De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 30 oktober pagina 2

30 oktober 1892 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na 801 Zoo lees ik ook steeds met aandacht de be richten omtrent de eisehen en wensehen der so ciaal-democraten. In een viij uurtje tracht ik mij ab leek die eiscben te formuleereu, en denk er erer na wat daarva i al of niet, wenschelijk ware. IQ hoofdzaak schijnen die vorderingen te bestaan in algemeen kiesrecht, gelijkheid en vrijheid voor iedereen en last not least een achtuur-werkdag. Deze laatste eisch, in tegenspraak met het oud testamentische bijbelwoord, is ook iu strijd met den anders zoo nijveren aard der Hollanders, een eigenschap waarom zij in Oost en West bemind en geacht zijn. Onwillekeurig heb ik een vergelijking gemaakt tusschen de sociaal-democraten en .... de Kussisehe boeren. Hoe is dat mogelijk! zal menigeen uitroepen, oe kan men een parallel trekken tusscheii een volk, dat door al te groote vrijheden sints eeuwen "verwend, steeds zijn macht wil uitbreiden en TfAënauwelijks uit de diepste slavernij ontslagen onderdanen van den machtigen slleeiiheerschcr, speelballen in de handen van woekerende joden en geweten looze grootgrondbezitters. Laat ons even nagaan welke punten van over eenkomst ik meen ontdekt te hebben. M. i. be staan de toestanden die eerstgenoemden ais hun ideaal verlangen bij laatstgenoemden reeds lang, te» minste sinds de opheffing der lijfeigenschap. De Russische boer heeft algemeen kiesrecht (woor zoo verre hier iets of iemand gekozen wordt). Alle boeren liebben evenveel land, ja men is zoo consequent in dit opzicht dat men gezorgd heeft, dat de een 't niet beter heeft dan den aader. Alle boeren zijn nagenoeg even rijk of laat ik liever zeggen even ellendig naar lichaam en geest. Zij hebben een werkdag van gemiddeld vijf uur per «etmaal en na aftrek der zon- en feestdagen bedraagt het aantal werkdagen hoogstens 200 per jaar. De boeren vormen in Rusland in zeker opzicht een staat in den staat, en hebben een eigen regeering op socialistische leest geschoeid; nu rest mij slechts na te gaan hoe dit alles zich in de praktijk voordoet; op papier staat Let wonder mooi. De boer heeft algemeen kiesrecht, zeide ik. Dit geldt namelijk voor hen die huisbazen en landbezitters zijn, voor ongeveer 99 pCt. der volTKassen platteland-bewoners, oiigerekend natuurlijk d»\bij hun ouders inwonende zoons, onverschillig welken leeftijd zij bereikt hebben. Zij presteeren nog niets en hebben dus geen recht van meespjeken. Biet onmetelijke rijk is in gouvernementen ver deeld, deze in arrondissementen, deze in gemeen ten en de gemeenten weder in gerneente-afdeelingen. Elke gemeente (wolast) bestaat uit een grooter of kleiner aantal dorpen, die vaak een oppervlak e van 150 vierkante worsten beslaan. De boeren kiezen hun gemeente-hoofd (staarschina) uit hun midden en betalen hem een klein salaris uit de gemeentekas. Daar 9 10 der staarschini niet lezen of schrijven kunnen, stelt de regeering hen een secretaris ter zijde. Aan 't liöofd van een gemeente-afdeeling staat ecu door bfteren gekozen oudste of starost. De merkwaar digste instelling is de boeren-rechtbauk (wolostnie soed) waarvan de leden door de gemeente geko3cn worden, doch geene bezoldiging genieten. De zittingen zijn zeldzaam iu den zomer, doch des ?winters gemeenlijk eenmaal per week. Recht van appelleeren hebbeu de veroordeelden alteen bij hun eigen hof vau appèl, samengesteld uit de verschillende staarschini in het arrondisse ment onder presidium vau den (neprimenie tshen) een kroonsheambte, die voor de belangen der boeren waken moet. De veldwachters worden ook al voor zeker aantal jaren uit de boeren gcuoin zijn volle slanke donkere oogen fonstaan en richtte zich lengte op, terwijl zijn kelden. »Ik wilde u alleen maar zeggen, mijnheer de hertog, dat u een laaghartig