Historisch Archief 1877-1940
#* '
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na 804
positie, is de lithographie die eertijds zulke be
wonderenswaardige meesterwerken heeft voort
gebracht, weldra in diep verval geraakt. Sedert
kort echter, is, door zeer verschillende oorzaken,
er een terugkeer kenbaar geworden tot die lang
verzaakte kunst. Eenige artiesten hebben, elk op
zich zelf getracht de verloren traditie weder op
te nemen; het welslagen van hunne pogingen
heeft de liefhebbers getroffen en proselieten ge
maakt ., . . De lithographie is niet, eigenlijk ge
zegd, een speciale kunst, een soort van vertak
king van de gravure, zooals men haar gewoon
lijk beschouwt, maar zij is, in waarheid, de kunst
van teekenen zelve, waaraan door een exeptioneel
goed geluk, het vermogen van zich direkt te
verveelvuldigen verbonden blijft, zonder dat de
meer of min getrouwe tusschenkomst van eenigen
tolk buitenom noodig is.
Aldus de aanhef van het opmerkelijk prospec
tus eener kostbare driemaandelijksche uitgave
Les peintres-lithographe?, waarin mannen van den
rang van Felix Bracquemond, Eugène Carrière,
Jules Chéret, Fantin Latour, Puvis de
Chavannes, Rodin, Rops, Whistler, proeven van hun
talent zullen geven.
Het werk zal verschijnen aan de bureaux van
PArtistc, 44, quai des Orfèvres, Paris.
Een ander prospectus:
In Januari 1893 zal verschijnen »Van nu en
Straks", nieuw tijdschrift, met Cyriel Buysse,
Emmanual de Bom, Prosper van Langendonck
en Gust Vermeylen als redactie. (Van Gust
Vermeylen als schrijver over schilderkunst werd
hier eenige maanden geleden gesproken). »Van
nu en Straks" heeft een tweevoudig doel. Het
wil vooral wezen: het tot nu toe ontbrekende
tijdschrift der jongeren uit Zuid-Nederland, eene
uiting van het willen en denken der
laatstgekomenen, zonder aesthetische dogmata, zonder
school-strekking een vrij voorhoede-orgaan,
gewijd aan de kunst van Nu, nieuwsgierig naar
de kunst-nog-in-wording die van Straks
hier en in 't buitenland.
Die uitgave zal ook een werk vormen van
boek-kunst, door kunstenaars stoffelijk verzorgd
onder leiding van Henry van de Velde en
waarin zoo weinig mogelijk aan 't werktuigelijk
industriëele zal worden overgelaten.
Buiten de tekst-ornamentatie, meestal in
houtsnee en in zincografie, zal het tijdschrift oor
spronkelijke platen bevatten van: Henry de
Groux, A. J. Derkinderen, James Ensor, Willy
Finch, Marg. Holeman, Roland Holst, G. Lemmen,
X. Mellery, C. Meunier, Thorn-Prikker, Jan
Toorop, Henry van de Velde, wijlen Vincent van
Gogh, Theo van Rijsselberghe, en ook de opsteller
dezer aanteekeningen rekent het zich tot een
onderscheiding als medewerker te kunnen worden
genoemd aan een publicatie van zoo klare en
zuivere bedoelingen.
In Pulchri Studio opende den loden de ten
toonstelling van beeldhouw- en schilderwerk van
Constanta Meunier en van schilderijen door Alb.
Baertsoen en Emile Claus. In de Haagschen
kunstkring der 16de een exposidie van schilde
rijen en teekeningen van Th. de Bock, Adolf
Lange en A. H. Koning, in de bovenzaal en in
de benedenzaal van A. G. A. van Rappard.
Bij de firma Buffa te Amsterdam is thans een
belangrijk schilderij van J. Voerman, dat veel
meer dan de onlangs daar aangekomen olieverf
studie van denzelfden, blijk geeft van ernstig en
vruchtbaar zoeken op nieuwe wegen.
Graadt van Roggen maakte voor de firma Buffa
een doorwerkte ets naar een schilderij van Israels,
veel beter dan de te slappe plaat van denzelfde
naar Israels'aquarel van den Herder.
Ph. Zilcken heeft voor Buffa zijn ets gereed
naar de Primavera van Thijs Maris, zij is goed
geslaagd, het is de beste sterkwaterplaat die we
van Zilcken zagen.
Joséphin Péladan heeft op zijn tocht door
Holland Toorop, Thorn-Prikker en Roland Holst
voorvast uitgenoodigd voor den tweeden Salon de
la Rose & Croix, en hij wil nog meer Hollan
ders inviteeren. De tentoonstelling zal vallen
van 10 Maart tot 10 April.
Te Leiden moet de uitnemende kenner van de
oude Italiaansche schilderkunst, zeer getroffen
geweest zijn door het werk van onzen meester
Lucas, dien hij zelfs in een oogenblik van enthou
siasme Ie plus grand des Gothiques après
Botticelli prees.
16 Nov. '92. V.
Eene interessante tentoonstelling van
ruim 600 miniaturen zal dezer dagen te Lon
den geopend worden. Holbein, de beide gebroe
ders Olivier, Cooper, Hilliard, Smart, Shelley,
Englehiart, Cosway, Humphrey, Hoskins, Petitot,
Plimer en Ross zijn de meest bekende onder de
vertegenwoordigde meesters van de miniatuur
schilderkunst. De Ameriknansche kunsthandel
heeft deze miniaturen in den laatsten tijd voel
genomen, waardoor goede exemplaren zeldzaam
en kostbaar geworden zijn. De plotselinge voor
liefde der Amerikanen voor deze werken der mi
niatuur-schilderkunst, wordt door goed
ingelichten aan den lust tot smokkelen toegeschreven. Een
miniatuur is gemakkelijk te verbergen, en wanneer
het kunstwerk b.v. /"GOOO gekost heeft, een prijs, die
dezer dagen voor een klein portretje van Cosway
betaald is, zijn ? 1500 fils achtergehouden douane
geld gemakkelijk verdiend. Overigens koopen de
Amerikanen thans ook met voorliefde moderne
Nederlanders, Israels, Blommers, Mesdag en an
deren, terwijl in Frankrijk de navraag naar wer
ken van oude Engelsche portrettisten Sir Josua
Reynolds, Lawrence en Gainsborough zeer leven
dig is geworden.
Bij de firma E. J. van Wisselingh & Co. is
geëxposeerd een schilderij van Ed. Karscn
»0ehtend" in 't voorjaar.
Deze week viert mevrouw Elise van Calcar,
geb Schiotling, haar zeventigsten verjaardag; de
bekende schrijfster en paedagoge werd geboren
te Amsterdam 19 November 1822.
Haar eerste werk was de roman Hermine.
spoedig werd deze gevolgd door de Dertiende,
waarin men een aantal bekende predikantentypen
uit die dagen meende te herkennen.
Nadat eene reeks van philantropische en
zedekundige opstellen van haar verschenen waren,
werd mevrouw van Calcar in 1865 tot inspectrice
van het voorbereidend lager onderwijs benoemd,
dat zij hervormde naar de beginselen van Fröbel.
Het is aan haren onvermoeiden arbeid, bestaande
zoo in het houden van tal van conferentiën in
bijna alle plaatsen des lands als in geschriften,
te danken dat deze methode bij het onderwijs in
Nederland werd ingevoerd. Weldra stichtte zij
te Wassenaar een opvoedingshuis voor onder
wijzeressen, waarvan zij 6 jaren aan 't hoofd
heeft gestaan, tot 1873, toen hare gezondheid
haar dwong de overmatige werkzaamheid op te
geven en zich meer uitsluitend aan haren letter
kundigen en zielkundigen arbeid te wijden.
Sedert 16 jaren geeft mevr. van Calcar, die
nu in den Haag woont, een tijdschrift uit, geti
teld: Op de grenzen van twee werelden, waarin
zij meer bepaaldelijk magnetisme, spiritualisme
en spiritisme behandelt.
Behalve het genoemde, schreef mevr. van Calcar
nog onder meer: De ster in den nacht, Desteen
der wijzen, Koningin Sophie der Nederlanden,
De eedgenooten, De kinderen der eeuw en nu
kortelings aan het laatstgenoemde aansluitend
De vruchten van het gezaaide. Bij de viering van
haren TOsten verjaardag is zij doende haar 100ste
boekdeel te schrijven.
Dichter-honorarium in Engeland. Om
trent het inkomen, dat de 'overleden Lord
Tennyson van zijne gedichten genoot, haalt de
Jiookman in zijn laatste nummer op gezag van
den heer Straham, een der vroegere uitgevers
van den dichter, eenige interessante bijzonder
heden aan. Toen Tennyson eens vari uitgever
wisselde, sloot hij met den heer Straham een
vijfj'arig contract, krachtens hetwelk de firma aan
Tennyson jaarlijks pst. 5000 (?60,000) betalen
moest, alleen voor het recht, de reeds verschenen
gedichten verder te verspreiden en alle nieuwe
werken gedurende deze vijf jaar voor eene com
missie van 10 pCt. te publiceeren. Binnen deze
periode verschenen er slechts twee van zulko
nieuwe gedichten The Holy G-rail en The IVindow,
en toch maakte de uitgoversfirma goede zaken
met dit contract. Van den Holy Grail werden bin
nen korten tijd 40,000 exemplaren voor den
winkelprijs van ? 4,50 verkocht, zoodat Tennyson bui
ten de bepaalde jaarlijksche pst. 5000 uit dit
eone bundeltje bij een ontvangst van ongeveer
/ 1,80 per exemplaar nog pst." 6000 (/ 72,000)
winst trok. Van zijn latere uitgevers ontving
Tennyson de vaste som van pst. 4000 (f 48,000)
per jaar voor het verdere recht van uitgave van
de vroeger verschenen werken. Het dichten mag
over 't algemeen steeds nog maar geen goede
zaak zijn, maar in Engeland hebben de tijden
zich toch eenigzins verbeterd sedert Milton zijn
Verloren Paradijs voor / 60 kon weggeven.
Een /weedsche schrijfster van naam, Anne
Charlotte Edgrcn-Leffler, is plotseling overleden.
Eenige novellen uit hare bundels «Uit het Leven",
zijn ook in Nederland bekend. Zij heeft overigens
een grooten roman Een zomersprookje, en eenige
drama's, De tooneelspeelster, Onder de pantoffel,
De hulpprediker, en De elf, geschreven, en een
paar blijspelen, Ware vrouwen en Hoe men goed
doet. /ij gold een tijd lang als het hoofd der
vrouwenemancipatie in de Scandinavische
litteratnur, maar getrouwd met een hertog di
Cajanello, woonde zij sedert eenige jaren te Napels, waar
zij ook gestorven is ; zij was er gelukkige vrouw
en moeder, en protesteerde openlijk tegen do
richting, die zij een tijd lang met zooveel vuur
verdedigd had. /ij is slechts n dag ziek ge
weest; 's morgens nog had zij aan haar nieuwen
roman, Beperkte horizont, gewerkt.
Bij den uitgever II. J. W. Beclit is verschenen
Panache, novellen door More della Neve. De
bundel bevat Panache (sonnet), en de novellen
Mikado saphir. Gravin uryrhce, Doperwtjes met
een lepel, A'Iignon tlmis, De potpourri der
Roumanels, akkersdochtertje on Azaleas.
Bij Blom en Olivier te Kuilenburg verscheen,
zeer royaal uitgegeven, eene vertaling van
Lessing's Nathan de \\'ijze door Taco II. de Boer.
Naar wij vernemen is deze vertaling bestemd om
door de Kon. Ver. Het Nederlandsch
toonceloygevoerd te worden.
(^CHETSJES
Bankdieven in Amerika.
Voor ccuigen tijd kwam telegraphisch bericht
omtrent liet overrompelen van de banken te
Cosscyville in Kansas, op den 5n ctobcr. Bij het
geveclit, dat tussclicii de burgers en <Jc roovcrs
plaats had, werden voor zoover bekend werd, vier
burgers en vijf roovers gedood. Aan de Kolniselic
Keilttng worden nog over dit voorval in ccn brief
uit Chicago, de volgende bijzonderheden gemeld :
De 5e October zal lang een gedenkwaardige dag
blijven voor Kansas en vooral voor het Z W.
van de Republiek, want op dien dag werd de
Daltonbende voor goed vernietigd, die in de laatste
jaren een groot aantal spoorwegen en banken had
uitgeplunderd, vele menschen vermoord en i ver
de 800,000 dollars buitgemaakt. Hun hoofd
was Bob Dalton, ecu jonge knappe man, die zeer
veel op had met glimmende hooge laarzen en mooie
revolvers en die zonder twijfel in de
Amerikaansche jongenslectuur nog lang een groote rol zal
spelen. Cossoyville is een van die plaatsen, die er
uitzien alsof zij in der haast even op de prairie
neergezet zijn, om morgen weer weggehaald te
worden. Tot de features, de karakteristieke ver
schijnselen in zulke plaatsen, beliooren een aantal
salnons (kroegen), vier of meer licery siublex
(huurstallen) en een of meer Banken. Zonder Bank is
het Amerikaansche dorp niet denkbaar; want
ook in liet minste dorp is de Amerikaan
grootsteedsch en wil het gemak, door middel van cheques
in plaats met contanten te betalen, nergens missen.
Zoo'n Bank is gewoonlijk een van de mooie en
goed gebouwde huizen van de plaats : het winkel
achtige kantoor bevindt zich gelijkvloers.
CosseyviJle is de bakermat van de familie Dalton.
De zoons der familie, die later als spoorweg
en bankplunderaars zoo beroemd zouden worden,
kenden daar dus iedere struik en steen, en wisten
ook dat de beide banken van het stadje, de //eerste
Nationale Bank" en de//Congdonsche privaatbank"
juist op dien datum veel contanten in kas hadden,
'daar kort te voren op de prairiën losloopend vee
op de markten verhandeld was geworden en de
veehandelaren, zooals alle andere liandelslui, zoo
gauw mogelijk het contante geld naar de Bank
dragen. De beide Banken staan op een driehoekig
plein, dat het middelpunt van Cosseyville vormt.
De huizen staan tegenover elkander, zoodat men
in het eene kan zien wat in het andere gebeurt,
een gewichtige bijzonderheid tot goed begrip van
den strijd.
Het was in Cosseyville bekend, dat de Daltons
een aanval op de Banken in den zin hadden. Daar
echter in de laatste weken alles rustig gebleven
was, was de waakzaamheid der burgers ingeslui
merd. Waarschijnlijk van dezen staat van zaken
ingelicht door een van hun kameraads, stelden de
roovers hun aanval op de beide Banken op
gisteren-morgeu vast. Het was 9 uur 's morgens toen
zij uit de prairie het stadje kwamen binnenge
reden. Door zijstegen en alleys, de achtcrgaiigctjes
die naar de stallen voeren, reden zij op hun
dubbel doel toe. In de//alley" achter de
Nationaalbank kwamen de zes roovers, die in twee afdeeliugen,
ieder van drie man, er heen gekomen waren, samen.
Zij stegen van hun paarden en bonden deze in alle
stilte achter de Bank aan cl: palen en hekken. En
nu doken de ruwe kerels plotseling voor de beide
Banken op, die, zooals het, gebruik is, om 9 uur
's morgens voor de d;igelijksciie bezigheden geopend
werden. Robert (Bob) Dalton, het opperhoofd, ging
met zijn broeder Emmet naar de Nationale Bank.
de andere vier gingen naar de Privaatbank van C.
M. Congdon & Co., aangevoerd door den roover
John Moore, die onder zijn collegas den technischen
naam van //Texas Jack" had gekregen.
Ondertusschen waren du burgers van Cosseyville op het
zonderlinge morgenbezoek opmerkzaam geworden.
De //Dalton Boys" kende iedereen van aanzien en
zoo liep het in een oogenbiik van mond tot mond,
dat de gevreesde zwervers in de stad waren.
Iemand liep naar den kommandant van de schut
terij Connelly, om hem liet groote nieuws
kersversch te brengen. De arme Connelly ' Hij was
eigenlijk schoolmeester en nu pas een poosje
kommandaut geworden, zoo alleen voor de vacantie.
In weinige dagen zoudeu zijn ambtelijke bezig
heden ophouden ; dadelijk na de vaeantie zou hij
hoofd der school worden. Toen hij hoorde, dat de
Daltonbende in de stad was, liep hij dadelijk naai
den besten schutter in de plaats, naar den stalhouder
James Spcars Spoedig daarop was een handvol
verdedigers der orde bijeen en marcheerde naar
het driehoekige plein met, de beide Banken. Voor
iedere Bank stelde de kommaiidaut de helft van
zijn manschappen op.
