De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 6 november pagina 3

6 november 1892 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 802 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. uit gebeurtenissen die elkaar opvolgen (alles is reeds gebeurd; het noodlot is roeds voltrokken), dat zij enkel in de ziel van Oedipus plaats grijpt. Vandaar dan ook of heb ik mij zoo vergist V dat alles wat in Oedipus' spel en woorden reflexie, nadenken is, zoo meesterlijk behandeld werd. Telkens wanneer eene nieuwe gedachte bij Oedipus opkomt, hetzij eene die haar tijdelijk gerust stelt, hetzij eene die nieuwen angst doet geboren worden, gaf Mounet heteekenis aan dien overgang door blik, door toon en door gebaar. Zoo, bij voor beeld, na het verhaal van Jonaste over Laïos' dood: »0h'. comme a. ton récit l'anxiétó redouble..." of omgekeerd, na het bericht van I'olybos'ster ven: »Qui voudra désormais de Ia prêtresse antique A Delphe, interroger lo foyer propliétique V" En hoe durft iemand beweren dat Mounet-Sully niet veel meer heeft gedaan dan jammeren en donderen, wanneer hij zich herinnert mot hoeveel natuurlijkheid, met welk eene verscheidenheid van intonatie bij dat mooie, lange verhaal heeft gezegd van zijn vlucht uit Korinthe, 7.ijn tocht naar Delphi, zijn dooden van den hem onbekenden Laïos ? Men kon vinden dat hij den toestand van Oedi pus na het vreeselijk onheil te realistisch heeft teruggegeven. Ofschoon, wanneer ook de Kotterdamsche tooneelcriticus bij het gezicht van dien jammer een »ontzaggelijke deernis" hoeft gevoeld, dan dunkt mij het middel door de bereikte uitwerking voldoende gerechtvaardigd. Bovendien geeft Sofocles die grime zelf aan de hand, wanneer hij den bode, in dat aangrijpende verhaal, laat zeggen, dat een «onweerswolk van bloed" over het gelaat van den blinden vorst is losgebroken. Maar, ik kon mij voorstellen dat men hier, met het oog op de kleine ruimte, wat meer soberheid had gewenscht. De tooneelspeler had kunnen bedenken, dat hij niet optrad in den grooten schouwburg van Parijs. Doch heeft hij die deernis dan uitsluitend ge wekt door dit »barbaarsche hulpmiddel V" K n gaat Let aan, deze grime eene »kunstcmakerij'' te noemen V Wie zoo spreekt, niskent geheel en al de plaats die de creatie van Oedipus in het leven van Mounet-Sul l y inneemt. Na jaren van overdenking, na maanden van studie, heeft hij deze rol gemaakt tot wat zij is geworden. Eu nu moge hij niet bij elke voorstelling oven ge lukkig zijn in de vertolking, toch is telkenmale in zijn spel en zijne actie iets te bespeuren van het gevoel dat hom bij de allereerste opvoering bezielde en dat hij toen aldus uitsprak: >Jesuis Oedipe !" Mounet-Sully heeft eigenaardigheden, over drijvingen, zonderlinge overgangen van toon en gebaar, waaraan men gewennen moet, en die hot gemakkelijk valt te parodiooren. Op dit oogenblik geschiedt dit te Parijs eiken avond in het Ihètre des Variétés, i u. de .Revue" van Albert Millaud die aldaar vertoond wordt. In den zoogenaamden »acte des Théatres" treedt een acteur op die den tragicus voortreffelijk schijnt na te bootsen. Jules Lemattre schrijft daarover; Ce sontbicn ses hoquets, ses vagissemonts, ses changements de voix et, tour fi tour, ses reeroquevilienients et ses détentes forcenées '. Hij heeft er zich zeer mévermaakt eu voegt er bij : Le grand trag dies sourirait lui-mémo ;\ ce spectacle, siir tju'on ne lui prendra pas sou génie". Ik benijd den tooneelcriticus niet, niet, die wel die »hoquets" en die >vagissements" hoort en er zich over ergert, doch die van Mounet's »génie" nagenoeg niets bespeurt. Groningen o November. A. G. VAN HA si i; i.. IIIIIIMrUIIIIIIIMIImlMIIMIIIIIIHIHUI Muziek in de Loofdstad. Hoewel men voor de concerten in liet concert gebouw eigenlijk eene rubriek: Hiciek L/tit,'// ite Hoij'ditiid zou moeten openen (net gedeelte waar uitvoerenden en publiek zich bevinden staat, op Nieuwer-Amstelscheu bodem) geloof ik dat, liet beter is, liicr niet al te nauw op te zien, omdat eigenlijk alleen de grensbcwoners van beide plaatsen precies weten waar Amsterdam ophoudt en waar N.-Amstel begint, uu waarschijnlijk zonden die het ook nog niet eens weien, als het verschil in liet cijfer van de belasting hun dit niet zoo duidelijk mogelijk onder de aandacht, bracht. Zaterdagavond was weder ecu concert in het Concertgebouw aangekondigd. De heer Rontgeu, begaan met het lot van eeiie in behoeftige om standigheid verkeereude zangeres, die niet in staat was naar hare Jfeimnl terug te koeren, organi seerde eene soiree ten eiude die reis mogelijk te maken. Men heeft wel eens gezegd dat de kunst eigenlijk niet dienstbaar gemaakt mag worden aan phikmthropic. Wat mij betreft dtel ik dit be zwaar niet, wanneer (zooals hier liet geval was) men iets schoons te hooien krijgt; doch wanneer, zooals ook nog al eens gebeurt, allerlei onbevoeg den die wel eens iets willen doen in liet, publiek"' zulk eeue gelegenheid aangrijpen om zich te doen hooreu, en dan nou1 erg boos zijn wanneer de eritiek niet vol bewondering is want zij doen het immers belangeloos en voor een edel doei" , xi, n meu er toe komen deze soort liefdadigheidszin te verweuEcheii. De heer Itoutgeu had zich de medewerking ver zekerd va-u zijne cclitgenoote (viool), Mevr. OIdenbooni-Liitkeniiinn en Mej. Kempcos en de ileeren Stachelhausen eu l). P. ... (zang) Het programma bestond uit: vier compositiën van den eoiicertgever n.l. Au» Jotnitli''ii,t (voor piano en viool), r^rifiindlitiir/i'ii (Voor vier solostemmen en piano), Die Wull/'a/tft i/iir/i Kffliiiif (voor eene zangstem en piano) en Suite (d mol) voor viool eu piano, ter wijl tot slot Brahms' Xi-un L'nJH'xli'-'li:? werden gezongen voor vier solostemmen eu piano voor vier haudeu. Dat, allen (zelfs de Bcchsteinvleiwel) ieelicilli:ii't medewerkten vermeldde liet programma; dit spreekt dan ook van zelf. De motieven van de suite ,-iiix .Inlunlu-im heeft de lieer Jtiintg'en te Noorwegen verzameld. Zij verschillen wat karakter betreft weer v au de volkswijzeu, die ons reeds bekend zijn. Het was dus eene- gelukkige gedachte de motieven van deze bergbewroners te bewerken. De componist heeft zich niet tot den bekenden beknopten vorm bepaald, doch heeft sommigen (vooral in rliytlimisch opzicht) op zeer interessante wijze uitgebreid. Uit dit ongpuut beschouwd noem ik in de eer ste plaats No. 2 (Vivo, energico), in g kl. t; dat iu het midden het gewijzigd thema,G gr. t., in veranderd eu langzamer tijdmaat brengt, met liet eerste deel ecu schoon contrast vormt, en eindelijk naar een vurig Presto (hetzelfde motief alweer gewijzigd) voert. No. 8 heeft evenals No. 5 een rustig karakter. No. t is gebouwd op twee dans motieven (in G en P gr. t.) dat met, een uitvoe rig coda besluit, terwijl iu No. 5 een eenvoudig thema (kort recitatief en audante) uitvoerig en hoogst interessant is verwerkt. Dat deze fidtn eene orkestratie vraagt heeft de heer Köntgen zelf begrepen, want hij instrumen teerde dit werk reeds. Ik geloof dat het daardoor nog aan kleur zal winnen. In ieder geval is deze suite de kennismaking ten hoogste waard. Ook de begeleiding van de ]rem-ini(ltinigen (gediclit van Grillparzer) is voor orkest gedacht. Iu dat werk heeft de componist geheel zijn eigen denkbeelden gegeven. Als stemming en uitdrukking heeft mij deze compositie zeer getroffen. Het ge drukte dat over de inleiding en het eerste gedeelte ligt, vooral bij de woorden: n'iebiat dn. no schaurig geeft het karakter scherp aan, terwijl iu het 2e deel een sprekend contrast is verkregen bij de woorden: Ifa,-r' du der SM»e, s/l' knmt Ko/il doch. Hier is alles licht. Bij het, derde, deel zou menigeen nog somberder kleuren gedacht, hebben als de componist aanwendt. Het min of meer vage van liet gedicht geeft bier echter grond voor verschil lende opvattingen. Bij den heer Röntgen eindigt dit, werk met een rustig licht. Niet alleen iu de kleur doch ook in de harmonisatie zijn zeer ver rassende momenten op te merken. Ik geloof dat, dit werk een groote aanwinst voor de litteratuur voor vier solostemmen is. Zange res-en of zangers die hun orgaan niet iu de macht hebben, zullen in dit werkje, hoe eenvoudig liet ook lijkt, groote bezwaren ondervinden. Het ver langt veel soberheid eu terii'/lioudius'. In Die llr(ill[<thi-l iiddi Ki'i-'iini- (Hoine) heeft de componist zich de moeiclijkste taak gesteld. Bij Reine wisselen de stemmingen soms op zoo won derlijke wijze af, dat de vraag niet ongewettigd is, of alles wel geschikt voor compositie is. Ook bij dit irediclit zou ik de/.e vraag wel willen stellen. Do lieer Róntgen heeft, als hoofdmotief zich een katholiek kerkgezang gekozen en dit geharmo niseerd zoo ils men het meestal in de kerken hoort, niet ruime gebruikmaking van de aecoord opvolgingen J, V T on aan de deciamahe op vele plaatsen eeu antiek karakter gegeven door van grondtoon eu dominant in de zangpartij een ruim gebruik te, maken. Iets dergelijks vindt men in Sehumann's lied !^in/i//iif/.i H>,I Tt/n-tn, hoewel ik hiermede niet beweer dat lliiiitgen's lied er op gelijkt. Het kcrkmotief flat als een draad door hef goheele werk loopt, geeft, groote eenheid aan de compositie doch doet, de lengte van het gedicht wel eens nog zwaarder gevoelen, lioutyeu heeft den dichter en al zijne wcndinü'cn echter trouw' gevolgd. Bij het gedeelte Xin-lt Kcfluur r//>/r/ niiirlu'f </t<l' KrÏK-kmi, //<?,? jtlzo /",/:( <i,"f 'i/ei,i K-H is dit niet zouder gcvaiu', doch ik moet er bijvoegen dat .Mej. .Kempecs.?the het geheel met, vee! intentie zonden wat opvatting betreft iets zeer schoons te hooren aaf, hier m. i. niet de rechte klem' en het, rechte karakter wist, bij te brengen. De klavierpartij speelt een groote en belang rijke, rol in dit, werk. .Ken enkel maal is de compmiii-t iluukt mij hier gestrand op de klippen die Ilcine den componisten zoo vaak in den weg legt. Hij de woorden: i/ic Ifum/c l>i-tl/t'ii. KI In ut is dit geblaf in de begeleiding geïmiteerd. Dit geeft meer den indruk van ec-u keilend schoothondje dan wel van het geblaf van een solieden, waakzamen liofhoud. Dit, effect had ik liever gemist. Afgescheiden van de kwestie in hoever Ilcinc's gedicht te componecren is, bevat dit, werk vele schoonheden fbc door de vertolking vaak in bet. beste licht werden gesteld: doch ik voor mij heb meer genoten vau de / (Y/'-f'/'f/A^/r/f^. In 'het, vierde werk, Suite d. kl. t. voor viool eu piano, is geheel de oudere suite-vorm gevolgd. De vi~|f nummers bestaan int: _/'///,7,^A,/,//, ,S/,v//>,///,-/'', Piix/Oi'iili', X/-/ifi':o, en l.un/n eu l'/tr/u. l u het, eerste eu laatste deel blijken vooral Iloiitgen's degelijke en den vorm belieersclicnde eigenschappen. Vooral de Faga is zeer los en natuurlijk bewerkt, terwijl do \nic vorm (lic ge kozen is (met korte herinnering auu het Praeludiiuutiguur) aan deze l'uga een zeer eigenaardig karakter verleent. \ an de mniilengedeelten hebben mi] vooral de Sti/'i/li/iitde. en niet, minder liet ^rlicr:o voldaan. Dit laatste vond ik een van de gelukkigste nummers. Het, was niet mogelijk in zulk een kort, bestek alle nummers uitvoerig te bespreken. Ik hoop echter dat div.i: regelen voldoende zijn den indruk, dien ik ontvangen heb, weer te geven. Hoort meu op een avond zooveel nieuwe compositiën, dan verdringt hot, een als liet ware het ander. J k meen duidelijk te hebben aangetoond dal de gehoorde werken de nadere kennismaking ten volle waard zijn en hoop dus dat ze meermalen ten gelioore zuilen worden gebracht. Do heer Rontgcn bewijst dat hij veel belangrijks als componist, te ZKggi'ix beeft, : dus mag men zich verheugen dat, hij de, gelegenheid heeft, gegeven met zijne novi teiten kennis te, maken. Over de vertolking nog ecu enkel woord. Mevr. Amanda Koiitgeii, die zelden optreedt, is ecu hoogst begaafde kunstenares, die vooral iu artistiek opzicht, veel te genieten gaf en zich in (h' compositirn van haar echtgenoot, geheel had in gewerkt. Mevr. Oldenboom?Lutkemaun zingt even sympathiek als vroeger Mej. Ijiilkrmaim; vooral m Brahms' /,/f'^,-.v//,'.'/,y (die groote bekoring op de hoorders uitoefenden) heeft zij bewc/.en hoe zij in artistiek opzicht steeds vooruitgaat en hoe nobel zij in het lyrische genre weef, te zingen. Mej. Ivempces gaat, ons verlaten ; zij gaat zich ge heel aan de opera wijden. Ik geloof dat men haar met dat besluit, mag gelukwcnschen, want in het dramatische zal zij zich hei, meest kunnen ont wikkelen. Dit optreden i haar afscheid) deed zien dat zij zich bij/onder weet te matigen in de num mers voor vier stemmen, hetgeen voor zulk een krachtig orgaan lang niet, gemakkelijk is. Met, belangstelling zal men haar verdere loopbaan volgen. De heer Stachelhauscn en D. P. (een goed ontwikkeld dilettant) werkten zeer mede tot verkrijging van een schoon geheel. Dat de concertgever in alle. nummers door zijn klavierspel de ziel van liet geheel was, kan men licht beseffen, terwijl hij met zijne echtgenoote Brahms' liederen voortreffelijk begeleidde. Zooals men ziet was den uitvoering zoo be langrijk, dat meu geheel vergat dat het een liefdadiglieidsconcert was. In het klassiek concert in het Paleis voor Volks vlijt deed zich ceu pianist uit Brussel, de heer P. Litta, hooreu, die vooral in Liszt's Es-dur con cert een uitstekciiden iudruk maakte door rustige zekerheid, briljante techniek en groote rhythmischc duidelijkheid. Baarden zijne kleinere stukken o. a. de Jialla.de van Chopin ook ecuige teleurstelling, men vergete niet dat in de groote ruimte zulke stukken niet tot bun recht komen, hoewel ik mij toch ook met de opvatting niet, vcreenigen kou. Deze jonge pianist belooft als virtuoos zeer veel. Met de vierde sinfonie van Beethoven behaalde het orkest ceu groot succes door de frissehe, kern i gezonde opvatting en gelukkige weclergave. Iu de Vanatien uit het vijfde strijkkwartet van Beethoven gaven de heeren van het strijkkwartet een schoon ensemble te liooren. De begeleiding van het concert vau Liszt (die zeer gevaarlijk is) i miste nog de uoodige zekerheid, hieraan zou dan j ook meer tijd besteed moeten worden dan voor ! eene solisten-repetitie gewoonlijk beschikbaar is. v. M. P.S. Ten slotte teeken ik met groote inge nomenheid aan dat in het Concertgebouw gisteren avond door het, orkest de Ie simfouie iu c kl. t. vau Brahms op zeldzaam schoone wijze werd uit gevoerd. De opvatting van den heer Kes bracht mij zeer ouder den indruk, terwijl de svedergave door buitengewone duidelijkheid, fraaie klankscliakccringeu en warmte uitmuntte. De schoone klank van de blaasinstrumenten moet ik ditmaal bijzonder releveeren. De trombones klonken prach tig, terwijl de contrafagot op alle plaatsen het eigenaardig effect zeer juist weergaf. Het niet zeer talrijke publiek (waut er traden geen solisten op !) kwam geheel onder de bekoring van de uitvoering eu riep den heer Kes met warmte terug. Paul Ycrlaiue. Hot is nu xos jaar geleden dat. oon tijn-zinnig jong schilder en op verzon verlekkerd kunstvvicnd. j tier door xijn atelier stappend, mij voor-deklaI meerde rinkelende strofe uit een parijsch god boekje: Moi, j'allais, rèvant du divin Plafon. Kt de Phidias. VA do Salamine et d;- Marathon. Sous l'o'i! cliguotant des b!ons hees do ga;;. 't Boekje dat bij voor xieh had en dat toon, in IS.siJ, oen rariteit was «-aar ik noch mijn vrienden van gehoord hadden, was oen ~ waar schijnlijk in Holland bot eerste -?- exemplaar van de Poèmc-s Sntumiens, in IN!.") verschenen. van Yerlaine, die dus. m.-ia'r '2\ jaar na (lat debuut als oon onbekende xijn entree deed in Nederland. Nu, zes jaar later is 't, on snel is do beweging voortgegaan. Het aantal liefhebbers van zijn verzon vermeerderde: de Enquête van Huret on do Xotitios van lüjvanck maakten on> Vorlaino fiimiljuurdei', terwijl de kroniekschrijver van de JXicitice (rid* hem oor bo\\-oos: on do bewondering voor zijn werk on de sympathie mot zijn per soonlijkheid xijn hier zoo groot geworden dat niet in n stad. maar in verscheidene steden van Nederland een publiek gevonden wordt dat bom gaarne hoort. Yerlaine is in Nederland, bij houdt lezingen in don Haag, Amsterdam on I.oidon: on bot on! dcrvrerp van xi)u lozing hoott !H] omschreven als: .mie oauserie rolativo aux crivains onvers. mos oontemporains ot compatriotes, suivio de lecture a l'a])]nii. l'arallêloiiiont aux 1'arnasMons. l mos vieux amis ot caniarades do lettres, je parlerai dos modernos", Dëcadents, S\ mbolistos et Romans, nos sueeossonrs, non moins amis.' b'orst do Paiïiassions dus, zijn caniarades do lettres", dan de .modernos,'' zijn on bun suc Parnassien on in d feu oorsprong ligt zijn karaktor al. Yerlaine is niet oon spits-zinnig Serutateur" of van oognorv irritabolo. di(! vlossige gedachtonphiisjes rafelend of vlotte kleur-trillingen noersprooyonil dezen onzon eeuw-tijd rijk maakt mot artistiok-dolikate stukjes meer zenuwals ziels-leven : oon volnit-goinoedsmonscb is hij. die o geproefd hooft wel van do perverze brein-mijmering e,n getuurd op de tint-warrige wemeling van do inodorne huizon-stad, maar er overheen en vóór alles voelt on kracht boeit in don storm-golf of den windval van geluiden on maten, ais die uiting van passie zijn, -- waar zijn stom zich in laat gaan in de vreugdige ver loedering on akuut snerpt in woroldsche pijn. Parnassien dus. maar nu het andere. Want wie oppervlakkig maai' zijn bundels doorbladert, vindt daar al 't materiaal bijeen, waar de nu-deftigeii en beroemden zich in oefenden on rijmeiden: di> alexandrijnen en koojiletton, do sonnetten niet l zos-voots-vorxcn. en stroven.?'t apparaat,don I'aI nassiens niet enkel maai' het lieele klassieke frankrijk oon heiligheid, on zeker niet geheel ton onrechte, want grooter dan in die vormeï. was l''rankrijk nooit. Maai loos Yerlaincs ver zon nauwkeuriger, /ie hoe die vormen, slap of stijf uit zich zelf, lenig en vast plooi en spankrae.ht krijgen om /ijn zo doorworstelende wezen; zie hoe 't MTS op in de strofe, de strofe in don vol/.in gaat, en geen vers blijft maai enkel uiting van hartstocht, on oon techniek ontstaat, o oon wonder is 't te zien al dat fnrieiiso artiesten-doen, dat met coziiron, enjam bementen, klankschikking on rhythmiseoring. bre ken en dooi'stormon die al-gemeene vormen, tot. stralend door dat gewaad stoffig, antiek eu historisch, blinkt de mcnsch, modern, schoon \aï. hartstocht, peinzend, zingend, schertsend of toor nend, staand en gaand in oon wereld van gezienn doorloot'd-beid, die de verrukking is en spiegel van ons geslacht. Kn daar is die andere kant, die hom nader brengt ook aan de modernste dichters, hoe anders zo als hij zijn : do monsch van natuurlijkheid en hartstocht, waarachter do Parnassien verdwijnt. Die monsch wordt gevoeld ook door do nieuworen. Kn daarom is hij, Verlainc. zoo do juiste man om te sprokou over dio twoe geslachten, oorst over do l'arnassions uit wier kamp hij komt. dan over do Modernen: Decadenten, Romans, of 'Symbolis ten, incnsclien, die vooion voor zijn werk. I lot is oon eenvoudige volgorde' waarin Yer laine in xijn lozing de bewoging van do la.itstii jaren in frankrijk zal \oorstollon. Het was togen ls^7 .ioan Moróas mot zijn iï/rtcs en Cattt!lt;nct-\ tegelijkertijd Jules Laforgue. \'orlaine xolfinZ.cs Pnèttx M<i.i«lilx mixakte attent, oorst op drie. nift bekende dichters" Arthur Itimband, ('orbière, Malhu-ijn''; dan op nou' drie: Yilliers de l.isle Adam, Marcelinc De^bonlos-Yalmoro, on uin lioiinnó l'auvre Lilian, mon moillonr onnonii", xooals bij zelf zegt, hij won zeggen zich zeil', /iji: eigen twoo bundels : Jadis et Nnf/uère on hot herdrukte Xui/ew, zetten, zegt hij, naar de meor.ing \an tijdgenooten, do beweging voort. Hit einde -schrijf ik. nu de eerste lezing in don Haag geëindigd is. Ik hoop dat Maandag ir I.oidon on Dinsdag in Amsterdam veel vriendeK van mooie verzen on van Yorlaine en dat zijl, immers dezelfden 'i zijn zullen, om heen te

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl