Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Uit Dr. GANNEF's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Dr. GANNEF.
oerv '?in/vwo .
Een Cadeautje.
Dollman was perplex. Hij kon maar niet be
denken wat hij voor haar zou medebrengen. Er
was dien avond bij haar aan huis een klein
partytje en hij was geinviteerd. Hij zou gaarne
wat moois, een cadeautje, voor haar medebrengen,
als hij maar wat aardigs had kunnen bedenken.
Waarom niet een waaier 't Dat was iets !
Het moest een werkelijk mooie zijn, ze was
gewoon alles op zijn mooist te hebben. Haarva
der was een gewezen vischhandelaar, een zeer rijk
man, die zeer royaal, ofschoon niet op zeer
grooten voet leefde. Hij wilde voor een geboren
xgentleman'1 gehouden worden, en sprak daarom
nooit over zijn vroegeren handel, hij had ook
verboden dat er ooit visch, in welke gedaante ook,
bij hem in huis kwam.
Terwijl hij dit toch wist, beging Dollman reeds
terstond een vergissing in den waaier dien hij
uitkoos om aan miss Cora Todd aan te bieden.
Een erge vergissing.
De waaier was mooi en duur; van ivoor met
een zilveren franje, en wanneer hij opengeslagen
werd, was er keurig schilderwerk op; maar het
schilderwerk stelde voor een rose Triton, zeilende
op een oesterschelp, en door den bleekblauwen
oceaan een paar wilde, ongetemde dolfijnen men
nend. Dat was de vergissing. Entin, hij kocht
hem. Hij liet hem netjes in papier pakken, stak
hem in zijn zwart valiesje, en haastte zich naar
het station. Hij zou op zulk een avond geen va
liesje hij zich gehad hebhen, maar hij had van
zyn bureau een pakket papieren mee te nemen ;
et daar de Todds te Denmark Hill woonden, en
hij ongeveer een mijl verder op, had hij plan,
het valiesje bij Todd in de vestibule te laten
staan, en het bij zijn vertrek mee naar huis te
nemen.
Bij Morgate-street trof hij een een leegen coupé,
zette zijn valiesje in het bagagenet, en vlijde
zich op zijn gemak in het hoekplaatsje. Maar
te Ludgate Hill werd de coupégevuld, tot
stikkens toe, en het bagagerek bezweek bijna onder
de pakken en pakjes en valiesjes, die de pas
sagiers erin opstapelden. Verscheidene menschen
gingen te Denmark Ilill uit den coupé, en Doll
man greep zijn valiesjo uit het net en stapte
mee uit.
Vijf minuten wandelens brachten hem bij Todd
voorde deur. Hij belde en werd terstond inge
laten. Terwijl hij binnentrad, zag hij juist Miss
Cora, gereed de trap op te gaan. JI ij gaf zijn
hoed aan den knecht, noemde Cora's naam en
stapte haastig vooruit met het valies in de hand.
Zij zag hem aankomen en wachtte,
Hij drukte haar de hand ; en de aanraking
van dat handje, vereenigd met het zien van
haren glimlach, steeg hem naar het hoofd als een
roes, en maakte hem zoo opgewonden, dat hij
een oogenblik stond te worstelen met zijn valies,
dat maar niet open wou, en te stamelen over
niets bijzonders, alsof zijn leven ervan afhing.
»Ik moet weg", zei Cora lachend, en maakte
een beweging om te vertrekken. -Ze wachten me
boven."
De Panama-noni in de Fransche Kamer.
De Emserdépêche.
Bismarck (tot de Keizerin-weduwe Eugénie1): >:Twee-en-twintig
jaren heb ik de verantwoordelijkheid voor den oorlog van 1S70 op Uwe
Majesteit laten rnsten, thans kom ik haar opeischen."
»0, miss Cora", riep Dollman, »ik heb het
gewaagd, .... een klein cadeautje, ik ben zeker,
dat u het aardig zult vinden ! Mag ik ''
Van boven werd er door mama's stem »Cora"
geroepen; hij haalde het pakje uit het valies
zonder de oogen van haar gelaat at' te wenden;
zij nam het aan, haastig, bedankte hem zonder
er naar te kijken, en vloog de trap op.
Toen zette Dollinaii zijn valiesje onder de tafel
in de vestibule, trok zijn das recht, zijn man
chetten naar beneden en ging ook naar boven.
Er waren heel wat dames en hceren in den
salon, Dollman kende er de meesten van. Daar
stond ook mijnheer Todd, in al zijn glans en
glorie, met diamanten ringen aan de meeste vin
gers, zijn haar in het midden gescheiden en zijn
snorren opgekruld. Dollman trad op hem toe,
drukte hem de hand, en was juist bezig te zeggen
dat het warm was, toen een bediende op den
welgedanen gastheer toekwam, en fluisterde, dat
miss Cora hem gaarne wilde spreken. De heer
Todd verdween, en Dollman was nog benieuwd
waar hij voor gehaald was, toen dezelfde knecht
terugkwam met een tragisch gezicht en zeide dat
mijnheer Todd hem verzocht in de vestibule te
komen.
Vóórdat Dollmann de vestibule bereikte, kon
hij mijnheer Todd al hooren tieren. Toen hij on
deraan do trap kwam. kon hij hem daarin zien. op
en neder stormend als een wild dier of een
krankzinnige, tegen den parapluiestandaard
aanloopend. Xoodra hij Dollman in het oog kreeg.
vloog hij woedend op hem aan, greep hem bij de
kraag en sleepte hem door de vestibule.
»Ik zal je loeren .je verwenschte grappen in
mijn luns uit te halen !" raasde hij. Idioot !
Ezel ! Zotskap ! Doe die deur open !"
De knecht deed de deur open en vóórdat Doll
man een woord van vraag ot' verontwaardiging
kon uiten, voelde hij zich de treden vóór de
voordeur afvliegen, onafhankelijk v;<n zijn voeten,
en kwam niet handen en knieën op het plaveisel
neer.
«En laat me je niet moer erop attrapeeren
dat je hier komt! donderde de stem van mijn
heer Todd.
En juist terwijl Dollman al scharrelend weer
op de beenen kwam, vlogen zijn hoed en valies
naar buiten en vielen naast hem neer. en de deur
kletste dicht en hij stond 'alleen in de straat. Wat
heteekende dat alles 'l l lij zocht en vond zijn
hoed en zette hem op. Wat had hij gedaan V Hij
nam zijn valiosje en aarzelde, geheel verbijsterd.
Plotseling werd de deur weer geopend. Mijn
heer Todd verscheen voor een oo'-ïonhlik, smeet
met een smak het een of ander naar buiten, dat
Dollman teyen de wang raakte, bonsde weer de
deur dicht en verdween.
Toen vond Dollman dat hij maar beter zou doen
heen te gaan, voordat mijnheer Todd nog moer
naar hem gooide. Bij wandelde weg, rampzalig,
geheel terneergeslagen. Wat had hij uitgevoerd V
Hij had Cora den waaier gegeven, dat was alles.
Wat had mijnheer Todd naar hem gegooid 'i 't Was
waarschijnlijk- de waaier, l lij ti'af zich niet de
moeite hem te g'ian oprapen, of er naar te gaan
kijken. Wat had hij eraan V Het ding was zeker
j toch kapot ook. Het kon hem niet schelen f let
! mocht voor eeuwig blijven li-.'gen waar het lag,
hij gaf er niet om. Maar denken dat zijn
ca! d eau door Cora zoo behandeld was .... Voor
! den duivel! Xu trof het hem. liet was de
teej kening. Dat was de reden. D<> visch op het prentje
had den ouden heer zoo woedend gemaakt. Wat
j ezel was hij geweest, daar niet aan te denken.
; toen hij zoo'n ding kocht.'
Weinige minuten nadat hij zijn kamers had
bereikt, klopte de meid. en keek naar binnen.
Daar is een oude heer om n te spreken.
mijnheer."
- Stuur hem weg,' riep Dollman, ik heb
voor van avond al genoeg van oude heeren.
Stuur :'
>Maar hij ze^t dat hij n moet spreken ;
het is voor een belangrijke zaak," riep de meid.
«Hij zegt dat u "
«Genoeg al ! laat maar boven," bulderde
Dollman, geheel buiten zich zelf.
Hij wilde niet meer luisteren naar hetgeen de
meid zeide; dus ze liep maar naar beneden. Nu
kwam de oude heer boven. Een vriendelijke oude
heer, met een b rood en glimlach op zijn gezicht, een
rooden zakdoek in de eene hand, en een zwart
valies in de andere.
«Ha !'" zeide hij, naar een hoek van de
kamer knikkend. »U hebt het daar, zie ik."
«Wat? Wat heb ik V" schreeuwde Dollman.
Hij keek naar den hoek ; daar stond zijn valies,
zooals hij het op den grond had gesmeten. Tege
lijkertijd zag hij, dat het valies precies do weerga
was van een, dat de oude man droeg.
\' ziet", vervolgde de oude man opgeruimd,
terwijl hij zijn valies op de tafel zette, «uw naam
en adres staan in uw valiesje, en daarom wist
ik, waar ik het heen moest brengen. In het mijne
staat geen naam, u kondt dus niet weten, waar
het heen te sturen. Ha ha! Ik zag, dat u er
aan Denmark Hill uitstapte. I," moet bij ver
gissing mijn valies uit het rek hebben geno
men, of anders ik het uwe. In allen gevalle...."
Ken vreeselij k vermoeden bliksemde door
Dollman's brein, l lij moest haar een pakje uit het
valies van den ouden man hebben gegeven . . . .
Wat 'i hij rukte het valies dat op tafel stond
epen. .Ia, het was zijn valies, en daar waren
zijn papieren, en daar hoven in lag nog, in het
papier, de mooie waaier.
Intusschen had de oude man zelf zijn valies
uit den hoek gchaal "
spiedde er ook in.
Daar ! . . . Nou .
weg !"
»Wat was erin';
voelend en aan zijn
wat was erin V"
.Er waren twee stuks .
«Twee wat 'i Wrat 't''
»Ik nam zo mee naar huis voor bij de
thee. U hebt zo zeker nu bij uw thee gehad ? . .
nou. . ."
Wat 't Wat 'i Wat dan toch 'i Versta je
me niet?...'' brulde Dollmann, naar adem
snakIk hele u al tweemaal gezegd : twee mooie
echte. . ."
«Wat ? wat dan 't" huilde Dollman.
«Gerookte liokkings !"
en opengedaan, en
." bromde hij ; ,ze zijn
vroeg Dollman
stamplaar trekkend. >(>h h !
Een woordje alsjeblief meneer, ik wou u . . . .
.lawel! je wou me zeggen dat je een huis
vader bent zonder werk, zieke vrouw, zeven
bloedjes van kinderen enzoovoorts, dat kennen
we, man! Dat kennen we....
Pardon! dat ken u niet; ik wou u alleen
maar beleefd om wat vuur vragen.
111 den
«We zijn even naar Amsterdam geweest om te winkelen. Tegen Sint Xiklaas is er altijd een
en ander noodig . , . ."
.Ku nog al keus gevonden naar ik zie . . . .''