De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 18 december pagina 2

18 december 1892 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na. 808 zooveel afbreuk had gedaan als Ahlwardt door zijne brochure Judenflinten, namen de conservatieven plechtiglijk het antisemitisme in hun partijprogram op, en hielpen Ahlwardt aan een mandaat in den Rijksdag. Antise mitisme en bimetallisme zijn tegenwoordig voor de agrariërs in Duitschland welkome agitatiemiddelen. Het was waarlijk niet overbodig, dat de heer Von Caprivi in den Rijksdag deze gewetenlooze praktijk op de scherpste wijze afkeurde. Het Tooneel. Marie Kolb en gezelschap bezorgden ons een brutaal en een bescheiden genoeglijken avond. Vertoond werden Monsieur chasse van Georges Feydeau en Monsieur l'abbévan Meilhac. Beide kwamen in het »Palais-Royal" voor het voetlicht; alleen het eerste is een echte Palais-royalklucht. Het genre is bekend; men wist dus wat men te wachten had. De vaudevilles van het Palais-royal zijn zeker de amusantste stukken, die ooit geschreven zijn of zullen geschreven worden; vertooningen, zoo dol en uitgelaten, zoo prikkelend en meesleepend, dat men ten slotte zjjn hoofd vasthoudt om zich te overtuigen, dat men dat kostbare lichaamsdeel nog bezit; poppen kasterijen, hansworsterijen, die niets dan dat willen zijn, maar het met trots en overtuiging zijn, voor wie niets te dwaas, niets te onmogelijk, niets te brutaal is; alcoofhistories, niet voor jonge meisjes geschre ven, nog niet zoo grof en onbeschaamd, niet zoo ge durfd als vele van onze oud-Hollandsche klucht en blijspelen, maar daaraan toch steeds in de eerste plaats doende denken. Monsieur chasse is in dit genre een meesterstuk, met een tweede bedrijf, dat Sarcey een *merveiUe" heeftgenoemd of had kunnen noemen, met een derde, dat tegen de gewoonte nog allervermakelijkst is. Het bijzondere van Feydeau's klucht is naast den uitstekenden bouw (de logica en zekerheid in de fantasie en waanzin) de dialoog, die wemelt van mots en vonden, enkele werkelijk geestig en zinrijk, bijna alle guitig, grappig, grollig, een vuurwerk van schets en boerterij, verblindend, bedwelmend en nauwelijks vermoeiend. Monteur l'ubbèvan Meilhac 'behoort tot een ander genre. Meilhac is niet de man van den gullen, harden, driesten lach, van de schetterende vroolijkheid en jubelende dolheid. Zijn lach is fijner, koeler, droger; zijn vroolijkheid stiller en stroever. Hij laat niet lachen om den lach alleen; onder zijn vroolijkheid schuilen ironie en sar casme. Monsieur Vabbéis niet een van zijn beste stukken. Het eerste bedrijf is kleurloos en lang dradig; het wilde niet lukken en is een paar keer omgewerkt. In de beide overige komt de echte Meilhac herhaaldelijk om den hoek kij ken; het geheel blijft tamelijk dor en duf, weifelend en onzeker. Het blijspel is in de eerste plaats een kunstje, een handigheid. Meil hac heeft het gewaagd een obbéte brengen op de profane planken van het Palais-Royal, te mengen in een licht en lucht liefdeshistorietje en tegelijkertijd weten te voorkomen, dat hij n oogenblik om zich zelf belachelijk wordt. Waar hij het schijnt, is dit de schuld van de situaties, waarin hij betrokken wordt. Een ge raffineerde kunstvaardigheid, die zeker van onge woon talent getuigt, doch daarom nog niet boeit en vermaakt, en ons Nederlanders in ieder geval veel minder treft en trekt clan de Franschen. Hierbij kwam, dat de vertolking van Meilhac's blij spel, Marie Kolb desnoods uitgezonderd, verre van HIIIIIIUIMIIIMinil Illlll zich haastte over te nemen, en vroeg aan de wachtenden, wat zij eigenlijk gevonden hadden. Deze wezen stilzwijgend op eenig stroo, dat in de sloot lag. Nieuwsgierig begaven zich allen daar heen, behalve Wanjka, die met het paard achterbleef. Het stroo werd verwijderd en liet tamelijk onge schonden lijk van den jood Itzke kwam te voor schijn, dat daar zoovele maanden in stijfbevrorcn toestand gelegen had. De oeradnik onderzocht de wouden, deed eenige vragen en gelastte toen den sotnik een wacht van drie man bij 't lijk te laten, totdat cene beslissing in deze door den stanawoj priestof (afdeeliug-chef) genomen zou zijn. Het eerste werk der decatuikeii was nu, opeen eerbiedigen afstand van den doode, een vuur aan te leggen om hun verstijfde ledematen te ver warmen. Wanjka zette zich, met deu rug naar de ougeluksplaats gekeerd, ueder en deed al zijn best om zijn sterk bonzend hart tot bedaren te brengen. Hoe meer hij zich trachtte wijs te maken dat niemand vermoeden op hem had, des te meer verloor hij zijn tegenwoordigheid van geest en was ten laatste ten eenenmale ongeschikt zijne zenuw achtigheid te verbergen. Dit viel eindelijk zijne beide jongere makkers op, die hem voor een oude babe (vrouw) uit maakten en hem lachend uitnoodigden deu doodeu jood eens van naderbij te bezien. AVanjka had daar geen zin in en gaf een onverstaanbaar antwoord. Nu werden de twee anderen moedwillig. Zij grepen hem bij de armen en duwden hem zoo onbesuisd voorwaarts, dat hij schier met zijn ge zicht des dooden gelaat aanraakte. Daardoor verloor hij alle zelfbeheersching, begon te schreeuwen, te smecken, te dreigen, alles iu een adem, zoodat de beide jongelieden hem achter dochtig aankeken en eindelijk met de vraag voor den dag kwamen waarom hij zoo bang was voor een dooden jood, als hij niets op zijn kerfstok had? //Wanjka, Waujka," schertste een van hen »jij hebt al zoo menigeen een gat in 'c hoofd geslagen, ik geloof waarachtig dat jij deu Ilebrecr op je, geweten hebt." De boer kon geen woord ter verdediging uitgelukkig was. Voor de fijngeestige karakteruit beelding, die het behoeft, ontbrak het dezen Franschen artisten aan begaafdheid. In de grover klucht van Feydeau waren zij geheel op hun plaats. Deze werd als geheel uitstekend vertolkt, met de echt Fransche verve, entrain en fantasie. Waarschijnlijk speelde men de oorspronkelijke vertolkers een beetje na. Wat doet het er toe? De tweede editie was nog amusant genoeg, soms alleen een beetje al te vrij en ongegeneerd. (Ja manifuaüun peu de conservatoire. Marie Kolb is een goede Fransche actrice, die van haar niet groote, niet veelzijdige gaven uitstekend gebruik maakt, die met haar prettig uitdagende blik en lach, haar levendige mimiek en typisch gebarenspel voortdurend blijft bekoren. De heer Herbert (Moricet) is een echte komiek, half niai?, half pias, die op honderd manieren verbazing en beteuterdheid weet uit te drukken, die werkelijk omvalt van den schrik, waar dat noodig is, komiek tot in de toppen van zijn vingers, die doet lachen als hij een spier vertrekt of zijn pink verroert. Bij »Het Nederlandsen Tooneel" in zeer goede vertaling De waaier, naar »Lady Windermere's fan" van Oscar Wilde. Oscar Wilde, die als Engelsch aesthetie ook bij ons zekeren naam bezit, is een Engelschman, die gaarne Parij zenaar zou willen zijn. Eenige maanden geleden schreef hij een drama voor Sarah Bernhardt; de censuur verbood het; hij dreigde zich als Franschman te zullen laten naturaliseeren; het is er. naar ik geloof, niet van gekomen. Hij heeft novellen en gedichten geschreven, die vooral om de mooie illustraties van belang zijn. Het meest bekend is hij om zijn artistieke en philosophische leerstellingen. Naar paradoxen en buitensporigheden jaagt hij als geen tweede. Leugen en moord heeft hij als artistiek verdedigd; de natuur als leelijk en ba naal in den ban gedaan; moraal en philosophie acht hij in een kunstwerk overbodig; het streven naar waarheid in de litteraire kunst onzinnig. Voor alles maakt hij den indruk een f'irceur, een aansteller te zijn en dat kan hem in onzen tijd, waarin men van den dichter in de eerste plaats eenvoud en oprechtheid verlangt, moeielijk vergeven worden. Carlyle heeft het zoo mooi gezegd: »In de oprechtheid, niet in liet nieuwe schuilt de ware oorspronkelijkheid." Inzaketooneel heeft Wilde verklaard, dat het kostuum van overwegende, ingrijpende beteekenis is. Na liet kennis maken met De wiaier verwondert dit mij niet. De helft van zijn waarde moet het aan de pracht van toiletten en miie-en-scène ontleenen. liet is een mengelmoes van melodrama en Dumas laatste kwaliteit, dat gered wordt, dat aan te hooren en te verduwen is, omdat de schrijver het met een werkelijk pikante saus van geestigheden en philosophische spitsvondigheden, van maximen en paradoxen heeft overgoten. De philosophie is vaak van den kouden grond, de geest niet steeds even frisch en ongezocht ; boide worden te pas en te onpas, in alle mogelijke situaties aangebracht; bet neemt niet weg dat men er door geboeid en geprikkeld wordt. Als zuivere tooneelvertooning is JJe waaier zelden gebrekkig of onhandig; de meeste tooneelen loopen goed en natuurlijk, de bedrijven eindigen handig. De geschiedenis is in drie woorden deze: Lady Wim ermere verneemt dat haar m:m baar be driegt, gaat het zelf gelooven en besluit hem met gelijke munt te betalen. Lord Windermerc bracht werkelijk geheimzinnige bezoeken aan een veelbesproken dame, doch deze is.... de moe der van zijn vrouw, die indertijd met een min naar wegliep en nu onverwacht weer uit de lucht is komen rollen. De jonge vrouw zoekt haar toevlucht in de woning van een aanbidder; de moeder ontdekt dit, gaat er heen en weet haar, zonder zich bekend te maken, tot haar echtgenoot te doen terugkeeren. Het vrouwtje heeft zooveel spijt over haar excnp'tdc, dat zij haar man geen verderen uitleg van zijn be zoeken vraagt. De moeder vertrekt en bet drama brengen, de tanden klapperden hem in den mond en zijn oogeu keerden telkens weer naar de plaats waar de vermoorde lag. Eindelijk wierp hij zich op deu grond en ouder 't gekerm van o, mijn God, o, n.iju (jod ! be kende hij zijn misdaad onder lieete tranen, zijn makkers bezwerende het geheim voor zich te houden. Nu de bekentenis eenmaal over zijn lippen was, werd de misdadiger kalmer; hij vertelde hun alles in de kleinste, bijzonderheden, tevens trachtende de meeste schuld op den baron te werpen. Allen waren zoo verdiept in hun vragen eu antwoorden dat zij deu wagen niet zagen aankomen, waarin de priestof met zijn schrijver gezeten waren. De eerste vraag van deu beambte was waar het lijk zich bevond, en een der kameraden van \\ anjka zei toen op vasten toon: //hier, nw hoogircboreiie (titel eens priestofs) list de jood en daar... hij keerde zich plotseling naar Wanjka om -- staat de moordenaar.'' Het lijk werd aan de inmiddels verschenen ver wanten afgegeven en Waujka met touwen ireboeid naar de stadsgevangeuis gevoerd. Nog dieuzelfdeu avond onderging de baron een verhoor van den onderzoekingspriestof eu beide vogels waren gevangen. Na jaar eu dag luidde liet vonnis van de gezworenen iu de arroudissements-rechtbank, voor den baron : 1ieu jaar dwangarbeid in de mij nen van Siberië, voor Wanjka dezelfde straf voor eenwig, zooals de oflieieele term luidt. Wanjka werd uaar het oosten overgebracht en geen zijner kennissen of familieleven zullen ooit iets van den ongelukkige hooreu. De baron had een der beroemdste advocaten uit de hoofdstad laten komen en voL'ens diens raad appèl tegen het vonnis aangeteekeml. Daardoor moest nu de Senaat, als hoogste rechtbank, uitspraak doen. Middelerwijl zat hij reeds twee jaar gevan gen en was zeer neerslachtig, daar hij geen licht in de toekomst zag. De advocaat was ook uïet geheel zeker van zijn zaak. Wel had de baron op alle beschuldigingen entkennend geantwoord, doch de stukken wezen maar al te duidelijk zijn schuld aau ; ook zou de senaat geen getuigen dagvaarden eu alleen de papieren is uit. Daar de man nu eenmaal van plan blijkt niet te zeggen, wie de dame is, had het nog eens zoolang kunnen duren. Van de personen begrijpt men aan het eind even weinig als in het begin; zij redeneeren veel, vooral moeder en dochter, en wij worden toch niets wijzer. Het vrouwtje moraliseert en philosopheert om wee te worden en vliegt toch terstond een minnaar in de armen. Van den waaier repte ik niet; men denke aan »Kean" en kan zijn beteekenis eenigszins raden. De vertooning getuigde van ijver en goeden wil. Door schitterender toiletten en kostbaarder tmse-enscène had men het geheel nog meer tot een lust voor de oogen kunnen maken; een werkelijk genot voor hoofd en hart ware het daardoor niet geworden. Het spel der bijpersonen was het tegendeel van opgewekt. Dat der hoofdpersonen scheen mij uitste kend. Van een juiste vertolking kan men bij raadsels, als deze wezens zijn, niet spreken. Mevrouw Pau wels (de moeder) was vooral in de latere bedrijven gelukkig; in den beginne bad haar spel naar mijn smaak nog een beetje bonter en opzichtiger, meer in overeenstemming met haar toilet, kunnen zijn. Het echtpaar Windermere (mevrouw Holtrop en de heer Clous) was terecht zoo sober mogelijk. Een complimentje voor de mooie typen van de heeren Tourniaire en Wensma. Te Parijs eenige premiere's van ondergeschikt belang. In de »Vaudeville" Mr. Cuutisaet, een klucht van Blum en Toché(de hoofdpersoon een Paul de Koek-type), die geen volkomen succes schijnt; in het »Théatre-Moderne" Madame Pygmation, een pantomime van den chin\onnier Xanrof, die bijval vond; in de »Porte-St-Martin" Au Dahomey, een amusant en schitterend aan gekleed spektakelstuk. Te New-York de eerste voorstelling van een nieuw werk van Sardou, De Amerikanen in Europa (De geschiedenis van een schatrijke Amerikaansche erfgename, die zich voor geruïneerd uitgeeft, om een man te vinden, die haar om haar zelf lief heeft); bij het publiek veel. iu de pers gematigde bijval. II. J. M. In den sArtis-Schouwburg" werd gisteren avond de vroolijke operette van Millöcker (Xell & Genée) Jji' Vice Admimul, voor de eerste maal in het Hollandsen opgevoerd. De directie Kreeft & linderman had de beleefdheid gehad de loden van het Neder!. Tooneelverbond tot deze première uit ,te noodigen, ze waren in grooten getale op gekomen. De schouwburg was vol, zeer vol en toch was het er niet benauwd, wel een bewijs dat de ventilatie er voldoende is. De voorstel ling liep, behoudens enkele tvissclienpoozeu van reusachtige afmeting, voor een première bijzonder goed: 't ensemble liet weinig te wenschen over. Herhaaldelijk daverde de schouwburg van toe juichingen en schaterend lachen. Do Vico-Admiraal is een allervermakclijkste operette, de muziek is zeer lief en zangerig. Een ieder zij deze voorstelling aanbevolen. De dames Terboeven, (loroz, Heilbron en Van Wosterhoven, zoowel als de heeren Kreeft, v. d. Stappen, Dons, Kelly en Kiehl, speelden en zon gen met lust. en opgewektheid. Verschillende nos. werden onstuimig bis-gevraagd. De deeoratiën, vooral het schip, Ie tafereel, waren nieuw en friscb. Driemalcn werd de decorateur de br. Poutsma ten tooncele geroepen. Muziek in de hoofdstad. Het is juist zeventien December nu onze lezer; dit artikel onder de oogen krijgen. Misschien komt er een tijd dat de kalenders met alleen de namen van de Heiligen vermelden, doch ook de namen vau de groot e mannen die op de vorming van onzen geest eu ous gemoed deu meest veredelendeu in vloed hebben uitgeoefend. Dan zal men bij deu doorzoeken. Zoo er dus geen wonder gebeurde, werd de baron weggevoerd, evenals "U aujka. ,\a lang peinzen scheen de rechtsgeleerde echter een goeden inval te krijgen. Met, den eersten trein reisde hij af eu kwam na eeue reis van anderhalf etmaal op liet landgoed Ivvanovvo aan. Sinds de baron was opgepakt, had zijn eenig kind, een mooi meisje, van nauwelijks twintig jaar, de zware bestuurstaak op zieii genomen. Met hoopvol hart, kwam zij deu advocaat, tege moet, keek hem vol verwachting in het, koude gelaat, denkende ecu woord van troost te zullen hooreu. /iju berichten echter waren ontmoedigend: uw vader, zei hij, lijdt ontzettend door gebrek aan liï.ssche, lucht en goed voedsel ; als dat, nog lang dunr1,zal de senaat, met. meer noodig zi]n om zipi vonnis te bekrachtigen, een hooger rechter zal hem voor zich roepen. \\ at, het, proces aangaat, ik vrees het, ergste, ik geloof niet (lat, de senatoren een uitspraak zullen veranderen, die op zulke klare. duidelijke bewijzen berust. Met angstig gelaat smeekte de jonge dame hem zieli toch te bedenken; zulk een beroemd man als (irégor l'etrowitz moest toch een middel kennen om haar armen papa te redden. Lang en vorscheml keek de rechtsgeleerde haar aau en zei toen langzaam : ,/lk keu een middel, dal, hem bijna zeker redden kan, doch 't, is niet in mijn macht daarover te be schikken. Dat moet u aoen; u alleen kunt hem redden." .Ik meneer, wat kau ik, ecu zwak meisje, in deze doen 'r'' //Wanneer u me uitspreken laat eu belooft niet boos o]) mij te zullen worden, zal ik het, u zeggen. U kent onze senatoren niet ik des te beter. Het grootste aantal bestaat uit doove, afge leefde'oude heeren, die gedurende de zitting zitten te knikkebolleii. Wauneer meii hen om hun .stem vraau't, worden ze wakker gcstooteu en zeggen : ik stem zooals mijn waarde buurman, zijne excel lentie zus of graaf zoo, gestemd heeft; ik ben 't volkomen met hem eens. Dan droomen ze verder iu zalige oiiweteuheid of de vraag een staatsstuk of ecu rechtskundig advies gegolden heeft. In. die datum 17 December lezen: Ludwig van Beethoven. Was Beethoven bovendien niet evengoed een heilige ? Hoe versmaadde hij allen uiterlijken glans i Hoe weinig zocht hij roem! Is het niet opmer kelijk dat Bach en beethoven het meest terugge trokken leefden eu zelden of nooit hun woonplaats verlieten? Hoe lang heeft het daardoor geduurd eer (vooral over Beethoven's leven) het rechte licht opging, hoeveel sprookjes hebben de romanfabrikauten en novellisten niet over hem in de wereld gestuurd? en hoe velen zien iu die verhalen nog altijd historie ! Nog steeds wordt de Cis-moll-sonate: Mondsckeinsonate genoemd, nog steeds worden vele, reeds lang onwaar gebleken episoden uit Beethoven's' leven met overtuiging naverteld. leder jaar zijn tegenwoordig de dagen om en bij 17 December voor de ernstige kunstbeoefe naars en kunstminnaars heilige dagen. Dau gaat de muzikale hoorder ter kerke en gaan de priesters van de kunst de geloovige schare voor om het Hooggetijde te vieren ter eere van den Heilige : Ludwig van Beethoven. Kan die eeredienst aan adel en toewijding winnen? of mag men over de wijze waarop bij ons te Amsterdam deze herinneringsdag is en zal worden gevierd volkomen tevreden zijn? Ik kan hier thans nog geen volkomen antwoord op geven, omdat ik slechts een der Beethovenconcerten vermelden kan. Het antwoord zoeke deu lezer dus zelf uit hetgeen ik iu dit en miju volgend artikel zal vermelden. Op de 2e kamermuziek-soirée van de Maat schappij tot bevordering der Toonkunst werden twee strijkkwartetten van Beethoven, opus 18 No l (I'dur) en opus 131 (Cis moll) uitgevoerd, waartusschen de heeren liöutgeu en Cramer de Kreutzer-sonate speelden. Met genoegen zag ik dat de zaal thans goed gevuld was, hetgeen ik bij een avond zouder zangvoordrachten nog maar zeer zelden heb waar genomen. Iu de voordracht van de beide kwartetten was veel schooiis, doch ook een eu ander dat beter had kunnen zijn. Ik heb vroeger reeds gewezen op te weinig overeenstemming in het klankgehalte van de vier strijkinstrumenten en de nu en dan te weinige gelijkheid vaii kleur en opvatting wanueer de voordragciiden een motief vun elkander overnemen. Ik vraag mijzelvcn af: Is het bij eeue kwartetvereeniging weusclielijker dat vier zelfstandige kunstenaars te zaaien werken, die door gedachtenwis-elmg tot overeenstemming in de opvatting trachten te geraken, of is het beter dat een van hen ver boven de andereu staat, en door autoriteit en persoonlijkheid zijne opvatting aan de overigen suggereert ': Iu heb altijd aan het eerste denkbeeld de voor keur gegeven, doch beu iu den laatsten tijd wel eens in twijfel geraakt of de laatstgenoemde toe stand uit een oogpunt van techniek eu ensemble niet de voorkeur verdient. De heeren Cramer, Hofmeester en Bosmaus vooral zijn uitvoerders die eene persoonlijke opvatting hebben, eu zij zoudeu niet de kunstenaars zijn zooals men ze kent, wanneer zij toonden de eischeu die aan werken voor kamermuziek moeten gesteld worden, te gering te schatten ; doch het is dunkt mij niet, tegen te spre ken, dat, uit, een oogpunt van eenheid nog eeu en ander in deze vereeuigiug anders en beter kan wor den. Dit sluit geen waardeerlng uit, voor de vele schooiie oogeublikken die ook thans weüer te ge nieten waren, doch is bestemd eeue vereeniging, waaraau men de hoogste eischen stellen mag eu moet, er toe te brengen aau de hoorders alles te geven wat zij kan. /ouder verder in bijzonderheden, te treden, ver meld ik nog dat de Kreutzersouate, door de heereu Koutgeu eu Cramer (afgescheiden dat de piano een enkele maal wat veel domineerde) zeer schoon werd vertolkt. De heer Cramer tuoude zich hierin vau zijne beste zijde. Zondagmiddag had de vergaderingvan iiivaliedeu, naar lichaam en geest, zij u enkele oude lui, die min of meer beter »ecouserveerd zijn, dan hun afgeleefde ambtgeuooteii; zij zijn, om zoo te zeggen, de jeunes.se dorée van den senaat, hebben meer invloed eu kennis en zijn als alle verwende jongelui ... niet ongevoelig voor de lieve oogen vau eene smeckende 'schooiie. U moet naar Petersburg gaan en ;i voor n die invloedrijke leden vau onzen senaat opdoeken en hen om hunne voorspraak snieekeu. \Vees niet be vreesd en vooral niet. . . preutsch, bedenk dat, het 't, eenige middel is om uw vader zijn vrijheid terug te geven. ]k moet u uu verlaten, overdenk mijn raad eu ^uield mij per telegram wanneer ik u iu de hofstad verwachten kun. LVV dienaar!" Lang, zeer hrig zat de jonge dame over zijn raad iia te denken; twee dagen liep zij rond zou der een besluit te kunnen nemen, steeds worste lend tusseheu liefde tot, haar vader en de schande, die haar zeker te wachten stond. Den derden dag telegrafeerde zij : »ik kom" en teekemle daarmede haar vonnis. Ik zal den .sluier niet oplichten over de myste riën, die daar in St. Petersburg werden opgevoerd, genoeg zij te weten, dat de'zaak iu den senaat voorkwam, eu alle knikkeboilcnde senatoren stem den zooals huil minder wrakke kameraden ver langden. liet resultaat was, dut de baron wegens gebrek aau overtuigende bewijzen vrijgesproken en mitsdieiHiet vonnis der rechtbank vernietigd werd met bevel den gevangene ojgeiiblikkelijk in vrijheid te stellen. De baron leeft uu nog, zeer gelukkig en tevre den, op zijn landgoed, eu zijn welbemiude dochter doet alle moeite om haar interessant uitstapje! uaar Petersburg zoo spoedig mogelijk te vergeten. Alleen VYanjka's vrouw zit, in groote zorg, omdat roofzieke buren haar het stukje grond ontnemeu willen, dat aau baar zorg is toevertrouwd, totdat de baby de jaren zal bereikt hebben, waarop hij iu staat zal zijn do hand aan den ploeg te leggen eu de nalatenschap van zijn verdwenen vader te aanvaarden. Eu dat alles is gebeurd iu deze jaren ! ! M. J.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl