De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 27 november pagina 4

27 november 1892 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na 805 iouisiaansche, deze Texasser litteratuur armzalig yan inhoud! Altijd dezelfde geschiedenis van het mooie jonge meisje, dat na velerlei gevaren trouwt met den moedigen jongen man, die haar hier uit de verlegenheid helpt, haar uit doodsgevaar redt en ten slotte voorkomt, dat zij een old maid wordt. Behalve dat deze romanhelden en heldinnen kleeren uit Texas of uit Carolina dragen, komt alles wat zij bezitten regelrecht uit den tiende-hands Engelschen romanswinkel. Dezelfde laag-bij grondsche stijl, dezelfde goedkoope denkbeelden, dezelfde versleten frasen: in n woord de Amerikaansche romanlitteratuur is van een slechte soort Engelsche. En de Amerikanen zij a zoozeer n geworden met dien slechten smaak, dat wanneer zij het geluk hebben nu en dan eens een eigen auteur van hooge oorspronkelijkheid te krijgen, hij met al zijn kracht moet duwen voor hij een deur voor hem geopend ziet. Het is bijvoorbeeld enkel aan een toeval te danken, dat Mark Twain's Innocents Altraad, een der oorspronkelijkst-Amerikaansche boeken die de literatuur der Vereenigde Staten kan aanwijzen, is gepubliceerd geworden. De schrijver had 't al een dozijn uitgevers aangeboden, aaar geen hunner had de oot,en open gehad om er de waarde van te zien en ontmoedigd liet hij het manuscript onder zijn rommel zwerven, tot het op een goeien dag gevonden werd door een zijner vrienden, die hem in kennis bracht met een uitgever, die het waagde te drukken. Innocents jtbroad beloonden dien waaghals en den schrijver met eenige honderd-duizenden dollars. Minder ge lukkig is Walt Whitman geweest, een der oor spronkelijkste dichters niet alleen van Amerika maar van de geheele wereld. Zijn Leaves of Orass kostte hem het ambtenaarsbaantje, dat hij om zijne verdiensten als verzorger van gewonde soldaten tijdens den Secessie-oorlog had verkregen en de Amerikanen lieten met passieven tact hun uitnemenden bard tijdens zijn heele leven de poëtische armoede lijden die hem was lief geworden. Zij begrepen hem niet, zij begrijpen hem nog niet. Hij is hun te weinig Engelsch, te veel Amerikaansch en veel te veel natuurmensch. Inderdaad: wil een jong-Amerikaansch roman schrijver of dichter succes hebben en vooral voor de Amerikanen is succes een zeer verleidelijk woord dan heeft hij enkel te zorgen, dat hij eommonplace is en nog wel comnionpliice op zijn Engelsch, want indien hij oorspronkelijk genoeg zou zij u te trachten 't op zijn Amerikaansch te wezen, zou die oorspronkelijkheid zijn succes zeer schaden. MAURITS WAGEXVOOKT. Uit Kopenhagen wordt geschreven: De dichter Jeus Christiaan Hostrup, een van de oude garde der Deensche dichters, de Noorsche Victor Scheffel, is deze week overleden. Hij behoorde tot den tijd van Molbach, tot de romantische periode der Deensche poëzie, maar zijne krachtige, rea listische levensopvatting en vooral zijn studentachtige humor deden zijn werk als een overgang tusschen de oude en nieuwe poëzie beschouwen. In het jaar 1818 werd hij te Kopenhagen ge boren, in 1834 begon hij in de theologie te studeeren en deed in 1843 het staatsexamen. In het jaar 185(5 kreeg hij een leeraarsainbt teJilkeborg op Jutland, dat hij op bevel van den staat in 18(53 niet dat te Frederiksborg in Seeland ver wisselde, waar de dood aan zijn dichter- en zieleverzorgersambt een einde maakte. Buiten zijn bekend geworden collectie Sange oq Digte heeft hij nog veel voor het tooneel geschreven. Hij is de eerste, die met de schildering van het werke lijk leven een begin maakte en in zooverre wel licht een der stichters van de litteraire renais sance in het Noorden. Als blijspeldichter staat hij zonder twijfel naast Heiberg, overtreft hem echter ver in frischheid en vooral in het schilderen yan den Deenschen kleinen burgerstand. Fulco de Minstreel, door C. Jon. KIEVIT. Uitgave van Holkema en Warendorf', Amsterdam. Een onderhoudend geschreven boek voor jon gens ; zeker een welkome gave tegen het a. s. Sint Nicolaasfeest. De platen, door Joh. Braak en ziek geteekend, verhoogen niet weinig de aan trekkelijkheid. Lichte Kost, door MARCKLLUS EMANTS. Uit gave van Holkema en Warendorf, Amsterdam. Een vijftal onderhoudende novellen, die de schrijver noemt ze zelf lichte kost zeer sma kelijk en genietbaar zijn en voor ieder te verteren. J£en onfeilbaar Systeem (vroeger in het tijd schrift Nederland verschenen), De groote Cr billard en Een dat/ van Ijdelheid zijn de pièces de résistance van 't menu, dat door de uitgevers smakelijk voorgediend wordt. »Charivari" is do naam van een nieuwen bun del schetsen en novellen van de hand van II. Zeger de Beyl, den auteur van »De hut van den sche per", »Moeder en zoon" en anderen. Zooals Cremer de deugden en gebreken der Betuwsche boeren en boerinnen voor ons blootlegde, zoo doet Zeger de Beyl ons zien welke hartstochten soms kunnen woeden onder het eenvoudige buis van den Veluwschen boer of het net gestreken skroplapjen" van het Veluwsche boerinnetje. Even als de mér beschaafden zijn ook zij onderhevig aan de invloeden van jaloezie en liefde, heerschzucht of zachtmoedigheid. Het eigenaardige dia lect, dat met veel talent is weergegeven, brengt ons dadelijk in /ekere bekendheid met de per sonen, die ons worden voorgesteld. 'Wij zien ze niet alleen, wij hóóren ze en hun eenvoudige taal geeft de realiteit zoo juist weer, dat de woorden van den auteur daarbij soms wat zwaar en deftig schijnen. De eenvoudige, doch keurige band, die het werk -omvat, maakt het boek tot een zér aan trekkelijk geschenk voor de aanstaande feesten. Uitgaven van II. A. Adriani, te Leiden. De Japanezen, door N. Juet Kansen, vertelling voor de jeugd, is waarlijk een aardig en nuttig boek voor de jeugd; op eene bizonder aangename wijze raakt zij hierdoor bekend met de gebruiken en zeden der Japanners en de producten van het zoo weelderig begroeide land. In een net bandje ge vat is het boekje keurig gedrukt, doorschoten met vele aardige teekeningen, daardoor zeer aan te bevelen als cadeautje voor St. Nikolaas of ver jaardag. Gaarne en met recht kan men hierbij een warm woord van aanbeveling voegen voor Bleekneus en Boodhuid, door T. Anstey, dat voor de jeugd van 7?11 jaren een welkom geschenk voor St. Nikolaas zal zijn. Een vyftal verhalen, waarin goede karakterschetsen en het lief en leed in de kinderwereld op boeiende en aangename wijze wordt weergegeven. Nog verscheen bij denzelfden uitgever Tus schen Huis en School, uit het Italiaansch van Edmondo de Amicis, wat men zeker eene goede aanwinst voor elk leesgezelschap mag noemen, maar ook eene waardige plaats zal innemen in elk huisgezin, dat van degelijke volks-en karak terschetsen houdt. De vertaling door E. J. T. is zuiver Hollandsen, vloeiend en aangenaam van stijl. Van het gedicht van Marcellus Emants, Goden schemering, is door den heer P. A. Schwippert, leeraar aan de krijgsschool te 's Hage, eene Duitsche vertaling gemaakt; zij is, door den dichter goedgekeurd, uitgegeven bij de h'rma's Erven Bohn te Haarlem en Moritz Diesterweg te Frankfort. HETSJES Een yalsche gulden. Wat scheelt je, Bertels, 't is of je wat hebt dat je hindert ?" vroeg Bartels. //Ik heb het land; verbeeld je, ik heb een valschen gulden teruggekregen. Je moet toch zeg gen dat iemand een allergemeenste schurk moet zijn om je zoo'n streek te spelen!" //Ja, natuurlijk, niemand heeft graag..." i/O, maar ik geef hem weer uit; ik heb hem aangenomen, omdat ik hem voor echt hield, maar nu het een valsche is, heb ik hem moreel gewei gerd, en physiek..." //Wil je hem weer kwijt." Dat spreekt van zelf. En ook, niet waar, als die gulden geen gulden is, waarom hem dan te houden?" Ja, zie je, valsche munt uitgeven..." //Permitteer, Bartels, dat maakt verschil... Mijn geval is heel anders. Ik ken de persoon niet, die mij het stuk heeft gegeven, ik ge-jf het weer uit aan iemand dien ik ook niet ken, dat is heel correct. En verder, stel eens, dat ik dat stuk geweigerd had, dan zou de persoon die het uu aanneemt, het ook aangenomen hebben van dengeeu die het mij in de hand gestopt heeft, niet waar?" Waarschijnlijk." //Nu, ik heb dus liet stuk gekregen voor echt, en degcen die het nu van mij zal aannemen heeft alleen mij als tusschenpersoon weg te denken, en te mecuen dat dcgecn die het mij gaf het hem heeft gegeven. En feitelijk is dat ook zoo, want als ik het niet gekregen had, hoe kon ik het dan uitgeven?" //Hm! ... Enfin, 't is mij natuurlijk hetzelfde." //Nu, doe me 't pleizier en ga mee in dat cafétje; we drinken er een glas bier en ik zal er dien verwenschtcn gulden zien te wisselen." * a. * Nadat het een en ander besteld en gebruikt is, geeft Bertels den kellner het muntstuk op een zonderlinge en geheimzinnige wijs. die terstond de aandacht van den knaap trekt. Hij kijkt Bertels achterdochtig, en dan den gulden nauwkeurig aan. Hij betast hem, weegt hem, besnuffelt hem, laat hem rinkelen, en daar de klank zoo helder is als van bordpapier, wijst hij hem af. //Hè, wat is dat? mag ik niet betalen?" Jawel, mijnheer, maar. . ., hebt u misschien niet nog een gulden?" //Nog een. . . is een niet genoeg voor twee glazen bier?" ?/O ja wel, mijnheer, maar. . . deze is niets waard." Wat? Wat wil je me daar wijsmaken? Niets waard?... Drommels! Je bent moeielijk te vol doen. Ik wou wel dat ik er een zak vol van had!" Daar was u nog niet rijk niet', mijnheer, want het is een loodeu." «Kom,... denk je dat?... Eiiliii, 't is moge lijk, maar als de gulden je niet aanstaat, vraag dan den patroon maar om een ander, en.. . en geef mij maar geld terug.. ." Maar mijnheer!" Komaan, dat is heel eenvoudig. Je moet van mij dertig centen hebben, neem ze daarvan af en 't is klaar. Je zegt dat de gulden valsch i*, enfin, dat wil ik aannemen, maar als je hem gaat wisselen is toch het wisselgeld echt." //Dat spreek ik u niet tegen, mijnheer, maar ik mag niet.. ." Drommels, kellner, dat is toch al te gek! . . . Wat, je zegt zelf dat die gulden valscb, dat hij v au lood is, en je wilt me hem teruggeven, je wilt met alle geweld dat ik hem van je zal aan nemen. . . Als het zoo staat, beste vriend, daar zijn je dertig centen, maar als je je verbeeldt dat je met valsch geld teriigtegeveu klanten zult krij gen!... Wat mij betreft, ik weet wel dat ik voor den laatsten keer een voet in dit hok gezet heb." * * * Buiten gekomen bedwingt Bartels zijn lust om uit te proesten, maar Bertels, rood van kwaadheid, roept: Dus, je ziet wel, die stommerik, die uil van ecu kellner weigert mijn gulden! En je zoudt willen dat ik hem hield! Dat zou bespot telijk zijn!" //Maar als niemand hem toch hebbeu wil, hoe denk je 't dan aan te leggen?'' O, die eend heeft zooveel beweging ge maakt omdat het een nestig kroegje is, dat zijn geen mensehen van zaken; in den handel moet men weten te verliezen. Maar als je tijd hebt, laten we dan naar een groot cafégaan .... hier op den hoek bij voorbeeld, wil je?" Zij treden binnen. Daar achteraan, daar is het nogal donker." * * In het groote cafégaat het Bertels als in het kleine. Van het eene cafénaar het andere wande len de heeren op; overal hetzelfde succes. Bertels begint uit te varen tegen de schurken, die tegen hem schijnen saamgezworen te hebben. //Wat een volk, die kooplui! Wat een wan trouwen! Hoe kleingeestig, hè? Altijd aan 't geld napluizen als spionnen! Wat moet een vreemde ling een mooi idee van ons krijgen!...." Bartels moet zich geweld aandoen om niet uit te barsten. Onbegrijpelijk! wat een regeering! Zoo iets zou onder Thorbecke ook niet gebeurd zijn!" Och kom, denk je ... ." Natuurlijk, kijk, mijn gulden is van 1S78 .... Maar 't is intusschen laat geworden; ik zou vroeg thuis komen, omdat we naar de comedie zouden gaan .... Een idee, we nemen een aapje, je stapt aan mijn deur uit, en in twee passen ben je thuis ... ik geef mijn gulden aan den koetsier, //gepast', dan is hij nog blij met de goede fooi!" Onder het rijden doet Bartels Bertels opmerken, dat hij nu ongeveer vier gulden heeft uitgegeven om den enen looden kwijt te raken, en dat het wel zoo verstandig zou geweest zijn, hem uit het raam te gooien. 't Is zoo, maar dat is nu meer een point d'honneur, om hem kwijt te raken." Zij komen aan; Bartels betaalt; de koetsier be kijkt oplettend het geld vóórdat hij het in zijn leeren taschje laat glijden, en de twee heeren ma ken zich zoo onbevangen mogelijk uit de voeten. Toen de koetsier ver weg was, zeide Bertels: Nu, beste Bartels, je behoeft me niet te gelooven als je niet wilt, maar ik heb eigenlijk be rouw dal ik dien ongelukkigen koetsier erin heb laten loopen. 't Is toch eigenlijk gemeen, valsch geld uit te geven. Ik weet wel, hij zal op zijn beurt er weer een passagier mee beetnemen, maar stel nu eens, dat dat een arme drommel is. . ." Ja, dat zou jammer zijn." Werkelijk, ik' heb er spijt van!... Och kom, met een beetje handigheid doet de ander weer net als ik;.., hij... Wat?... Duivels!.., ik heb dien gauwdief een echten gulden gegeven, en den valschen gehouden! vo . Een h'tisJwudlijnlje. -?- Ver vrocqde winkclsluiting. Op de rood-purpcron tullo voiles, die wij on langs vermeldden, zijn er te Parijs in andere modeklcnrcn gevolgd, maar met voel minder succes. Violet-faï'que en lilas-éeègue doen aan natuurlijke gezichten zoo heel voel kwaad niet, maar geven aan witgepoederde zulk een vale tint, dat hot is alsof spoken op den boulevard rond wandelen. Toch zijn er modekronieken (o. a. die in de 1/luitration en correspondenties in Duit sche bladen), die ook deze nieuwigheid prij zen. Niet veel gelukkiger gevonden zijn de zwarte en witte voiles met bonte ehenille-moesjes of iriseerende kralen versierd. Aan het stuk zijn ze heel fraai, maar in werkelijkheid ziet de draagster er op een afstand uit alsof zij pas mazelen gehad had. Kort geleefd hebben de voiles vénitiens; van deze was de bovenhelft dichter geweven dan de onderlielr't, zoodat het leek alsof' men een klein zwart masker voorhad; er is veel om gelachen en ze flatteerden niemand. Steeds nog worden groote voiles van heel dunne tulle of gaas gedragen, grijs of zwart, soms met chonille-nioosjes van verschillende grootte, sorns met rand van kant of van niet al te zware gitten pampilles. De voiles zijn alle breed : om het ovaal van het gezicht goed te omsluiten, haalt men ze in het midden van boven een weinig in; de plooien steekt men ook met kleine gouden bro ches of veiligheidsspeldjes cpiwyles nourrice, omdat ze voor kleine kinderen gebruikt worden aan den rand van den hoed vast. Voor den winter worden als nouveautéwitte voiles aangekondigd, met diamantstot' bestrooid : op een afstand moet het schijnen, alsof de dame ruw geglaceerd was. Vindt men het interessant, het lijstje van werk zaamheden voor een Parijsch huishouden zon der kinderen to lezen 't Kr is gerekend op drie dienstboden: huisknecht, kamenier en keuken meid. De huisknecht : half acht beneden, antichambre doen, salon doen. Acht uur mijnheer roepen, hem zijn brieven, couranten en ontbijt brengen, mijnheers kleeren klaar leggen, de studeerkamer doen, tafel dekken voor het tweede döjoimor, koffie gereed maken en te half n tat'eldienen. Daarna afnemen, de eetkamer weer in orde brengen en zelf déjeuneeren, glazen, borden en zilver wasschen en wegbergen. De lampen in orde brengen, de kamers vegen en om halt'zes gekleed zijn voor het visiteuur van mevrouw. Daarna tafeldekken, te acht uur tat'eldienen, afnemen, de eetkamer in orde brengen, zelf eten. het glas werk en zilver in de keuken gaan afwasschon en wegbergen, aan de kamenier het huishoudboekje geven. Dit is het dagelijksch werk, er komt bij : 's Maandags de loopers en kleedjes uitslaan, Dinsdags de muren borstelen, Woensdags ragen, Donderdags ruiten, portalen en spiegels schoon maken. Vrijdags zilver poetsen, Zaterdags koper schuren, Zondags aan de kamenier het linnen en het lijstje van hetgeen besteld moet worden, geven. Voor de kamenier is het gewone werk: halfacht beneden, mevrouws cabinet de toilette ge reed maken, acht uur mevrouw wekken, haar ontbijt, menu en huishoudboekjes brengen, het boudoir doen, mevrouw helpen kleeden, het ca binet de toilette doen en het uitgaanstoilet ge reed leggen, mevrouws slaapkamer doen; déjeu neeren terwijl mevrouw déjeuneert, de kamer planten begieten en schoonhouden, het boudoir gereedmaken tegen vijf uur, thee zetten tegen halfzes, mevrouws toilet gereed maken voor dine r of soiree; dineeren, de slaapkamer gereedmaken; het cabinet de toilette gereed maken, mevrouw helpen ontkleeden, het cabinet de toilette in orde brengen, de gedragen kleederen wegruimen, het boekje van den dag opmaken. De dienst der verschillende dagen is dan: Maandag de pakjes gereed maken voor waschvrouw, verver en kantenwaschster, het thuisko mende goed teilen, wegbergen en nazien wat versteld moet worden; Dinsdag spiegels en ruiten schoonmaken in mevrouws kamer, verstellen; Woensdag sponzen, borstels enz. schoonmaken, verstellen ; Donderdag, koper, brons en zilver in salon, boudoir, enz. schoonmaken; Vrijdag, meu bels en kleeden uitkloppen; Zaterdag, linnenkas ten, japonnen, parfumeriën enz. van mevrouw nazien en in orde brengen; Zondag, het goed in ontvangst nemen, en het lijstje maken voor de leveranciers. Voor de keukenmeid is het dagelijksch lijstje: zeven uur precies bij de hand; ontbijt gereed maken, de eetkamer doen; half negen mevrouw's orders vragen; tweede déjeuner gereed maken; gedurende het déjeuner van mijnheer en mevrouw de kamenier bedienen; zelf déjeuneeren met den knecht; vaten wasschen, de keuken in orde brengen; het diner gereed maken, vaten wasschen, messen slijpen, alles opruimen; aan de kamenier het huishoudboekje en het menu voor den vol genden dag geven. En voor de verschillende dagen: Maandag glazen spuiten, vloeren opnemen, kasten uitdoen; Dinsdags, naar de Hallen gaan; Woensdag schu ren; Donderdag den knecht helpen met spiegels, ruiten en portalen; Vrijdags naar de Hallen gaan; Zaterdags schuren; Zondags lijstjes maken voor kruidenier en andere leveranciers, het linnen aan de kamenier geven. Er is ook een lijstje bij voor den koetsier, als er een is; deze heeft als extra-huiswerk alleen tafcldienen en opendoen als er ontvangen wordt. Eene beweging tot vervroegde winkelsluiting is weder op touw gezet en een uitvoerend comit van magazijnhouders, der gedelegeerde commissie van Voofuit" toegevoegd om voor het denk beeld propaganda te maken, heeft reeds van vele groote firma's uit Kalverstraat, Nieuwendijk, l'trechtschestraat, Vijzelstraat, Leidschestraat enz. belofte van aansluiting verkregen. Toch is er ook tegenstand. Eenige winkeliers vreezen door dien maatregel het publiek, en hoofdzakelijk hun gegoede vrouwelijke clientèle, te zullen ont stemmen. Dit bracht de commissie op het denk beeld, om, alvorens tot nadere stappen over te gaan, den steun te vragen van eenige Amsterdamsche dames, en er vormde zich een comit van deze, bestaande uit de dames : jonkvr. J. de Bosch Kemper, mevr. van Hasselt, Hel. Mercier, M. Muijsken, mevr. Schollen-Commelin en jonkvr. ('ornélie Huygens. Dit Comitéis van oordeel, dat, waar lotsver betering eener zoo talrijke klasse van arbeidende vrouwen op het spel staat, ook van de vrouw een beweging moet uitgaan, om dit streven te ondersteunen. Daartoe vraagt het, als krachtig wapen, bewijzen van instemming van zooveel Amsterdamsche dames mogelijk, te adresseeren aan een van do dames van het comité: mevrouw Van Hasselt, Keizersgracht ?'>!((); ('orn. Huygens, Amstelveensche weg 14li ; M. Muysken, Marnixstraat 41.'i, die tevens bereid zijn aan allen die dit wenschen nadere inlichtingen omtrent de hier besproken toestanden te verstrekken. Of de heeren decorateurs en handelaars in luxe-artikelen zelf nog eenig genot vinden in het uitpakken en schikken van al Ii3t moois dat hun tegen het saizoen der cadeaux gezonden wordt 'i De heeren Cossa (beiden) gaven den indruk, alsof zij zelf het meest pleizier hadden in al de fraaiigheden die hun magazijnen bevatten. De groote meubel- en tapijtmagazijnen der firma Vos it Le (irand (opvolgers van C. Cossa) hebben met het oog op de Decemberfeesten een geheele herschepping ondergaan. De groote boven- en benedenlokalen, zoowel als de verschillende model kamers, zijn namelijk ontruimd en in n groot geheel tot een inderdaad schitterende St. Nicohiastalage herschapen. Luxc-meubeltjes in vernis-Martin (fond xablf d'or), pluche, metaal, alle mogelijke houtsoorten, vindt men er te midden van allerlei fraaie bronzen. porceleincn en vergulde artikelen. Wij zagen onder anderen een keur van dames-schrijfbureautjes. elegant, gemakkelijk en betrekkelijk niet duur: dames-fantaisiestoeltjes in groote verscheidenheid. van af de gewone rieten coin de /e», tot het weelderigste vieux-dort met bekleeding van ge werkt satijn; voorts een enorme keuze in werkmandjes, werktafeltjes, bijzet- en theetafels (zoo genaamd Tonkinhout), zeer nieuw en niet kost baar : muziekkastjes en tagères in tal van hout^oorten; de haard- en kamerscliuttcn kosten, met vroeger vergeleken, bijna in 't geheel geen geld meer. Een nieuw soort tafclkleeden en tafelloopcrs, op laken geborduurd, trekt de aandacht, zoowel door kleur als teekening ; de keuze kan verder dwalen over piedestals, groepen, beelden, bustes, canapéknssens en kleedjes, terwijl in een der bovenzalen een collectie porceloin van de llaagscbe l'lateelbakkerij Rozenburg" geëxposeerd is. De firma Ilirsch «y. Co. heeft, als naar gewoonte. ter gelegenheid van het a.s. St. Nicolaasfeest, eene ruime keuze sierlijke artikelen, bijzonder geschikt voor geschenken, tentoongesteld. Bovendien heeft zij echter ditmaal kosteloos ter beschikking van haar klanten gesteld, eene partij zoogenaamde poppenlupjes, welke aan deCassaop aanvraag voor de dames verkrijgbaar zijn. E?e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl