Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.801
van den tjain. Van den aanleg is vorder niets
kenbaar dan een kleine kringvormige verheven
heid in het midden, ongeveer 8 meter in door
snede. Op deze verhevenheid stonden vier figuren
in de rondte, die gemaakt waren van een gegla
zuurd aardewerk, die ook nog verder in Pompoji
voorkomt en van Egyptischen oorsprong was, twee
krokodillen, een kikvorsch. een pad, alle even
hoog, de grootste krokodil is 40 cM. lang, de
pad 18 cM. hoog.
Van het oordeel hierboven uitgesproken, over
de schilderingen van den laatsten tijd in dit huis,
moet men een Wein« kamer uitzondoren, die
geheel anders en blijkbaar door een andere hand
geschilderd is; deze ligt aan een hoek van het
atrium, naast de gang, die hieruit naar den
voorhof leidt. De gewone kleurige velden, die in
Pompeji tot vervelens herhaald voorkomen rnet
breede bossingzoomen, komen hier niet voor,
maar de witte grond is in vakken verdeeld door
ornamentstrepen, die op hoogst origineele en
fantastische wijze natuurlijke en gestyliseerde
planten met figuurmotieven verhinden; de verschil
lende vakken zijn met ranken omzoomd en hebben
rh het midden ieder een kleine figuur; het midden
vak van iederen wand een schilderij; toch waren
deze schilderijen, te oordeelen naar liet eonige
dat eenigzin» bewaard gebleven is, een tafereel uit
de Herculesmythe, van weinig waarde. Het
ornamentale gedeelte van deze wanden daarente
gen is zeer interessant door de oorspronkelijke
en geestige wijze van schilderen. Met lichte en
zekere hand zijn deze motieven zoo neerge
worpen, dat uit enkel kleine dunne streken, waar
van elk, apart gezien, onregelmatig en niet mooi
is, zich toch een harmonisch en vroolijk geheel
ontwikkelt. Verwonderlijk is de zekerheid, waar
mee kleine menschea on dieren-figuren in weinige
streken zijn aangeduid; zonder eenige
detailleering, maar van onbetwijfelbare duidelijkheid in
uitdrukking en beweging. Ook de in violet, geel
en groen schitterende kleuren van deze orna
mentstrepen hebben iets heel bijzonders. Of wij
hier het werk van een vreemden, misschien door
reizenden kunstenaar voor ons zien of bij toeval
al zijn overige werken vernield zijn zijn werk
zaamheid valt, tenminste hierin, vóór de aard
beving van het jaar (i,'i is niet te beslissen.
Zeker is, dat in geen der schilderijen van
I'oinpeji, die behouden zijn, of door afbeeldingen
bekend, diezelfde hand wordt herkend.
inimn
Aanteekeningen Schilderkunst.
Hoe de Voi/el* nan een Koning Jneamen, is de
titel van een door Th. van Hoytema te Loosduinen
geteekend kinderboek, dat eenige speciale aan
dacht verdient.
Wie de waarde van het aardige werkje kort
weg wilde aanduiden, zou ongeveer kunnen vol
staan met te zeggen dat hot in elk geval hot
beste is, wat van dien aard in Holland nog
geleverd werd. Een jong Amsterdamsch teekenaar
van eenig talent, «lan van Oort, kon misschien
iets dergelijks of, wie weet, iets beters leveren,
maar heeft het nog niet gedaan. En omdat nu,
voorvast in de plaats van het slechte, het betere
dient te komen, is het zeker te hopen, dat de
auteur niet bij zijn plan blijft, het boekje zelf uit
te geven, want daar rust zelden zegen op
en dat ter verspreiding een uitgever zich alsnog
er van meester make.
Een kleine correctie zou deze dan wel d*en
voor te slaan. Het ons toegezonden proefexem
plaar namelijk, der dertig saamtevoegen bladen,
is gedrukt op een koud, leiachtig grijs, dat, als
de oplaag nog niet gedaan is, gemakkelijk door
een smakelijker getint papier kon worden ver
vangen, zeer ten protijte van liet gansche voor
komen van het nog wat schamel uitziende boekje.
Imdien de smaak in Holland niet zoo gruwe
lijk eenzijdig ontwikkeld was, indien niet door
een onzinnige, hier meer nog dan elders ge
koesterde, misvatting, wat er bij ons aan talent
yoor den dag komt, bijna uitsluitend gericht werd
tot het leveren van schilderijen in olieverf (met
gouden lijst), indien niet, terwijl het ezel
schilderij bij ons tot hooger bloei kwam, ter
zelfder tijd gansehc gewesten van verwandte
kunst jammerlijk ontvolkt bleven, indien dit
alles anders en beter ware, dan zou de verschij
ning van een simpel prentenboek niet de wan
verhouding van bijna oen gebeurtenis behoeven
aan te nemen.
Want is het niet een al te zonderlinge stand
van zaken, dat, terwijl we van een schilderij, als
het niet van zeer voorname orde is, gewend als
we zijn aan het goede, bijna den mond niet meer
open zoudcH doen, wij. reppende van een zelfs
nog geenszins voldoend prentenboek, wel geneigd
moeten zijn in den trant van opgetogenheid te
vervallen V Want het leit er toch toe, dat we bij
zoo'n leeg stuk zwerk een enkelen vogel lichter
opmerken, ook al is het zoo'n groote niet.
En nu zal ik mij aan de/e, hoezeer ook sym
pathieke, maar op vademen na niet grandioze
proeve, niet zoozeer vergapen, dat ik, om in de
rolverdeeling van zijn boekje- te blijven, den nog
lang niet meester-vasten maker voor een soort
van adelaar zal aanzien. Maar hij schijnt in de
provincie der zwarten, oen witte raaf inderdaad,
bij vergelijking dan.
Want al gaat er niet die adem door van de
blijde mousseerende kracht, waardoor zulk werk
tot zooiets eigenaardig genottelijks zou moeten
worden, er kleeft daarentegen geen spat
nas'cnoeg aan van do burgerlijke miezerigheid. die
ons wee heeft gemaakt van de legioenen prenten
boeken die bij ons ter markt worden gevoerd.
En de, naar ik aanneem jeugdige, maker, mag
inderdaad eenige voldoening gevoelen over een
eersteling, waarin vindingskracht, studie van zijn
stof, vermogen van zorgvuldig volhouden, en zelfs,
in zekeren zin, oorspronkelijkheid, te waardeeren
vallen, en waarin wij een aanleiding willen
zien, voor de toekomst iets van hem te verwachten.
De Engelschen zijn in prentkunst toch zeer
ver. Een jong artiest die daar in die dingen be
gint, kan zich stevig geruggesteund voelen d
ooieen hooge artistieke kultuur, en hot is geen zeld
zaamheid als hij zoo op slag iets moois maakt.
Er is er nu weer een, wiens naam men heeft te
onthouden in de rij naast die van Walter Orane,
Charles llicketts, Charles Shannon, John Batten,
Keginald Savage, William Strang, de artisten die
in den laatsten tijd zich in stijlvolle
boek-prentknnst zoozeer hebben onderscheiden. Hij heet
Lawrence Ilousman, en heeft een treffend bizar
gedicht van George Meredith: Jump toglory Jaue
met zeer ongemeene illustraties versierd. Kr is
daar een nachtmerrie-achtige expressiekracht,
een niet-thuis-te-brengen nijpende lugnberte,
met zeer eenvoudige middelen, mot een bijna leuk
realisme, zeer speciaal in bereikt, en men kan
het idee niet van zich afzetten dat deze teeke
naar geboren is om eenmaal, eindelijk, waardig
Hdgar Poe te illustreeren.
liij George Bell and Sons te Londen zal een
groot werk over Kdward Burno Jonos het licht
zien, met tekst van M. Heil en een honderdtal
fotogravures naar 's meesters werken.
In de New Gallery komt een tentoonstelling
van het oeuvre van Hurne-.lones, die het
glanspunt van den winter in Londen zal zijn, zooals
die van YY'histler dat verleden jaar was.
De I-'hnfographische Union te Miinchen heeft
het prospectus verzonden van een kostbare
pracltt-editie, waarin veertig fotogravnren, .'18 bij
49 cM., zullen worden gegeven, naar do voor
naamste werken van den zeer grooten
Xwitserscben schilder Arnold Boecklin, (gel). 1S27) den
door Max Klinger hoogvereerden meester van
het tragische fantasmc, meester van een
sfinxachtige syjnlioliek; den te Zurich in afzondering
levenden aristocraat van het imposante
ideesehilderij, evenknie van Gustave Morcau, afstam
meling zou men zeggen van Pureren Mantegna,
het grootst genie in elk geval dat in kunst het
land der Alpen heeft opgeleverd.
Ik en een ander, wij hebben vaak gelegenheid
gehad ons te verbazen over de wijze waarmee
men in Punch vermag, de politieke cnrto'>w>,
waarin geheel recente voorvallen, heet van de
rooster mag men zeggen, tot aanleiding worden
genomen, op slag voor de drukpers gereed
te hebben. Dit zou nog zoo opvallend niet zijn,
indien, bij het bezorgen dier prenten, blijkbaar
van eenig modern op de fotografie gebaznerd
verveeh'tildiü-ingsproeédégebruik werd gemaakt.
Maar voor wie in deze eenige kennis van zaken
heeft, is het duidelijk dat de groote [(renten van
enniel werkelijk houtgravure zijn, en men staat
verbaasd hoc bij zulk gepresseerd werk de be
werkelijke teekening kan worden klaar gekorven
in het houtblok.
In het onlangs verschenen werk over Charles
Keene door (i. S. Layard nu, wordt beschreven.
en dit lijkt me wetenswaard, hoe liet toegaat met
het gereedmaken dier wekolijksche prenten.
Tenniel brengt in den regel zijn teekeningen
nog zelf o]) het blok, en verzendt dat
Vrijdagsavonds om acht uiir naar den hoiitgravoiir. liet
blok is saamgeduwd uit een groot aantal kleine
blokjes, en wordt nu dadelijk uit elkaar gxMiomen
om onder ettelijke graveurs ter bewerking te wor
den verdeeld. Door deze verdeeling van arbeid
(dit gaat trouwens gewoonlijk zoo met de moderne
boutgravure) zijn de kleine blokjes spoedig ge
reed. Nu worden zij ijlings weer in elkaar gezet,
en het geheel ter correctie aan den meester
graveur overgegeven. Dit alles gaat zoo spoedig
te werk, dat Zaterdag-avond de prent gereed is.
Dan worden nog om sommige partijen donkerder
en andere lichter te doen drukken de papieren
overleggers aangebracht, en de clichézoo in het
drukraam gezet, dat Maandags-morgons vroeg
moet beginnen in beweging te gaan, om bijtijds
de oplaag gereed te hebbeu, l'unch komt naar
ik meen Dinsdags uit.
De Nieuwe Kuttenlimmer haalt uit een der
Bossche kranten het volgende aan :
Met belangstelling deelen wij mede, dat aan
onzen stadgenoot, den kunstschilder A. ,1.
Derkiiifleren, door de firma Brinck en ('ie. te Am
sterdam, vertegenwoordigers van een der grootste
Engolscho tegel-fabrieken, opgedragen is, liet ver
vaardigen dor teekeningen voor een kruisweg,
die in Kngeland zullen worden overgebracht op
tegels, om in dien vorm de kerk van het gesticht
der Herwaarde Broeders van den II. .lohannes de
Deo te Haarlem te versieren.
Den heeren Brinck en ('ie. mag men een woord
van lot' niet ontbonden voor bun initiatief ten
de/e. waardoor opnieuw bewezen /.al worden,
hoe tegolvorsierinifon, met smaak en kennis aan
gewend, in onze vochtige gobotuvon van groot
belang kunnen H-orden voor inwendige decoratie.
De heer Dorkinderon heeft de leekeningon
voor de twue eerste staties reeds u'oreoil.
Verleden week exposeerden de tirma's liiili'a
en Xoon en K. J. van YYisselingh en Co. in de
Kalverstraat beiden voor hun raam een schilderij
van Ed. Karsen.
De laatste het mooie stukje van de ouile huizen
dat op de keuze-tentoonstelling was. De eerste
een nieuw, ('en lijn gevoelde landelijke avond.
Van WUselingh heeft op het oou'onblik een
superhe .Monticelii."
In l'ulchri in den Haag is :;(l Octohor de ten
toonstelling geopend van werken door M. Uauor.
Siobo ten Cate en l'b. Xilcken. Van BauiT zijn
er voor het eerst de litbogratien bij <'arel cnde
Klegant geëxposeerd.
De heeren Xilcken, Toorop en Staal hebben in
den Haag zich opgeworpen als comitévoor een
Verlaino-conférence in begin November.
Vorlaino /al u'ovon een cansorio rclative a.nx
rrivains en vers, nies contcmporains et
compatriotos, snivie <le lectnres a 1'appni."
Paralli'lement an\ Parnassioiis", zoo schroef
hij verder, nies vieux muis c| ca ma ra d os de
lettres, je parlerai des modernes'1, Décadents,
Svmbolistes, et Romans, nos siio-es^eurs, non
moins amis."
Donderdag '21 October opende bij Oldon/.eel te
Itotterdam «'en tentoonstelling van schilderijen,
aquarellen, pastols en teekeningen door YYillrm
de Xwart, ('h. Dankmeyer en A. Ilijicr.
Bij Oldenzeel zijn ook teekeningen geëxpozeerd
door Vincent van Gogh uit zijn allerjongste»
tijd, veertien-jarigen leeftijd, meldt men mij,
maar dit komt me vreemd voor, omdat van Gogh
op zijn 27e pas serieus begon. Vóór dien tijd
was hij in den kunsthandel, was hij onderwijzer,
was hij theoloog, en al teekende hij af en toe
wel eens, -- - ik kan me niet begrijpen hoe men
van dien vroegen tijd een heele collectie bij elkaar
zou hebben.
Op l en '2 November zal de firma Kroderik
Muller A- Co. in de Brakke Grond te Amsterdam
ecu uitgebreide verzameling oude schilderijen,
antikiteiten en porcelein in veiling brengen.
Op de boeken-auctie die de firma van Stocknm
iu don Haag van 5 tot lli November zal honden,
komt een verleidelijke collectie kunstliteratuur
ter tafel.
Den 27sten November is de schilder Kloris
Verster te Linden in het huwelijk getreden met
Mejuffrouw .Jenny Kamerlingb Onnes, zuster van
den schilder. V.
Plastische Kunst.
Duitscha Otldhedan. Het beroemde Sacra
mentshuisje van Adam Kraft't in de Lorenzkerk
te Nürnberg zal eerstdaags weder geheel worden
schoongemaakt. Ten behoeve hiervan zal het l'l
voet hooge steen en kunstwerk met een steiger
omgeven en het stof door middel van penseelen
en plumeaux verwijderd worden. Dit had ook plaats
in de jaren 1571, 1<>54, 1770 en LS:SS.
Bij de firma E. J. van Wisselingb & ('o., Kal
verstraat l!'4 is geëxposeerd een aquarclle van
Jacob Mans Molen".
A.s. Dinsdag S November zal in 't lokaal de
Brakke Grond te Amsterdam eene belangrijke
sehilderijenverkooping plaats hebben; onder de
fraaie verzamelingen, nagelaten door de heeren
.1. Bergman en M. J. van llaefkens, komen
stukken voor van .(os. Israels, Th. de Bock, G.
II. Breitner, Gabriël-Bakker Korff, W. Maris
Mesdag, I'oggenbeek. enz. enz. De catalogi zullen
heden verkrijgbaar zijn.
Tooneel en Muziek.
In bet Gymnase te Parijs is een drama van
Kniest Damlet (de broeder van Alp'nonse) op
gevoerd, dat door de kritiek zeer slecht ontvan
gen is. De inhoud is de volgende : Graaf do Vérnn
is in zijn woning vermoord gevonden. Ken rechter
van instructie, die zich /elven voor heel slim
bondt, neemt de persoon die bet laatst met den
vermoorde gezien is, in hechtenis. liet is een
maitresse van den graaf, Ilose Morgan. Xij komt
voor het hof van .\ssises; alles schijnt hare schuld
te bewijzen, als een Doininikaner monnik, pater
Jacques Vignal, vraagt gehoord te worden. Hij
zweert op zijne eer als man en priester, dat Ilose
Morgan niet schuldig is. hij kent de daderes,
maar mag den naam van deze niet noemen; het
geheim is hom in de biecht vertrouwd.
De schuldige is do gravin de Véran, die, anders
buiten vertoevend, baren man in een orgie verrast
beeft en hem heeft doodgeschoten. Xij kan toch
niet dulden dat lloso verdacht blijft, en wil alles
bekennen, bet eerst aan liose zelf'. De zondares
is eerst wrevelig over het lange zwijiren der gra
vin, maar na een toespraak van pater Vignal,
gevoelt zij behoefte om boete te doen, en zwijgt
dan ook. De gravin zal nu kunnen trouwen met
een man dien zij vroeger liefhad.
Paul Ginisty van de Ki/ndilifiue Franruisc vindt
bet stuk van liet ergste genre. Ie genre
ennuyenx"; daarenboven onwaarschijnlijk, niet vol
doende gemotiveerd, onbehoorlijk romanesk en
banaal. .Inlos l.omaitro in de Déliats maakt van
de gelegenheid gebruik om een geestige studie te
schrijven over den pater in zijne betrekking tot
de tijdelijke vroomheid der femmes du monde;
hij vindt ook bet stuk slecht geschreven en stelt
een meer voldoende ontknooping en afwerking
van het onderwerp voor. Kniest Damlot verwijst
in een boos artikel in den Figaro de critici naar
liet «are publiek, het publiek (lat betaalt", en
beweert (lat dit /ijl) stuk wel mooi gevonden
beeft ; vervolgens geelt bij de geschiedenis van
het stuk en de veranderingen die hij er op aan
dring n van den directeur Koning in gemaakt
beeft. Sarcev in don Temps maakt zich eraf. door
te beloven dat hij het stuk eerst nou' eens zal
gaan zien, alvorens er over te schrijven, maar
verzwijgt locb niet (lat bij bet stuk ook onbe
langrijk' heelt gevonden, en vertelt als voorbeeld
dat liij eens van een stuk van /ola, waar ile/e
hem naar iliet liolaioud publiek'' verwe/en bad.
een latere voorstelling is gaan bijwonen en toen
de zaal ledig en het stuk weer vervelend beeft
gevonden.
Voor het vervolg van liet begonnen s.-tizoen to
Parijs kondigt de Opéra-('omii]iie aan Werther
en Knn.-sin: de Groute Opera Lu Midii'ii'ttii en
fUratoniee, het Itenaissanco-Thoator ecu op
ra('oniiipie van Messager, Madame Cliri/ouitkcnif1,
naar ilen .lapanschen roman van Pierre Loti. Do
Crooto Opera zal ook ^itni^on et DtdiUi van
Saint-Saëns monteeren en lloso Caron zal er in
den l id van Massonet optreden.
?In IjU Maludett'i komt een Alpen-panorama
voor. waarvan veel moois voorspeld wordt. Voor
de (ii'ooto Opera is ook bestemd JjiiHCt'lot d/c
l./ic. in ujl' acton, die Victorin .loncièros opeen
libretto van Blau en Ga.lle! schrijft.
De llollandsche violist .lohannes Wol ff, te
Londen, beeft van koningin Victoria een
pressepapier gekregen, versierd met een genden
vijfpond-rnunt en baar naam in goud. Hij is bekend
wegens de bereidwilligheid waarmede hij zijn
uroot talent ten dienst stelt voor liefdadige doel
einden. Commissies voor liefdadigheids-concertem
en soirees wenden zich, om zijne groote popu
lariteit en zijn talent, dat zooals de Poll Mail
zegt, de viool doet >zingen en spreken", gaarne
tot hem, en ontvangen zelden ecne weigering.
Letteren en Wetenschap.
Tennyson anecdoten. Onder de
veleanecdoten uit liet leven van den Poet Lauroate lord
Tennyson, die thans in de Kngelsciie bladen ter
gelegenheid van zijn dood verhaald worden, be
hoort ook de volgende : De dichters Tennyson en
Browning maakten eens samen een uitstapje naar
J'arijs. In een hotel aangekomen, moest Brow
ning naar bed, omdat bij bij den overtocht oene
vreeselijke verkoudheid had opgedaan. Afgunstig
zag hij zijn broeder ^in Apollo zich gereed maken
om uit te gaan, en liet hem heengaan met de
woorden: Xeg den lieden beneden, dat zij mijn
vuur niet laten uitgaan." Tennyson's Kransch
was niet veel bijzonders, hij deed echter zijn
best en riep met bet mooiste Angel-Saksische
accent in het bureau: >Ne laissy sortir lefou!"
waarop de directeur van het liótel zeJf ant
woordde: -Parfaitement, m'sieur!" met de be
leefde koelbloedigheid, waarmede de Kranschman
de moeielijkste bevelen uitvoert. Hij had ver
staan, dat hij den gek niet moest laten uitgaan,
en sloot voorloopig Browning in zijn kamer op,
opdat hij door geen vergissing ontsnappen kon.
Toon Tennyson thuiskwam, bemerkte hij een
stooron huisknecht, die voor de deur van Brow
ning's kamer de wacht hield, terwijl binnen de
dichter, wiens vuur reeds lang uitgegaan was,
schelde en tierde als een echte krankzinnige.
Tennyson was naief ijdel. Keus werd een
zijnor gedichten in gezelschap gereciteerd, en
eene dame die niet ver van den dichter zat,
zeide halfluid: »Hoe heerlijk!" >Dat geloof ik!"
zeidc Tennyson met olympische kalmte.
Ken ander maal wilde de dichter l'ossetti. zijn
vriend, bom mee hebben naar een nieuw opge
richt café-concert, llolborn Casino. Tennyson
had eerst allerlei tegenwerpingen en bekende
eindelijk dat bij geen lust bad herkend te wor
den, eene ovatie te krijgen en te moeten ant
woorden. Beste vriend." zei Itossetti, -als ik
in llolborn Casino op een tafel klom, en riep:
Hoeren en dames, dit is mijnbeer Tennyson, do
dichter van Locksloy Hall en andere verzen,
dan wed ik dat niemand wist over wien ik
het had." Toch?" zeide Tennyson
ongeloovig, '-nu. dan durf ik bet wel wagen," Hij ging
niet Itossetti naar het Casino, en inderdaad, nie
mand nam van ben beiden notitie.
Naar '1'i-nth" mededeelt beeft Tennyson nog
kort vóór zijn dood al zijn papieren doorgezien
en eene menigte brieven en manuscripten met
eigen band vernietigd. Den dichter bad de in
discretie, waaraan zich de geschiedschrijver l-'roude
in zijne biographie van Carlyle bad schuldig
ge»iaakt, onaangenaam aangedaan. Hij vreesde
steeds, dat zijn eigen letterkundige nalatenschap
in banden van een onbevoegden uitgever zoude
geraken. Daarom verbrandde lord Tennyson
alles, wat hij voor de publiceering ongeschikt
achtte. Hallam Tcnnyson, zijn eenige zoon. zal
bet leven van zijn vader beschrijven.
Het is nu in de Kngelsciie litteraire wereld
eene ijuaestic of bet ambt van poet iaureate",
afgeschaft dient te worden, of niet. Practisch
is op het oogenblik de zaak al heel moeielijk.
omdat van de tu-ee meest gci[ualih'coerden,
Swinbnrne en Morris, de een een radicaal-republi
kein, de ander een sociaal-democraat is. hetgeen
beiden voor het ambt, dat toch eigenlijk een
hofcharge is, en door de koningin vergeven wordt.
/'oor weinig sympathiek maakt.
Morris, door de Pull Mu.ll (jazcite ondervraagd.
vindt dat de post moet worden afgeschaft. Het
is heel toevallig, zegt bij. dat men achter elkaar
twee groote dichters gevonden beeft, Wordsworth
en Tennyson, die voor den post geschikt konden
genoemd worden, maar dit zal zelden gebeuren.
liet is maar beter dat de benoeming vergeten
wordt en men er nooit meer van hoort.
Itobert Browning dacht er anders over. Hij
vond bet een voordeel voor do litteratuur, een
erkenilen rang als beroep in het land te hebben.
De dichter, door de publieke opinio boven
allen aangewezen, is Swinburne: alle artikelen en
ook een plebisciet onder de lezers van de Pull
Midi noemen hem het eerst. Dan volgen:
William Morris, Coventry Patmore. sir Kdwin
Arnold. Austin Dobson, Lewis Morris, sir
Tbeodore Martin, (i. Meredith, enz.
Te Leipzig is de beroemde Duitscho
boogleeraar in de rechtsgeleerdheid dr. B. J. H.
Windschoid op Tö-jarigon leeftijd overleden.
Windsehcid beeft zijn naam gevestigd door zijn
LcJtrhucli dex J'ai«it:ktenrt:clit?, waarvan de eerste
uitgave in de jaren ISij'J?70 te Di'issoldorf ver
schoon. Xijn colleges o\er Pandekteii, die hij
sedert 1S7-1 te Leipzig gat', trokken in even hooge
nir.to de aandacht \an studenten ais van de reeds
als leeraren opgetreden juristen.
Kr is in de laatste dertig jaren bijna geen
juridische dissertatie in ons laiui te vinden waarin
niet herhaaldelijk Windscheid aangehaald wordt.
\Vindscbeiil trad reeds in l*-!O als
privaatiloceiit op te Bonn; in 1*7-1 werd liij benoemd
tot hooglooraar te Basel, in 1S;VJ te Greit'swald.
in l- 7 te Miinchen en in 1*71 e lleidelberg.
Behalve het bovengenoemde standaardwerk
schroef Windscheid nog:
/.?ir Ijiltre i/cs Cuile ^Xnjiolcon ronder
Utif/iiltiqlteid der ]{t.chtx(/e>ichatt-/, Die l,el/re des
Itiimiselicii lleclit* ton der \'orausse(;uii<), l>ic Aetio
j rfts liöinixcln'ii Cv/'rcclitx, WÜle und
\\'dlenserJdth'img. Zivei F rat/en uus der J^ehre 1:011 der
}'cri>/lich1uny u^geiiurKjereehtfertiijerIjertMlierumj.
In een feuilleton van de Frankfurter /.fitting
bespreekt I>r. Paul IJuchéde Hollainlscbe litte
ratuur dezer dagen. Hij zelf beeft Couperus'
Noodlot vertaald, voorts bespreekt bij de wer
ken van Van Keilen en Aletrino, en wijst vooral
op het teeken van leven, dat de tooneellittoratmir
in Nederland met Van Noubnijs' Guudcischje on
Eerloos schijnt te geven.