Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
N* 802
Euisplaag en huistiran te worden, een monster
ran norsch- en nurkschheid, die de meiden op
een loop jaagt en vrouw en dochter wanhopig
maakt. Het kostelijke, het oorspronkelijke van
deze menschen is, dat zij geen oogenblik aan
leelijke en slechte dingen denken. De man blijft
des nachts uit. Wat doet het er toe'? Echtelijke
ontrouw en dergelijke akeligheden zijn in het
Duitsche kluchtspel onbekende grootheden; wie
er aan denkt, er over durft fluisteren, maakt zich
zelf belachelijk. Een karakteristieke episode in
Gevaarlijke middelen is deze. Een jong meisje
Beeft de onvoorzichtigheid in het gezelschap van
een ongehuwd heer meer champagne te drinken
dan zij verdragen kan. De familie is wanhopend.
Waarom ? Omdat het meisje vreest, dat zij zich
aan den alleenloopenden lieer gedeclareerd heeft.
Wat zou een Franscb kluchtspelschrij ver van zulk
een situatie gemaakt hebben? Hoeveel bedekte
en onbedekte grofheden. hoeveel dubbelzin
nige en ondubbelzinnige brutaliteiten zou
Bij. ons te slikken hebben gegeven. Werkelijk,
een Duitsche klucht is nog niet zoo kwaad.
Gevaarlijke middelen is niet de minste in haar
soort; wie het soort aandurft, zal zich zonder
twijfel amuseeren.
Het ongeluk van Een man van de wereld is,
dat de allerdwaaste tooneelmenschen nu en dan
neiging gevoelen zwaar op de hand te worden
en met gemaakte deftigheid over heusche kwesties
te gaan redekavelen. Als geheel is Een man van
de wereld zeker niet een van Moser's minste
Kluchten; des te meer is het te betreuren, dat de
schrijver van tijd tot tijd zulke allerzotste
bokkesprongen op het gebied der hoogere
zedenkomedie ten beste geeft. Als zijn personen ophou
den gek te doen, uitrusten van het krijgertje en
verstoppertje spelen, ligt de heele boel in 't
honderd. Als zij hun hersens en harten willen
laten werken, weigert de mechaniek haar
diensten. Een man va>i de wirM behandelt
de kwestie of een man zijn vrouw voor het
huwelijk de avonturen van zijn jonggezellenleven
moet vertellen of niet en behandelt deze in de
niet komieke gedeelten op zoo onbeholpen, zoo
kostelijk pompeuze wijze, dat men moeite heeft
het ernstige niet nog komieker te vinden dan
Rët komieke. Een jonge weduwe en een op
jaren gekomen doordraaier geven leuterpraatjes
over de liefde en den echt teu beste, waaraan
oude jongejuffrouwen hun hart zouden kunnen
ophalen. De mooiste typen echter zijn de man en
de vrouw, de bedrieger en de bedrogene. Als de
man bemerkt, dat de vrouw de geheimen van zijn
jeugd ontdekt heeft, neemt Lij terstond oen
lijkbiddersgezicht aan en stelt met bevende stem een schei
ding voor. De goode lobbes had niet zijn vrouw,
maar blijkt ons en zich zelf vier bedrijven lang
Toor den mal gehouden te hebben. Zijn de
lierlijnsche Don Juans allen zoo onschuldig, zoo
onnoozel, zoo onbeduidend als deze zoete praat
jesmaker ? Een monster van naieveteit is het
vrouwtje; als zij ontdekt, dat haar man haar om
trent zijn vroeger leven de brutaalste leugens op
de mouw heeft gespeld, vindt zij gecne andere
wraak dan hem met stormpas in de armen te
vallen en alles te vergeten en vergeven, zooals
de geijkte term luidt. Gelukkig nemen de quasi
emstigegedeelten niet al te veel jilaats in het
kluchtspel in, zwommen wij bijna voortdurend in de reine
zotheid. Voor eene Posse is Gevaarlijke middelen
al met bijzonder veel handigheid in elkaar gezet;
entrain en levendigheid kan men liet in de
laatste plaats ontzeggen. liet groote publiek amu
seerde zich blijkbaar kostelijk. De paar kleine
wansmakelijkheden, de enkele geniepige,
gruotokinder-schuinheidjes neemt men met meer of
minder bezwaar op den koop toe.
Het spelen van Duitsche kluchten heeft rooi
den tooneelspeler dit gevaarlijke, dat hij, telkens
en telkens dezelfde weinig karakteristieke typen
moetende voorstellen, allo kans loopt, zonder het
te willen of te merken, met zijn emplooi te ver
groeien, daarin te versteenen, zich zelf en steeds
zich zelf te spelen. De heer llenri de Vries
was allerleukst als de huistiran Sebröder, maar
niet anders leuk, niet leuker dan hij dit steeds
is. Van den heer Schulze (Fritz Boll) geldt het
zelfde, doch niet in dezelfde mate ; ziju rol had
soms een tikje eigens. Mevrouw van Eysden?Vink
(Louise), bekoorlijk als steeds, kon niet meer dan
Jiet zijn, hun paradijs te versieren en inplaats
daarvan een ander, voor zich, te scheppen!.,.
De fonkelende diadeem knelde haar, zij
slingerde hem van het hoofd en bevestigde
een enkele witte roos in het haar : »U vindt
immers ook, dat de roos een schooner sieraad
is, dan het kille edelgcsleente, niet waar ?"
vroeg zij, den ingenieur naderend.
»Ik vind het", antwoordde hij niet nadruk.
Gravin Sara verstond dien toon, die : »ik weet,
dat gij het niet vindt" beduidde en meende
er een zeker bitter verwijt iu te hooren, dat
haar eindeloos gelukkig maakte toch lag
er niets dan sarcasme in.
^Geloof mij, mijnheer Fekele; ook ik heb
neiging tot poë/.ie ; ook ik kan gevoelen."
Fekete sprak geen woord ; hij geloofde haar.
»Ik ben geen slavin van rang en goud.
De witte roos trekt mij meer aan dan de
diamant, het lommerrijk prieel meer dan het
salon. Ik zou afstand doen van alle schat
ten voor een minnend hart, voor een edele
ziel, voor een weinig geluk."
De ingenieur staarde de jonge dame ten
hoogste verbaasd aan, als wilde hij zich
overtuigen, of de trotsche bruid deze tirade
Tan buiten geleerd had, of ecnige mooie
frasen uit de werken van dezen of genen
dichter ten beste gaf.
Op dit oogenblik ontsprong een traan
gravin Sara's oogen, een traan die hem
alles kon hebben opgehelderd, maar Isikolaus
had niet geleerd tusschen de regels te lezen.
Voor hem bestond er slechts n wetenschap
(p de wereld, de arithmetica; van Lavater's
jxhysionomie had hij geen begrip.
dit zijn. De heer Tourniaire Behoef ik het
nog te zeggen 'l Hoe vaak hebben wij hem reeds
als zoodanig toegejuicht V vertoonde zich
voor de zooveelste maal in volle kracht als de
joviale doordraaier. Creaties van min of meer
beteekenis leverden mevrouw Holtrop en de
heer Clous (de man en vrouw in Moser's klucht;
soms een beetje te druk en beweeglijk), mevrouw
van Ollefen (Èlse, een slimme Berlijnsche juffer ;
een meesterstukje van luimige fantasie; on
betaalbaar het nadoen van den bedeesden school
meester), de heer Verenet (Wiesner, de school
meester, een goed type, vrij van al te bonte overdrij
ving), de heer van Eysden (een verwaand lui tenant je,
vlot en vroolijk, met uitstekend humeur voorge
steld), de heer Tartaud (Paul van Hoven een
onbegrijpelijke jonker; de schrijver zegt dat hij
i-durchwey hebenswürdig, gemiïtcoll,natürlichund
vornehm, niemals tjeckenliaft" moot zijn; hoe dit
mogelijk is, begrijp ik niet) en juffrouw Rika
Haspels, een lieve verschijning, die bij haar
eerste optreden hier ter stede veel succes heeft
gehad. Om het moeilijke champagne-tooneel te
redden moet men grooter eomcdienne zijn dan
zij nog is, nog kan zijn. In het gesprek met
haar vader trof zij door beschaafdheid eu natuur
lijkheid, wist zij ongedwongen schalksch, en
guitig te zijn; misschien een itigénue in den
dop; laten wij het hopen, het emplooi is aan
onze meeste gezelschappen niet ai te schitte
rend bezet.
Bij het gezelschap?Van Lier een interessante
première, »De erfgenamen van Kabourdin", ecu
van de weinige dramatische werken van Emile
Zola. Hierover de volgende week uitvoeriger.
II. J. M.
Een oordeel over Mounet-Sully's Oedipns.
Indien Mounet-Sully kennis heeft genomen
van het oordeel der Nederlandsche pers over ziju
Oedipus, dan weet hij nu, dat »spel eu voor
dracht" beide den tooneelcriticus der Nieuwe
Rotterdamsche Courant ;) széór hebben teleur
gesteld.''
Maar dan heeft hij tevens kunnen vernomen,
dat aan dien indruk daarom zooveel waarde
moet worden toegekend, omdat do Rotterdammers
veel beter dan de Parij zonaars in staat zijn hier
»onbev!ingen" te booordeolon.
Immers, do Parijzenaars Of neen. hot is
maar »eenc minderheid" onder de
tooneelbozoekers der hoofdstad van Frankrijk bij wie deze
tooneelspeler zoo hoog staat aangeschreven, de
minderheid die juist talrijk genoeg is om »de
klassieke avonden in lint Tlifatre /ïaiu-rcis te
vullen." Deze lieden zijn =aan liet traditioneclc
en conventionecle zoo gewend, dat /ij niet beter
weten of het hoort zoo''. Dit is voor Moimet al
veel gewonnen, want in dergelijke hersens is voor
kritiek weinig plaats. Nu komt er bij, dat de
andere acteurs van hot Tltmtre franpus die in
treurspelen en romantische drama's optreden Ie
ronron elassique" op zoo'n allerverveleiiste manier
vertegenwoordigen, zoo slaapverwekkend eentonig
:brommon", dat, wanneer Mounet met ziju eentonig
donderen" voor den dag komt, hij de toesrlnmwoi's
ton minste uit den slaap houdt: reeds daarom ziju /ij
geneigd zijn spel on zijn voordracht mooi te vinden.
Kn eindelijk ziju er te Parijs zekere kiinstreeliters,
?Sareey, Lemaitre en de rest" (de rest o. a.
Larrounict, Stoullig, Laguot, 1-ïltm, do beide
Fouquiers) die deze luidjes liet hoofd warm maken,
hen opwinden over Mounet-Sully en, verheugd
dat zij eens iets anders te vertellen hebben dan
hun eeuwige en erfelijke lofzangen over samenspel
en klassieisme.in dien kleinen kring dezen
tooueelspeler in de lucht steken en hem cene reputatie
maken die niet onverklaarbaar is als men zijne
omgeving kent, doch die daarbuiten geen stand
kan houden."
De Rotterdammers bevinden zich tegenover
Mounet-Suily in veel gunstiger condities. Zij
hebben van tooiifiolspeelkunst oen veel broeder
opvatting: zij wonen niet uitsluitend vertoonin
gen bij van Sot'ocles, Corneille of Shakcspoare :
') Nieuwe Kotterdamsche Courant van '_'!)
Octobor. Eerste blad li.
Den volgenden dag werkte hij als ge
woonlijk in zijn tuinkamer. Hij was totaal
verdiept in zijn teekeningen en berekeningen,
toen plotseling de deur open ging en gravin
Sara alleen binnentrad, llij had geen oog
voor haar, maar rekende kalm voort. Krsiens
op zijn kaart ontbraken een paar kavelingcn
en die zocht hij overal, met den geopeiiden
passer melend en passend in de lijnen
deikaart prikkend. Sara durfde hem niet aan
spreken. O ! waarom hoorde hij niet het
luide kloppen van haar hart ! 2\a geruinien
tijd merkte hij haar eindelijk op en werd
zóó verlenen, dat de passer zijn hand ont
viel en zijn teekeningen en plannen iu de
grootste wanorde geraakten. Doch zich
spoedig herstellend, begroette hij de gravin
en vroeg waaraan hij de eer van haar bezoek
bad te danken.
-Mijnheer Fekete. ik wilde u eens spreken.'1
- l" 'hebt slechts te bevelen."
»Stoor ik u niet in uw werk?" vroeg zij,
met een ongewoon beklemde stem.
Welk een vraag, gravin !"
»Wat hebt u op 't oogenblik onder han
den !-"
sllet plan der grafelijke bezittingen.
Wenscht u de kaart eens te zien, gravin ?"
Met deze woorden overhandigde hij haar het
blad, er ter verklaring bijvoegend, dat de
gele kleur het bouwland, de groene kleur de
weiden, het lichtgroen de jachtvelden en het
donkergroen de bosschen voorstelde.
»En wat beduidt dat hier, heel bovenaan ?''
vroeg gravin Sara met bliksemende oogen.
>.IIet grafelijk wapen van Kelend}-: de
zij gaan van alles zien en hebben zoo gelegen
heid gehad hun smaak in veel ruimer kring te
vormen. Zij laten zich niet opwinden door -. Sareey,
Lemaitre en de rest". Zij eischen dat men Sot'ocles
en Shakespeare even eenvoudig en natuurlijk
spele als een blijspel en een burgerlijk drama.
En zoo zijn zij geneigd aan »een tragisch artist
die zijne stem uitzet boven het gemiddelde van
den gezelschapstoon, reeds daarom alloen hunne
bewondering te ontzeggen."
Tot zoover de Rotterdamsche tooiieelcritieus.
Gelukkig voegt hij aan dezo verklaring van
het succes dat Mounot-Sully te Parijs behaalt en
van do teleurstelling die bij te Ilottordam heeft
gewekt, deze bescheiden opmerking: dat de Rot
terdammers «daarin wel eens dwalen".
Die opmerking geeft mij de vrijmoedigheid om
op enkele «dwalingen" te wijzen die in do hier
boven geresumeerde beschouwingen voorkomen.
Vooreerst is het eon dwaling, dat het groote
succes van Mounet-Sully beperkt zon blijven tot
den kleinen kring der vsoiróes olassiqucs." Hoe
menigmaal zijn Hamlet, (Ieilh>e-Roi, Le Ciil,
Britannicut, Athalie, Hernani, I}«y Blaf, Par Ie nlfiire
(ik noem hier eenige der stukken waarin
MounetSully zijn schoonste lauweren heeft geoogst; niet
dos Zondags »en matinee", of des Zondagsavonds
bij gratisvoorstellingon, dus voor een zeer ge
mengd I'arijseh publiek, gegeven.' Met (Mirius
heeft hij pas een kunstreis gemaakt door Frank
rijk, Zwitserland, België, Nederland (ik bedoel
Amsterdam) waarop hom, in allerlei kringen, de
uitbundigste toejuichingen zijn ten doel gevallen.
En toen hij een paar jaren geleden, iu hot oude
Romoinsche theater der stad Orange zijn Oetlipus
speelde en de duizenden toeschouwers dier
voorstellig in verrukking bracht, was de minderheid
der soirees classiques van het Thétre Eian^nis
aldaar ter nauwernood door oen paar uit (Ie club
van .Sareey, Lemaitro en de rest" vertegen
woordigd.
Tweede dwaling. Hot is onjuist dat de andere
acteurs van het Tliëatre frnnnttf. wanneer zij
optreden in een treurspel van Sot'ocles. Corneille
of Dacine, in eon romantisch drama van
Shakespearo. Victor Hugo oi' Richepin, niet veel meer
zouden doen dan de toeschouwers slaperig maken
door hun ronron classique". \\ ie, bijvoorbeeld,
den broeder van dezen tooneelspeler, Paul Mounot,
heeft zien optreden als Tirtstiaa in Oalipe-Jtoi, als
Courad in l'ar Ie gltiire, als Don Salluste en
Iluy (iomez in Rny Hlan en Ilernnm; wie
Sylvain heeft hooren spreken (als de lïode in ()c'/ii>e.
als Don Fornaml in Li Ci<l), of den bescheiden,
maar uitnomendcn diseur" Martel; wie, in de/e en
dergelijke stukken, Le Bargy en Albort l.ambert tils
heeft zien optreden, of do dames Dudlay. arto.t,
Lorou. Weber, lleiohoniberg, die weet wol
boter. Natuurlijk wijzigen deze artiston hun spel
en hun voordracht naar den aard van hot stuk ;
allen weten wel dat verzen anders gezegd moeten
worden dan proza; maar zij trachten juist den
toon te vinden die aan de verheven taal des
dichters recht doet wedervaren zonder schade te
doen aan de natuurlijkheid dor gedachte, l k heb
in vroeger jaren meer dan eens de ootoningou
op het ('onservatoire bijgewoond on daar
herh;iah!o!ij.'i deze les hooren go v on : zog eerst niet
gewone uitdrukkingen van het datrolijksoh leven,
wat gij te zeggen hebt : en wanneer gij op die
iiianic'i1 'Ion nanitirlijlcen toon hebt gevonden,
vervang die uitdrukkingen dan door do verzen
van don dichter." Voorwaar een uitstekend voor
schrift, zeer geschikt om het gevaar van het ge
dachteloos brommen" dor verzen te loeren ont
gaan. Men vrago eens aan de studenten (er waren
ook Hollanders bij) tor wier eere. in ISS'J. in
het Thóatre Francais Jjf, Cnl geloven is, welk
een indruk van jeugdige frisclihoid, \an dra
matisch leven, van realiteit, dit oude treurspel
van ( ornoillo op hou gemaakt heelt !
Dorde dwaling. Hot is onjuist, dat Sareey en
I.emakre de oudorwotscho voordracht van klas
sieke treurspelen /ouden aanmoedigen. Men
heeft de .'/ui]ircmiionn </(' fh/'iitrc van laatstge
noemde maar te raadplegen om te weten dat
beidon juist altijd aandringen op liet
modorniseeren van hot oude treurspel. Hebben wij daar
aan niet de vermakelijke conférences van Sareey
over l'olyencte on Atlmlie te danken, door Lr-maïtre
zoo geestig naverteld 'l Reeds veel vroeger, toen
Sarah Bernhardt nog aan de Comédie F'rangaise
verbonden was en zij, door spel, voordracht en
costuum, in Andromaque >le sentiment moderne
de la veuve fidele" wist te leggen, heeft Sareey
met grootc ingenomenheid die poging vermeld en
hartelijk toegejuicht.
Zoo blijft er dan, vrees ik, niet veel over dat
ons bet recht zou geven om de groote teleurstel
ling van den tooneelcriticus dor Ni f uwe
Itotterdaiiisclie Courant uit do verblinding eener Parijsche
minderheid on uit het moor onbevangen stand
punt der Rottordamsche schouwburgbezoekers te
verklaren.
Ik /ai niet beproeven de oorzaak dier teleur
stelling op to sporen. Teleurstelling wordt meestal
uit overdreven of ongegronde verwachtingen
geberen ; en allicht is ook iets dergelijks in het
spel geweest.
.Maar een paar opmerkingen wil ik toch aan
mijne bestrijding dor conclusie van den
Rottordamschen tooneelcriticus toevoegen.
Oedtjte Hui is hier te Linde niet onder gunstige
omstandigheden vertoond geworden, en ik wil wel
bekennen, dat Mounet-Sully, zoo bij ons een in
druk van liet geheeh? stuk. en niet alleen van
zijn eigen rol. heeft willen geven, onder die om
standigheden niet had mogen optreden. Zijne
medespelers speelden grof, zonder distinctie; de
meesten waren .hurleurs"; Kroon was misschien
nog de minst slechte, maar hij had geen stem;
'firesias, die bovendien Marseillaansch sprak, was
eenvoudig afschuwelijk: .Tocaste had alleen dit voor
dat zij er oud uitzag. De Thebaansche bevolking
werd voorgesteld door figuranten, die te vier uur
gerepeteerd hadden, toen /ij te acht uur moesten
spelen, en de actrice, die dit troepje dirigeeren
moest, liad werk genoeg om door wenken en knik
ken de lui te beduiden waar /ij staan en liggen
moesten. Po kinderen van Oedipus waren op het
laatste oogenblik van de straat gehaald. Het de
coratief was /eer onvoldoende; wolk een verschil
tusselion do zuilengalerij, waardoor men te Parijs
den blinden Oedipus al tastend ziet aankomen,
en hot poortje, waaruit hij in Amsterdam voor
don dag kwam! De muziek was niet langer dan
een halfuur gerepeteerd door een orkest, dat die
muziek in hot geheel niet kende, enz., enz.
Dat Oul'i'i.' 1{<», in weerwil van dit alles, toch
op mij en op /oer velen oen indruk heeft gemaakt
niet voel minder sterk dan die welken ik er te
Parijs drie malen van gekregen heb, schrijf ik
niet alleen toe aan het onvergelijkelijk scboone
treiir.spo!. dat (ik stem liet den olterdamsclien
tooneelcriticus toe), ook als het onvoldoende
vertoond wordt, zijn aangrijpende uitwerking niet
kan missen, maar hoofdzakelijk ook aan het spel
en do voordracht van Mounet-Sully.
Aan dat spel en aan die voordracht doet men
groot onrecht, wanneer men zegt dat hij eigenlijk
niet veel moer heeft gedaan dan ?eentonig jam
meren en donderen". Zeker, er is een algemeene
toon. een zeker iliapason dat iu alle uitingen van
Mounel's Oedipus te herkennen valt. Dit hangt
samen mot do tegenwoordige opvatting van den
toouoelspelor {nij (je ereatie. twaail jaren geleden,
had bij eene e.-n; ,'s/ins andere') dat Oedipns hoog
hartig moet zij'i. zolf> in ziju tooilorhoH, hard
on driftig, zolt's in zijne vernedering, lleeds in
dien broeden versregel van het begin: moi, votre
père, Oedipe, dont !'? noni rempüt toute la torre!"
werd die loon aangegeven; on telkens kwam die
toon terug.
Maar i/tt bovenal heeft mij ook thar.s weer
getroffen, dat Mounot-Sully liet treurspel van
Sofoeles tot een drama maakt. Ku het is
immers bovenal een drama, oen geweldig drama.
Hoeveel M'hoons, hoeveel artistiek* de Ltroehtsclie
studenten ons verleden jaar ook te.genieten heb
ben gegeven (en als 'plastiek, als restitutie van
klassieke standen, kleuren, tonen, was hunne
opvoering een meesterstuk) oen drama was hun
Aoni»<i-<>''.<ltii!i,fi niet. Daartoe was er in hun
voordracht en bun handeling geen gang, geen
drift, goen spanning genoeg.
!n do opvoering van Mounet-Sully was dit
element jni--t sterk vertegenwoordigd, bet meest
bij hen zolvou. Fn toch hooft hij daarbij nooit
vergoten dat bot drama een dramc intérieur",
eene zieledrama is. dat ;!e handeling niet bestaat
leeuw met het zwaard, verbonden met
hertog Katulelf's wapen : den gekroonden
adelaar. De teekening is goed uitgevallen,
niet waar, gravin ?"
Met zenuwachtige haast rukte gravin Sara
den handschoen van haar vingers, scheurde
de kaart in vier stukken en wierp ze den
ingenieur voor de voeten.
>AVat doet u daar gravin ?" riep Fekete
verschrikt.
»Wie veroorlooft u een vreemd wapen
naast het mijne te schilderen ':"
»Maar gravin, u weet toch waarom r"
Ik zal nooit de vrouw van hertog
Katulef!' worden, verstaat u? nooit!"
>Ik versta u. P.tn blijft het wapen van
den hertog weg," zeide Fekete met onver
stoorbaar cginn.
sik kan hertog Katulefl' niet uitstaan
ik haat hem.''
???Ik heb geen reden er aan te twijfelen."
De gravin wierp haar langen, blauwen
sluier terug en terwijl zij met haar hoogrood,
bekoorlijk gelaat al dichter naar den inge
nieur toekwam, scheen zij een engel, die uit
den hemel was nedergedaald. Ik haat den
hertog, omdat ik een ander vurig eu harts
tochtelijk liefheb. Maar die andere schijnt
het niet te merken."
De ingenieur trok de schouders op en
zeidc troostend: »Dat is zeker erg ongelukkig!
Jammer, dat ik u niet helpen kan."
De gravin stampte toornig met den voet:
»Miju (iod, je begrijpt mij niet."
Fekete wierp haar een vragenden blik
toe. De trotsche gravin trad dicht naar hem
toe, (cnvijl zij de hand op haar onstuimig
bonzend hart legde, nis vreesde zij, dat de
enkele woorden, die zij wilde spreken, haar
zouden doen stikken ; zij klemde zich met
beide handen krampachtig aan de groote
teekentaf'el vast, om niet ineen te zijgen. Met
trillende lippen fluisterde zij den ingenieur
toe: :? Fekele. je dwingt er mij toe, te beken
nen, dat mijn hart jon toebehoort '"
Fekete trad verschrikt, een pas terug, liep
eenige malen driftig her vertrek op en neer
eu /eiile len slotte met zijn eentonige stem,
dat de mededeelingen der genadige gravin
v>el van een zeer zonderlingen aard waren,
maar dat hij er aldoor nog niet uit begreep,
wat met de in vieren gescheurde kaart moest
gebeuren.
Mot een onuitsprekelijk freuvigen blik zag
gravin Sara hem aan. Haar vrouwelijke
waardigheid \vas ten hoogste gekrenkt, doch
zich weidra beheerschend, richtte zij zich fier
op en op snijdenden toon riep zij hem toe:
xOok uw dag zal eenmaal komen, waarop gij
gedeemoedigd aan mijn voeten zult liggen,
maar dan is het Ie laat ik beklaag u
diep; gij hebt uw levensgeluk met voeten
getreden, door mijn liefde te versmaden
het zal u bitter, bitter berouwen !''
De ingenieur verloor geen oogenblik zijn
gelijkmoedigheid en klassieke bedaardheid en
op den verlovingsring aan zijn vinger wij
zend, sprak hij, hollelijk voor gravin Sara,
buigend : »Te laat, comtesse !...."