar alleen in de laagste, ten einde do voordeelen van beide methodes te vereenigen, ik ben overtuigd: tot nut der leerlingen. 15 Oct. '<l± C, P. v. D. HORST. 40 cents per regel. Magazijn Keizershof", Ruime keuze in : Wollen gebreide goederen.- Kokken, Overtailles. Capuchons. Kousen, Handschoenen, Jaeger artikelen, enz. enz. S C II A D E & O L D E N K O T T. HMKEMöLLER LEUS, Corsets Francais, Leidschestraat 103, Amsterdam. ,f Grootste sorteering CORSETTEX , kv\]?v) in alle mogelijke genres voor Dames Sj jil/f(, en Kinderen. Speciale Soorten voor j AWf'pfv corpulente Dames tot 100 cM. taille- *4ii£Ü<Mf| wijdte. Groot succes hebben de nieuwe merken SIGAREX VLOR a :ïcent-t, KSPECIAL beiden met het fijnste Vorstenlanden dekblad bewerkt en door de Vereeniging TRIO in den handel gebracht. Deze sigaren zijn in alle Magazijnen van Trio verkrijgbaar, Te AMSTERDAM : Kalverstraat 6 b d Dam. Nieuwendijk hoek Martelaarsgr. l 8e druk. | OLTMANS l 700 Flater, l In alle Boekwinkels is de inteekening opengesteld op OLTMÜIS'YoIIedigcïcrkcn Sfl Druk met "OO Oorspronkelijke Illustraties, naar teekeningen van JAX DE JOXG. Compleet in 55 a (jO Alleverin sen ad slechts 10 Cent». fpflp- Vraag bij Uwen Boekhandelaar Prospectus en Ie Aflevering, die mag worden opengesneden, ter inzage. JgSF* Eisch vooral den 8en druk met 700 Flater. Uitgaaf van D. BOLLE, te Rotterdam. T^b^l OLTMANS S e li r ij l - e n C o p i e e r i n k t MATHIEU PLESSY". Beste en goedkoopste. Prijzen en mon sters bij de agenten VAX" DEX & Co. te Krommen ie. Koninklijke Stoom-YerwerijY Chemische van . IP. (JiiecïiscliBstraai 43 en anenstiaai 32, AMSTERDAM. DEN HAAG, Passage 11.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl