Historisch Archief 1877-1940
No. 802
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
uit gebeurtenissen die elkaar opvolgen (alles is
reeds gebeurd; het noodlot is roeds voltrokken),
dat zij enkel in de ziel van Oedipus plaats grijpt.
Vandaar dan ook of heb ik mij zoo vergist V
dat alles wat in Oedipus' spel en woorden reflexie,
nadenken is, zoo meesterlijk behandeld werd.
Telkens wanneer eene nieuwe gedachte bij Oedipus
opkomt, hetzij eene die haar tijdelijk gerust stelt,
hetzij eene die nieuwen angst doet geboren worden,
gaf Mounet heteekenis aan dien overgang door
blik, door toon en door gebaar. Zoo, bij voor
beeld, na het verhaal van Jonaste over Laïos'
dood: »0h'. comme a. ton récit l'anxiétó redouble..."
of omgekeerd, na het bericht van I'olybos'ster
ven: »Qui voudra désormais de Ia prêtresse antique
A Delphe, interroger lo foyer propliétique V"
En hoe durft iemand beweren dat Mounet-Sully
niet veel meer heeft gedaan dan jammeren en
donderen, wanneer hij zich herinnert mot hoeveel
natuurlijkheid, met welk eene verscheidenheid
van intonatie bij dat mooie, lange verhaal heeft
gezegd van zijn vlucht uit Korinthe, 7.ijn tocht
naar Delphi, zijn dooden van den hem onbekenden
Laïos ?
Men kon vinden dat hij den toestand van Oedi
pus na het vreeselijk onheil te realistisch heeft
teruggegeven. Ofschoon, wanneer ook de
Kotterdamsche tooneelcriticus bij het gezicht van
dien jammer een »ontzaggelijke deernis" hoeft
gevoeld, dan dunkt mij het middel door de
bereikte uitwerking voldoende gerechtvaardigd.
Bovendien geeft Sofocles die grime zelf aan de
hand, wanneer hij den bode, in dat aangrijpende
verhaal, laat zeggen, dat een «onweerswolk van
bloed" over het gelaat van den blinden vorst
is losgebroken. Maar, ik kon mij voorstellen dat
men hier, met het oog op de kleine ruimte, wat
meer soberheid had gewenscht. De tooneelspeler
had kunnen bedenken, dat hij niet optrad in den
grooten schouwburg van Parijs.
Doch heeft hij die deernis dan uitsluitend ge
wekt door dit »barbaarsche hulpmiddel V" K n
gaat Let aan, deze grime eene »kunstcmakerij''
te noemen V Wie zoo spreekt, niskent geheel en
al de plaats die de creatie van Oedipus in het
leven van Mounet-Sul l y inneemt. Na jaren van
overdenking, na maanden van studie, heeft hij
deze rol gemaakt tot wat zij is geworden. Eu
nu moge hij niet bij elke voorstelling oven ge
lukkig zijn in de vertolking, toch is telkenmale
in zijn spel en zijne actie iets te bespeuren van
het gevoel dat hom bij de allereerste opvoering
bezielde en dat hij toen aldus uitsprak: >Jesuis
Oedipe !"
Mounet-Sully heeft eigenaardigheden, over
drijvingen, zonderlinge overgangen van toon en
gebaar, waaraan men gewennen moet, en die hot
gemakkelijk valt te parodiooren. Op dit
oogenblik geschiedt dit te Parijs eiken avond in het
Ihètre des Variétés, i u. de .Revue" van Albert
Millaud die aldaar vertoond wordt. In den
zoogenaamden »acte des Théatres" treedt een acteur
op die den tragicus voortreffelijk schijnt na te
bootsen.
Jules Lemattre schrijft daarover; Ce sontbicn
ses hoquets, ses vagissemonts, ses changements
de voix et, tour fi tour, ses reeroquevilienients
et ses détentes forcenées '. Hij heeft er zich zeer
mévermaakt eu voegt er bij : Le grand trag
dies sourirait lui-mémo ;\ ce spectacle, siir tju'on
ne lui prendra pas sou génie".
Ik benijd den tooneelcriticus niet, niet, die
wel die »hoquets" en die >vagissements" hoort
en er zich over ergert, doch die van Mounet's
»génie" nagenoeg niets bespeurt.
Groningen o November.
A. G. VAN HA si i; i..
IIIIIIMrUIIIIIIIMIImlMIIMIIIIIIHIHUI
Muziek in de Loofdstad.
Hoewel men voor de concerten in liet concert
gebouw eigenlijk eene rubriek: Hiciek L/tit,'// ite
Hoij'ditiid zou moeten openen (net gedeelte waar
uitvoerenden en publiek zich bevinden staat, op
Nieuwer-Amstelscheu bodem) geloof ik dat, liet
beter is, liicr niet al te nauw op te zien, omdat
eigenlijk alleen de grensbcwoners van beide
plaatsen precies weten waar Amsterdam ophoudt
en waar N.-Amstel begint, uu waarschijnlijk zonden
die het ook nog niet eens weien, als het verschil
in liet cijfer van de belasting hun dit niet zoo
duidelijk mogelijk onder de aandacht, bracht.
Zaterdagavond was weder ecu concert in het
Concertgebouw aangekondigd. De heer Rontgeu,
begaan met het lot van eeiie in behoeftige om
standigheid verkeereude zangeres, die niet in staat
was naar hare Jfeimnl terug te koeren, organi
seerde eene soiree ten eiude die reis mogelijk te
maken. Men heeft wel eens gezegd dat de kunst
eigenlijk niet dienstbaar gemaakt mag worden aan
phikmthropic. Wat mij betreft dtel ik dit be
zwaar niet, wanneer (zooals hier liet geval was)
men iets schoons te hooien krijgt; doch wanneer,
zooals ook nog al eens gebeurt, allerlei onbevoeg
den die wel eens iets willen doen in liet, publiek"'
zulk eeue gelegenheid aangrijpen om zich te doen
hooreu, en dan nou1 erg boos zijn wanneer de
eritiek niet vol bewondering is want zij doen het
immers belangeloos en voor een edel doei" , xi, n
meu er toe komen deze soort liefdadigheidszin te
verweuEcheii.
De heer Itoutgeu had zich de medewerking ver
zekerd va-u zijne cclitgenoote (viool), Mevr.
OIdenbooni-Liitkeniiinn en Mej. Kempcos en de ileeren
Stachelhausen eu l). P. ... (zang) Het programma
bestond uit: vier compositiën van den eoiicertgever
n.l. Au» Jotnitli''ii,t (voor piano en viool),
r^rifiindlitiir/i'ii (Voor vier solostemmen en piano), Die
Wull/'a/tft i/iir/i Kffliiiif (voor eene zangstem en
piano) en Suite (d mol) voor viool eu piano, ter
wijl tot slot Brahms' Xi-un L'nJH'xli'-'li:? werden
gezongen voor vier solostemmen eu piano voor
vier haudeu. Dat, allen (zelfs de Bcchsteinvleiwel)
ieelicilli:ii't medewerkten vermeldde liet programma;
dit spreekt dan ook van zelf.
De motieven van de suite ,-iiix .Inlunlu-im
heeft de lieer Jtiintg'en te Noorwegen verzameld.
Zij verschillen wat karakter betreft weer v au de
volkswijzeu, die ons reeds bekend zijn. Het was
dus eene- gelukkige gedachte de motieven van
deze bergbewroners te bewerken.
De componist heeft zich niet tot den bekenden
beknopten vorm bepaald, doch heeft sommigen
(vooral in rliytlimisch opzicht) op zeer interessante
wijze uitgebreid.
Uit dit ongpuut beschouwd noem ik in de eer
ste plaats No. 2 (Vivo, energico), in g kl. t; dat
iu het midden het gewijzigd thema,G gr. t., in
veranderd eu langzamer tijdmaat brengt, met liet
eerste deel ecu schoon contrast vormt, en eindelijk
naar een vurig Presto (hetzelfde motief alweer
gewijzigd) voert. No. 8 heeft evenals No. 5 een
rustig karakter. No. t is gebouwd op twee dans
motieven (in G en P gr. t.) dat met, een uitvoe
rig coda besluit, terwijl iu No. 5 een eenvoudig
thema (kort recitatief en audante) uitvoerig en
hoogst interessant is verwerkt.
Dat deze fidtn eene orkestratie vraagt heeft de
heer Köntgen zelf begrepen, want hij instrumen
teerde dit werk reeds. Ik geloof dat het daardoor
nog aan kleur zal winnen. In ieder geval is deze
suite de kennismaking ten hoogste waard.
Ook de begeleiding van de ]rem-ini(ltinigen
(gediclit van Grillparzer) is voor orkest gedacht. Iu
dat werk heeft de componist geheel zijn eigen
denkbeelden gegeven. Als stemming en uitdrukking
heeft mij deze compositie zeer getroffen. Het ge
drukte dat over de inleiding en het eerste gedeelte
ligt, vooral bij de woorden: n'iebiat dn. no schaurig
geeft het karakter scherp aan, terwijl iu het 2e
deel een sprekend contrast is verkregen bij de
woorden: Ifa,-r' du der SM»e, s/l' knmt Ko/il doch. Hier
is alles licht. Bij het, derde, deel zou menigeen
nog somberder kleuren gedacht, hebben als de
componist aanwendt. Het min of meer vage van
liet gedicht geeft bier echter grond voor verschil
lende opvattingen. Bij den heer Röntgen eindigt
dit, werk met een rustig licht. Niet alleen iu de
kleur doch ook in de harmonisatie zijn zeer ver
rassende momenten op te merken.
Ik geloof dat, dit werk een groote aanwinst voor
de litteratuur voor vier solostemmen is. Zange
res-en of zangers die hun orgaan niet iu de macht
hebben, zullen in dit werkje, hoe eenvoudig liet
ook lijkt, groote bezwaren ondervinden. Het ver
langt veel soberheid eu terii'/lioudius'.
In Die llr(ill[<thi-l iiddi Ki'i-'iini- (Hoine) heeft
de componist zich de moeiclijkste taak gesteld.
Bij Reine wisselen de stemmingen soms op zoo won
derlijke wijze af, dat de vraag niet ongewettigd
is, of alles wel geschikt voor compositie is. Ook
bij dit irediclit zou ik de/.e vraag wel willen stellen.
Do lieer Róntgen heeft, als hoofdmotief zich
een katholiek kerkgezang gekozen en dit geharmo
niseerd zoo ils men het meestal in de kerken
hoort, niet ruime gebruikmaking van de aecoord
opvolgingen J, V T on aan de deciamahe op vele
plaatsen eeu antiek karakter gegeven door van
grondtoon eu dominant in de zangpartij een
ruim gebruik te, maken. Iets dergelijks vindt men
in Sehumann's lied !^in/i//iif/.i H>,I Tt/n-tn, hoewel ik
hiermede niet beweer dat lliiiitgen's lied er op
gelijkt.
Het kcrkmotief flat als een draad door hef goheele
werk loopt, geeft, groote eenheid aan de compositie
doch doet, de lengte van het gedicht wel eens
nog zwaarder gevoelen, lioutyeu heeft den dichter
en al zijne wcndinü'cn echter trouw' gevolgd. Bij
het gedeelte Xin-lt Kcfluur r//>/r/ niiirlu'f </t<l'
KrÏK-kmi, //<?,? jtlzo /",/:( <i,"f 'i/ei,i K-H is dit niet
zouder gcvaiu', doch ik moet er bijvoegen dat .Mej.
.Kempecs.?the het geheel met, vee! intentie zonden
wat opvatting betreft iets zeer schoons te hooren
aaf, hier m. i. niet de rechte klem' en het, rechte
karakter wist, bij te brengen.
De klavierpartij speelt een groote en belang
rijke, rol in dit, werk. .Ken enkel maal is de
compmiii-t iluukt mij hier gestrand op de klippen
die Ilcine den componisten zoo vaak in den weg
legt. Hij de woorden: i/ic Ifum/c l>i-tl/t'ii. KI In ut is
dit geblaf in de begeleiding geïmiteerd. Dit geeft
meer den indruk van ec-u keilend schoothondje dan
wel van het geblaf van een solieden, waakzamen
liofhoud. Dit, effect had ik liever gemist.
Afgescheiden van de kwestie in hoever Ilcinc's
gedicht te componecren is, bevat dit, werk vele
schoonheden fbc door de vertolking vaak in bet.
beste licht werden gesteld: doch ik voor mij heb
meer genoten vau de / (Y/'-f'/'f/A^/r/f^.
In 'het, vierde werk, Suite d. kl. t. voor viool
eu piano, is geheel de oudere suite-vorm gevolgd.
De vi~|f nummers bestaan int: _/'///,7,^A,/,//, ,S/,v//>,///,-/'',
Piix/Oi'iili', X/-/ifi':o, en l.un/n eu l'/tr/u.
l u het, eerste eu laatste deel blijken vooral
Iloiitgen's degelijke en den vorm belieersclicnde
eigenschappen. Vooral de Faga is zeer los en
natuurlijk bewerkt, terwijl do \nic vorm (lic ge
kozen is (met korte herinnering auu het
Praeludiiuutiguur) aan deze l'uga een zeer eigenaardig karakter
verleent. \ an de mniilengedeelten hebben mi] vooral
de Sti/'i/li/iitde. en niet, minder liet ^rlicr:o voldaan.
Dit laatste vond ik een van de gelukkigste nummers.
Het, was niet mogelijk in zulk een kort, bestek
alle nummers uitvoerig te bespreken. Ik hoop
echter dat div.i: regelen voldoende zijn den indruk,
dien ik ontvangen heb, weer te geven.
Hoort meu op een avond zooveel nieuwe
compositiën, dan verdringt hot, een als liet ware het ander.
J k meen duidelijk te hebben aangetoond dal de
gehoorde werken de nadere kennismaking ten volle
waard zijn en hoop dus dat ze meermalen ten
gelioore zuilen worden gebracht. Do heer Rontgcn
bewijst dat hij veel belangrijks als componist, te
ZKggi'ix beeft, : dus mag men zich verheugen dat,
hij de, gelegenheid heeft, gegeven met zijne novi
teiten kennis te, maken. Over de vertolking nog
ecu enkel woord.
Mevr. Amanda Koiitgeii, die zelden optreedt, is
ecu hoogst begaafde kunstenares, die vooral iu
artistiek opzicht, veel te genieten gaf en zich in
(h' compositirn van haar echtgenoot, geheel had in
gewerkt. Mevr. Oldenboom?Lutkemaun zingt
even sympathiek als vroeger Mej. Ijiilkrmaim;
vooral m Brahms' /,/f'^,-.v//,'.'/,y (die groote bekoring
op de hoorders uitoefenden) heeft zij bewc/.en hoe
zij in artistiek opzicht steeds vooruitgaat en hoe
nobel zij in het lyrische genre weef, te zingen.
Mej. Ivempces gaat, ons verlaten ; zij gaat zich ge
heel aan de opera wijden. Ik geloof dat men
haar met dat besluit, mag gelukwcnschen, want in
het dramatische zal zij zich hei, meest kunnen ont
wikkelen. Dit optreden i haar afscheid) deed zien
dat zij zich bij/onder weet te matigen in de num
mers voor vier stemmen, hetgeen voor zulk een
krachtig orgaan lang niet, gemakkelijk is. Met,
belangstelling zal men haar verdere loopbaan
volgen. De heer Stachelhauscn en D. P. (een
goed ontwikkeld dilettant) werkten zeer mede
tot verkrijging van een schoon geheel. Dat de
concertgever in alle. nummers door zijn
klavierspel de ziel van liet geheel was, kan men licht
beseffen, terwijl hij met zijne echtgenoote Brahms'
liederen voortreffelijk begeleidde.
Zooals men ziet was den uitvoering zoo be
langrijk, dat meu geheel vergat dat het een
liefdadiglieidsconcert was.
In het klassiek concert in het Paleis voor Volks
vlijt deed zich ceu pianist uit Brussel, de heer
P. Litta, hooreu, die vooral in Liszt's Es-dur con
cert een uitstekciiden iudruk maakte door rustige
zekerheid, briljante techniek en groote rhythmischc
duidelijkheid. Baarden zijne kleinere stukken o. a.
de Jialla.de van Chopin ook ecuige teleurstelling,
men vergete niet dat in de groote ruimte zulke
stukken niet tot bun recht komen, hoewel ik mij
toch ook met de opvatting niet, vcreenigen kou.
Deze jonge pianist belooft als virtuoos zeer veel.
Met de vierde sinfonie van Beethoven behaalde
het orkest ceu groot succes door de frissehe, kern
i gezonde opvatting en gelukkige weclergave.
Iu de Vanatien uit het vijfde strijkkwartet van
Beethoven gaven de heeren van het strijkkwartet
een schoon ensemble te liooren. De begeleiding
van het concert vau Liszt (die zeer gevaarlijk is)
i miste nog de uoodige zekerheid, hieraan zou dan
j ook meer tijd besteed moeten worden dan voor
! eene solisten-repetitie gewoonlijk beschikbaar is.
v. M.
P.S. Ten slotte teeken ik met groote inge
nomenheid aan dat in het Concertgebouw gisteren
avond door het, orkest de Ie simfouie iu c kl. t.
vau Brahms op zeldzaam schoone wijze werd uit
gevoerd. De opvatting van den heer Kes bracht
mij zeer ouder den indruk, terwijl de svedergave
door buitengewone duidelijkheid, fraaie
klankscliakccringeu en warmte uitmuntte. De schoone
klank van de blaasinstrumenten moet ik ditmaal
bijzonder releveeren. De trombones klonken prach
tig, terwijl de contrafagot op alle plaatsen het
eigenaardig effect zeer juist weergaf.
Het niet zeer talrijke publiek (waut er traden
geen solisten op !) kwam geheel onder de bekoring
van de uitvoering eu riep den heer Kes met
warmte terug.
Paul Ycrlaiue.
Hot is nu xos jaar geleden dat. oon tijn-zinnig
jong schilder en op verzon verlekkerd kunstvvicnd.
j tier door xijn atelier stappend, mij
voor-deklaI meerde rinkelende strofe uit een parijsch god
boekje:
Moi, j'allais, rèvant du divin Plafon.
Kt de Phidias.
VA do Salamine et d;- Marathon.
Sous l'o'i! cliguotant des b!ons hees do ga;;.
't Boekje dat bij voor xieh had en dat toon,
in IS.siJ, oen rariteit was «-aar ik noch mijn
vrienden van gehoord hadden, was oen ~ waar
schijnlijk in Holland bot eerste -?- exemplaar
van de Poèmc-s Sntumiens, in IN!.") verschenen.
van Yerlaine, die dus. m.-ia'r '2\ jaar na (lat debuut
als oon onbekende xijn entree deed in Nederland.
Nu, zes jaar later is 't, on snel is do beweging
voortgegaan. Het aantal liefhebbers van zijn
verzon vermeerderde: de Enquête van Huret on
do Xotitios van lüjvanck maakten on> Vorlaino
fiimiljuurdei', terwijl de kroniekschrijver van de
JXicitice (rid* hem oor bo\\-oos: on do bewondering
voor zijn werk on de sympathie mot zijn per
soonlijkheid xijn hier zoo groot geworden dat
niet in n stad. maar in verscheidene steden
van Nederland een publiek gevonden wordt dat
bom gaarne hoort.
Yerlaine is in Nederland, bij houdt lezingen
in don Haag, Amsterdam on I.oidon: on bot
on! dcrvrerp van xi)u lozing hoott !H] omschreven
als: .mie oauserie rolativo aux crivains onvers.
mos oontemporains ot compatriotes, suivio de
lecture a l'a])]nii. l'arallêloiiiont aux 1'arnasMons.
l mos vieux amis ot caniarades do lettres, je
parlerai dos modernos", Dëcadents, S\ mbolistos et
Romans, nos sueeossonrs, non moins amis.'
b'orst do Paiïiassions dus, zijn caniarades do
lettres", dan de .modernos,'' zijn on bun
suc
Parnassien on in d feu oorsprong ligt zijn
karaktor al. Yerlaine is niet oon spits-zinnig
Serutateur" of van oognorv irritabolo. di(! vlossige
gedachtonphiisjes rafelend of vlotte
kleur-trillingen noersprooyonil dezen onzon eeuw-tijd rijk
maakt mot artistiok-dolikate stukjes meer
zenuwals ziels-leven : oon volnit-goinoedsmonscb
is hij. die o geproefd hooft wel van do perverze
brein-mijmering e,n getuurd op de tint-warrige
wemeling van do inodorne huizon-stad, maar
er overheen en vóór alles voelt on kracht boeit
in don storm-golf of den windval van geluiden
on maten, ais die uiting van passie zijn, -- waar
zijn stom zich in laat gaan in de vreugdige ver
loedering on akuut snerpt in woroldsche pijn.
Parnassien dus. maar nu het andere. Want wie
oppervlakkig maai' zijn bundels doorbladert, vindt
daar al 't materiaal bijeen, waar de nu-deftigeii
en beroemden zich in oefenden on rijmeiden: di>
alexandrijnen en koojiletton, do sonnetten niet
l zos-voots-vorxcn. en stroven.?'t apparaat,don
I'aI nassiens niet enkel maai' het lieele klassieke
frankrijk oon heiligheid, on zeker niet geheel
ton onrechte, want grooter dan in die vormeï.
was l''rankrijk nooit. Maai loos Yerlaincs ver
zon nauwkeuriger, /ie hoe die vormen, slap
of stijf uit zich zelf, lenig en vast plooi en
spankrae.ht krijgen om /ijn zo doorworstelende wezen;
zie hoe 't MTS op in de strofe, de strofe in
don vol/.in gaat, en geen vers blijft maai
enkel uiting van hartstocht, on oon techniek
ontstaat, o oon wonder is 't te zien al dat
fnrieiiso artiesten-doen, dat met coziiron, enjam
bementen, klankschikking on rhythmiseoring. bre
ken en dooi'stormon die al-gemeene vormen, tot.
stralend door dat gewaad stoffig, antiek eu
historisch, blinkt de mcnsch, modern, schoon \aï.
hartstocht, peinzend, zingend, schertsend of toor
nend, staand en gaand in oon wereld van
gezienn doorloot'd-beid, die de verrukking is en spiegel
van ons geslacht.
Kn daar is die andere kant, die hom nader
brengt ook aan de modernste dichters, hoe anders
zo als hij zijn : do monsch van natuurlijkheid en
hartstocht, waarachter do Parnassien verdwijnt.
Die monsch wordt gevoeld ook door do nieuworen.
Kn daarom is hij, Verlainc. zoo do juiste man
om te sprokou over dio twoe geslachten, oorst over
do l'arnassions uit wier kamp hij komt. dan over
do Modernen: Decadenten, Romans, of 'Symbolis
ten, incnsclien, die vooion voor zijn werk.
I lot is oon eenvoudige volgorde' waarin Yer
laine in xijn lozing de bewoging van do la.itstii
jaren in frankrijk zal \oorstollon. Het was togen
ls^7 .ioan Moróas mot zijn iï/rtcs en Cattt!lt;nct-\
tegelijkertijd Jules Laforgue. \'orlaine xolfinZ.cs
Pnèttx M<i.i«lilx mixakte attent, oorst op drie. nift
bekende dichters" Arthur Itimband, ('orbière,
Malhu-ijn''; dan op nou' drie: Yilliers de l.isle
Adam, Marcelinc De^bonlos-Yalmoro, on uin
lioiinnó l'auvre Lilian, mon moillonr onnonii",
xooals bij zelf zegt, hij won zeggen zich zeil', /iji:
eigen twoo bundels : Jadis et Nnf/uère on hot
herdrukte Xui/ew, zetten, zegt hij, naar de
meor.ing \an tijdgenooten, do beweging voort.
Hit einde -schrijf ik. nu de eerste lezing in don
Haag geëindigd is. Ik hoop dat Maandag ir
I.oidon on Dinsdag in Amsterdam veel vriendeK
van mooie verzen on van Yorlaine en dat zijl,
immers dezelfden 'i zijn zullen, om heen te