De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 20 november pagina 4

20 november 1892 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

#* ' DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na 804 positie, is de lithographie die eertijds zulke be wonderenswaardige meesterwerken heeft voort gebracht, weldra in diep verval geraakt. Sedert kort echter, is, door zeer verschillende oorzaken, er een terugkeer kenbaar geworden tot die lang verzaakte kunst. Eenige artiesten hebben, elk op zich zelf getracht de verloren traditie weder op te nemen; het welslagen van hunne pogingen heeft de liefhebbers getroffen en proselieten ge maakt ., . . De lithographie is niet, eigenlijk ge zegd, een speciale kunst, een soort van vertak king van de gravure, zooals men haar gewoon lijk beschouwt, maar zij is, in waarheid, de kunst van teekenen zelve, waaraan door een exeptioneel goed geluk, het vermogen van zich direkt te verveelvuldigen verbonden blijft, zonder dat de meer of min getrouwe tusschenkomst van eenigen tolk buitenom noodig is. Aldus de aanhef van het opmerkelijk prospec tus eener kostbare driemaandelijksche uitgave Les peintres-lithographe?, waarin mannen van den rang van Felix Bracquemond, Eugène Carrière, Jules Chéret, Fantin Latour, Puvis de Chavannes, Rodin, Rops, Whistler, proeven van hun talent zullen geven. Het werk zal verschijnen aan de bureaux van PArtistc, 44, quai des Orfèvres, Paris. Een ander prospectus: In Januari 1893 zal verschijnen »Van nu en Straks", nieuw tijdschrift, met Cyriel Buysse, Emmanual de Bom, Prosper van Langendonck en Gust Vermeylen als redactie. (Van Gust Vermeylen als schrijver over schilderkunst werd hier eenige maanden geleden gesproken). »Van nu en Straks" heeft een tweevoudig doel. Het wil vooral wezen: het tot nu toe ontbrekende tijdschrift der jongeren uit Zuid-Nederland, eene uiting van het willen en denken der laatstgekomenen, zonder aesthetische dogmata, zonder school-strekking een vrij voorhoede-orgaan, gewijd aan de kunst van Nu, nieuwsgierig naar de kunst-nog-in-wording die van Straks hier en in 't buitenland. Die uitgave zal ook een werk vormen van boek-kunst, door kunstenaars stoffelijk verzorgd onder leiding van Henry van de Velde en waarin zoo weinig mogelijk aan 't werktuigelijk industriëele zal worden overgelaten. Buiten de tekst-ornamentatie, meestal in houtsnee en in zincografie, zal het tijdschrift oor spronkelijke platen bevatten van: Henry de Groux, A. J. Derkinderen, James Ensor, Willy Finch, Marg. Holeman, Roland Holst, G. Lemmen, X. Mellery, C. Meunier, Thorn-Prikker, Jan Toorop, Henry van de Velde, wijlen Vincent van Gogh, Theo van Rijsselberghe, en ook de opsteller dezer aanteekeningen rekent het zich tot een onderscheiding als medewerker te kunnen worden genoemd aan een publicatie van zoo klare en zuivere bedoelingen. In Pulchri Studio opende den loden de ten toonstelling van beeldhouw- en schilderwerk van Constanta Meunier en van schilderijen door Alb. Baertsoen en Emile Claus. In de Haagschen kunstkring der 16de een exposidie van schilde rijen en teekeningen van Th. de Bock, Adolf Lange en A. H. Koning, in de bovenzaal en in de benedenzaal van A. G. A. van Rappard. Bij de firma Buffa te Amsterdam is thans een belangrijk schilderij van J. Voerman, dat veel meer dan de onlangs daar aangekomen olieverf studie van denzelfden, blijk geeft van ernstig en vruchtbaar zoeken op nieuwe wegen. Graadt van Roggen maakte voor de firma Buffa een doorwerkte ets naar een schilderij van Israels, veel beter dan de te slappe plaat van denzelfde naar Israels'aquarel van den Herder. Ph. Zilcken heeft voor Buffa zijn ets gereed naar de Primavera van Thijs Maris, zij is goed geslaagd, het is de beste sterkwaterplaat die we van Zilcken zagen. Joséphin Péladan heeft op zijn tocht door Holland Toorop, Thorn-Prikker en Roland Holst voorvast uitgenoodigd voor den tweeden Salon de la Rose & Croix, en hij wil nog meer Hollan ders inviteeren. De tentoonstelling zal vallen van 10 Maart tot 10 April. Te Leiden moet de uitnemende kenner van de oude Italiaansche schilderkunst, zeer getroffen geweest zijn door het werk van onzen meester Lucas, dien hij zelfs in een oogenblik van enthou siasme Ie plus grand des Gothiques après Botticelli prees. 16 Nov. '92. V. Eene interessante tentoonstelling van ruim 600 miniaturen zal dezer dagen te Lon den geopend worden. Holbein, de beide gebroe ders Olivier, Cooper, Hilliard, Smart, Shelley, Englehiart, Cosway, Humphrey, Hoskins, Petitot, Plimer en Ross zijn de meest bekende onder de vertegenwoordigde meesters van de miniatuur schilderkunst. De Ameriknansche kunsthandel heeft deze miniaturen in den laatsten tijd voel genomen, waardoor goede exemplaren zeldzaam en kostbaar geworden zijn. De plotselinge voor liefde der Amerikanen voor deze werken der mi niatuur-schilderkunst, wordt door goed ingelichten aan den lust tot smokkelen toegeschreven. Een miniatuur is gemakkelijk te verbergen, en wanneer het kunstwerk b.v. /"GOOO gekost heeft, een prijs, die dezer dagen voor een klein portretje van Cosway betaald is, zijn ? 1500 fils achtergehouden douane geld gemakkelijk verdiend. Overigens koopen de Amerikanen thans ook met voorliefde moderne Nederlanders, Israels, Blommers, Mesdag en an deren, terwijl in Frankrijk de navraag naar wer ken van oude Engelsche portrettisten Sir Josua Reynolds, Lawrence en Gainsborough zeer leven dig is geworden. Bij de firma E. J. van Wisselingh & Co. is geëxposeerd een schilderij van Ed. Karscn »0ehtend" in 't voorjaar. Deze week viert mevrouw Elise van Calcar, geb Schiotling, haar zeventigsten verjaardag; de bekende schrijfster en paedagoge werd geboren te Amsterdam 19 November 1822. Haar eerste werk was de roman Hermine. spoedig werd deze gevolgd door de Dertiende, waarin men een aantal bekende predikantentypen uit die dagen meende te herkennen. Nadat eene reeks van philantropische en zedekundige opstellen van haar verschenen waren, werd mevrouw van Calcar in 1865 tot inspectrice van het voorbereidend lager onderwijs benoemd, dat zij hervormde naar de beginselen van Fröbel. Het is aan haren onvermoeiden arbeid, bestaande zoo in het houden van tal van conferentiën in bijna alle plaatsen des lands als in geschriften, te danken dat deze methode bij het onderwijs in Nederland werd ingevoerd. Weldra stichtte zij te Wassenaar een opvoedingshuis voor onder wijzeressen, waarvan zij 6 jaren aan 't hoofd heeft gestaan, tot 1873, toen hare gezondheid haar dwong de overmatige werkzaamheid op te geven en zich meer uitsluitend aan haren letter kundigen en zielkundigen arbeid te wijden. Sedert 16 jaren geeft mevr. van Calcar, die nu in den Haag woont, een tijdschrift uit, geti teld: Op de grenzen van twee werelden, waarin zij meer bepaaldelijk magnetisme, spiritualisme en spiritisme behandelt. Behalve het genoemde, schreef mevr. van Calcar nog onder meer: De ster in den nacht, Desteen der wijzen, Koningin Sophie der Nederlanden, De eedgenooten, De kinderen der eeuw en nu kortelings aan het laatstgenoemde aansluitend De vruchten van het gezaaide. Bij de viering van haren TOsten verjaardag is zij doende haar 100ste boekdeel te schrijven. Dichter-honorarium in Engeland. Om trent het inkomen, dat de 'overleden Lord Tennyson van zijne gedichten genoot, haalt de Jiookman in zijn laatste nummer op gezag van den heer Straham, een der vroegere uitgevers van den dichter, eenige interessante bijzonder heden aan. Toen Tennyson eens vari uitgever wisselde, sloot hij met den heer Straham een vijfj'arig contract, krachtens hetwelk de firma aan Tennyson jaarlijks pst. 5000 (?60,000) betalen moest, alleen voor het recht, de reeds verschenen gedichten verder te verspreiden en alle nieuwe werken gedurende deze vijf jaar voor eene com missie van 10 pCt. te publiceeren. Binnen deze periode verschenen er slechts twee van zulko nieuwe gedichten The Holy G-rail en The IVindow, en toch maakte de uitgoversfirma goede zaken met dit contract. Van den Holy Grail werden bin nen korten tijd 40,000 exemplaren voor den winkelprijs van ? 4,50 verkocht, zoodat Tennyson bui ten de bepaalde jaarlijksche pst. 5000 uit dit eone bundeltje bij een ontvangst van ongeveer / 1,80 per exemplaar nog pst." 6000 (/ 72,000) winst trok. Van zijn latere uitgevers ontving Tennyson de vaste som van pst. 4000 (f 48,000) per jaar voor het verdere recht van uitgave van de vroeger verschenen werken. Het dichten mag over 't algemeen steeds nog maar geen goede zaak zijn, maar in Engeland hebben de tijden zich toch eenigzins verbeterd sedert Milton zijn Verloren Paradijs voor / 60 kon weggeven. Een /weedsche schrijfster van naam, Anne Charlotte Edgrcn-Leffler, is plotseling overleden. Eenige novellen uit hare bundels «Uit het Leven", zijn ook in Nederland bekend. Zij heeft overigens een grooten roman Een zomersprookje, en eenige drama's, De tooneelspeelster, Onder de pantoffel, De hulpprediker, en De elf, geschreven, en een paar blijspelen, Ware vrouwen en Hoe men goed doet. /ij gold een tijd lang als het hoofd der vrouwenemancipatie in de Scandinavische litteratnur, maar getrouwd met een hertog di Cajanello, woonde zij sedert eenige jaren te Napels, waar zij ook gestorven is ; zij was er gelukkige vrouw en moeder, en protesteerde openlijk tegen do richting, die zij een tijd lang met zooveel vuur verdedigd had. /ij is slechts n dag ziek ge weest; 's morgens nog had zij aan haar nieuwen roman, Beperkte horizont, gewerkt. Bij den uitgever II. J. W. Beclit is verschenen Panache, novellen door More della Neve. De bundel bevat Panache (sonnet), en de novellen Mikado saphir. Gravin uryrhce, Doperwtjes met een lepel, A'Iignon tlmis, De potpourri der Roumanels, akkersdochtertje on Azaleas. Bij Blom en Olivier te Kuilenburg verscheen, zeer royaal uitgegeven, eene vertaling van Lessing's Nathan de \\'ijze door Taco II. de Boer. Naar wij vernemen is deze vertaling bestemd om door de Kon. Ver. Het Nederlandsch toonceloygevoerd te worden. (^CHETSJES Bankdieven in Amerika. Voor ccuigen tijd kwam telegraphisch bericht omtrent liet overrompelen van de banken te Cosscyville in Kansas, op den 5n ctobcr. Bij het geveclit, dat tussclicii de burgers en <Jc roovcrs plaats had, werden voor zoover bekend werd, vier burgers en vijf roovers gedood. Aan de Kolniselic Keilttng worden nog over dit voorval in ccn brief uit Chicago, de volgende bijzonderheden gemeld : De 5e October zal lang een gedenkwaardige dag blijven voor Kansas en vooral voor het Z W. van de Republiek, want op dien dag werd de Daltonbende voor goed vernietigd, die in de laatste jaren een groot aantal spoorwegen en banken had uitgeplunderd, vele menschen vermoord en i ver de 800,000 dollars buitgemaakt. Hun hoofd was Bob Dalton, ecu jonge knappe man, die zeer veel op had met glimmende hooge laarzen en mooie revolvers en die zonder twijfel in de Amerikaansche jongenslectuur nog lang een groote rol zal spelen. Cossoyville is een van die plaatsen, die er uitzien alsof zij in der haast even op de prairie neergezet zijn, om morgen weer weggehaald te worden. Tot de features, de karakteristieke ver schijnselen in zulke plaatsen, beliooren een aantal salnons (kroegen), vier of meer licery siublex (huurstallen) en een of meer Banken. Zonder Bank is het Amerikaansche dorp niet denkbaar; want ook in liet minste dorp is de Amerikaan grootsteedsch en wil het gemak, door middel van cheques in plaats met contanten te betalen, nergens missen. Zoo'n Bank is gewoonlijk een van de mooie en goed gebouwde huizen van de plaats : het winkel achtige kantoor bevindt zich gelijkvloers. CosseyviJle is de bakermat van de familie Dalton. De zoons der familie, die later als spoorweg en bankplunderaars zoo beroemd zouden worden, kenden daar dus iedere struik en steen, en wisten ook dat de beide banken van het stadje, de //eerste Nationale Bank" en de//Congdonsche privaatbank" juist op dien datum veel contanten in kas hadden, 'daar kort te voren op de prairiën losloopend vee op de markten verhandeld was geworden en de veehandelaren, zooals alle andere liandelslui, zoo gauw mogelijk het contante geld naar de Bank dragen. De beide Banken staan op een driehoekig plein, dat het middelpunt van Cosseyville vormt. De huizen staan tegenover elkander, zoodat men in het eene kan zien wat in het andere gebeurt, een gewichtige bijzonderheid tot goed begrip van den strijd. Het was in Cosseyville bekend, dat de Daltons een aanval op de Banken in den zin hadden. Daar echter in de laatste weken alles rustig gebleven was, was de waakzaamheid der burgers ingeslui merd. Waarschijnlijk van dezen staat van zaken ingelicht door een van hun kameraads, stelden de roovers hun aanval op de beide Banken op gisteren-morgeu vast. Het was 9 uur 's morgens toen zij uit de prairie het stadje kwamen binnenge reden. Door zijstegen en alleys, de achtcrgaiigctjes die naar de stallen voeren, reden zij op hun dubbel doel toe. In de//alley" achter de Nationaalbank kwamen de zes roovers, die in twee afdeeliugen, ieder van drie man, er heen gekomen waren, samen. Zij stegen van hun paarden en bonden deze in alle stilte achter de Bank aan cl: palen en hekken. En nu doken de ruwe kerels plotseling voor de beide Banken op, die, zooals het, gebruik is, om 9 uur 's morgens voor de d;igelijksciie bezigheden geopend werden. Robert (Bob) Dalton, het opperhoofd, ging met zijn broeder Emmet naar de Nationale Bank. de andere vier gingen naar de Privaatbank van C. M. Congdon & Co., aangevoerd door den roover John Moore, die onder zijn collegas den technischen naam van //Texas Jack" had gekregen. Ondertusschen waren du burgers van Cosseyville op het zonderlinge morgenbezoek opmerkzaam geworden. De //Dalton Boys" kende iedereen van aanzien en zoo liep het in een oogenbiik van mond tot mond, dat de gevreesde zwervers in de stad waren. Iemand liep naar den kommandant van de schut terij Connelly, om hem liet groote nieuws kersversch te brengen. De arme Connelly ' Hij was eigenlijk schoolmeester en nu pas een poosje kommandaut geworden, zoo alleen voor de vacantie. In weinige dagen zoudeu zijn ambtelijke bezig heden ophouden ; dadelijk na de vaeantie zou hij hoofd der school worden. Toen hij hoorde, dat de Daltonbende in de stad was, liep hij dadelijk naai den besten schutter in de plaats, naar den stalhouder James Spcars Spoedig daarop was een handvol verdedigers der orde bijeen en marcheerde naar het driehoekige plein met, de beide Banken. Voor iedere Bank stelde de kommaiidaut de helft van zijn manschappen op. Binnen in de Banken echter hadden de roovers niet stil gezeten. De vier die ,Texas Jack" volg den, waren in de privaatbank gesneld en had den den kassier en den ti'Uir" (bediende aan 't loket) met het gewone «/irnx/s /i/>" tot omhoog steken van de handen gedwongen. Texas Jack" onderzocht hen beiden, of /ij ook wapens had den, terwijl de drie andere galgenazen hem met hun buksen //dekten". Geen wapen was te vin den, nu moest de kassier het inbraakvrijc ge welf openen. //Heel graag, hceren" zeide de kas sier, //maar het kan nog niet. Het kasuurwcrk loopt pas om 10 uur af, en het is nog 20 minu ten voor tienen. Slechts met dynamiet kan het nu worden opengemaakt". In Amerika hebben bijna alle bankkassen een ^lime lurk,''' een slot op tijd over dag wordt de kas met een letter of combinatieslot gesloten.President enkassier zijn de eenige, die met de inrichting bekend zijn. Toen //Texas Jack" hoorde, dat hij 20 min. moest, wachten, zcide hij: //Best, wij zullen wach ten" en hij ging kalm voor den kassicrslcsscnaar zitten. Toen hij een poosje rustig gezeten had, sprong hij op. //Hoc staat het met de geldla ''" riep hij. I let was hem te binnen geschoten dat de be ambten bij het loket gewoonlijk voor het uitbe talen van kleinere sommen een bedrag in goud en bauknoten in de lade hebben. De roover ging naar het loket, nam de 1500 dollars die, hij vinder. kon en liet ze in een meelzak rollen, dien hij voor bergplaats van den buit had meegenomen. Toen ging hij weer zitten, om naar den wijzer van het, l i me Int'k te kijken, hoe deze langzaam maar zeker naar het 10e uur voortging. Bob Dalton cu zijn broeder Emmct had'den intusscheu in de //Eerste Nationaalbauk" betere zaken gedaan. De kassier Ayers, zijn zoon Albcrt eueeu beambte, W. II. Shcp'ierd, waren alleen in de bank. // llanih HJI!" klonk het, en in enkele minuten was de bank door de daartoe gepreste beambten schoon uitgepluiiderd. Zij had geen tijdsluiting. Dadelijk was alles, wat de bank aan bankuoten, papieren van waarde en contanten bezat, in den door Bob mccgcbrachtcn zak verdwenen. Nu echter kwam het erop aan, den terugtocht er zonder kleer scheuren af te brengen. In de meeniug, dat //Texas Jack" ondertusschen in de Bank aan den overkant even snel en goed geopereerd had, als hij zelf, besloot Bob, de be ambten der Nationaalbank in de alley achter het gebouw te brengen, waar de paarden van de roovers stonden vastgebonden. Daar zouden de beambten met de buksen en revolvers //gedekt" blijven, tot de roovers stevig in den zadel zaten en zeker konden zijn, een goeden voorsprong op hun ver volgers te hebben, die bij zulke voorvallen altijd gauw bij de hand zijn. Maar toen nu de beambten met den uitpuilenden meelzak buiten de Bank kwamen, veranderde hun stelling geheel. Voor de Bank wemelde het van gewapenden. Bob Dalton overzag met n blik den toestand. De bankbeambteu laten loopen en zich te wenden naar de alley waar de paarden stonden, was het werk van een oogenblik. Maar liet was te Jaat. Het oogenblik was gekomen, waarop de groote roover in zijn laarzen" moest sterven. Reeds had Spears de buks aaii de wang, het schot knalde en een puntkogel vloog Bob door de rechterslaap en over het linkeroog er weer uit. Enmet Dalton ontkwam voor een oogenblik naar de alley. De vier bandieten in de kleine privaatbauk er juist tegenover sprongen op bij den knal van het schot en vlogen naar het raam Daar zagen zij bunnen hoofdman Bob voor de Nationaalbank liggen, zoo dood, alsof hij eergisteren was gestor ven. Nu was het uit met liet wachten naar het verwenschte kasuurwerk. Nu moest er gehandeld worden. Een seconde en een salvo van de vier geweren kraakte uit de vensters van de Privaat bank naar den overkant. Twee van de daar staande mannen vielen; de kassier Ayers en de schoen maker Brown. Ayers ligt op sterven, Brown stierf op het oogenblik dat ze hem in huis droegen. Nu gingen de vier bandieten er van door, naar de alley, naar de paarden. Spears echter, de stal houder, deed de grap mislukken. Tweemaal nog knalde zijn buks en iederen keer had een roover een gat meer in zijn hoofd, eerst Jozef Evans en toen Texas Jack". Het schieten en terugschieteu duurde voort en daarbij werd nog een van de Daltous neergeschoten; ook de arme Conneliy moest, in 't gras bijten. Ook Baldwin viel, een jonge ambte naar van de privaatbank. 's Morgens vroeg uitge gaan om geld te inkasseeren, kwam hij op het oogeublik terug toen het geschiet het ergste was en kreeg voor ontvangst een kogel in zijn hoofd. Slechts een van de roovers, Cellie Ogee, bereikte de paarden in de alley, wierp zich op het vlugste en jaagde in de richting van het Indianen-Terri torium heen, vervolgd door een troep goed beredene burgers van Cosseyville. Toen het gevecht voorbij was, begon men naar het geroofde geld te zoeken. Het werd alles in de zakken gevonden, waarin de roovers het gestopt hadden. De eene zak lag onder het lijk van Bob, de hoofdman. Hij was erop gevallen, toen Spears hem den kogel door den kop jaagde. De andere zak niet het bagatel van 300 dollars, bevond zich op het lijk vau Texas Jack". De doode bandiet hield zijn buit met, de koude hand omklemd. De Dal tons waren hun loopbaan als ruiiderdieveu begon nen en promoveerden langzamerhand tot, de maat schappelijk veel hooger staande klasse van spoorwegroovers. In den laatsteu zomer roofden zij uit een trein van de Missouri Pacific 50.000 dollars, waarbij zij twee menschen doo,(schoten, en weinige weken daarna roofden zij op klaarlichten dag uit een bank van El Reno 10,000 dollars. In het geheel zijn in verscheidene staten in den vorm vau prijzen, ruim 12,000 dollars op het hoofd vau ieder dezer bandieten gesteld ge worden. vo Mode. Hoeden. Russische keuken. Tafelversiering. In de Mode pratique, het aardige modetijd schrift van Ilachette, bespreekt mad. de Broutelles een nieuwe mode, maar raadt ze tevens af. liet geldt de coupe van den rok sAune d'Autriche". Op de Exposition des Arts de la Femme waren er modellen van te zien; niad. de Brontelles be weert dat dezelfde ledepoppen, die, met andere costumen aangekleed,slank en goed geproportioneerd schenen, met de jupes Anne d'Autriche kort en dik geleken. Men was vol bewondering voor bet costuuin, want bet corsage was heel mooi, maar de persoon, de draagster, kwam er ongunstig' in uit. Men kent den vorm allicht uit de portretten van Anna van Oostenrijk. Hij wordt nagemaakt op de volgende wijze: De rok bestaat slechts uit twee banen. De voorbaan is beneden 60 centime ter breed en schuin afgeknipt, zoodat zij van boven ;j(> centimeter is. Voor de andere baan meet men van de stof eerst de hoogte van den rok, dan 50 centimeter (ongeveer), dan nogmaals de hoogte van den rok. Do vijftig centimeters, middenin, een weinig rond uitgeknipt, zet men tegen het ceintuur, de beide hoogten (zelfkant) komen tegen de twee naden van de voorbaan en de rest van stof wordt als eene rotonde hier naar toe geknipt, xoodat de boog .'U/ij ,;i l'/o meter lang is. Deze .'iJ/2 ^ ^Va meter vormen dan de onderzijde van den rok van achteren. Langs deze onderzijde zet men van binnen reeds een streep paardenhnar om hem stijf te honden; en het plan schijnt te bestaan op deze wijze weer tot de crinoline te komen. Ook de versiering van den rok, beginnend met een of meer niches, zou dan worden uitgebreid tot de volants, bouillonnés, enz., uit het tijdperk van keizerin Eugénie. Ook in de vorige aflevering van Voor onze Dames, het modetijdschrift onder redactie van mcj. .To van Sloten, werden een paar toiletten beschreven, die (leze richting aanduidden. * * * Op het gebied van den hoed heerscht werke lijk volkonen anarchie. In het Bois de Boulogne,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl