De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 4 december pagina 6

4 december 1892 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Uit Dr. GANNEF's Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Dr. GANNEF. oerv '?in/vwo . Een Cadeautje. Dollman was perplex. Hij kon maar niet be denken wat hij voor haar zou medebrengen. Er was dien avond bij haar aan huis een klein partytje en hij was geinviteerd. Hij zou gaarne wat moois, een cadeautje, voor haar medebrengen, als hij maar wat aardigs had kunnen bedenken. Waarom niet een waaier 't Dat was iets ! Het moest een werkelijk mooie zijn, ze was gewoon alles op zijn mooist te hebben. Haarva der was een gewezen vischhandelaar, een zeer rijk man, die zeer royaal, ofschoon niet op zeer grooten voet leefde. Hij wilde voor een geboren xgentleman'1 gehouden worden, en sprak daarom nooit over zijn vroegeren handel, hij had ook verboden dat er ooit visch, in welke gedaante ook, bij hem in huis kwam. Terwijl hij dit toch wist, beging Dollman reeds terstond een vergissing in den waaier dien hij uitkoos om aan miss Cora Todd aan te bieden. Een erge vergissing. De waaier was mooi en duur; van ivoor met een zilveren franje, en wanneer hij opengeslagen werd, was er keurig schilderwerk op; maar het schilderwerk stelde voor een rose Triton, zeilende op een oesterschelp, en door den bleekblauwen oceaan een paar wilde, ongetemde dolfijnen men nend. Dat was de vergissing. Entin, hij kocht hem. Hij liet hem netjes in papier pakken, stak hem in zijn zwart valiesje, en haastte zich naar het station. Hij zou op zulk een avond geen va liesje hij zich gehad hebhen, maar hij had van zyn bureau een pakket papieren mee te nemen ; et daar de Todds te Denmark Hill woonden, en hij ongeveer een mijl verder op, had hij plan, het valiesje bij Todd in de vestibule te laten staan, en het bij zijn vertrek mee naar huis te nemen. Bij Morgate-street trof hij een een leegen coupé, zette zijn valiesje in het bagagenet, en vlijde zich op zijn gemak in het hoekplaatsje. Maar te Ludgate Hill werd de coupégevuld, tot stikkens toe, en het bagagerek bezweek bijna onder de pakken en pakjes en valiesjes, die de pas sagiers erin opstapelden. Verscheidene menschen gingen te Denmark Ilill uit den coupé, en Doll man greep zijn valiesjo uit het net en stapte mee uit. Vijf minuten wandelens brachten hem bij Todd voorde deur. Hij belde en werd terstond inge laten. Terwijl hij binnentrad, zag hij juist Miss Cora, gereed de trap op te gaan. JI ij gaf zijn hoed aan den knecht, noemde Cora's naam en stapte haastig vooruit met het valies in de hand. Zij zag hem aankomen en wachtte, Hij drukte haar de hand ; en de aanraking van dat handje, vereenigd met het zien van haren glimlach, steeg hem naar het hoofd als een roes, en maakte hem zoo opgewonden, dat hij een oogenblik stond te worstelen met zijn valies, dat maar niet open wou, en te stamelen over niets bijzonders, alsof zijn leven ervan afhing. »Ik moet weg", zei Cora lachend, en maakte een beweging om te vertrekken. -Ze wachten me boven." De Panama-noni in de Fransche Kamer. De Emserdépêche. Bismarck (tot de Keizerin-weduwe Eugénie1): >:Twee-en-twintig jaren heb ik de verantwoordelijkheid voor den oorlog van 1S70 op Uwe Majesteit laten rnsten, thans kom ik haar opeischen." »0, miss Cora", riep Dollman, »ik heb het gewaagd, .... een klein cadeautje, ik ben zeker, dat u het aardig zult vinden ! Mag ik '' Van boven werd er door mama's stem »Cora" geroepen; hij haalde het pakje uit het valies zonder de oogen van haar gelaat at' te wenden; zij nam het aan, haastig, bedankte hem zonder er naar te kijken, en vloog de trap op. Toen zette Dollinaii zijn valiesje onder de tafel in de vestibule, trok zijn das recht, zijn man chetten naar beneden en ging ook naar boven. Er waren heel wat dames en hceren in den salon, Dollman kende er de meesten van. Daar stond ook mijnheer Todd, in al zijn glans en glorie, met diamanten ringen aan de meeste vin gers, zijn haar in het midden gescheiden en zijn snorren opgekruld. Dollman trad op hem toe, drukte hem de hand, en was juist bezig te zeggen dat het warm was, toen een bediende op den welgedanen gastheer toekwam, en fluisterde, dat miss Cora hem gaarne wilde spreken. De heer Todd verdween, en Dollman was nog benieuwd waar hij voor gehaald was, toen dezelfde knecht terugkwam met een tragisch gezicht en zeide dat mijnheer Todd hem verzocht in de vestibule te komen. Vóórdat Dollmann de vestibule bereikte, kon hij mijnheer Todd al hooren tieren. Toen hij on deraan do trap kwam. kon hij hem daarin zien. op en neder stormend als een wild dier of een krankzinnige, tegen den parapluiestandaard aanloopend. Xoodra hij Dollman in het oog kreeg. vloog hij woedend op hem aan, greep hem bij de kraag en sleepte hem door de vestibule. »Ik zal je loeren .je verwenschte grappen in mijn luns uit te halen !" raasde hij. Idioot ! Ezel ! Zotskap ! Doe die deur open !" De knecht deed de deur open en vóórdat Doll man een woord van vraag ot' verontwaardiging kon uiten, voelde hij zich de treden vóór de voordeur afvliegen, onafhankelijk v;<n zijn voeten, en kwam niet handen en knieën op het plaveisel neer. «En laat me je niet moer erop attrapeeren dat je hier komt! donderde de stem van mijn heer Todd. En juist terwijl Dollman al scharrelend weer op de beenen kwam, vlogen zijn hoed en valies naar buiten en vielen naast hem neer. en de deur kletste dicht en hij stond 'alleen in de straat. Wat heteekende dat alles 'l l lij zocht en vond zijn hoed en zette hem op. Wat had hij gedaan V Hij nam zijn valiosje en aarzelde, geheel verbijsterd. Plotseling werd de deur weer geopend. Mijn heer Todd verscheen voor een oo'-ïonhlik, smeet met een smak het een of ander naar buiten, dat Dollman teyen de wang raakte, bonsde weer de deur dicht en verdween. Toen vond Dollman dat hij maar beter zou doen heen te gaan, voordat mijnheer Todd nog moer naar hem gooide. Bij wandelde weg, rampzalig, geheel terneergeslagen. Wat had hij uitgevoerd V Hij had Cora den waaier gegeven, dat was alles. Wat had mijnheer Todd naar hem gegooid 'i 't Was waarschijnlijk- de waaier, l lij ti'af zich niet de moeite hem te g'ian oprapen, of er naar te gaan kijken. Wat had hij eraan V Het ding was zeker j toch kapot ook. Het kon hem niet schelen f let ! mocht voor eeuwig blijven li-.'gen waar het lag, hij gaf er niet om. Maar denken dat zijn ca! d eau door Cora zoo behandeld was .... Voor ! den duivel! Xu trof het hem. liet was de teej kening. Dat was de reden. D<> visch op het prentje had den ouden heer zoo woedend gemaakt. Wat j ezel was hij geweest, daar niet aan te denken. ; toen hij zoo'n ding kocht.' Weinige minuten nadat hij zijn kamers had bereikt, klopte de meid. en keek naar binnen. Daar is een oude heer om n te spreken. mijnheer." - Stuur hem weg,' riep Dollman, ik heb voor van avond al genoeg van oude heeren. Stuur :' >Maar hij ze^t dat hij n moet spreken ; het is voor een belangrijke zaak," riep de meid. «Hij zegt dat u " «Genoeg al ! laat maar boven," bulderde Dollman, geheel buiten zich zelf. Hij wilde niet meer luisteren naar hetgeen de meid zeide; dus ze liep maar naar beneden. Nu kwam de oude heer boven. Een vriendelijke oude heer, met een b rood en glimlach op zijn gezicht, een rooden zakdoek in de eene hand, en een zwart valies in de andere. «Ha !'" zeide hij, naar een hoek van de kamer knikkend. »U hebt het daar, zie ik." «Wat? Wat heb ik V" schreeuwde Dollman. Hij keek naar den hoek ; daar stond zijn valies, zooals hij het op den grond had gesmeten. Tege lijkertijd zag hij, dat het valies precies do weerga was van een, dat de oude man droeg. \' ziet", vervolgde de oude man opgeruimd, terwijl hij zijn valies op de tafel zette, «uw naam en adres staan in uw valiesje, en daarom wist ik, waar ik het heen moest brengen. In het mijne staat geen naam, u kondt dus niet weten, waar het heen te sturen. Ha ha! Ik zag, dat u er aan Denmark Hill uitstapte. I," moet bij ver gissing mijn valies uit het rek hebben geno men, of anders ik het uwe. In allen gevalle...." Ken vreeselij k vermoeden bliksemde door Dollman's brein, l lij moest haar een pakje uit het valies van den ouden man hebben gegeven . . . . Wat 'i hij rukte het valies dat op tafel stond epen. .Ia, het was zijn valies, en daar waren zijn papieren, en daar hoven in lag nog, in het papier, de mooie waaier. Intusschen had de oude man zelf zijn valies uit den hoek gchaal " spiedde er ook in. Daar ! . . . Nou . weg !" »Wat was erin'; voelend en aan zijn wat was erin V" .Er waren twee stuks . «Twee wat 'i Wrat 't'' »Ik nam zo mee naar huis voor bij de thee. U hebt zo zeker nu bij uw thee gehad ? . . nou. . ." Wat 't Wat 'i Wat dan toch 'i Versta je me niet?...'' brulde Dollmann, naar adem snakIk hele u al tweemaal gezegd : twee mooie echte. . ." «Wat ? wat dan 't" huilde Dollman. «Gerookte liokkings !" en opengedaan, en ." bromde hij ; ,ze zijn vroeg Dollman stamplaar trekkend. >(>h h ! Een woordje alsjeblief meneer, ik wou u . . . . .lawel! je wou me zeggen dat je een huis vader bent zonder werk, zieke vrouw, zeven bloedjes van kinderen enzoovoorts, dat kennen we, man! Dat kennen we.... Pardon! dat ken u niet; ik wou u alleen maar beleefd om wat vuur vragen. 111 den «We zijn even naar Amsterdam geweest om te winkelen. Tegen Sint Xiklaas is er altijd een en ander noodig . , . ." .Ku nog al keus gevonden naar ik zie . . . .''

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl