Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
808
Uit Dr. GANNEF's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze lladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Dr. GANNEF.
Een asyl voor zwervende honden en
katten.
Myn vrouw is een goedaardige en
menschlievende ziel. Niet alleen was zij gewoon iederen
dag van de week hongerige vagebonden en zwer
vende ongelukkigen te onderhouden (op mijn
kosten), maar zij strekte haar liefdadige zorgen
ook tot de dierenwereld uit.
Een paar maanden geleden zaten wij aan ons
eenvoudig ontbijt, bestaande uit dikke sneden
oudbakken brood, goedkoope kunstbeter en slappe
koffie (vagebonden en landloopers hadden al wat
er overigens in huis was opgegeten}, toen Annemie
plotseling haar bril rechtzette, mij vlak in het
gezicht keek, en plechtig zeide:
»Man, vind je niet, dat we ons voor ons
zelf moesten schamen, al dit lekkers te eten waar
eene liefderijke Voorzienigheid onze tafel mede
voorzien heeft, terwijl zoo vele van onze broeders
en zusters aan voedsel en woninggebrek lijden?"
«Dat zou misschien kunnen zijn, als de
liefderijke Voorzienigheid werkelijk onze tafel
voorzag met wat lekkerdere dan slappe koffie en
oudbakken brood," antwoordde ik, »maar er is
geen gevaar voor, dat zulk een menu me schaamte
zal inboezemen, eer afkeer. Wij konden het in
een werkhuis niet veel erger hebben !"
«Vind je niet," zei Annemie, die in het
oneindige had zitten staren, zonder te luisteren,
terwyl ik sprak, »dat wij iets konden doen om
het leven van de arme verstooten katten
vriendelyker en gelukkiger te maken ? Denk even aan
de duizende goedgevoede, intelligente poesen,
die jaarlijks in de koude straat gezet en opzet
telijk «verloren" worden door hartelooze personen,
die er genoeg van hebben en het luttel voedsel
willen bezuinigen, dat voldoende zou zijn om
hun de kwellingen van den hongerdood te be
sparen !"
't Was mooi. Maar intusschen ontwikkelde
zich in mijn werkzame en slecht gevoede her
sens een schitterend plan, terwijl mijn vrouw
welsprekend uitweidde over het lijden der
kattenwereld, en toen zij klaar was riep ik, met een
al te sterk gekleurde geestdrift, die een meer
wereldsche vrouw dan Annemie onmiddellijk lont
had doen ruiken:
»Laten -we een asyl voor verloren katten
en honden oprichten !"
Annemie zette langzaam haar bril af, een
zeker bewijs, dat zij geneigd was mij met ge
noegen te beschouwen, en een vreugdetraan big
gelde langzaam van onder haar linker ooglid en
viel op haar leeg bord. De kostbare druppel was
duidelijk hoorbaar in de indrukwekkende stilte,
die op mijn gelukkig denkbeeld volgde.
Deze stille traan deed mij wel mijzelf als een
verachtelijk huichelaar voorkomen, en toen zij
kalm zeide: »Jan, je hebt me onuitsprekelijk
gelukkig gemaakt!" had ik half plan om mijn
misdadig voornemen op te geven en bekend te
maken, en op de plaats zelve vergiffenis te
vragen; maar ik bedacht mij dat Annemie's
liefdadigheid bezig was zich tot
weldadigheidswaanzin te ontwikkelen; ik verhardde mijn hart
en zeide:
»Je opmerkingen over het lijden der katten
hebben indruk op me gemaakt, Annemie, en ik
stel voor, dat we de twee leege kamers boven in
huis in orde brengen voor daklooze katten en
De Pananiazaak.
Aan liet einde yan den jachttijd.
De justitie (QUES.XAY J>K BKAtnKi-Aiiii:) en de enquête-commissie (ïmssox).
UUll Irnli' V«Si^-T 2^X?^VV^ "7li.[/J1f*""r||t!.'«:p1 |tf,.
S^^^T^Ï^ÏS^1
% £/- JÜ> r-^> ? V>, ^^ "iV-, ^^ (V/, 7
- ^ - ^ _ a^> -XK - v Wv U ' r**" **
?^-"^h /^-K ?-JCiS:-^/ 4£^'^^/ ' "^^ i 1i
^_>^\X^ ,£*$&&-r>*, ]. f l
Ei! Ei! waarachtig nog een haasje!
zwervende honden, een kamer voor iedere soort.
Vat je?"
»0 ja, zeker, ga voort, ga voort!" zei
Annemie opgewonden.
»Ik /al eens goed op zwervende en honge
rige honden letten, en jij moet alle daklooze en
gebreklijdende katten bijeenverzamelen, die je
den dag over vinden kunt Wc zullen op do
derde verdieping van ons huis oen bord zetten:
?>Asyl voor daklooze katten en honden, geen
werkelijk behoeftig dier wordt afgewezen!" en
misschien willen onze buren ook bijdragen tot
onze collectie rampzalige dieren."
In drie dagen had Annemie niet minder óan
eenentwintig katten van alle soort en kleur
bijeengegaard. Sommigen zagen er mager en ziek
uit, dat was waar; maar de meerderheid schenen
flink en wel doorvoed, en toonden onmiskenbare
neigingen om het comfortabel asyl te verlaten
en weer naar de natte, donkere straten te gaan.
Het was inderdaad een interessante collectie,
en het gecombineerd gemauw, als Annemie ze
eens per dag voederde met voor negen stuivers
paardenribstuk van den vilder, was oorvordoovend.
Tot op dat oogenblik had ik nog geen enkelen
hond tot de collectie bijgedragen, maar dien
vierden dag bracht ik een bezoek bij een honden
koopman, wiens adres ik van vroeger kende, en
vroeg hem, doodeenvoudig, ot' mijn honden klaar
waren.
OogenbUkkelijk begreep hij wat ik bedoelde,
want hij antwoordde:
* U bent de mijnheer, die tegen vandaag vier
uitgevaste kwaadaardige honden besteld hebt?
Ik heb uw telegram ontvangen, en 't is in orde,
mijnheer. Als u mij wilt volgen, zal ik u do
dieren laten kijken, die ik heb uitgezocht."
Ik volgde den hondenkoopman in een vertrek
naast den winkel, en hij wees op oen (piartct
woeste wolfachtigo dieren, die een groot hok in
een donkeren hoek bewoonden, en zeide :
»Daar hebt u ze, mijnheer, dat is het
kwaadaardigste stel in de stad. I'as op, dat u
niet in de buurt komt; ze hebben in
acht-enveertig uren geen eten gehad. Ik zal ze allen
muilkorven voor doen, dan kunt u de bende
meteen meenemen. De prijs is maar achttien
gulden de twee paar."
Ik betaalde het geld zonder morren: ik riep
een vigelanto aan, en reed met mijn lievelingen
naar huis, ongeveer met het gevoel van een mo
dernen Daniol ot' een leeuwentommer.
»lk heb vier honden meegebracht, die ik
zwervende vond, zonder middel van bestaan voor
zoover ik zien kon," zoo legde ik het aan
Anne[ mie uit, terwijl ik de bulderende dieren als een
! verward hoopje de trappen opsleurde. »ls hun
kamer klaau?"
! sJa, geheel in orde. Ik zal even naar
i boven loopen en de kamer daarnaast, waar de
! katten zijn, op slot doen. Dan kan je de arme
lieve misdeelden boven brengen."
Teerhartige lezer, ik bracht de arme lieve
l misdeelden naar boven, gooide ze in een hoek, en
legde er een zware vnilgoedkist omgekeerd over
heen, terwijl ik met lijfsgevaar de muilkorven los
maakte. Toen deed ik de deur van de katlenkamer
i uit het slot, bond een lang touw aan de deurknip,
i haalde dat door de hondenkamer en liet het door
| het sleutelgat van de deur van deze in de gang
l uitkomen. Mijn laatste werk was nu, dat ik de
i bewuste kist van de vier homlenlichamen afhaalde,
vlug naar de deur wipte, er uitvluchtte en haar
van buiten sloot.
Vóórdat we naar bed gingen, zeide ik Annemie,
dat ik eens even zou gaan zien ot' de honden
alles hadden wat hun toekwam; ik klom naar
boven, en trok flink aan het touw, dat door het
sleutelgat hing.
Toen hoorde ik een schel geluid, beteekencnd
dat de deur tusschen de twee kamers opensprong
j en nauwelijks was ik weer beneden, of een
vroeselijk gehuil en geblaf, gesis, geblaas, gemauw,
gegil, verbrak de stilte van de nachtlucht. Het
was als waren al de demonen der duisternis
tegelijk losgebroken en vierden een afschuwelijk car
naval boven in ons huis. Ik was, ofschoon ik
zoo iets verwachtte, verschrikt, ik verbleekte van
afschuw, en Annemie, bevend als een osponblad,
vroeg mij ot' de aarde en de maan ook in botsing
zouden komen.
Xeen," antwoordde ik, weer koelbloedig en
zoo zorgeloos als ik kon, 't is alleen ons asyl
voor onbeheerde dieren, dat op zijn eigen manier
wat pleuier maakt; we zullen maar naar bed gaan."
Maar het vrecseiijk gejank en gekerm, dat ons
het bloed in de aderen deed stollen, het
krijgsgeschreeuw van de slaagsgeraakte legers boven
ons, werd zoo oorverscheurend, dat de geheele
buurt in opschudding kwam. Een troep volk zag
ik al op straat staan, lüjna vóórdat het ons goed
duidelijk was, wat er boven en beneden ons ge
beurde, hadden drie politieagenten het raam van
onzen salon opongekregen en waren liet hnis al
binnen.
-Wat is hier te doen?" schreeuwden zij
naar boven, terwijl door het raam van den salon
de menigte binnenstroomde.
----- >Alloen maar een gevecht tusschen honden
en katten," zei ik. »Gaat maar eens naar boven
kijken."
Het trio politieagenten stormde nu naar de
derde verdieping en stormde de deur van ons
i honden-asyl open. Ik volgde. Wat een schouw
spel ! Een hond lag al dood met een half dozijn
verscheurde katten om hem heen. Een andere
hond danste de kamer rond met verscheidene
katten aan zijn keel en op zijn rug. Tien
': katten ongeveer waren boven op een plank ge
sprongen en zaten droeve lijkzangen te mauwen
over de lichamen van hun vermoorde gezellen.
De twee andere honden waren als woedenden
aan :t vechten midden in de kamer.
] Met veel moeite slaagde de politie erin, de
orde te herstellen onder de verschrikte en
halfdolle dieren, en do bende nieuwsgierigen weer
uit bet buis te krijgen.
Annemie heeft nu het land aan honden en
afschuw van katten; ook heeft zij een hekel ge
kregen aan zwervers en vagebonden, want al
haar zilveren lepeltjes en eenige van haar aar
digste snuisterijen zijn in dien zelfden onheils
nacht dooi' een paar van haar protégés gestolen.
liet is nauwlijks noodig te vermelden, dat wij
verhuisd zijn ook.
De Fraiischen in Dahoiuev.
Hoe het gezag wordt hoog gehouden.
lloezee voor kapitein Uoulant!
De Soneiral-troepen, een oogenblik maar!
Zij deinsden voor 't. kogolgenuit;
Houdt stand!'' riep Koulant, en in 't felst van
de bni
Trad kalm en bedaard hij vooruit.
En welgemoed trok hij den degen, eu sprak:
»Is 't leven dan zooveel u waard?
Bedenkt, mes eiifuntf, dat naar Dabomey's kust
(jansch .Frankrijk bewonderend staart!"
Toen stak bij den brand in zijn lichte sigaar,
Kalm in bet gezicht van den dood ;
En stond als een standbeeld, terwijl in het rond
De hagel der puntkogels (loot.
De Sonegal-troepon herstelden 't gelid
En wonnen den slag door zijn daad ^
led're natie, zoowel als de Fransche, vereert
Den moed van den iliukcn soldaat.
DE AGENT VAN TOL1TIE OP STKAAT: allcS buifjt VOOT zijn
UK AGKNT VA-N' 1'O1.IT!K T'llUS UNTIHOUXll : Ut Of (ÏCH ICeptCT .'