mensch zijt." De toon, waarop hij dit zeide, was zoo koud en vastberaden, dat de hertog onwil lekeurig sidderde. Op dit oogenblik gleed een schaduw snel Toorbij de twee heeren; een witte, vrouwelijke gestalte, die zij in de duisternis niet kouden onderscheiden. De hertog zag haar wan trouwend na, terwijl de ingenieur zonder een antwoord af te wachten zich naar zijn op den tuin uitziende kamer begaf. Hertog Iwan's wantrouwen was gegrond: «Ie schaduw was gravin Sara. Zij stak de plaats over en trad opgewonden in de ka mer van haar gezelschapsjuffrouw, die uitgeput yan schrik en de vermoeienissen har er reis, op den divan lag. Sara ging naast haar in een leunstoel zitten en legde haar hand op Tini's blank, hoog voorhoofd. »Hoe gaat het er nu mede, lieve Tini ? Arm kind! ik kan mij voorstellen wat je ge leden hebt en welk een angst je hebt uitge staan. Hoe heeft de hertog je behandeld ?" »Goed, heel goed zelfs. Toen hij aan het station, waar hij alleen was heengereden, ontdekte, dat hij mij, inplaats de gravin had geschaakt, werd hij zoo zwaarmoedig, dat ik hem ten slotte nog heb moeten troosten." De gravin schoot in een helderen lach, maar werd eensklaps zeer ernstig. »/eg me eens eerlijk beste, wien hield je in 't eerst Toor je schaker? Je dacht bepaald aan een ander, niet ? Kom ! vertel het mij maar !" »Ik dacht aan.niemand." Mét een uitdrukking van loerenden arg waan vestigde gravin Sara haar koude oogen op- de gezelschapsdame, terwijl zij vervolgde : »Zoüjij dus werkelijk niemand hebben, die ?je ;na aan 't hart ligt? Kom dat geloof 'ik*niet 't lijkt mij haast onmogelijk!'' men, doch geschiedt hunne benoeming door den (iesprafuik) arrondissementspolitiechef. De boeren-rec.'itbank lieeft groote macht, kan zelfs tot stokslagen veroordeelen, wat noch de vrederechter, uoch de arrondisscments rechtbank doen kan. Nog grooter beteekenis krijgt, die macht, wanneer men nagaat dat de boeren ouderling door samensprekiog (prigowor) tot vrije verbanning (wuljnie passeleme) kuuneu veroordeelen zonderdat de schuld des beklaagden rechtstreeks be wezen is. De verkiezingen der staarschiui, starost-i en rechters zijn zelden onpartijdig, in elke gemeente is steeds een clique vau boeren die door meerdere kennis en sluwheid hnn caudidaten doen boven drijven. Al kan een wet bewerken dat niemand rijker dan zijn medeburgers zijn mag, zoo zal het toch moeilijk gaan ook voor de geestesgelijkheid wetten te vervaardigen, zelfs het beste algemeenste schoolonderricht kan iu deze niets nutteu. '/ulke beamb ten zijn dus in zekere mate afhankelijk vau hunne kiezers, terwijl hun karige bezoldiging en de wetenschap dat zij na luttel jaren weer doodge wone boereu zullen zij u, hen verlokken tot het plegen van ongerechtigheden, waarvan joden en landbezitters weer misbruik maken. Is de geko zene een zoogenaamde democraat, dan zullen door zijn invloed de handelaars die met de boeren handel drijven en de grondeigenaars die telkens met hen iu aanraking komen, in alle geschillen steeds aan 't kortste eind trekken, wat m. i. voor de boeren even slecht is als voor bun tegenpartij, daar 't hun overhaalt tot 't plegen van daden die nooit zegen kunnen geven. Hetzelfde geldt voor de boerenrechters, die periodiek aftreden. Zij zijn steeds bevreesd voor de wraakuerniugen der' door hen veroordeelden, daar zij na de zitting weder Leel gewone boeren wordeu. Ook zij lateu zich door geld maar vooral door brandewijn, omkoopeu. Ik heb daar eens de proef van genomen en zal die hier als curiositeit mededeelen. Een mijner koeien was wcggeloopeu en eerst den volgenden dag iu eeu dorpsstal teruggevonden. Een boer had haar geschut en gaf haar zonder eenige vordering terug, wat mij wel wat verdacht voor kwam. Denzeltdeu dag kwarn de herder mij ver tellen dat de koe gekalfd moest hebben, en be grepen wij dus dat de boer de jonggeborene had achtergehouden. De herder kapittelde den landman over dat geval en gebruikte daarbij uu juist geen woorcleu, die ik hier zonder verlegenheid zou kun nen nederschrijven. Drie dugen later vonden wij het kalf in een boschje gezond en wel terug, waar de boer het diertje had neergezet, voor de gevolgen zijner tocëigening vreezende. Om echter zijn gemoed lucht te geven had hij onzen herder wegens beIcedigiug niet woorden aangeklaagd uu vrotgdeze mij nu dringend hem als getuige te willen helpen, omdat hij bang was anders stokslagen te zullen krijgen. Ik verscheen dus voor de boereii-rechtbank en drukte de mij bekende rechters joviaal de hand. Daar er verder nog tijd genoeg was, uoodigde ik de geheele rechtbank, benevens het gemeentebe stuur, op een .... borreltje cu ofschoon er over de zaak zelf niet gesproken werd, wist ik dar, ik door mijn aan wotki besteden roebel do hccron macht hebbers gunstig voor mij gestemd had. Nadat de zitting geopend was, luisterden de rechters met | waardigheid naar den stortvloed vau woorden en i verwenscliingen die klager en aangeklaagde elkan der toeriepen of wel tegelijkertijd zoo hard moge lijk tegen de rechters uitschreeuwden. Ik begreep er niets van, daarvoor was er veel te veel lawaai, te meer daar ;t talrijke publiek meeschreeuvvde ot lachte, en ik zag aan de domme schuapsgezichten der rechters dat zij al even ver waren als ik. iXu stond ik op, maakte een vleiende aanmerking over de scherpzinnigheid en rechtvaardigheid der heeren en vertelde de t'ameuse /aak vau liet kalf en de koe. Ik gaf den herder gelijk en bedankte deu boer ironisch voor de goede zorgen, aan mijn kalf bcwezen, zoodat ik de lachers aan mijne zijde had. Over de eigentlijke twistappel, het schelden, sprak ik geen woord. Na mijn rede, staken de rechters hunne hoofden bij elkaar en na eenige oogeublikken gefluisterd te hebben volgde de merkwaardige uitspraak: de boer werd veroordeeld aan mij, den getuige 15 rol. schadevergoeding te betalen ; van den herder, als aangeklaagde, werd niet gerept. Gelukkig herstelde de gemeente-secretaris den gemaakten flater, de 15 rbl. werden geroieerd en de herder vrijgespro ken. Dit zijn de gevolgen van het feit dat hier de onontwikkelde massa aan 't kiezen gaat, waardoor noodwendig menschen uitverkoren worden die al eveuvcr als hunne kiezers indekunst van rcgecrcn zijn. Alle boeren hebben evenveel land, zeide ik. Elke boer bezit ongeveer in /ij» dorp een nadjelle, gewoonlijk uit vijf decatineu (II. A.) be staande en verdeeld in ririo velden, eeu winterkoren-, een zomcrkoreu-en een braak veld. Elk veld is in lange snoeren verdeeld, zoodat, ieder dorpe ling zijn land heeft, zoowel in 't, goede als in 't, slechte gedeelte, veraf of dichtbij 't dorp. Ten overvloede worden de nadjelleu, om een zeker aantal jaren verruild, zoodat niemand klagen kan dat zijn buurman 't beter heeft dan hij zelf. De gevolgen van dit prachtige systeem zijn: voortdurende twisten tusschen buren, ondergang vau den landbouw en uitdooving vau alle energie om 't lot van zichzelf en de zijnen te verbeteren. Deze stellingen nader toe te lichten zou meer in een landbouwkundig blad tbuisbehooren, doch zij onder uwe lezers ;die eenige keunis vau agricultuur hebben, zullen toestemmen dat ik gelijk heb. De proef volgt dadelijk op de som. Zoodra de landerijen door de boeren geheel zijn afbetaald, zal 't hun vrij staan te werken zooals zij willeu. Velen hebben zich gehaast tot, de laatste kopeek schuld af te doen en zij, die meer verstand dan de rest hebben (zooals b.v. in sommige doelen van Lithauen is geschied) hebben het verderfelijke systeem van gelijkheid laten varen en hunne uadjellen zoodanig verdeeld dat uu elke boer op zijn eigen lap grouds woont, op de manier der boeren in Kur- Est- en Liefland die zoogenaamde Gesindeu" bewonen cu er zich wel bij bevinden. Alle boeren /ijn nagenoeg even rijk. Niemand zal zich, na 't bovenstaande gelezen, te hebben, verwonderen, dat de boeren iu't westen vau Rusland allen arm zijn : van rijkdom of wel vaart is geen sprake, daar zij door hun systeem gedwongen zijn op ecu manier te werken die deu bodem haast niets doet voortbrengen, en zij die ver stand genoeg hebben om hun toestand te beseffen en lust tot werken, voldoende om zich te ver beteren, loopen rond als kraaien, die vliegen kun nen en vliegen willen, doch wier vleugels door baldadige hand zijn afgesneden. VA] werken gemiddeld vijf uur per dag. Ook eeu gevolg der hoog geprezene gelijkheid, daar zij door de landverdceling slechts weinig grond konden bekomen en verder door hun vele feestdagen. IIiiu indolent karakter, hun Aziatische natuur, gebrek aan alle beschavende levensbehoef ten ou neergedrukt door de wetenschap (lat liardwerken hen toch niet batcu zou, maken hen tot die beklagenswaardige schepselen, die in elke bozig heid een vloek zien. Evenals do dieren, verdeden zij hun dag tussehcn slapen, eten en wotki drinken, uu en dan afge wisseld door een uurtje vau langzaam werken, met onverschillig gelaat en kraclitelooze bewegin gen waaruit, men dadelijk bemerkt hoe zwaar hun die inspanning valt. De Russische boer, heeft alles wat de theorie der sociaal-democratische parlij hem kan toewcuschcn. llllllllllttttlUIII Tini schudde treurig het hoofd en begroef daarna schielijk haar rond, bruin gezichtje in beide handen, om den plotseling opkomenden blos te verbergen. Sara stampte toornig met den voet en be gon van een anderen kant te manoeuvreeren. »'t Is ook zoo, lieve vriendin ; wien zou je in deze woestenij moeten hebben Mijn arme Tini verwelkt, zonder dat iemand het op merkt, als een viooltje, dat onder de struiken verscholen staat en door geen zonnestraal wordt bereikt. Er is in den geheelen omtrek geen enkele jonge man, die je zou aanstaan. De zoon van den ambtman is eeu vlegel, en wat Fekete betreft, den ingenieur ik heb eerst gemeend, dat hij een fatsoenlijk mensch was, maar nu.... »Maar nu...." viel Tini haar onwillekeurig in de rede. >Jk ben onlangs te weten gekomen, dat hij een gewetenlooze vrouwenverleider is...." Dat was meer dan een liefhebbend hart kon verdragen ; de zware beschuldiging roofde Tini haar zelfbeheersching. /ij vloog van haren zetel, richtte zich lier omhoog als een getergde leeuwin die zich tot den sprong voorbereidt, haar oogen fonkelden dreigend en een toornig rood verwde haar bleeke wangen, krampachtig omklemde zij den arm der gravin en riep met trillende stem : »Dat is niet waar! 't Is een leugen!" De gravin week verstoord een pas of wat terug. Maar het heroïsme harer gezelschaps juffrouw verdoofde even snel als het was ontstaan en zij begon te schreien : -..Men heeft u bedrogen, genadige gravin ! Slechte men schen hebben hem belasterd. Ik ken hem en weet wat hij is. Hij is eeu halve god ! Ja, meer nog, veel meer! Zelfs de grond, waarop hij loopt, kan trotsch op hem zijn." »Aha, staat het zóó niet je ?" antwoordde gravin Sara, terwijl zij in een gedwongen lach uitbarstte en schielijk de kamer verliet. (Slot volgt.) adem met gelijkheid en vrijheid genoemd wordt. Ik vermoed dat die broederschap komen zal wan ner die armzalige gelijkheid wordt opgeheven. 'il. J. IIIIininiKIUIIinii.IKIMlHKIIIIIKIHIlIII Het Tooneel te Amsterdam. Grand Thóatro: Oedipe roi.?7-tny lilas. Xa Sarah Bernhanlt on C»<iuelin, na ,lndie on Theo, na het -Thóatre Libro'' hebben wij nu ook Mounet-Sully, don eersten irayMien van de Gomódie Francaiso", mogen bowondoren, mogen bewonderen in een creatie, waarin hij door allo I'urijsche critici om strijd is geprezen ou bowierookt. De spanning was begrijpelijkerwijze groot. Oedipe roi hooft, dank zij Mounet-Snlly, dank zij Sophocles. diepen, machtigen, overweldiifomlen indruk gemaakt. Daar ik de Oedipnsopvoering te rtrecht niet bob bijgewoond, had ik het voorrecht vau Sophooles' tragedie, dio ik nimmer zag vortoimon, oen geheel t'rissclieii on nieuwen indruk te ontvangen, behoefde ik mij door bot maken vau kleingeestige vergelijkingen mijn genot niet te vergallen ou beknibbelen. Hoe vaak' men Soplioolcs' treurspel moge gelezen en herlezen bobben, de machtig dramatische en j emotioneorondo kracht ervan leert men eerst bij oen goode vertolking ten volle waanleoren en be wonderen. Oedipe roi wortelt als ieder kunstwerk voor een doel. voor een belangrijk deel in zijn tijd. Hot beeft boe zon hot anders kunnen V in grondgedachte, in pliilosopbio en karakteris tiek veel. dat voor ons dood en verloren is. Dat bot na mooi- dan dooi) jaren nog zoo heftig weet te schokken on te ontroeren, bewijst dat hot boven alles absolute, steeds en overal gel dige waardo heeft. De moest intense impressie, die men ont vangt, is zeker wol deze. dat Sophoeles drama tisch dichter was, werkelijk on waarachtig dra| imitisch dichter, dramatisch dichter in do daad ) ou niet alleen in naam. Sommigen hebben er genoegen in gehad de onwaarschijnlijkheden in do Oedipus-tragedie op te diepen on uit te pluizen; niets is misschien gemakkelijker on doolloozor. In do eerste plaats heeft Sophocles zijn geschiedenis niet zelfbedacht, leefde zij als mythe sinds eeuwen in de volksverbeelding, had zij althans voor het meerendeel zijner tijdgenooten niets onwaar schijnlijks, niets onaanneembaars. En voor ons? Conieille heeft gezegd, dat het onderwerp van een mooie tragedie niet waarschijnlijk moet zijn. Ik geloof, dat de paradox klinkende bewering een kern van waarheid bevat. Een dramatisch (lichter is nu eenmaal in zekeren zin een toovenaar, een wonderdoener, die onze gemoederen kneedt als was, die ons bedwelmt en domineert, die dooi de onontleedhare en onomschrijfbare macht van zijn genie zelfs zijn stoutste fantasieën weet te doen aannemen. Of de dramatische kunst de hoogste is, ik geloof het niet. Dat zij den meest oogenblikkelijken, den verrassendsten en verplcttorcndsten indruk weet te maken, is haar kracht en baar zwakheid tevens. De geschiedenis van koning Oedipus, den tot jammer geborene, die moordenaar zijns vaders en echtgenoot zijner moeder wordt, die zich wentelt in de misdaad en de schande zonder eenig vermoeden, eenig bewustzijn daarvan, moge zoo onwaarschijn lijk, zoo pijnlijk on gewrongen mogelijk zijn, Soplioeles wist haar tot oen machtig aangrijpende tragedie te maken, tot een schouwspel, dat schokt en meesleept, dat zich oplost in een majestueuse sensatie van nameloos en mateloos wee, van stil en angstig makende ellende. Oedipus koning is symbolisch als geen andere tragedie, was dit misschien reeds voor do Grieken, doch is dit vooral voor ons. liet is de cristallisatie en gloriricatie van des menschen jammer en nietigheid, tegelijk van zijn adel en hoogheid, die hem zijn nietigheid doen beweenen en vervloe ken, zijn jammeren met waardigheid en fier heid doen torsen. Dit is de eenigo hoogere, ethi sche waarde, die voor ons Sophocles' treurspel nog kan hebben, Oedipus' grootheid in bet on geluk, ziju zelf beschuldigen en zelf verachten. Het noodlot der ouden is voor ons een gebroken bliksem, een dood symbool. Oedipus' rampen troffen de Grieken als het uitvloeisel van een hoogere wereldorde, die geen misdaad ongestraft mag laten, ons als een ojievenrediglieid tusschen schuld eu boete, als de te zware straf een on schuldig schuldigen opgelegd. Hierom ook is voor ons de tweede helft van de tragedie het boeiendst en aangrijpendst. Oedipus mocht volgens de dramaturgischoaestliotica van Sophooles' tijd niet als een volmaakt goed mensch worden voorgesteld. Zijne straf zou dan al te zwaar zijn; zijn ellende zou niet meer treffen, maar stuiten. Sophoelesdraagt dan ook wel degelijk zorg hem iu de eerste helft der tragedie als oen onhandelbaar on opvliegend, een trotsch en achterdochtig despoot af te schilderen. Ons schijnt deze karaktertoekening te bedoeld en gewild, te ruw en oppervlakkig tevens. Wij zien de noodzakelijkheid van deze karakteropvjittiüg niet in; (tenzij dan uit het oogpunt van dramatisch effect, om de tegenstelling tusschen macht on vernedering, tusschen grootheid eu val des te scherper te doen uitkomen), de straf blijft voor ons te zwaar, te zeer onevenredig mot bet misdrijf. Trouwens de karaktortoekening en karakterontleding zijn niet Sophocles' grootste kracht. Van minutieuze psychologie en hurtstochtontloding volgens onze moderne op vattingen is in Uudipttxkoiiiiifi weinig sprake, .luist hierin schuilt voor mij de steeds zoo hoog ge roomde en misschien door te weinigen begrepen eenvoud van bet Griekselie treurspel. Van onze geraffineerde zielsanalyse geen sprake; de karakters in broedo en forsche trokken; de handeling, na de praemisson eenmaal aan genomen te hebben, zoo helder eu logisch mogelijk'. In Oedijms na de expositie on de (ons minder boeiende) schildering van Oedijms' karakter ijzingwekkend zekere stijging van emo tie, aangrijpende climax van angst on wee, dooi de eenvoudigste on soberste middelen in bet leven geroepen, steeds feller en feller, dreigender en onat'wendbaarder aanstormen van bet onheil, een jumniersymphonie vol snijdende dissonanten, zich oplossende in melancholische vreilosaceoordon, smartelijke berusting, stillen weedom: C'est pourf/uoi, j>t?qn'aii jmir fjui termine lavie, Ne regardons pcr^onne uree uu oetl iTeiicie. l'cui-onj'imiiitipri'''oir /es derniers coup* du nart? Ne proctoinoiiti he'itreuxnwlhoHtineui'untsaiiiort. ]!ij hot ton tooneolo brengen van ooi.) antiek drama kan mon zich op tweeërlei standpunt plaatsen. Men kan trachten de vertooning haar archaïsch karakter zoo stipt mogelijk te laten be houden, kan zich inspannen een tot in de kleinste bijzonderheden getrouwe copio, een meesterlijke paxticlte vmi een antieke tooneolvertooning te geven. Men kan echter ook het xuivormenscholijkozooveel mogelijk op don voorgrond stollen, er naar streven bet antieke toonoolwork zooveel mogelijk tot ons te doen naderen, zonder liet daarom al te modern te maken. Oedipe roi kregen wij in den lautston minder strengen stijl to zien; ik geloof, geheel te recht. Om hot dramatische, niet om het urchaoologische j is het ons in een tooneelvortooning te doen. .Men kan natuurlijk in alles te ver gaan en mag van de oude Grieken geen moderne l'arijzenaars makon. Hieraan zal echter niemand denken. MounetSully's Oedipus-ci-eutie is gematigd realistisch, antiek wat bet uitwendige, de standen on ge baren, modern wat hot innerlijk, do opvatting vau gemoedsleven on gemoedsbewegingen betreft. lüj oen interview verklaarde hij, dat bot hem in Oedi/ie. roi vooral om don end' luit/min te doen is, dat hij dezen zooveel mogelijk' tracht te vinden en uit to boeiden. Do iioodlots-idoe laat hij geheel buiten rekening. Zijn creatie be wijst bot. Do werkelijke tragedie begint voor hem eerst iu het gesprok met Jokasto (ook om de hoven door mij opgegeven redenen) ; don alleenlieersclnT Oedipus beeldt bij op voor treffelijke wijze uit; niemand zal het ontken nen ; door dictie on plastiek weet hij ook in deze eerste helft der tragedie herhaaldelijk te boeien on to bekoren, to schokken en to ontzetten echter nog niet. Dit is eerst mogelijk als do menscli Oedipus alle aandacht in beslag noemt, in de tweede, werkelijk dramatische helft van het treurspel. Oedipus, den man der smarte, beeldt bij uit 0]i een wijze, die mou zich moeilijk aangrijpender kan denken. Mounet-Sully is de ongeëvenaarde virtuoos in het schilderen van angst, smart on vertwijfeling, in bet scherp en schoon uitbeelden van het huiveringwekkende. Zijn stom vindt hier kreten, zijn lichaam standen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl