De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 30 oktober pagina 4

30 oktober 1892 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.801 van den tjain. Van den aanleg is vorder niets kenbaar dan een kleine kringvormige verheven heid in het midden, ongeveer 8 meter in door snede. Op deze verhevenheid stonden vier figuren in de rondte, die gemaakt waren van een gegla zuurd aardewerk, die ook nog verder in Pompoji voorkomt en van Egyptischen oorsprong was, twee krokodillen, een kikvorsch. een pad, alle even hoog, de grootste krokodil is 40 cM. lang, de pad 18 cM. hoog. Van het oordeel hierboven uitgesproken, over de schilderingen van den laatsten tijd in dit huis, moet men een Wein« kamer uitzondoren, die geheel anders en blijkbaar door een andere hand geschilderd is; deze ligt aan een hoek van het atrium, naast de gang, die hieruit naar den voorhof leidt. De gewone kleurige velden, die in Pompeji tot vervelens herhaald voorkomen rnet breede bossingzoomen, komen hier niet voor, maar de witte grond is in vakken verdeeld door ornamentstrepen, die op hoogst origineele en fantastische wijze natuurlijke en gestyliseerde planten met figuurmotieven verhinden; de verschil lende vakken zijn met ranken omzoomd en hebben rh het midden ieder een kleine figuur; het midden vak van iederen wand een schilderij; toch waren deze schilderijen, te oordeelen naar liet eonige dat eenigzin» bewaard gebleven is, een tafereel uit de Herculesmythe, van weinig waarde. Het ornamentale gedeelte van deze wanden daarente gen is zeer interessant door de oorspronkelijke en geestige wijze van schilderen. Met lichte en zekere hand zijn deze motieven zoo neerge worpen, dat uit enkel kleine dunne streken, waar van elk, apart gezien, onregelmatig en niet mooi is, zich toch een harmonisch en vroolijk geheel ontwikkelt. Verwonderlijk is de zekerheid, waar mee kleine menschea on dieren-figuren in weinige streken zijn aangeduid; zonder eenige detailleering, maar van onbetwijfelbare duidelijkheid in uitdrukking en beweging. Ook de in violet, geel en groen schitterende kleuren van deze orna mentstrepen hebben iets heel bijzonders. Of wij hier het werk van een vreemden, misschien door reizenden kunstenaar voor ons zien of bij toeval al zijn overige werken vernield zijn zijn werk zaamheid valt, tenminste hierin, vóór de aard beving van het jaar (i,'i is niet te beslissen. Zeker is, dat in geen der schilderijen van I'oinpeji, die behouden zijn, of door afbeeldingen bekend, diezelfde hand wordt herkend. inimn Aanteekeningen Schilderkunst. Hoe de Voi/el* nan een Koning Jneamen, is de titel van een door Th. van Hoytema te Loosduinen geteekend kinderboek, dat eenige speciale aan dacht verdient. Wie de waarde van het aardige werkje kort weg wilde aanduiden, zou ongeveer kunnen vol staan met te zeggen dat hot in elk geval hot beste is, wat van dien aard in Holland nog geleverd werd. Een jong Amsterdamsch teekenaar van eenig talent, «lan van Oort, kon misschien iets dergelijks of, wie weet, iets beters leveren, maar heeft het nog niet gedaan. En omdat nu, voorvast in de plaats van het slechte, het betere dient te komen, is het zeker te hopen, dat de auteur niet bij zijn plan blijft, het boekje zelf uit te geven, want daar rust zelden zegen op en dat ter verspreiding een uitgever zich alsnog er van meester make. Een kleine correctie zou deze dan wel d*en voor te slaan. Het ons toegezonden proefexem plaar namelijk, der dertig saamtevoegen bladen, is gedrukt op een koud, leiachtig grijs, dat, als de oplaag nog niet gedaan is, gemakkelijk door een smakelijker getint papier kon worden ver vangen, zeer ten protijte van liet gansche voor komen van het nog wat schamel uitziende boekje. Imdien de smaak in Holland niet zoo gruwe lijk eenzijdig ontwikkeld was, indien niet door een onzinnige, hier meer nog dan elders ge koesterde, misvatting, wat er bij ons aan talent yoor den dag komt, bijna uitsluitend gericht werd tot het leveren van schilderijen in olieverf (met gouden lijst), indien niet, terwijl het ezel schilderij bij ons tot hooger bloei kwam, ter zelfder tijd gansehc gewesten van verwandte kunst jammerlijk ontvolkt bleven, indien dit alles anders en beter ware, dan zou de verschij ning van een simpel prentenboek niet de wan verhouding van bijna oen gebeurtenis behoeven aan te nemen. Want is het niet een al te zonderlinge stand van zaken, dat, terwijl we van een schilderij, als het niet van zeer voorname orde is, gewend als we zijn aan het goede, bijna den mond niet meer open zoudcH doen, wij. reppende van een zelfs nog geenszins voldoend prentenboek, wel geneigd moeten zijn in den trant van opgetogenheid te vervallen V Want het leit er toch toe, dat we bij zoo'n leeg stuk zwerk een enkelen vogel lichter opmerken, ook al is het zoo'n groote niet. En nu zal ik mij aan de/e, hoezeer ook sym pathieke, maar op vademen na niet grandioze proeve, niet zoozeer vergapen, dat ik, om in de rolverdeeling van zijn boekje- te blijven, den nog lang niet meester-vasten maker voor een soort van adelaar zal aanzien. Maar hij schijnt in de provincie der zwarten, oen witte raaf inderdaad, bij vergelijking dan. Want al gaat er niet die adem door van de blijde mousseerende kracht, waardoor zulk werk tot zooiets eigenaardig genottelijks zou moeten worden, er kleeft daarentegen geen spat nas'cnoeg aan van do burgerlijke miezerigheid. die ons wee heeft gemaakt van de legioenen prenten boeken die bij ons ter markt worden gevoerd. En de, naar ik aanneem jeugdige, maker, mag inderdaad eenige voldoening gevoelen over een eersteling, waarin vindingskracht, studie van zijn stof, vermogen van zorgvuldig volhouden, en zelfs, in zekeren zin, oorspronkelijkheid, te waardeeren vallen, en waarin wij een aanleiding willen zien, voor de toekomst iets van hem te verwachten. De Engelschen zijn in prentkunst toch zeer ver. Een jong artiest die daar in die dingen be gint, kan zich stevig geruggesteund voelen d ooieen hooge artistieke kultuur, en hot is geen zeld zaamheid als hij zoo op slag iets moois maakt. Er is er nu weer een, wiens naam men heeft te onthouden in de rij naast die van Walter Orane, Charles llicketts, Charles Shannon, John Batten, Keginald Savage, William Strang, de artisten die in den laatsten tijd zich in stijlvolle boek-prentknnst zoozeer hebben onderscheiden. Hij heet Lawrence Ilousman, en heeft een treffend bizar gedicht van George Meredith: Jump toglory Jaue met zeer ongemeene illustraties versierd. Kr is daar een nachtmerrie-achtige expressiekracht, een niet-thuis-te-brengen nijpende lugnberte, met zeer eenvoudige middelen, mot een bijna leuk realisme, zeer speciaal in bereikt, en men kan het idee niet van zich afzetten dat deze teeke naar geboren is om eenmaal, eindelijk, waardig Hdgar Poe te illustreeren. liij George Bell and Sons te Londen zal een groot werk over Kdward Burno Jonos het licht zien, met tekst van M. Heil en een honderdtal fotogravures naar 's meesters werken. In de New Gallery komt een tentoonstelling van het oeuvre van Hurne-.lones, die het glanspunt van den winter in Londen zal zijn, zooals die van YY'histler dat verleden jaar was. De I-'hnfographische Union te Miinchen heeft het prospectus verzonden van een kostbare pracltt-editie, waarin veertig fotogravnren, .'18 bij 49 cM., zullen worden gegeven, naar do voor naamste werken van den zeer grooten Xwitserscben schilder Arnold Boecklin, (gel). 1S27) den door Max Klinger hoogvereerden meester van het tragische fantasmc, meester van een sfinxachtige syjnlioliek; den te Zurich in afzondering levenden aristocraat van het imposante ideesehilderij, evenknie van Gustave Morcau, afstam meling zou men zeggen van Pureren Mantegna, het grootst genie in elk geval dat in kunst het land der Alpen heeft opgeleverd. Ik en een ander, wij hebben vaak gelegenheid gehad ons te verbazen over de wijze waarmee men in Punch vermag, de politieke cnrto'>w>, waarin geheel recente voorvallen, heet van de rooster mag men zeggen, tot aanleiding worden genomen, op slag voor de drukpers gereed te hebben. Dit zou nog zoo opvallend niet zijn, indien, bij het bezorgen dier prenten, blijkbaar van eenig modern op de fotografie gebaznerd verveeh'tildiü-ingsproeédégebruik werd gemaakt. Maar voor wie in deze eenige kennis van zaken heeft, is het duidelijk dat de groote [(renten van enniel werkelijk houtgravure zijn, en men staat verbaasd hoc bij zulk gepresseerd werk de be werkelijke teekening kan worden klaar gekorven in het houtblok. In het onlangs verschenen werk over Charles Keene door (i. S. Layard nu, wordt beschreven. en dit lijkt me wetenswaard, hoe liet toegaat met het gereedmaken dier wekolijksche prenten. Tenniel brengt in den regel zijn teekeningen nog zelf o]) het blok, en verzendt dat Vrijdagsavonds om acht uiir naar den hoiitgravoiir. liet blok is saamgeduwd uit een groot aantal kleine blokjes, en wordt nu dadelijk uit elkaar gxMiomen om onder ettelijke graveurs ter bewerking te wor den verdeeld. Door deze verdeeling van arbeid (dit gaat trouwens gewoonlijk zoo met de moderne boutgravure) zijn de kleine blokjes spoedig ge reed. Nu worden zij ijlings weer in elkaar gezet, en het geheel ter correctie aan den meester graveur overgegeven. Dit alles gaat zoo spoedig te werk, dat Zaterdag-avond de prent gereed is. Dan worden nog om sommige partijen donkerder en andere lichter te doen drukken de papieren overleggers aangebracht, en de clichézoo in het drukraam gezet, dat Maandags-morgons vroeg moet beginnen in beweging te gaan, om bijtijds de oplaag gereed te hebbeu, l'unch komt naar ik meen Dinsdags uit. De Nieuwe Kuttenlimmer haalt uit een der Bossche kranten het volgende aan : Met belangstelling deelen wij mede, dat aan onzen stadgenoot, den kunstschilder A. ,1. Derkiiifleren, door de firma Brinck en ('ie. te Am sterdam, vertegenwoordigers van een der grootste Engolscho tegel-fabrieken, opgedragen is, liet ver vaardigen dor teekeningen voor een kruisweg, die in Kngeland zullen worden overgebracht op tegels, om in dien vorm de kerk van het gesticht der Herwaarde Broeders van den II. .lohannes de Deo te Haarlem te versieren. Den heeren Brinck en ('ie. mag men een woord van lot' niet ontbonden voor bun initiatief ten de/e. waardoor opnieuw bewezen /.al worden, hoe tegolvorsierinifon, met smaak en kennis aan gewend, in onze vochtige gobotuvon van groot belang kunnen H-orden voor inwendige decoratie. De heer Dorkinderon heeft de leekeningon voor de twue eerste staties reeds u'oreoil. Verleden week exposeerden de tirma's liiili'a en Xoon en K. J. van YYisselingh en Co. in de Kalverstraat beiden voor hun raam een schilderij van Ed. Karsen. De laatste het mooie stukje van de ouile huizen dat op de keuze-tentoonstelling was. De eerste een nieuw, ('en lijn gevoelde landelijke avond. Van WUselingh heeft op het oou'onblik een superhe .Monticelii." In l'ulchri in den Haag is :;(l Octohor de ten toonstelling geopend van werken door M. Uauor. Siobo ten Cate en l'b. Xilcken. Van BauiT zijn er voor het eerst de litbogratien bij <'arel cnde Klegant geëxposeerd. De heeren Xilcken, Toorop en Staal hebben in den Haag zich opgeworpen als comitévoor een Verlaino-conférence in begin November. Vorlaino /al u'ovon een cansorio rclative a.nx rrivains en vers, nies contcmporains et compatriotos, snivie <le lectnres a 1'appni." Paralli'lement an\ Parnassioiis", zoo schroef hij verder, nies vieux muis c| ca ma ra d os de lettres, je parlerai des modernes'1, Décadents, Svmbolistes, et Romans, nos siio-es^eurs, non moins amis." Donderdag '21 October opende bij Oldon/.eel te Itotterdam «'en tentoonstelling van schilderijen, aquarellen, pastols en teekeningen door YYillrm de Xwart, ('h. Dankmeyer en A. Ilijicr. Bij Oldenzeel zijn ook teekeningen geëxpozeerd door Vincent van Gogh uit zijn allerjongste» tijd, veertien-jarigen leeftijd, meldt men mij, maar dit komt me vreemd voor, omdat van Gogh op zijn 27e pas serieus begon. Vóór dien tijd was hij in den kunsthandel, was hij onderwijzer, was hij theoloog, en al teekende hij af en toe wel eens, -- - ik kan me niet begrijpen hoe men van dien vroegen tijd een heele collectie bij elkaar zou hebben. Op l en '2 November zal de firma Kroderik Muller A- Co. in de Brakke Grond te Amsterdam ecu uitgebreide verzameling oude schilderijen, antikiteiten en porcelein in veiling brengen. Op de boeken-auctie die de firma van Stocknm iu don Haag van 5 tot lli November zal honden, komt een verleidelijke collectie kunstliteratuur ter tafel. Den 27sten November is de schilder Kloris Verster te Linden in het huwelijk getreden met Mejuffrouw .Jenny Kamerlingb Onnes, zuster van den schilder. V. Plastische Kunst. Duitscha Otldhedan. Het beroemde Sacra mentshuisje van Adam Kraft't in de Lorenzkerk te Nürnberg zal eerstdaags weder geheel worden schoongemaakt. Ten behoeve hiervan zal het l'l voet hooge steen en kunstwerk met een steiger omgeven en het stof door middel van penseelen en plumeaux verwijderd worden. Dit had ook plaats in de jaren 1571, 1<>54, 1770 en LS:SS. Bij de firma E. J. van Wisselingb & ('o., Kal verstraat l!'4 is geëxposeerd een aquarclle van Jacob Mans Molen". A.s. Dinsdag S November zal in 't lokaal de Brakke Grond te Amsterdam eene belangrijke sehilderijenverkooping plaats hebben; onder de fraaie verzamelingen, nagelaten door de heeren .1. Bergman en M. J. van llaefkens, komen stukken voor van .(os. Israels, Th. de Bock, G. II. Breitner, Gabriël-Bakker Korff, W. Maris Mesdag, I'oggenbeek. enz. enz. De catalogi zullen heden verkrijgbaar zijn. Tooneel en Muziek. In bet Gymnase te Parijs is een drama van Kniest Damlet (de broeder van Alp'nonse) op gevoerd, dat door de kritiek zeer slecht ontvan gen is. De inhoud is de volgende : Graaf do Vérnn is in zijn woning vermoord gevonden. Ken rechter van instructie, die zich /elven voor heel slim bondt, neemt de persoon die bet laatst met den vermoorde gezien is, in hechtenis. liet is een maitresse van den graaf, Ilose Morgan. Xij komt voor het hof van .\ssises; alles schijnt hare schuld te bewijzen, als een Doininikaner monnik, pater Jacques Vignal, vraagt gehoord te worden. Hij zweert op zijne eer als man en priester, dat Ilose Morgan niet schuldig is. hij kent de daderes, maar mag den naam van deze niet noemen; het geheim is hom in de biecht vertrouwd. De schuldige is do gravin de Véran, die, anders buiten vertoevend, baren man in een orgie verrast beeft en hem heeft doodgeschoten. Xij kan toch niet dulden dat lloso verdacht blijft, en wil alles bekennen, bet eerst aan liose zelf'. De zondares is eerst wrevelig over het lange zwijiren der gra vin, maar na een toespraak van pater Vignal, gevoelt zij behoefte om boete te doen, en zwijgt dan ook. De gravin zal nu kunnen trouwen met een man dien zij vroeger liefhad. Paul Ginisty van de Ki/ndilifiue Franruisc vindt bet stuk van liet ergste genre. Ie genre ennuyenx"; daarenboven onwaarschijnlijk, niet vol doende gemotiveerd, onbehoorlijk romanesk en banaal. .Inlos l.omaitro in de Déliats maakt van de gelegenheid gebruik om een geestige studie te schrijven over den pater in zijne betrekking tot de tijdelijke vroomheid der femmes du monde; hij vindt ook bet stuk slecht geschreven en stelt een meer voldoende ontknooping en afwerking van het onderwerp voor. Kniest Damlot verwijst in een boos artikel in den Figaro de critici naar liet «are publiek, het publiek (lat betaalt", en beweert (lat dit /ijl) stuk wel mooi gevonden beeft ; vervolgens geelt bij de geschiedenis van het stuk en de veranderingen die hij er op aan dring n van den directeur Koning in gemaakt beeft. Sarcev in don Temps maakt zich eraf. door te beloven dat hij het stuk eerst nou' eens zal gaan zien, alvorens er over te schrijven, maar verzwijgt locb niet (lat bij bet stuk ook onbe langrijk' heelt gevonden, en vertelt als voorbeeld dat liij eens van een stuk van /ola, waar ile/e hem naar iliet liolaioud publiek'' verwe/en bad. een latere voorstelling is gaan bijwonen en toen de zaal ledig en het stuk weer vervelend beeft gevonden. Voor het vervolg van liet begonnen s.-tizoen to Parijs kondigt de Opéra-('omii]iie aan Werther en Knn.-sin: de Groute Opera Lu Midii'ii'ttii en fUratoniee, het Itenaissanco-Thoator ecu op ra('oniiipie van Messager, Madame Cliri/ouitkcnif1, naar ilen .lapanschen roman van Pierre Loti. Do Crooto Opera zal ook ^itni^on et DtdiUi van Saint-Saëns monteeren en lloso Caron zal er in den l id van Massonet optreden. ?In IjU Maludett'i komt een Alpen-panorama voor. waarvan veel moois voorspeld wordt. Voor de (ii'ooto Opera is ook bestemd JjiiHCt'lot d/c l./ic. in ujl' acton, die Victorin .loncièros opeen libretto van Blau en Ga.lle! schrijft. De llollandsche violist .lohannes Wol ff, te Londen, beeft van koningin Victoria een pressepapier gekregen, versierd met een genden vijfpond-rnunt en baar naam in goud. Hij is bekend wegens de bereidwilligheid waarmede hij zijn uroot talent ten dienst stelt voor liefdadige doel einden. Commissies voor liefdadigheids-concertem en soirees wenden zich, om zijne groote popu lariteit en zijn talent, dat zooals de Poll Mail zegt, de viool doet >zingen en spreken", gaarne tot hem, en ontvangen zelden ecne weigering. Letteren en Wetenschap. Tennyson anecdoten. Onder de veleanecdoten uit liet leven van den Poet Lauroate lord Tennyson, die thans in de Kngelsciie bladen ter gelegenheid van zijn dood verhaald worden, be hoort ook de volgende : De dichters Tennyson en Browning maakten eens samen een uitstapje naar J'arijs. In een hotel aangekomen, moest Brow ning naar bed, omdat bij bij den overtocht oene vreeselijke verkoudheid had opgedaan. Afgunstig zag hij zijn broeder ^in Apollo zich gereed maken om uit te gaan, en liet hem heengaan met de woorden: Xeg den lieden beneden, dat zij mijn vuur niet laten uitgaan." Tennyson's Kransch was niet veel bijzonders, hij deed echter zijn best en riep met bet mooiste Angel-Saksische accent in het bureau: >Ne laissy sortir lefou!" waarop de directeur van het liótel zeJf ant woordde: -Parfaitement, m'sieur!" met de be leefde koelbloedigheid, waarmede de Kranschman de moeielijkste bevelen uitvoert. Hij had ver staan, dat hij den gek niet moest laten uitgaan, en sloot voorloopig Browning in zijn kamer op, opdat hij door geen vergissing ontsnappen kon. Toon Tennyson thuiskwam, bemerkte hij een stooron huisknecht, die voor de deur van Brow ning's kamer de wacht hield, terwijl binnen de dichter, wiens vuur reeds lang uitgegaan was, schelde en tierde als een echte krankzinnige. Tennyson was naief ijdel. Keus werd een zijnor gedichten in gezelschap gereciteerd, en eene dame die niet ver van den dichter zat, zeide halfluid: »Hoe heerlijk!" >Dat geloof ik!" zeidc Tennyson met olympische kalmte. Ken ander maal wilde de dichter l'ossetti. zijn vriend, bom mee hebben naar een nieuw opge richt café-concert, llolborn Casino. Tennyson had eerst allerlei tegenwerpingen en bekende eindelijk dat bij geen lust bad herkend te wor den, eene ovatie te krijgen en te moeten ant woorden. Beste vriend." zei Itossetti, -als ik in llolborn Casino op een tafel klom, en riep: Hoeren en dames, dit is mijnbeer Tennyson, do dichter van Locksloy Hall en andere verzen, dan wed ik dat niemand wist over wien ik het had." Toch?" zeide Tennyson ongeloovig, '-nu. dan durf ik bet wel wagen," Hij ging niet Itossetti naar het Casino, en inderdaad, nie mand nam van ben beiden notitie. Naar '1'i-nth" mededeelt beeft Tennyson nog kort vóór zijn dood al zijn papieren doorgezien en eene menigte brieven en manuscripten met eigen band vernietigd. Den dichter bad de in discretie, waaraan zich de geschiedschrijver l-'roude in zijne biographie van Carlyle bad schuldig ge»iaakt, onaangenaam aangedaan. Hij vreesde steeds, dat zijn eigen letterkundige nalatenschap in banden van een onbevoegden uitgever zoude geraken. Daarom verbrandde lord Tennyson alles, wat hij voor de publiceering ongeschikt achtte. Hallam Tcnnyson, zijn eenige zoon. zal bet leven van zijn vader beschrijven. Het is nu in de Kngelsciie litteraire wereld eene ijuaestic of bet ambt van poet iaureate", afgeschaft dient te worden, of niet. Practisch is op het oogenblik de zaak al heel moeielijk. omdat van de tu-ee meest gci[ualih'coerden, Swinbnrne en Morris, de een een radicaal-republi kein, de ander een sociaal-democraat is. hetgeen beiden voor het ambt, dat toch eigenlijk een hofcharge is, en door de koningin vergeven wordt. /'oor weinig sympathiek maakt. Morris, door de Pull Mu.ll (jazcite ondervraagd. vindt dat de post moet worden afgeschaft. Het is heel toevallig, zegt bij. dat men achter elkaar twee groote dichters gevonden beeft, Wordsworth en Tennyson, die voor den post geschikt konden genoemd worden, maar dit zal zelden gebeuren. liet is maar beter dat de benoeming vergeten wordt en men er nooit meer van hoort. Itobert Browning dacht er anders over. Hij vond bet een voordeel voor do litteratuur, een erkenilen rang als beroep in het land te hebben. De dichter, door de publieke opinio boven allen aangewezen, is Swinburne: alle artikelen en ook een plebisciet onder de lezers van de Pull Midi noemen hem het eerst. Dan volgen: William Morris, Coventry Patmore. sir Kdwin Arnold. Austin Dobson, Lewis Morris, sir Tbeodore Martin, (i. Meredith, enz. Te Leipzig is de beroemde Duitscho boogleeraar in de rechtsgeleerdheid dr. B. J. H. Windschoid op Tö-jarigon leeftijd overleden. Windsehcid beeft zijn naam gevestigd door zijn LcJtrhucli dex J'ai«it:ktenrt:clit?, waarvan de eerste uitgave in de jaren ISij'J?70 te Di'issoldorf ver schoon. Xijn colleges o\er Pandekteii, die hij sedert 1S7-1 te Leipzig gat', trokken in even hooge nir.to de aandacht \an studenten ais van de reeds als leeraren opgetreden juristen. Kr is in de laatste dertig jaren bijna geen juridische dissertatie in ons laiui te vinden waarin niet herhaaldelijk Windscheid aangehaald wordt. \Vindscbeiil trad reeds in l*-!O als privaatiloceiit op te Bonn; in 1*7-1 werd liij benoemd tot hooglooraar te Basel, in 1S;VJ te Greit'swald. in l- 7 te Miinchen en in 1*71 e lleidelberg. Behalve het bovengenoemde standaardwerk schroef Windscheid nog: /.?ir Ijiltre i/cs Cuile ^Xnjiolcon ronder Utif/iiltiqlteid der ]{t.chtx(/e>ichatt-/, Die l,el/re des Itiimiselicii lleclit* ton der \'orausse(;uii<), l>ic Aetio j rfts liöinixcln'ii Cv/'rcclitx, WÜle und \\'dlenserJdth'img. Zivei F rat/en uus der J^ehre 1:011 der }'cri>/lich1uny u^geiiurKjereehtfertiijerIjertMlierumj. In een feuilleton van de Frankfurter /.fitting bespreekt I>r. Paul IJuchéde Hollainlscbe litte ratuur dezer dagen. Hij zelf beeft Couperus' Noodlot vertaald, voorts bespreekt bij de wer ken van Van Keilen en Aletrino, en wijst vooral op het teeken van leven, dat de tooneellittoratmir in Nederland met Van Noubnijs' Guudcischje on Eerloos schijnt te geven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl