Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na. 808
zooveel afbreuk had gedaan als Ahlwardt
door zijne brochure Judenflinten, namen de
conservatieven plechtiglijk het antisemitisme
in hun partijprogram op, en hielpen Ahlwardt
aan een mandaat in den Rijksdag. Antise
mitisme en bimetallisme zijn tegenwoordig
voor de agrariërs in Duitschland welkome
agitatiemiddelen. Het was waarlijk niet
overbodig, dat de heer Von Caprivi in den
Rijksdag deze gewetenlooze praktijk op de
scherpste wijze afkeurde.
Het Tooneel.
Marie Kolb en gezelschap bezorgden ons een
brutaal en een bescheiden genoeglijken avond.
Vertoond werden Monsieur chasse van Georges
Feydeau en Monsieur l'abbévan Meilhac. Beide
kwamen in het »Palais-Royal" voor het voetlicht;
alleen het eerste is een echte
Palais-royalklucht. Het genre is bekend; men wist dus wat
men te wachten had. De vaudevilles van het
Palais-royal zijn zeker de amusantste stukken,
die ooit geschreven zijn of zullen geschreven
worden; vertooningen, zoo dol en uitgelaten, zoo
prikkelend en meesleepend, dat men ten slotte
zjjn hoofd vasthoudt om zich te overtuigen, dat
men dat kostbare lichaamsdeel nog bezit; poppen
kasterijen, hansworsterijen, die niets dan dat willen
zijn, maar het met trots en overtuiging zijn, voor wie
niets te dwaas, niets te onmogelijk, niets te brutaal
is; alcoofhistories, niet voor jonge meisjes geschre
ven, nog niet zoo grof en onbeschaamd, niet zoo ge
durfd als vele van onze oud-Hollandsche klucht
en blijspelen, maar daaraan toch steeds in de
eerste plaats doende denken. Monsieur chasse
is in dit genre een meesterstuk, met een tweede
bedrijf, dat Sarcey een *merveiUe" heeftgenoemd
of had kunnen noemen, met een derde, dat
tegen de gewoonte nog allervermakelijkst is. Het
bijzondere van Feydeau's klucht is naast den
uitstekenden bouw (de logica en zekerheid in de
fantasie en waanzin) de dialoog, die wemelt van
mots en vonden, enkele werkelijk geestig en zinrijk,
bijna alle guitig, grappig, grollig, een vuurwerk van
schets en boerterij, verblindend, bedwelmend en
nauwelijks vermoeiend.
Monteur l'ubbèvan Meilhac 'behoort tot een
ander genre. Meilhac is niet de man van den
gullen, harden, driesten lach, van de schetterende
vroolijkheid en jubelende dolheid. Zijn lach is
fijner, koeler, droger; zijn vroolijkheid stiller en
stroever. Hij laat niet lachen om den lach alleen;
onder zijn vroolijkheid schuilen ironie en sar
casme. Monsieur Vabbéis niet een van zijn beste
stukken. Het eerste bedrijf is kleurloos en lang
dradig; het wilde niet lukken en is een paar
keer omgewerkt. In de beide overige komt de
echte Meilhac herhaaldelijk om den hoek kij
ken; het geheel blijft tamelijk dor en duf,
weifelend en onzeker. Het blijspel is in de
eerste plaats een kunstje, een handigheid. Meil
hac heeft het gewaagd een obbéte brengen
op de profane planken van het Palais-Royal,
te mengen in een licht en lucht
liefdeshistorietje en tegelijkertijd weten te voorkomen, dat hij
n oogenblik om zich zelf belachelijk wordt.
Waar hij het schijnt, is dit de schuld van de
situaties, waarin hij betrokken wordt. Een ge
raffineerde kunstvaardigheid, die zeker van onge
woon talent getuigt, doch daarom nog niet boeit
en vermaakt, en ons Nederlanders in ieder geval
veel minder treft en trekt clan de Franschen.
Hierbij kwam, dat de vertolking van Meilhac's blij
spel, Marie Kolb desnoods uitgezonderd, verre van
HIIIIIIUIMIIIMinil
Illlll
zich haastte over te nemen, en vroeg aan de
wachtenden, wat zij eigenlijk gevonden hadden.
Deze wezen stilzwijgend op eenig stroo, dat in
de sloot lag. Nieuwsgierig begaven zich allen daar
heen, behalve Wanjka, die met het paard achterbleef.
Het stroo werd verwijderd en liet tamelijk onge
schonden lijk van den jood Itzke kwam te voor
schijn, dat daar zoovele maanden in stijfbevrorcn
toestand gelegen had.
De oeradnik onderzocht de wouden, deed eenige
vragen en gelastte toen den sotnik een wacht van
drie man bij 't lijk te laten, totdat cene beslissing
in deze door den stanawoj priestof (afdeeliug-chef)
genomen zou zijn.
Het eerste werk der decatuikeii was nu, opeen
eerbiedigen afstand van den doode, een vuur aan
te leggen om hun verstijfde ledematen te ver
warmen.
Wanjka zette zich, met deu rug naar de
ougeluksplaats gekeerd, ueder en deed al zijn best om
zijn sterk bonzend hart tot bedaren te brengen.
Hoe meer hij zich trachtte wijs te maken dat
niemand vermoeden op hem had, des te meer
verloor hij zijn tegenwoordigheid van geest en was
ten laatste ten eenenmale ongeschikt zijne zenuw
achtigheid te verbergen.
Dit viel eindelijk zijne beide jongere makkers
op, die hem voor een oude babe (vrouw) uit
maakten en hem lachend uitnoodigden deu doodeu
jood eens van naderbij te bezien. AVanjka had daar
geen zin in en gaf een onverstaanbaar antwoord.
Nu werden de twee anderen moedwillig. Zij
grepen hem bij de armen en duwden hem zoo
onbesuisd voorwaarts, dat hij schier met zijn ge
zicht des dooden gelaat aanraakte.
Daardoor verloor hij alle zelfbeheersching, begon
te schreeuwen, te smecken, te dreigen, alles iu een
adem, zoodat de beide jongelieden hem achter
dochtig aankeken en eindelijk met de vraag voor
den dag kwamen waarom hij zoo bang was voor
een dooden jood, als hij niets op zijn kerfstok had?
//Wanjka, Waujka," schertste een van hen
»jij hebt al zoo menigeen een gat in 'c hoofd
geslagen, ik geloof waarachtig dat jij deu Ilebrecr
op je, geweten hebt."
De boer kon geen woord ter verdediging
uitgelukkig was. Voor de fijngeestige karakteruit
beelding, die het behoeft, ontbrak het dezen
Franschen artisten aan begaafdheid. In de grover
klucht van Feydeau waren zij geheel op hun
plaats. Deze werd als geheel uitstekend vertolkt,
met de echt Fransche verve, entrain en fantasie.
Waarschijnlijk speelde men de oorspronkelijke
vertolkers een beetje na. Wat doet het er toe?
De tweede editie was nog amusant genoeg, soms
alleen een beetje al te vrij en ongegeneerd. (Ja
manifuaüun peu de conservatoire. Marie Kolb
is een goede Fransche actrice, die van haar niet
groote, niet veelzijdige gaven uitstekend gebruik
maakt, die met haar prettig uitdagende blik en lach,
haar levendige mimiek en typisch gebarenspel
voortdurend blijft bekoren. De heer Herbert
(Moricet) is een echte komiek, half niai?, half pias, die
op honderd manieren verbazing en
beteuterdheid weet uit te drukken, die werkelijk omvalt
van den schrik, waar dat noodig is, komiek
tot in de toppen van zijn vingers, die doet
lachen als hij een spier vertrekt of zijn pink
verroert.
Bij »Het Nederlandsen Tooneel" in zeer goede
vertaling De waaier, naar »Lady Windermere's
fan" van Oscar Wilde. Oscar Wilde, die als
Engelsch aesthetie ook bij ons zekeren naam
bezit, is een Engelschman, die gaarne Parij zenaar
zou willen zijn. Eenige maanden geleden schreef
hij een drama voor Sarah Bernhardt; de censuur
verbood het; hij dreigde zich als Franschman te
zullen laten naturaliseeren; het is er. naar ik geloof,
niet van gekomen. Hij heeft novellen en gedichten
geschreven, die vooral om de mooie illustraties
van belang zijn. Het meest bekend is hij om zijn
artistieke en philosophische leerstellingen. Naar
paradoxen en buitensporigheden jaagt hij als
geen tweede. Leugen en moord heeft hij als
artistiek verdedigd; de natuur als leelijk en ba
naal in den ban gedaan; moraal en philosophie acht
hij in een kunstwerk overbodig; het streven
naar waarheid in de litteraire kunst onzinnig.
Voor alles maakt hij den indruk een f'irceur,
een aansteller te zijn en dat kan hem in
onzen tijd, waarin men van den dichter in de eerste
plaats eenvoud en oprechtheid verlangt, moeielijk
vergeven worden. Carlyle heeft het zoo mooi
gezegd: »In de oprechtheid, niet in liet nieuwe
schuilt de ware oorspronkelijkheid."
Inzaketooneel heeft Wilde verklaard, dat het kostuum van
overwegende, ingrijpende beteekenis is. Na liet
kennis maken met De wiaier verwondert dit
mij niet. De helft van zijn waarde moet het aan de
pracht van toiletten en miie-en-scène ontleenen.
liet is een mengelmoes van melodrama en
Dumas laatste kwaliteit, dat gered wordt, dat aan
te hooren en te verduwen is, omdat de schrijver
het met een werkelijk pikante saus van
geestigheden en philosophische spitsvondigheden, van
maximen en paradoxen heeft overgoten. De
philosophie is vaak van den kouden grond, de geest
niet steeds even frisch en ongezocht ; boide
worden te pas en te onpas, in alle mogelijke
situaties aangebracht; bet neemt niet weg dat men
er door geboeid en geprikkeld wordt. Als zuivere
tooneelvertooning is JJe waaier zelden gebrekkig
of onhandig; de meeste tooneelen loopen goed
en natuurlijk, de bedrijven eindigen handig. De
geschiedenis is in drie woorden deze: Lady
Wim ermere verneemt dat haar m:m baar be
driegt, gaat het zelf gelooven en besluit hem
met gelijke munt te betalen. Lord Windermerc
bracht werkelijk geheimzinnige bezoeken aan een
veelbesproken dame, doch deze is.... de moe
der van zijn vrouw, die indertijd met een min
naar wegliep en nu onverwacht weer uit de lucht
is komen rollen. De jonge vrouw zoekt haar
toevlucht in de woning van een aanbidder;
de moeder ontdekt dit, gaat er heen en weet
haar, zonder zich bekend te maken, tot haar
echtgenoot te doen terugkeeren. Het vrouwtje
heeft zooveel spijt over haar excnp'tdc, dat zij
haar man geen verderen uitleg van zijn be
zoeken vraagt. De moeder vertrekt en bet drama
brengen, de tanden klapperden hem in den mond
en zijn oogeu keerden telkens weer naar de plaats
waar de vermoorde lag.
Eindelijk wierp hij zich op deu grond en ouder
't gekerm van o, mijn God, o, n.iju (jod ! be
kende hij zijn misdaad onder lieete tranen, zijn
makkers bezwerende het geheim voor zich te
houden.
Nu de bekentenis eenmaal over zijn lippen was,
werd de misdadiger kalmer; hij vertelde hun alles
in de kleinste, bijzonderheden, tevens trachtende
de meeste schuld op den baron te werpen. Allen
waren zoo verdiept in hun vragen eu antwoorden
dat zij deu wagen niet zagen aankomen, waarin
de priestof met zijn schrijver gezeten waren. De
eerste vraag van deu beambte was waar het lijk
zich bevond, en een der kameraden van \\ anjka
zei toen op vasten toon: //hier, nw hoogircboreiie
(titel eens priestofs) list de jood en daar... hij
keerde zich plotseling naar Wanjka om -- staat
de moordenaar.''
Het lijk werd aan de inmiddels verschenen ver
wanten afgegeven en Waujka met touwen
ireboeid naar de stadsgevangeuis gevoerd. Nog
dieuzelfdeu avond onderging de baron een verhoor van
den onderzoekingspriestof eu beide vogels waren
gevangen. Na jaar eu dag luidde liet vonnis van
de gezworenen iu de arroudissements-rechtbank,
voor den baron : 1ieu jaar dwangarbeid in de mij
nen van Siberië, voor Wanjka dezelfde straf voor
eenwig, zooals de oflieieele term luidt.
Wanjka werd uaar het oosten overgebracht en
geen zijner kennissen of familieleven zullen ooit
iets van den ongelukkige hooreu.
De baron had een der beroemdste advocaten uit
de hoofdstad laten komen en voL'ens diens raad
appèl tegen het vonnis aangeteekeml. Daardoor moest
nu de Senaat, als hoogste rechtbank, uitspraak
doen. Middelerwijl zat hij reeds twee jaar gevan
gen en was zeer neerslachtig, daar hij geen licht
in de toekomst zag. De advocaat was ook uïet
geheel zeker van zijn zaak.
Wel had de baron op alle beschuldigingen
entkennend geantwoord, doch de stukken wezen maar
al te duidelijk zijn schuld aau ; ook zou de senaat
geen getuigen dagvaarden eu alleen de papieren
is uit. Daar de man nu eenmaal van plan blijkt
niet te zeggen, wie de dame is, had het nog eens
zoolang kunnen duren. Van de personen begrijpt
men aan het eind even weinig als in het begin;
zij redeneeren veel, vooral moeder en dochter,
en wij worden toch niets wijzer. Het vrouwtje
moraliseert en philosopheert om wee te worden en
vliegt toch terstond een minnaar in de armen.
Van den waaier repte ik niet; men denke aan
»Kean" en kan zijn beteekenis eenigszins raden. De
vertooning getuigde van ijver en goeden wil. Door
schitterender toiletten en kostbaarder
tmse-enscène had men het geheel nog meer tot een lust voor
de oogen kunnen maken; een werkelijk genot voor
hoofd en hart ware het daardoor niet geworden.
Het spel der bijpersonen was het tegendeel van
opgewekt. Dat der hoofdpersonen scheen mij uitste
kend. Van een juiste vertolking kan men bij raadsels,
als deze wezens zijn, niet spreken. Mevrouw Pau
wels (de moeder) was vooral in de latere bedrijven
gelukkig; in den beginne bad haar spel naar mijn
smaak nog een beetje bonter en opzichtiger, meer
in overeenstemming met haar toilet, kunnen zijn.
Het echtpaar Windermere (mevrouw Holtrop en
de heer Clous) was terecht zoo sober mogelijk.
Een complimentje voor de mooie typen van de
heeren Tourniaire en Wensma.
Te Parijs eenige premiere's van ondergeschikt
belang. In de »Vaudeville" Mr. Cuutisaet, een
klucht van Blum en Toché(de hoofdpersoon
een Paul de Koek-type), die geen volkomen succes
schijnt; in het »Théatre-Moderne" Madame
Pygmation, een pantomime van den chin\onnier
Xanrof, die bijval vond; in de »Porte-St-Martin"
Au Dahomey, een amusant en schitterend aan
gekleed spektakelstuk. Te New-York de eerste
voorstelling van een nieuw werk van Sardou,
De Amerikanen in Europa (De geschiedenis van
een schatrijke Amerikaansche erfgename, die zich
voor geruïneerd uitgeeft, om een man te vinden,
die haar om haar zelf lief heeft); bij het publiek
veel. iu de pers gematigde bijval.
II. J. M.
In den sArtis-Schouwburg" werd gisteren avond
de vroolijke operette van Millöcker (Xell &
Genée) Jji' Vice Admimul, voor de eerste maal
in het Hollandsen opgevoerd. De directie Kreeft
& linderman had de beleefdheid gehad de loden
van het Neder!. Tooneelverbond tot deze première
uit ,te noodigen, ze waren in grooten getale op
gekomen. De schouwburg was vol, zeer vol en
toch was het er niet benauwd, wel een bewijs
dat de ventilatie er voldoende is. De voorstel
ling liep, behoudens enkele tvissclienpoozeu van
reusachtige afmeting, voor een première bijzonder
goed: 't ensemble liet weinig te wenschen over.
Herhaaldelijk daverde de schouwburg van toe
juichingen en schaterend lachen. Do
Vico-Admiraal is een allervermakclijkste operette, de
muziek is zeer lief en zangerig. Een ieder zij
deze voorstelling aanbevolen.
De dames Terboeven, (loroz, Heilbron en Van
Wosterhoven, zoowel als de heeren Kreeft, v. d.
Stappen, Dons, Kelly en Kiehl, speelden en zon
gen met lust. en opgewektheid. Verschillende
nos. werden onstuimig bis-gevraagd. De
deeoratiën, vooral het schip, Ie tafereel, waren nieuw
en friscb. Driemalcn werd de decorateur de br.
Poutsma ten tooncele geroepen.
Muziek in de hoofdstad.
Het is juist zeventien December nu onze lezer;
dit artikel onder de oogen krijgen. Misschien komt
er een tijd dat de kalenders met alleen de namen
van de Heiligen vermelden, doch ook de namen vau
de groot e mannen die op de vorming van onzen
geest eu ous gemoed deu meest veredelendeu in
vloed hebben uitgeoefend. Dan zal men bij deu
doorzoeken. Zoo er dus geen wonder gebeurde,
werd de baron weggevoerd, evenals "U aujka.
,\a lang peinzen scheen de rechtsgeleerde echter
een goeden inval te krijgen. Met, den eersten trein
reisde hij af eu kwam na eeue reis van anderhalf
etmaal op liet landgoed Ivvanovvo aan.
Sinds de baron was opgepakt, had zijn eenig
kind, een mooi meisje, van nauwelijks twintig jaar,
de zware bestuurstaak op zieii genomen.
Met hoopvol hart, kwam zij deu advocaat, tege
moet, keek hem vol verwachting in het, koude
gelaat, denkende ecu woord van troost te zullen
hooreu.
/iju berichten echter waren ontmoedigend: uw
vader, zei hij, lijdt ontzettend door gebrek aan
liï.ssche, lucht en goed voedsel ; als dat, nog lang
dunr1,zal de senaat, met. meer noodig zi]n om zipi
vonnis te bekrachtigen, een hooger rechter zal hem
voor zich roepen. \\ at, het, proces aangaat, ik vrees
het, ergste, ik geloof niet (lat, de senatoren een
uitspraak zullen veranderen, die op zulke klare.
duidelijke bewijzen berust.
Met angstig gelaat smeekte de jonge dame hem
zieli toch te bedenken; zulk een beroemd man als
(irégor l'etrowitz moest toch een middel kennen
om haar armen papa te redden.
Lang en vorscheml keek de rechtsgeleerde haar
aau en zei toen langzaam :
,/lk keu een middel, dal, hem bijna zeker redden
kan, doch 't, is niet in mijn macht daarover te be
schikken. Dat moet u aoen; u alleen kunt hem
redden."
.Ik meneer, wat kau ik, ecu zwak meisje, in
deze doen 'r''
//Wanneer u me uitspreken laat eu belooft niet
boos o]) mij te zullen worden, zal ik het, u zeggen.
U kent onze senatoren niet ik des te beter.
Het grootste aantal bestaat uit doove, afge
leefde'oude heeren, die gedurende de zitting zitten
te knikkebolleii. Wauneer meii hen om hun .stem
vraau't, worden ze wakker gcstooteu en zeggen :
ik stem zooals mijn waarde buurman, zijne excel
lentie zus of graaf zoo, gestemd heeft; ik ben 't
volkomen met hem eens. Dan droomen ze verder
iu zalige oiiweteuheid of de vraag een staatsstuk
of ecu rechtskundig advies gegolden heeft. In. die
datum 17 December lezen: Ludwig van Beethoven.
Was Beethoven bovendien niet evengoed een
heilige ? Hoe versmaadde hij allen uiterlijken glans i
Hoe weinig zocht hij roem! Is het niet opmer
kelijk dat Bach en beethoven het meest terugge
trokken leefden eu zelden of nooit hun woonplaats
verlieten? Hoe lang heeft het daardoor geduurd
eer (vooral over Beethoven's leven) het rechte licht
opging, hoeveel sprookjes hebben de
romanfabrikauten en novellisten niet over hem in de wereld
gestuurd? en hoe velen zien iu die verhalen nog
altijd historie ! Nog steeds wordt de Cis-moll-sonate:
Mondsckeinsonate genoemd, nog steeds worden vele,
reeds lang onwaar gebleken episoden uit
Beethoven's' leven met overtuiging naverteld.
leder jaar zijn tegenwoordig de dagen om en
bij 17 December voor de ernstige kunstbeoefe
naars en kunstminnaars heilige dagen.
Dau gaat de muzikale hoorder ter kerke en
gaan de priesters van de kunst de geloovige
schare voor om het Hooggetijde te vieren ter
eere van den Heilige : Ludwig van Beethoven.
Kan die eeredienst aan adel en toewijding
winnen? of mag men over de wijze waarop bij
ons te Amsterdam deze herinneringsdag is en zal
worden gevierd volkomen tevreden zijn?
Ik kan hier thans nog geen volkomen antwoord
op geven, omdat ik slechts een der
Beethovenconcerten vermelden kan. Het antwoord zoeke
deu lezer dus zelf uit hetgeen ik iu dit en miju
volgend artikel zal vermelden.
Op de 2e kamermuziek-soirée van de Maat
schappij tot bevordering der Toonkunst werden
twee strijkkwartetten van Beethoven, opus 18
No l (I'dur) en opus 131 (Cis moll) uitgevoerd,
waartusschen de heeren liöutgeu en Cramer de
Kreutzer-sonate speelden.
Met genoegen zag ik dat de zaal thans goed
gevuld was, hetgeen ik bij een avond zouder
zangvoordrachten nog maar zeer zelden heb waar
genomen.
Iu de voordracht van de beide kwartetten was
veel schooiis, doch ook een eu ander dat beter
had kunnen zijn.
Ik heb vroeger reeds gewezen op te weinig
overeenstemming in het klankgehalte van de vier
strijkinstrumenten en de nu en dan te weinige
gelijkheid vaii kleur en opvatting wanueer de
voordragciiden een motief vun elkander overnemen.
Ik vraag mijzelvcn af: Is het bij eeue
kwartetvereeniging weusclielijker dat vier zelfstandige
kunstenaars te zaaien werken, die door
gedachtenwis-elmg tot overeenstemming in de opvatting
trachten te geraken, of is het beter dat een van
hen ver boven de andereu staat, en door autoriteit
en persoonlijkheid zijne opvatting aan de overigen
suggereert ':
Iu heb altijd aan het eerste denkbeeld de voor
keur gegeven, doch beu iu den laatsten tijd wel
eens in twijfel geraakt of de laatstgenoemde toe
stand uit een oogpunt van techniek eu ensemble
niet de voorkeur verdient. De heeren Cramer,
Hofmeester en Bosmaus vooral zijn uitvoerders
die eene persoonlijke opvatting hebben, eu zij
zoudeu niet de kunstenaars zijn zooals men ze kent,
wanneer zij toonden de eischeu die aan werken voor
kamermuziek moeten gesteld worden, te gering te
schatten ; doch het is dunkt mij niet, tegen te spre
ken, dat, uit, een oogpunt van eenheid nog eeu en
ander in deze vereeuigiug anders en beter kan wor
den. Dit sluit geen waardeerlng uit, voor de vele
schooiie oogeublikken die ook thans weüer te ge
nieten waren, doch is bestemd eeue vereeniging,
waaraau men de hoogste eischen stellen mag eu
moet, er toe te brengen aau de hoorders alles te
geven wat zij kan.
/ouder verder in bijzonderheden, te treden, ver
meld ik nog dat de Kreutzersouate, door de heereu
Koutgeu eu Cramer (afgescheiden dat de piano een
enkele maal wat veel domineerde) zeer schoon
werd vertolkt. De heer Cramer tuoude zich hierin
vau zijne beste zijde.
Zondagmiddag had de
vergaderingvan iiivaliedeu, naar lichaam en geest,
zij u enkele oude lui, die min of meer beter
»ecouserveerd zijn, dan hun afgeleefde ambtgeuooteii;
zij zijn, om zoo te zeggen, de jeunes.se dorée van
den senaat, hebben meer invloed eu kennis en zijn
als alle verwende jongelui ... niet ongevoelig voor
de lieve oogen vau eene smeckende 'schooiie. U
moet naar Petersburg gaan en ;i voor n die
invloedrijke leden vau onzen senaat opdoeken en
hen om hunne voorspraak snieekeu. \Vees niet be
vreesd en vooral niet. . . preutsch, bedenk dat, het
't, eenige middel is om uw vader zijn vrijheid
terug te geven. ]k moet u uu verlaten, overdenk
mijn raad eu ^uield mij per telegram wanneer ik
u iu de hofstad verwachten kun. LVV dienaar!"
Lang, zeer hrig zat de jonge dame over zijn
raad iia te denken; twee dagen liep zij rond zou
der een besluit te kunnen nemen, steeds worste
lend tusseheu liefde tot, haar vader en de schande,
die haar zeker te wachten stond.
Den derden dag telegrafeerde zij : »ik kom" en
teekemle daarmede haar vonnis.
Ik zal den .sluier niet oplichten over de myste
riën, die daar in St. Petersburg werden opgevoerd,
genoeg zij te weten, dat de'zaak iu den senaat
voorkwam, eu alle knikkeboilcnde senatoren stem
den zooals huil minder wrakke kameraden ver
langden.
liet resultaat was, dut de baron wegens gebrek
aau overtuigende bewijzen vrijgesproken en
mitsdieiHiet vonnis der rechtbank vernietigd werd met
bevel den gevangene ojgeiiblikkelijk in vrijheid te
stellen.
De baron leeft uu nog, zeer gelukkig en tevre
den, op zijn landgoed, eu zijn welbemiude dochter
doet alle moeite om haar interessant uitstapje! uaar
Petersburg zoo spoedig mogelijk te vergeten.
Alleen VYanjka's vrouw zit, in groote zorg, omdat
roofzieke buren haar het stukje grond ontnemeu
willen, dat aau baar zorg is toevertrouwd,
totdat de baby de jaren zal bereikt hebben, waarop
hij iu staat zal zijn do hand aan den ploeg te
leggen eu de nalatenschap van zijn verdwenen
vader te aanvaarden.
Eu dat alles is gebeurd iu deze jaren ! !
M. J.