Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na 805
iouisiaansche, deze Texasser litteratuur armzalig
yan inhoud! Altijd dezelfde geschiedenis van het
mooie jonge meisje, dat na velerlei gevaren trouwt
met den moedigen jongen man, die haar hier uit
de verlegenheid helpt, haar uit doodsgevaar redt
en ten slotte voorkomt, dat zij een old maid wordt.
Behalve dat deze romanhelden en heldinnen kleeren
uit Texas of uit Carolina dragen, komt alles wat
zij bezitten regelrecht uit den tiende-hands
Engelschen romanswinkel. Dezelfde laag-bij grondsche
stijl, dezelfde goedkoope denkbeelden, dezelfde
versleten frasen: in n woord de Amerikaansche
romanlitteratuur is van een slechte soort Engelsche.
En de Amerikanen zij a zoozeer n geworden
met dien slechten smaak, dat wanneer zij het geluk
hebben nu en dan eens een eigen auteur van
hooge oorspronkelijkheid te krijgen, hij met al zijn
kracht moet duwen voor hij een deur voor hem
geopend ziet. Het is bijvoorbeeld enkel aan een
toeval te danken, dat Mark Twain's Innocents
Altraad, een der oorspronkelijkst-Amerikaansche
boeken die de literatuur der Vereenigde Staten
kan aanwijzen, is gepubliceerd geworden. De
schrijver had 't al een dozijn uitgevers aangeboden,
aaar geen hunner had de oot,en open gehad om
er de waarde van te zien en ontmoedigd liet hij
het manuscript onder zijn rommel zwerven, tot
het op een goeien dag gevonden werd door een
zijner vrienden, die hem in kennis bracht met een
uitgever, die het waagde te drukken. Innocents
jtbroad beloonden dien waaghals en den schrijver
met eenige honderd-duizenden dollars. Minder ge
lukkig is Walt Whitman geweest, een der oor
spronkelijkste dichters niet alleen van Amerika
maar van de geheele wereld. Zijn Leaves of Orass
kostte hem het ambtenaarsbaantje, dat hij om zijne
verdiensten als verzorger van gewonde soldaten
tijdens den Secessie-oorlog had verkregen en de
Amerikanen lieten met passieven tact hun
uitnemenden bard tijdens zijn heele leven de poëtische
armoede lijden die hem was lief geworden.
Zij begrepen hem niet, zij begrijpen hem nog niet.
Hij is hun te weinig Engelsch, te veel
Amerikaansch en veel te veel natuurmensch.
Inderdaad: wil een jong-Amerikaansch roman
schrijver of dichter succes hebben en vooral
voor de Amerikanen is succes een zeer verleidelijk
woord dan heeft hij enkel te zorgen, dat hij
eommonplace is en nog wel comnionpliice op zijn
Engelsch, want indien hij oorspronkelijk genoeg
zou zij u te trachten 't op zijn Amerikaansch te
wezen, zou die oorspronkelijkheid zijn succes zeer
schaden.
MAURITS WAGEXVOOKT.
Uit Kopenhagen wordt geschreven: De dichter
Jeus Christiaan Hostrup, een van de oude garde
der Deensche dichters, de Noorsche Victor
Scheffel, is deze week overleden. Hij behoorde tot
den tijd van Molbach, tot de romantische periode
der Deensche poëzie, maar zijne krachtige, rea
listische levensopvatting en vooral zijn
studentachtige humor deden zijn werk als een overgang
tusschen de oude en nieuwe poëzie beschouwen.
In het jaar 1818 werd hij te Kopenhagen ge
boren, in 1834 begon hij in de theologie te
studeeren en deed in 1843 het staatsexamen. In het
jaar 185(5 kreeg hij een leeraarsainbt teJilkeborg
op Jutland, dat hij op bevel van den staat in
18(53 niet dat te Frederiksborg in Seeland ver
wisselde, waar de dood aan zijn dichter- en
zieleverzorgersambt een einde maakte. Buiten zijn
bekend geworden collectie Sange oq Digte heeft
hij nog veel voor het tooneel geschreven. Hij is
de eerste, die met de schildering van het werke
lijk leven een begin maakte en in zooverre wel
licht een der stichters van de litteraire renais
sance in het Noorden. Als blijspeldichter staat
hij zonder twijfel naast Heiberg, overtreft hem
echter ver in frischheid en vooral in het schilderen
yan den Deenschen kleinen burgerstand.
Fulco de Minstreel, door C. Jon. KIEVIT.
Uitgave van Holkema en Warendorf', Amsterdam.
Een onderhoudend geschreven boek voor jon
gens ; zeker een welkome gave tegen het a. s.
Sint Nicolaasfeest. De platen, door Joh. Braak en
ziek geteekend, verhoogen niet weinig de aan
trekkelijkheid.
Lichte Kost, door MARCKLLUS EMANTS. Uit
gave van Holkema en Warendorf, Amsterdam.
Een vijftal onderhoudende novellen, die de
schrijver noemt ze zelf lichte kost zeer sma
kelijk en genietbaar zijn en voor ieder te verteren.
J£en onfeilbaar Systeem (vroeger in het tijd
schrift Nederland verschenen), De groote Cr
billard en Een dat/ van Ijdelheid zijn de pièces de
résistance van 't menu, dat door de uitgevers
smakelijk voorgediend wordt.
»Charivari" is do naam van een nieuwen bun
del schetsen en novellen van de hand van II. Zeger
de Beyl, den auteur van »De hut van den sche
per", »Moeder en zoon" en anderen. Zooals
Cremer de deugden en gebreken der Betuwsche
boeren en boerinnen voor ons blootlegde, zoo
doet Zeger de Beyl ons zien welke hartstochten
soms kunnen woeden onder het eenvoudige buis
van den Veluwschen boer of het net gestreken
skroplapjen" van het Veluwsche boerinnetje. Even
als de mér beschaafden zijn ook zij onderhevig
aan de invloeden van jaloezie en liefde,
heerschzucht of zachtmoedigheid. Het eigenaardige dia
lect, dat met veel talent is weergegeven, brengt
ons dadelijk in /ekere bekendheid met de per
sonen, die ons worden voorgesteld. 'Wij zien ze
niet alleen, wij hóóren ze en hun eenvoudige taal
geeft de realiteit zoo juist weer, dat de woorden
van den auteur daarbij soms wat zwaar en deftig
schijnen.
De eenvoudige, doch keurige band, die het
werk -omvat, maakt het boek tot een zér aan
trekkelijk geschenk voor de aanstaande feesten.
Uitgaven van II. A. Adriani, te Leiden. De
Japanezen, door N. Juet Kansen, vertelling voor de
jeugd, is waarlijk een aardig en nuttig boek voor de
jeugd; op eene bizonder aangename wijze raakt
zij hierdoor bekend met de gebruiken en zeden
der Japanners en de producten van het zoo
weelderig begroeide land. In een net bandje ge
vat is het boekje keurig gedrukt, doorschoten
met vele aardige teekeningen, daardoor zeer aan
te bevelen als cadeautje voor St. Nikolaas of ver
jaardag.
Gaarne en met recht kan men hierbij een warm
woord van aanbeveling voegen voor Bleekneus en
Boodhuid, door T. Anstey, dat voor de jeugd
van 7?11 jaren een welkom geschenk voor St.
Nikolaas zal zijn. Een vyftal verhalen, waarin
goede karakterschetsen en het lief en leed in de
kinderwereld op boeiende en aangename wijze
wordt weergegeven.
Nog verscheen bij denzelfden uitgever Tus
schen Huis en School, uit het Italiaansch van
Edmondo de Amicis, wat men zeker eene goede
aanwinst voor elk leesgezelschap mag noemen,
maar ook eene waardige plaats zal innemen in
elk huisgezin, dat van degelijke volks-en karak
terschetsen houdt. De vertaling door E. J. T.
is zuiver Hollandsen, vloeiend en aangenaam van
stijl.
Van het gedicht van Marcellus Emants, Goden
schemering, is door den heer P. A. Schwippert,
leeraar aan de krijgsschool te 's Hage, eene
Duitsche vertaling gemaakt; zij is, door den
dichter goedgekeurd, uitgegeven bij de h'rma's
Erven Bohn te Haarlem en Moritz Diesterweg
te Frankfort.
HETSJES
Een yalsche gulden.
Wat scheelt je, Bertels, 't is of je wat hebt
dat je hindert ?" vroeg Bartels.
//Ik heb het land; verbeeld je, ik heb een
valschen gulden teruggekregen. Je moet toch zeg
gen dat iemand een allergemeenste schurk moet
zijn om je zoo'n streek te spelen!"
//Ja, natuurlijk, niemand heeft graag..."
i/O, maar ik geef hem weer uit; ik heb hem
aangenomen, omdat ik hem voor echt hield, maar
nu het een valsche is, heb ik hem moreel gewei
gerd, en physiek..."
//Wil je hem weer kwijt."
Dat spreekt van zelf. En ook, niet waar,
als die gulden geen gulden is, waarom hem dan
te houden?"
Ja, zie je, valsche munt uitgeven..."
//Permitteer, Bartels, dat maakt verschil...
Mijn geval is heel anders. Ik ken de persoon
niet, die mij het stuk heeft gegeven, ik ge-jf
het weer uit aan iemand dien ik ook niet ken,
dat is heel correct. En verder, stel eens, dat ik
dat stuk geweigerd had, dan zou de persoon die
het uu aanneemt, het ook aangenomen hebben van
dengeeu die het mij in de hand gestopt heeft,
niet waar?"
Waarschijnlijk."
//Nu, ik heb dus liet stuk gekregen voor echt,
en degcen die het nu van mij zal aannemen heeft
alleen mij als tusschenpersoon weg te denken, en
te mecuen dat dcgecn die het mij gaf het hem
heeft gegeven. En feitelijk is dat ook zoo, want
als ik het niet gekregen had, hoe kon ik het dan
uitgeven?"
//Hm! ... Enfin, 't is mij natuurlijk hetzelfde."
//Nu, doe me 't pleizier en ga mee in dat
cafétje; we drinken er een glas bier en ik zal er
dien verwenschtcn gulden zien te wisselen."
* a. *
Nadat het een en ander besteld en gebruikt is,
geeft Bertels den kellner het muntstuk op een
zonderlinge en geheimzinnige wijs. die terstond de
aandacht van den knaap trekt. Hij kijkt Bertels
achterdochtig, en dan den gulden nauwkeurig aan.
Hij betast hem, weegt hem, besnuffelt hem, laat
hem rinkelen, en daar de klank zoo helder is als
van bordpapier, wijst hij hem af.
//Hè, wat is dat? mag ik niet betalen?"
Jawel, mijnheer, maar. . ., hebt u misschien
niet nog een gulden?"
//Nog een. . . is een niet genoeg voor twee
glazen bier?"
?/O ja wel, mijnheer, maar. . . deze is niets
waard."
Wat? Wat wil je me daar wijsmaken? Niets
waard?... Drommels! Je bent moeielijk te vol
doen. Ik wou wel dat ik er een zak vol van had!"
Daar was u nog niet rijk niet', mijnheer,
want het is een loodeu."
«Kom,... denk je dat?... Eiiliii, 't is moge
lijk, maar als de gulden je niet aanstaat, vraag
dan den patroon maar om een ander, en.. . en
geef mij maar geld terug.. ."
Maar mijnheer!"
Komaan, dat is heel eenvoudig. Je moet
van mij dertig centen hebben, neem ze daarvan af
en 't is klaar. Je zegt dat de gulden valsch i*,
enfin, dat wil ik aannemen, maar als je hem gaat
wisselen is toch het wisselgeld echt."
//Dat spreek ik u niet tegen, mijnheer, maar
ik mag niet.. ."
Drommels, kellner, dat is toch al te gek! . . .
Wat, je zegt zelf dat die gulden valscb, dat hij
v au lood is, en je wilt me hem teruggeven, je
wilt met alle geweld dat ik hem van je zal aan
nemen. . . Als het zoo staat, beste vriend, daar
zijn je dertig centen, maar als je je verbeeldt dat
je met valsch geld teriigtegeveu klanten zult krij
gen!... Wat mij betreft, ik weet wel dat ik voor
den laatsten keer een voet in dit hok gezet heb."
* *
*
Buiten gekomen bedwingt Bartels zijn lust om
uit te proesten, maar Bertels, rood van kwaadheid,
roept:
Dus, je ziet wel, die stommerik, die uil
van ecu kellner weigert mijn gulden! En je
zoudt willen dat ik hem hield! Dat zou bespot
telijk zijn!"
//Maar als niemand hem toch hebbeu wil,
hoe denk je 't dan aan te leggen?''
O, die eend heeft zooveel beweging ge
maakt omdat het een nestig kroegje is, dat zijn geen
mensehen van zaken; in den handel moet men
weten te verliezen. Maar als je tijd hebt, laten
we dan naar een groot cafégaan .... hier op den
hoek bij voorbeeld, wil je?"
Zij treden binnen.
Daar achteraan, daar is het nogal donker."
* *
In het groote cafégaat het Bertels als in het
kleine. Van het eene cafénaar het andere wande
len de heeren op; overal hetzelfde succes. Bertels
begint uit te varen tegen de schurken, die tegen
hem schijnen saamgezworen te hebben.
//Wat een volk, die kooplui! Wat een wan
trouwen! Hoe kleingeestig, hè? Altijd aan 't geld
napluizen als spionnen! Wat moet een vreemde
ling een mooi idee van ons krijgen!...."
Bartels moet zich geweld aandoen om niet uit
te barsten.
Onbegrijpelijk! wat een regeering! Zoo iets
zou onder Thorbecke ook niet gebeurd zijn!"
Och kom, denk je ... ."
Natuurlijk, kijk, mijn gulden is van 1S78 ....
Maar 't is intusschen laat geworden; ik zou vroeg
thuis komen, omdat we naar de comedie zouden
gaan .... Een idee, we nemen een aapje, je stapt
aan mijn deur uit, en in twee passen ben je
thuis ... ik geef mijn gulden aan den koetsier,
//gepast', dan is hij nog blij met de goede fooi!"
Onder het rijden doet Bartels Bertels opmerken,
dat hij nu ongeveer vier gulden heeft uitgegeven
om den enen looden kwijt te raken, en dat het
wel zoo verstandig zou geweest zijn, hem uit het
raam te gooien.
't Is zoo, maar dat is nu meer een point
d'honneur, om hem kwijt te raken."
Zij komen aan; Bartels betaalt; de koetsier be
kijkt oplettend het geld vóórdat hij het in zijn
leeren taschje laat glijden, en de twee heeren ma
ken zich zoo onbevangen mogelijk uit de voeten.
Toen de koetsier ver weg was, zeide Bertels:
Nu, beste Bartels, je behoeft me niet te
gelooven als je niet wilt, maar ik heb eigenlijk be
rouw dal ik dien ongelukkigen koetsier erin heb
laten loopen. 't Is toch eigenlijk gemeen, valsch
geld uit te geven. Ik weet wel, hij zal op zijn
beurt er weer een passagier mee beetnemen, maar
stel nu eens, dat dat een arme drommel is. . ."
Ja, dat zou jammer zijn."
Werkelijk, ik' heb er spijt van!... Och kom,
met een beetje handigheid doet de ander weer net
als ik;.., hij... Wat?... Duivels!.., ik heb
dien gauwdief een echten gulden gegeven, en den
valschen gehouden!
vo
. Een h'tisJwudlijnlje. -?- Ver
vrocqde winkclsluiting.
Op de rood-purpcron tullo voiles, die wij on
langs vermeldden, zijn er te Parijs in andere
modeklcnrcn gevolgd, maar met voel minder
succes. Violet-faï'que en lilas-éeègue doen aan
natuurlijke gezichten zoo heel voel kwaad niet,
maar geven aan witgepoederde zulk een vale tint,
dat hot is alsof spoken op den boulevard rond
wandelen. Toch zijn er modekronieken (o. a. die
in de 1/luitration en correspondenties in Duit
sche bladen), die ook deze nieuwigheid prij
zen. Niet veel gelukkiger gevonden zijn de
zwarte en witte voiles met bonte ehenille-moesjes
of iriseerende kralen versierd. Aan het stuk zijn
ze heel fraai, maar in werkelijkheid ziet de
draagster er op een afstand uit alsof zij pas
mazelen gehad had. Kort geleefd hebben de voiles
vénitiens; van deze was de bovenhelft dichter
geweven dan de onderlielr't, zoodat het leek alsof'
men een klein zwart masker voorhad; er is veel
om gelachen en ze flatteerden niemand.
Steeds nog worden groote voiles van heel dunne
tulle of gaas gedragen, grijs of zwart, soms met
chonille-nioosjes van verschillende grootte, sorns
met rand van kant of van niet al te zware gitten
pampilles. De voiles zijn alle breed : om het ovaal
van het gezicht goed te omsluiten, haalt men ze
in het midden van boven een weinig in; de
plooien steekt men ook met kleine gouden bro
ches of veiligheidsspeldjes cpiwyles nourrice,
omdat ze voor kleine kinderen gebruikt worden
aan den rand van den hoed vast.
Voor den winter worden als nouveautéwitte
voiles aangekondigd, met diamantstot' bestrooid :
op een afstand moet het schijnen, alsof de dame
ruw geglaceerd was.
Vindt men het interessant, het lijstje van werk
zaamheden voor een Parijsch huishouden zon
der kinderen to lezen 't Kr is gerekend op
drie dienstboden: huisknecht, kamenier en keuken
meid.
De huisknecht : half acht beneden, antichambre
doen, salon doen. Acht uur mijnheer roepen,
hem zijn brieven, couranten en ontbijt brengen,
mijnheers kleeren klaar leggen, de studeerkamer
doen, tafel dekken voor het tweede döjoimor,
koffie gereed maken en te half n tat'eldienen.
Daarna afnemen, de eetkamer weer in orde
brengen en zelf déjeuneeren, glazen, borden en
zilver wasschen en wegbergen. De lampen in orde
brengen, de kamers vegen en om halt'zes gekleed
zijn voor het visiteuur van mevrouw. Daarna
tafeldekken, te acht uur tat'eldienen, afnemen, de
eetkamer in orde brengen, zelf eten. het glas
werk en zilver in de keuken gaan afwasschon en
wegbergen, aan de kamenier het huishoudboekje
geven.
Dit is het dagelijksch werk, er komt bij :
's Maandags de loopers en kleedjes uitslaan,
Dinsdags de muren borstelen, Woensdags ragen,
Donderdags ruiten, portalen en spiegels schoon
maken. Vrijdags zilver poetsen, Zaterdags koper
schuren, Zondags aan de kamenier het linnen
en het lijstje van hetgeen besteld moet worden,
geven.
Voor de kamenier is het gewone werk:
halfacht beneden, mevrouws cabinet de toilette ge
reed maken, acht uur mevrouw wekken, haar
ontbijt, menu en huishoudboekjes brengen, het
boudoir doen, mevrouw helpen kleeden, het ca
binet de toilette doen en het uitgaanstoilet ge
reed leggen, mevrouws slaapkamer doen; déjeu
neeren terwijl mevrouw déjeuneert, de kamer
planten begieten en schoonhouden, het boudoir
gereedmaken tegen vijf uur, thee zetten tegen
halfzes, mevrouws toilet gereed maken voor dine r
of soiree; dineeren, de slaapkamer gereedmaken;
het cabinet de toilette gereed maken, mevrouw
helpen ontkleeden, het cabinet de toilette in orde
brengen, de gedragen kleederen wegruimen, het
boekje van den dag opmaken.
De dienst der verschillende dagen is dan:
Maandag de pakjes gereed maken voor
waschvrouw, verver en kantenwaschster, het thuisko
mende goed teilen, wegbergen en nazien wat
versteld moet worden; Dinsdag spiegels en ruiten
schoonmaken in mevrouws kamer, verstellen;
Woensdag sponzen, borstels enz. schoonmaken,
verstellen ; Donderdag, koper, brons en zilver in
salon, boudoir, enz. schoonmaken; Vrijdag, meu
bels en kleeden uitkloppen; Zaterdag, linnenkas
ten, japonnen, parfumeriën enz. van mevrouw
nazien en in orde brengen; Zondag, het goed in
ontvangst nemen, en het lijstje maken voor de
leveranciers.
Voor de keukenmeid is het dagelijksch lijstje:
zeven uur precies bij de hand; ontbijt gereed
maken, de eetkamer doen; half negen mevrouw's
orders vragen; tweede déjeuner gereed maken;
gedurende het déjeuner van mijnheer en mevrouw
de kamenier bedienen; zelf déjeuneeren met den
knecht; vaten wasschen, de keuken in orde
brengen; het diner gereed maken, vaten wasschen,
messen slijpen, alles opruimen; aan de kamenier
het huishoudboekje en het menu voor den vol
genden dag geven.
En voor de verschillende dagen: Maandag
glazen spuiten, vloeren opnemen, kasten uitdoen;
Dinsdags, naar de Hallen gaan; Woensdag schu
ren; Donderdag den knecht helpen met spiegels,
ruiten en portalen; Vrijdags naar de Hallen gaan;
Zaterdags schuren; Zondags lijstjes maken voor
kruidenier en andere leveranciers, het linnen aan
de kamenier geven.
Er is ook een lijstje bij voor den koetsier, als
er een is; deze heeft als extra-huiswerk alleen
tafcldienen en opendoen als er ontvangen wordt.
Eene beweging tot vervroegde winkelsluiting
is weder op touw gezet en een uitvoerend comit
van magazijnhouders, der gedelegeerde commissie
van Voofuit" toegevoegd om voor het denk
beeld propaganda te maken, heeft reeds van vele
groote firma's uit Kalverstraat, Nieuwendijk,
l'trechtschestraat, Vijzelstraat, Leidschestraat enz.
belofte van aansluiting verkregen. Toch is er
ook tegenstand. Eenige winkeliers vreezen door
dien maatregel het publiek, en hoofdzakelijk hun
gegoede vrouwelijke clientèle, te zullen ont
stemmen. Dit bracht de commissie op het denk
beeld, om, alvorens tot nadere stappen over te
gaan, den steun te vragen van eenige
Amsterdamsche dames, en er vormde zich een comit
van deze, bestaande uit de dames : jonkvr. J. de
Bosch Kemper, mevr. van Hasselt, Hel. Mercier,
M. Muijsken, mevr. Schollen-Commelin en jonkvr.
('ornélie Huygens.
Dit Comitéis van oordeel, dat, waar lotsver
betering eener zoo talrijke klasse van arbeidende
vrouwen op het spel staat, ook van de vrouw
een beweging moet uitgaan, om dit streven
te ondersteunen. Daartoe vraagt het, als krachtig
wapen, bewijzen van instemming van zooveel
Amsterdamsche dames mogelijk, te adresseeren
aan een van do dames van het comité: mevrouw
Van Hasselt, Keizersgracht ?'>!((); ('orn. Huygens,
Amstelveensche weg 14li ; M. Muysken,
Marnixstraat 41.'i, die tevens bereid zijn aan allen
die dit wenschen nadere inlichtingen omtrent de
hier besproken toestanden te verstrekken.
Of de heeren decorateurs en handelaars in
luxe-artikelen zelf nog eenig genot vinden in
het uitpakken en schikken van al Ii3t moois dat
hun tegen het saizoen der cadeaux gezonden
wordt 'i De heeren Cossa (beiden) gaven den
indruk, alsof zij zelf het meest pleizier hadden
in al de fraaiigheden die hun magazijnen bevatten.
De groote meubel- en tapijtmagazijnen der firma
Vos it Le (irand (opvolgers van C. Cossa) hebben
met het oog op de Decemberfeesten een geheele
herschepping ondergaan. De groote boven- en
benedenlokalen, zoowel als de verschillende model
kamers, zijn namelijk ontruimd en in n groot
geheel tot een inderdaad schitterende St.
Nicohiastalage herschapen.
Luxc-meubeltjes in vernis-Martin (fond xablf
d'or), pluche, metaal, alle mogelijke houtsoorten,
vindt men er te midden van allerlei fraaie bronzen.
porceleincn en vergulde artikelen. Wij zagen onder
anderen een keur van dames-schrijfbureautjes.
elegant, gemakkelijk en betrekkelijk niet duur:
dames-fantaisiestoeltjes in groote verscheidenheid.
van af de gewone rieten coin de /e», tot het
weelderigste vieux-dort met bekleeding van ge
werkt satijn; voorts een enorme keuze in
werkmandjes, werktafeltjes, bijzet- en theetafels (zoo
genaamd Tonkinhout), zeer nieuw en niet kost
baar : muziekkastjes en tagères in tal van
hout^oorten; de haard- en kamerscliuttcn kosten, met
vroeger vergeleken, bijna in 't geheel geen geld
meer.
Een nieuw soort tafclkleeden en tafelloopcrs,
op laken geborduurd, trekt de aandacht, zoowel
door kleur als teekening ; de keuze kan verder
dwalen over piedestals, groepen, beelden, bustes,
canapéknssens en kleedjes, terwijl in een der
bovenzalen een collectie porceloin van de llaagscbe
l'lateelbakkerij Rozenburg" geëxposeerd is.
De firma Ilirsch «y. Co. heeft, als naar gewoonte.
ter gelegenheid van het a.s. St. Nicolaasfeest, eene
ruime keuze sierlijke artikelen, bijzonder geschikt
voor geschenken, tentoongesteld.
Bovendien heeft zij echter ditmaal kosteloos ter
beschikking van haar klanten gesteld, eene partij
zoogenaamde poppenlupjes, welke aan deCassaop
aanvraag voor de dames verkrijgbaar zijn.
E?e.