Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na 801
Zoo lees ik ook steeds met aandacht de be
richten omtrent de eisehen en wensehen der so
ciaal-democraten. In een viij uurtje tracht ik mij
ab leek die eiscben te formuleereu, en denk er
erer na wat daarva i al of niet, wenschelijk ware.
IQ hoofdzaak schijnen die vorderingen te bestaan
in algemeen kiesrecht, gelijkheid en vrijheid voor
iedereen en last not least een achtuur-werkdag.
Deze laatste eisch, in tegenspraak met het oud
testamentische bijbelwoord, is ook iu strijd met
den anders zoo nijveren aard der Hollanders, een
eigenschap waarom zij in Oost en West bemind
en geacht zijn.
Onwillekeurig heb ik een vergelijking gemaakt
tusschen de sociaal-democraten en .... de
Kussisehe boeren.
Hoe is dat mogelijk! zal menigeen uitroepen,
oe kan men een parallel trekken tusscheii een
volk, dat door al te groote vrijheden sints eeuwen
"verwend, steeds zijn macht wil uitbreiden en
TfAënauwelijks uit de diepste slavernij ontslagen
onderdanen van den machtigen slleeiiheerschcr,
speelballen in de handen van woekerende joden en
geweten looze grootgrondbezitters.
Laat ons even nagaan welke punten van over
eenkomst ik meen ontdekt te hebben. M. i. be
staan de toestanden die eerstgenoemden ais hun
ideaal verlangen bij laatstgenoemden reeds lang,
te» minste sinds de opheffing der lijfeigenschap.
De Russische boer heeft algemeen kiesrecht
(woor zoo verre hier iets of iemand gekozen
wordt).
Alle boeren liebben evenveel land, ja men is
zoo consequent in dit opzicht dat men gezorgd
heeft, dat de een 't niet beter heeft dan den
aader.
Alle boeren zijn nagenoeg even rijk of laat
ik liever zeggen even ellendig naar lichaam en
geest.
Zij hebben een werkdag van gemiddeld vijf uur
per «etmaal en na aftrek der zon- en feestdagen
bedraagt het aantal werkdagen hoogstens 200 per
jaar.
De boeren vormen in Rusland in zeker opzicht
een staat in den staat, en hebben een eigen
regeering op socialistische leest geschoeid; nu rest
mij slechts na te gaan hoe dit alles zich in de
praktijk voordoet; op papier staat Let wonder
mooi.
De boer heeft algemeen kiesrecht, zeide ik.
Dit geldt namelijk voor hen die huisbazen en
landbezitters zijn, voor ongeveer 99 pCt. der
volTKassen platteland-bewoners, oiigerekend natuurlijk
d»\bij hun ouders inwonende zoons, onverschillig
welken leeftijd zij bereikt hebben. Zij presteeren
nog niets en hebben dus geen recht van
meespjeken.
Biet onmetelijke rijk is in gouvernementen ver
deeld, deze in arrondissementen, deze in gemeen
ten en de gemeenten weder in
gerneente-afdeelingen. Elke gemeente (wolast) bestaat uit een
grooter of kleiner aantal dorpen, die vaak een
oppervlak e van 150 vierkante worsten beslaan.
De boeren kiezen hun gemeente-hoofd
(staarschina) uit hun midden en betalen hem een klein
salaris uit de gemeentekas. Daar 9 10 der
staarschini niet lezen of schrijven kunnen, stelt de
regeering hen een secretaris ter zijde. Aan 't
liöofd van een gemeente-afdeeling staat ecu door
bfteren gekozen oudste of starost. De merkwaar
digste instelling is de boeren-rechtbauk (wolostnie
soed) waarvan de leden door de gemeente
geko3cn worden, doch geene bezoldiging genieten. De
zittingen zijn zeldzaam iu den zomer, doch des
?winters gemeenlijk eenmaal per week.
Recht van appelleeren hebbeu de veroordeelden
alteen bij hun eigen hof vau appèl, samengesteld
uit de verschillende staarschini in het arrondisse
ment onder presidium vau den (neprimenie tshen)
een kroonsheambte, die voor de belangen der
boeren waken moet. De veldwachters worden ook
al voor zeker aantal jaren uit de boeren
gcuoin zijn volle slanke
donkere oogen
fonstaan en richtte zich
lengte op, terwijl zijn
kelden.
»Ik wilde u alleen maar zeggen, mijnheer
de hertog, dat u een laaghartig mensch zijt."
De toon, waarop hij dit zeide, was zoo
koud en vastberaden, dat de hertog onwil
lekeurig sidderde.
Op dit oogenblik gleed een schaduw snel
Toorbij de twee heeren; een witte, vrouwelijke
gestalte, die zij in de duisternis niet kouden
onderscheiden. De hertog zag haar wan
trouwend na, terwijl de ingenieur zonder een
antwoord af te wachten zich naar zijn op
den tuin uitziende kamer begaf.
Hertog Iwan's wantrouwen was gegrond:
«Ie schaduw was gravin Sara. Zij stak de
plaats over en trad opgewonden in de ka
mer van haar gezelschapsjuffrouw, die uitgeput
yan schrik en de vermoeienissen har er reis,
op den divan lag. Sara ging naast haar in
een leunstoel zitten en legde haar hand op
Tini's blank, hoog voorhoofd.
»Hoe gaat het er nu mede, lieve Tini ?
Arm kind! ik kan mij voorstellen wat je ge
leden hebt en welk een angst je hebt uitge
staan. Hoe heeft de hertog je behandeld ?"
»Goed, heel goed zelfs. Toen hij aan het
station, waar hij alleen was heengereden,
ontdekte, dat hij mij, inplaats de gravin had
geschaakt, werd hij zoo zwaarmoedig, dat ik
hem ten slotte nog heb moeten troosten."
De gravin schoot in een helderen lach,
maar werd eensklaps zeer ernstig. »/eg me
eens eerlijk beste, wien hield je in 't eerst
Toor je schaker? Je dacht bepaald aan een
ander, niet ? Kom ! vertel het mij maar !"
»Ik dacht aan.niemand."
Mét een uitdrukking van loerenden arg
waan vestigde gravin Sara haar koude oogen
op- de gezelschapsdame, terwijl zij vervolgde :
»Zoüjij dus werkelijk niemand hebben, die
?je ;na aan 't hart ligt? Kom dat geloof
'ik*niet 't lijkt mij haast onmogelijk!''
men, doch geschiedt hunne benoeming door den
(iesprafuik) arrondissementspolitiechef.
De boeren-rec.'itbank lieeft groote macht, kan
zelfs tot stokslagen veroordeelen, wat noch de
vrederechter, uoch de arrondisscments rechtbank
doen kan. Nog grooter beteekenis krijgt, die macht,
wanneer men nagaat dat de boeren ouderling door
samensprekiog (prigowor) tot vrije verbanning
(wuljnie passeleme) kuuneu veroordeelen
zonderdat de schuld des beklaagden rechtstreeks be
wezen is.
De verkiezingen der staarschiui, starost-i en
rechters zijn zelden onpartijdig, in elke gemeente
is steeds een clique vau boeren die door meerdere
kennis en sluwheid hnn caudidaten doen boven
drijven.
Al kan een wet bewerken dat niemand rijker
dan zijn medeburgers zijn mag, zoo zal het toch
moeilijk gaan ook voor de geestesgelijkheid wetten
te vervaardigen, zelfs het beste algemeenste
schoolonderricht kan iu deze niets nutteu. '/ulke beamb
ten zijn dus in zekere mate afhankelijk vau hunne
kiezers, terwijl hun karige bezoldiging en de
wetenschap dat zij na luttel jaren weer doodge
wone boereu zullen zij u, hen verlokken tot het
plegen van ongerechtigheden, waarvan joden en
landbezitters weer misbruik maken. Is de geko
zene een zoogenaamde democraat, dan zullen door
zijn invloed de handelaars die met de boeren handel
drijven en de grondeigenaars die telkens met hen
iu aanraking komen, in alle geschillen steeds aan
't kortste eind trekken, wat m. i. voor de boeren
even slecht is als voor bun tegenpartij, daar 't hun
overhaalt tot 't plegen van daden die nooit zegen
kunnen geven. Hetzelfde geldt voor de
boerenrechters, die periodiek aftreden. Zij zijn steeds
bevreesd voor de wraakuerniugen der' door hen
veroordeelden, daar zij na de zitting weder Leel
gewone boeren wordeu. Ook zij lateu zich door
geld maar vooral door brandewijn, omkoopeu. Ik heb
daar eens de proef van genomen en zal die hier
als curiositeit mededeelen.
Een mijner koeien was wcggeloopeu en eerst den
volgenden dag iu eeu dorpsstal teruggevonden. Een
boer had haar geschut en gaf haar zonder eenige
vordering terug, wat mij wel wat verdacht voor
kwam. Denzeltdeu dag kwarn de herder mij ver
tellen dat de koe gekalfd moest hebben, en be
grepen wij dus dat de boer de jonggeborene had
achtergehouden. De herder kapittelde den landman
over dat geval en gebruikte daarbij uu juist geen
woorcleu, die ik hier zonder verlegenheid zou kun
nen nederschrijven. Drie dugen later vonden wij
het kalf in een boschje gezond en wel terug, waar
de boer het diertje had neergezet, voor de gevolgen
zijner tocëigening vreezende. Om echter zijn gemoed
lucht te geven had hij onzen herder wegens
beIcedigiug niet woorden aangeklaagd uu vrotgdeze
mij nu dringend hem als getuige te willen helpen,
omdat hij bang was anders stokslagen te zullen
krijgen. Ik verscheen dus voor de boereii-rechtbank
en drukte de mij bekende rechters joviaal de hand.
Daar er verder nog tijd genoeg was, uoodigde ik
de geheele rechtbank, benevens het gemeentebe
stuur, op een .... borreltje cu ofschoon er over de
zaak zelf niet gesproken werd, wist ik dar, ik door
mijn aan wotki besteden roebel do hccron macht
hebbers gunstig voor mij gestemd had. Nadat de
zitting geopend was, luisterden de rechters met |
waardigheid naar den stortvloed vau woorden en
i verwenscliingen die klager en aangeklaagde elkan
der toeriepen of wel tegelijkertijd zoo hard moge
lijk tegen de rechters uitschreeuwden. Ik begreep
er niets van, daarvoor was er veel te veel lawaai,
te meer daar ;t talrijke publiek meeschreeuvvde ot
lachte, en ik zag aan de domme schuapsgezichten
der rechters dat zij al even ver waren als ik. iXu
stond ik op, maakte een vleiende aanmerking over
de scherpzinnigheid en rechtvaardigheid der heeren
en vertelde de t'ameuse /aak vau liet kalf en de koe.
Ik gaf den herder gelijk en bedankte deu boer
ironisch voor de goede zorgen, aan mijn kalf
bcwezen, zoodat ik de lachers aan mijne zijde had.
Over de eigentlijke twistappel, het schelden, sprak
ik geen woord.
Na mijn rede, staken de rechters hunne hoofden
bij elkaar en na eenige oogeublikken gefluisterd
te hebben volgde de merkwaardige uitspraak: de
boer werd veroordeeld aan mij, den getuige 15 rol.
schadevergoeding te betalen ; van den herder, als
aangeklaagde, werd niet gerept. Gelukkig herstelde
de gemeente-secretaris den gemaakten flater, de
15 rbl. werden geroieerd en de herder vrijgespro
ken. Dit zijn de gevolgen van het feit dat hier de
onontwikkelde massa aan 't kiezen gaat, waardoor
noodwendig menschen uitverkoren worden die al
eveuvcr als hunne kiezers indekunst van rcgecrcn
zijn.
Alle boeren hebben evenveel land, zeide ik.
Elke boer bezit ongeveer in /ij» dorp een
nadjelle, gewoonlijk uit vijf decatineu (II. A.) be
staande en verdeeld in ririo velden, eeu
winterkoren-, een zomcrkoreu-en een braak veld. Elk veld
is in lange snoeren verdeeld, zoodat, ieder dorpe
ling zijn land heeft, zoowel in 't, goede als in 't,
slechte gedeelte, veraf of dichtbij 't dorp. Ten
overvloede worden de nadjelleu, om een zeker
aantal jaren verruild, zoodat niemand klagen kan
dat zijn buurman 't beter heeft dan hij zelf.
De gevolgen van dit prachtige systeem zijn:
voortdurende twisten tusschen buren, ondergang
vau den landbouw en uitdooving vau alle energie
om 't lot van zichzelf en de zijnen te verbeteren.
Deze stellingen nader toe te lichten zou meer in
een landbouwkundig blad tbuisbehooren, doch zij
onder uwe lezers ;die eenige keunis vau
agricultuur hebben, zullen toestemmen dat ik gelijk heb.
De proef volgt dadelijk op de som.
Zoodra de landerijen door de boeren geheel zijn
afbetaald, zal 't hun vrij staan te werken zooals
zij willeu. Velen hebben zich gehaast tot, de laatste
kopeek schuld af te doen en zij, die meer verstand
dan de rest hebben (zooals b.v. in sommige doelen
van Lithauen is geschied) hebben het verderfelijke
systeem van gelijkheid laten varen en hunne
uadjellen zoodanig verdeeld dat uu elke boer op
zijn eigen lap grouds woont, op de manier der
boeren in Kur- Est- en Liefland die zoogenaamde
Gesindeu" bewonen cu er zich wel bij bevinden.
Alle boeren /ijn nagenoeg even rijk.
Niemand zal zich, na 't bovenstaande gelezen,
te hebben, verwonderen, dat de boeren iu't westen
vau Rusland allen arm zijn : van rijkdom of wel
vaart is geen sprake, daar zij door hun systeem
gedwongen zijn op ecu manier te werken die deu
bodem haast niets doet voortbrengen, en zij die ver
stand genoeg hebben om hun toestand te beseffen
en lust tot werken, voldoende om zich te ver
beteren, loopen rond als kraaien, die vliegen kun
nen en vliegen willen, doch wier vleugels door
baldadige hand zijn afgesneden.
VA] werken gemiddeld vijf uur per dag.
Ook eeu gevolg der hoog geprezene gelijkheid,
daar zij door de landverdceling slechts weinig
grond konden bekomen en verder door hun vele
feestdagen. IIiiu indolent karakter, hun Aziatische
natuur, gebrek aan alle beschavende levensbehoef
ten ou neergedrukt door de wetenschap (lat
liardwerken hen toch niet batcu zou, maken hen tot
die beklagenswaardige schepselen, die in elke bozig
heid een vloek zien.
Evenals do dieren, verdeden zij hun dag tussehcn
slapen, eten en wotki drinken, uu en dan afge
wisseld door een uurtje vau langzaam werken,
met onverschillig gelaat en kraclitelooze bewegin
gen waaruit, men dadelijk bemerkt hoe zwaar hun
die inspanning valt.
De Russische boer, heeft alles wat de theorie der
sociaal-democratische parlij hem kan toewcuschcn.
llllllllllttttlUIII
Tini schudde treurig het hoofd en begroef
daarna schielijk haar rond, bruin gezichtje
in beide handen, om den plotseling
opkomenden blos te verbergen.
Sara stampte toornig met den voet en be
gon van een anderen kant te manoeuvreeren.
»'t Is ook zoo, lieve vriendin ; wien zou je
in deze woestenij moeten hebben Mijn arme
Tini verwelkt, zonder dat iemand het op
merkt, als een viooltje, dat onder de struiken
verscholen staat en door geen zonnestraal
wordt bereikt. Er is in den geheelen omtrek
geen enkele jonge man, die je zou aanstaan.
De zoon van den ambtman is eeu vlegel, en
wat Fekete betreft, den ingenieur ik heb
eerst gemeend, dat hij een fatsoenlijk mensch
was, maar nu....
»Maar nu...." viel Tini haar onwillekeurig
in de rede.
>Jk ben onlangs te weten gekomen, dat
hij een gewetenlooze vrouwenverleider is...."
Dat was meer dan een liefhebbend hart
kon verdragen ; de zware beschuldiging
roofde Tini haar zelfbeheersching. /ij vloog
van haren zetel, richtte zich lier omhoog als
een getergde leeuwin die zich tot den sprong
voorbereidt, haar oogen fonkelden dreigend
en een toornig rood verwde haar bleeke
wangen, krampachtig omklemde zij den arm
der gravin en riep met trillende stem : »Dat
is niet waar! 't Is een leugen!"
De gravin week verstoord een pas of wat
terug. Maar het heroïsme harer gezelschaps
juffrouw verdoofde even snel als het was
ontstaan en zij begon te schreien : -..Men heeft
u bedrogen, genadige gravin ! Slechte men
schen hebben hem belasterd. Ik ken hem
en weet wat hij is. Hij is eeu halve god !
Ja, meer nog, veel meer! Zelfs de grond,
waarop hij loopt, kan trotsch op hem zijn."
»Aha, staat het zóó niet je ?" antwoordde
gravin Sara, terwijl zij in een gedwongen
lach uitbarstte en schielijk de kamer verliet.
(Slot volgt.)
adem met gelijkheid en vrijheid genoemd wordt.
Ik vermoed dat die broederschap komen zal wan
ner die armzalige gelijkheid wordt opgeheven.
'il. J.
IIIIininiKIUIIinii.IKIMlHKIIIIIKIHIlIII
Het Tooneel te Amsterdam.
Grand Thóatro: Oedipe roi.?7-tny lilas.
Xa Sarah Bernhanlt on C»<iuelin, na ,lndie on
Theo, na het -Thóatre Libro'' hebben wij nu
ook Mounet-Sully, don eersten irayMien van de
Gomódie Francaiso", mogen bowondoren, mogen
bewonderen in een creatie, waarin hij door allo
I'urijsche critici om strijd is geprezen ou
bowierookt. De spanning was begrijpelijkerwijze
groot. Oedipe roi hooft, dank zij Mounet-Snlly,
dank zij Sophocles. diepen, machtigen,
overweldiifomlen indruk gemaakt. Daar ik de
Oedipnsopvoering te rtrecht niet bob bijgewoond, had
ik het voorrecht vau Sophooles' tragedie, dio ik
nimmer zag vortoimon, oen geheel t'rissclieii on
nieuwen indruk te ontvangen, behoefde ik mij
door bot maken vau kleingeestige vergelijkingen
mijn genot niet te vergallen ou beknibbelen.
Hoe vaak' men Soplioolcs' treurspel moge gelezen
en herlezen bobben, de machtig dramatische en
j emotioneorondo kracht ervan leert men eerst bij
oen goode vertolking ten volle waanleoren en be
wonderen. Oedipe roi wortelt als ieder kunstwerk
voor een doel. voor een belangrijk deel in zijn
tijd. Hot beeft boe zon hot anders kunnen V
in grondgedachte, in pliilosopbio en karakteris
tiek veel. dat voor ons dood en verloren is.
Dat bot na mooi- dan dooi) jaren nog zoo heftig
weet te schokken on te ontroeren, bewijst dat
hot boven alles absolute, steeds en overal gel
dige waardo heeft.
De moest intense impressie, die men ont
vangt, is zeker wol deze. dat Sophoeles drama
tisch dichter was, werkelijk on waarachtig
dra| imitisch dichter, dramatisch dichter in do daad
) ou niet alleen in naam. Sommigen hebben er
genoegen in gehad de onwaarschijnlijkheden in do
Oedipus-tragedie op te diepen on uit te pluizen;
niets is misschien gemakkelijker on doolloozor. In
do eerste plaats heeft Sophocles zijn geschiedenis
niet zelfbedacht, leefde zij als mythe sinds eeuwen
in de volksverbeelding, had zij althans voor
het meerendeel zijner tijdgenooten niets onwaar
schijnlijks, niets onaanneembaars. En voor ons?
Conieille heeft gezegd, dat het onderwerp van
een mooie tragedie niet waarschijnlijk moet zijn.
Ik geloof, dat de paradox klinkende bewering een
kern van waarheid bevat. Een dramatisch (lichter
is nu eenmaal in zekeren zin een toovenaar, een
wonderdoener, die onze gemoederen kneedt als
was, die ons bedwelmt en domineert, die dooi
de onontleedhare en onomschrijfbare macht van
zijn genie zelfs zijn stoutste fantasieën weet te
doen aannemen. Of de dramatische kunst de
hoogste is, ik geloof het niet. Dat zij den meest
oogenblikkelijken, den verrassendsten en
verplcttorcndsten indruk weet te maken, is haar
kracht en baar zwakheid tevens. De geschiedenis
van koning Oedipus, den tot jammer geborene,
die moordenaar zijns vaders en echtgenoot zijner
moeder wordt, die zich wentelt in de misdaad
en de schande zonder eenig vermoeden, eenig
bewustzijn daarvan, moge zoo onwaarschijn
lijk, zoo pijnlijk on gewrongen mogelijk zijn,
Soplioeles wist haar tot oen machtig aangrijpende
tragedie te maken, tot een schouwspel, dat schokt
en meesleept, dat zich oplost in een
majestueuse sensatie van nameloos en mateloos wee,
van stil en angstig makende ellende. Oedipus koning
is symbolisch als geen andere tragedie, was dit
misschien reeds voor do Grieken, doch is dit
vooral voor ons. liet is de cristallisatie en
gloriricatie van des menschen jammer en nietigheid,
tegelijk van zijn adel en hoogheid, die hem
zijn nietigheid doen beweenen en vervloe
ken, zijn jammeren met waardigheid en fier
heid doen torsen. Dit is de eenigo hoogere, ethi
sche waarde, die voor ons Sophocles' treurspel
nog kan hebben, Oedipus' grootheid in bet on
geluk, ziju zelf beschuldigen en zelf verachten.
Het noodlot der ouden is voor ons een gebroken
bliksem, een dood symbool. Oedipus' rampen
troffen de Grieken als het uitvloeisel van een
hoogere wereldorde, die geen misdaad ongestraft
mag laten, ons als een ojievenrediglieid tusschen
schuld eu boete, als de te zware straf een on
schuldig schuldigen opgelegd. Hierom ook is
voor ons de tweede helft van de tragedie het
boeiendst en aangrijpendst. Oedipus mocht volgens
de dramaturgischoaestliotica van Sophooles' tijd niet
als een volmaakt goed mensch worden voorgesteld.
Zijne straf zou dan al te zwaar zijn; zijn ellende zou
niet meer treffen, maar stuiten. Sophoelesdraagt dan
ook wel degelijk zorg hem iu de eerste helft der
tragedie als oen onhandelbaar on opvliegend, een
trotsch en achterdochtig despoot af te schilderen.
Ons schijnt deze karaktertoekening te bedoeld
en gewild, te ruw en oppervlakkig tevens. Wij
zien de noodzakelijkheid van deze
karakteropvjittiüg niet in; (tenzij dan uit het oogpunt van
dramatisch effect, om de tegenstelling tusschen
macht on vernedering, tusschen grootheid eu val
des te scherper te doen uitkomen), de straf
blijft voor ons te zwaar, te zeer onevenredig
mot bet misdrijf. Trouwens de
karaktortoekening en karakterontleding zijn niet Sophocles'
grootste kracht. Van minutieuze psychologie
en hurtstochtontloding volgens onze moderne op
vattingen is in Uudipttxkoiiiiifi weinig sprake, .luist
hierin schuilt voor mij de steeds zoo hoog ge
roomde en misschien door te weinigen begrepen
eenvoud van bet Griekselie treurspel. Van
onze geraffineerde zielsanalyse geen sprake;
de karakters in broedo en forsche trokken;
de handeling, na de praemisson eenmaal aan
genomen te hebben, zoo helder eu logisch
mogelijk'. In Oedijms na de expositie on de
(ons minder boeiende) schildering van Oedijms'
karakter ijzingwekkend zekere stijging van emo
tie, aangrijpende climax van angst on wee, dooi
de eenvoudigste on soberste middelen in bet
leven geroepen, steeds feller en feller, dreigender
en onat'wendbaarder aanstormen van bet onheil,
een jumniersymphonie vol snijdende dissonanten,
zich oplossende in melancholische
vreilosaceoordon, smartelijke berusting, stillen weedom:
C'est pourf/uoi, j>t?qn'aii jmir fjui termine lavie,
Ne regardons pcr^onne uree uu oetl iTeiicie.
l'cui-onj'imiiitipri'''oir /es derniers coup* du nart?
Ne proctoinoiiti he'itreuxnwlhoHtineui'untsaiiiort.
]!ij hot ton tooneolo brengen van ooi.) antiek
drama kan mon zich op tweeërlei standpunt
plaatsen. Men kan trachten de vertooning haar
archaïsch karakter zoo stipt mogelijk te laten be
houden, kan zich inspannen een tot in de kleinste
bijzonderheden getrouwe copio, een meesterlijke
paxticlte vmi een antieke tooneolvertooning te geven.
Men kan echter ook het xuivormenscholijkozooveel
mogelijk op don voorgrond stollen, er naar streven
bet antieke toonoolwork zooveel mogelijk tot ons te
doen naderen, zonder liet daarom al te modern te
maken. Oedipe roi kregen wij in den lautston minder
strengen stijl to zien; ik geloof, geheel te recht.
Om hot dramatische, niet om het urchaoologische
j is het ons in een tooneelvortooning te doen. .Men
kan natuurlijk in alles te ver gaan en mag van
de oude Grieken geen moderne l'arijzenaars
makon. Hieraan zal echter niemand denken.
MounetSully's Oedipus-ci-eutie is gematigd realistisch,
antiek wat bet uitwendige, de standen on ge
baren, modern wat hot innerlijk, do opvatting
vau gemoedsleven on gemoedsbewegingen betreft.
lüj oen interview verklaarde hij, dat bot hem
in Oedi/ie. roi vooral om don end' luit/min te
doen is, dat hij dezen zooveel mogelijk' tracht te
vinden en uit to boeiden. Do iioodlots-idoe laat
hij geheel buiten rekening. Zijn creatie be
wijst bot. Do werkelijke tragedie begint voor
hem eerst iu het gesprok met Jokasto (ook
om de hoven door mij opgegeven redenen) ;
don alleenlieersclnT Oedipus beeldt bij op voor
treffelijke wijze uit; niemand zal het ontken
nen ; door dictie on plastiek weet hij ook in
deze eerste helft der tragedie herhaaldelijk te
boeien on to bekoren, to schokken en to ontzetten
echter nog niet. Dit is eerst mogelijk als do menscli
Oedipus alle aandacht in beslag noemt, in de
tweede, werkelijk dramatische helft van het
treurspel. Oedipus, den man der smarte, beeldt
bij uit 0]i een wijze, die mou zich moeilijk
aangrijpender kan denken. Mounet-Sully is de
ongeëvenaarde virtuoos in het schilderen van
angst, smart on vertwijfeling, in bet scherp en
schoon uitbeelden van het huiveringwekkende.
Zijn stom vindt hier kreten, zijn lichaam standen