Binnen in de Banken echter hadden de roovers
niet stil gezeten. De vier die ,Texas Jack" volg
den, waren in de privaatbank gesneld en had
den den kassier en den ti'Uir" (bediende aan
't loket) met het gewone «/irnx/s /i/>" tot omhoog
steken van de handen gedwongen. Texas Jack"
onderzocht hen beiden, of /ij ook wapens had
den, terwijl de drie andere galgenazen hem met
hun buksen //dekten". Geen wapen was te vin
den, nu moest de kassier het inbraakvrijc ge
welf openen. //Heel graag, hceren" zeide de kas
sier, //maar het kan nog niet. Het kasuurwcrk
loopt pas om 10 uur af, en het is nog 20 minu
ten voor tienen. Slechts met dynamiet kan het
nu worden opengemaakt". In Amerika hebben bijna
alle bankkassen een ^lime lurk,''' een slot op tijd
over dag wordt de kas met een letter of
combinatieslot gesloten.President enkassier zijn de eenige,
die met de inrichting bekend zijn.
Toen //Texas Jack" hoorde, dat hij 20 min.
moest, wachten, zcide hij: //Best, wij zullen wach
ten" en hij ging kalm voor den kassicrslcsscnaar
zitten. Toen hij een poosje rustig gezeten had,
sprong hij op. //Hoc staat het met de geldla ''" riep
hij. I let was hem te binnen geschoten dat de be
ambten bij het loket gewoonlijk voor het uitbe
talen van kleinere sommen een bedrag in goud
en bauknoten in de lade hebben. De roover ging
naar het loket, nam de 1500 dollars die, hij vinder.
kon en liet ze in een meelzak rollen, dien hij voor
bergplaats van den buit had meegenomen. Toen
ging hij weer zitten, om naar den wijzer van het,
l i me Int'k te kijken, hoe deze langzaam maar zeker
naar het 10e uur voortging.
Bob Dalton cu zijn broeder Emmct had'den
intusscheu in de //Eerste Nationaalbauk" betere
zaken gedaan. De kassier Ayers, zijn zoon Albcrt
eueeu beambte, W. II. Shcp'ierd, waren alleen in
de bank. // llanih HJI!" klonk het, en in enkele minuten
was de bank door de daartoe gepreste beambten
schoon uitgepluiiderd. Zij had geen tijdsluiting.
Dadelijk was alles, wat de bank aan bankuoten,
papieren van waarde en contanten bezat, in den
door Bob mccgcbrachtcn zak verdwenen. Nu echter
kwam het erop aan, den terugtocht er zonder kleer
scheuren af te brengen.
In de meeniug, dat //Texas Jack" ondertusschen
in de Bank aan den overkant even snel en goed
geopereerd had, als hij zelf, besloot Bob, de be
ambten der Nationaalbank in de alley achter het
gebouw te brengen, waar de paarden van de roovers
stonden vastgebonden. Daar zouden de beambten
met de buksen en revolvers //gedekt" blijven, tot
de roovers stevig in den zadel zaten en zeker
konden zijn, een goeden voorsprong op hun ver
volgers te hebben, die bij zulke voorvallen altijd
gauw bij de hand zijn. Maar toen nu de beambten
met den uitpuilenden meelzak buiten de Bank
kwamen, veranderde hun stelling geheel. Voor de
Bank wemelde het van gewapenden. Bob Dalton
overzag met n blik den toestand. De
bankbeambteu laten loopen en zich te wenden naar de
alley waar de paarden stonden, was het werk
van een oogenblik. Maar liet was te Jaat. Het
oogenblik was gekomen, waarop de groote roover
in zijn laarzen" moest sterven. Reeds had Spears de
buks aaii de wang, het schot knalde en een
puntkogel vloog Bob door de rechterslaap en over het
linkeroog er weer uit. Enmet Dalton ontkwam
voor een oogenblik naar de alley.
De vier bandieten in de kleine privaatbauk er
juist tegenover sprongen op bij den knal van het
schot en vlogen naar het raam Daar zagen zij
bunnen hoofdman Bob voor de Nationaalbank
liggen, zoo dood, alsof hij eergisteren was gestor
ven. Nu was het uit met liet wachten naar het
verwenschte kasuurwerk. Nu moest er gehandeld
worden. Een seconde en een salvo van de vier
geweren kraakte uit de vensters van de Privaat
bank naar den overkant. Twee van de daar staande
mannen vielen; de kassier Ayers en de schoen
maker Brown. Ayers ligt op sterven, Brown stierf
op het oogenblik dat ze hem in huis droegen.
Nu gingen de vier bandieten er van door, naar
de alley, naar de paarden. Spears echter, de stal
houder, deed de grap mislukken. Tweemaal nog
knalde zijn buks en iederen keer had een roover
een gat meer in zijn hoofd, eerst Jozef Evans en toen
Texas Jack". Het schieten en terugschieteu duurde
voort en daarbij werd nog een van de Daltous
neergeschoten; ook de arme Conneliy moest, in 't
gras bijten. Ook Baldwin viel, een jonge ambte
naar van de privaatbank. 's Morgens vroeg uitge
gaan om geld te inkasseeren, kwam hij op het
oogeublik terug toen het geschiet het ergste was
en kreeg voor ontvangst een kogel in zijn hoofd.
Slechts een van de roovers, Cellie Ogee, bereikte
de paarden in de alley, wierp zich op het vlugste
en jaagde in de richting van het Indianen-Terri
torium heen, vervolgd door een troep goed
beredene burgers van Cosseyville.
Toen het gevecht voorbij was, begon men naar
het geroofde geld te zoeken. Het werd alles in de
zakken gevonden, waarin de roovers het gestopt
hadden. De eene zak lag onder het lijk van Bob,
de hoofdman. Hij was erop gevallen, toen Spears
hem den kogel door den kop jaagde. De andere zak
niet het bagatel van 300 dollars, bevond zich op
het lijk vau Texas Jack". De doode bandiet hield
zijn buit met, de koude hand omklemd. De Dal
tons waren hun loopbaan als ruiiderdieveu begon
nen en promoveerden langzamerhand tot, de maat
schappelijk veel hooger staande klasse van
spoorwegroovers. In den laatsteu zomer roofden zij
uit een trein van de Missouri Pacific 50.000
dollars, waarbij zij twee menschen doo,(schoten,
en weinige weken daarna roofden zij op
klaarlichten dag uit een bank van El Reno 10,000
dollars. In het geheel zijn in verscheidene staten
in den vorm vau prijzen, ruim 12,000 dollars op
het hoofd vau ieder dezer bandieten gesteld ge
worden.
vo
Mode. Hoeden. Russische keuken.
Tafelversiering.
In de Mode pratique, het aardige modetijd
schrift van Ilachette, bespreekt mad. de
Broutelles een nieuwe mode, maar raadt ze tevens af.
liet geldt de coupe van den rok sAune d'Autriche".
Op de Exposition des Arts de la Femme waren
er modellen van te zien; niad. de Brontelles be
weert dat dezelfde ledepoppen, die, met andere
costumen aangekleed,slank en goed geproportioneerd
schenen, met de jupes Anne d'Autriche kort en
dik geleken. Men was vol bewondering voor bet
costuuin, want bet corsage was heel mooi, maar de
persoon, de draagster, kwam er ongunstig' in uit.
Men kent den vorm allicht uit de portretten
van Anna van Oostenrijk. Hij wordt nagemaakt
op de volgende wijze: De rok bestaat slechts uit
twee banen. De voorbaan is beneden 60 centime
ter breed en schuin afgeknipt, zoodat zij van
boven ;j(> centimeter is. Voor de andere baan
meet men van de stof eerst de hoogte van den
rok, dan 50 centimeter (ongeveer), dan nogmaals
de hoogte van den rok. Do vijftig centimeters,
middenin, een weinig rond uitgeknipt, zet
men tegen het ceintuur, de beide hoogten
(zelfkant) komen tegen de twee naden van
de voorbaan en de rest van stof wordt als
eene rotonde hier naar toe geknipt, xoodat de
boog .'U/ij ,;i l'/o meter lang is. Deze .'iJ/2 ^ ^Va
meter vormen dan de onderzijde van den rok
van achteren. Langs deze onderzijde zet men van
binnen reeds een streep paardenhnar om hem
stijf te honden; en het plan schijnt te bestaan
op deze wijze weer tot de crinoline te komen.
Ook de versiering van den rok, beginnend met
een of meer niches, zou dan worden uitgebreid
tot de volants, bouillonnés, enz., uit het tijdperk
van keizerin Eugénie.
Ook in de vorige aflevering van Voor onze
Dames, het modetijdschrift onder redactie van
mcj. .To van Sloten, werden een paar toiletten
beschreven, die (leze richting aanduidden.
* *
*
Op het gebied van den hoed heerscht werke
lijk volkonen anarchie. In het Bois de Boulogne,