Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
N* 809
is daar ginds te Brussel een jonge vorst
(Vietor Napoleon) bij wien de verbanning
de gedachte op verwonderlijke wijze heeft
doen rijpen en den wil heeft gestaald" dan
?eal de overgroote meerderheid van het
Fransche volk zich met onverholen ergernis van
hem afwenden. Want al doorleeft Frankrijk
een moeielijken en beschamenden tijd, voor
zulke wanhopige, door eene jammerlijke er
varing veroordeelde middelen is het
oogenblik zeker nog niet aangebroken.
iiiiiwuiiiiiiiiiiiiiiiiiniimiiuMiiiiiiiiiniHiiMiiiiiiiiiiiiniitiNiiiiitiiiiiiiiiiii
TOONELCTïMVZlEIC
Het Tooneel.
In het, «Salon" kwam op en verdween van liet
programma Dorina, tooneelspel in drie bedrijven
naar het ItaliaanscK van Girolamo Rovetta. De
kennismaking danken wij waarschijnlijk aan de
omstandigheid, dat het evenals Giacosa's //Droeve
min" in het begin van dit jaar buiten Italië, te
Frankfort, is vertoond. Rovetta heeft als roman
schrijver in Italiëen Duitschland een goeden naam.
Dat men te Frankfurt de proef met een zijner
dramatische werken waagde, is dua alleszins te
begrijpen. Waarom echter bij ons ? De Italiaansche
dichter is in Nederland zoo goed als onbekend.
Dorina had te Frank?urt bovendien weiuijr voldaan.
Of is het weer de oude geschiedenis ? Rovetta's
tooueelspel gaat in Italiëwaarschijnlijk voor mo
dern door. Meende men weer, dat dit voldoende
was om het ook bij ons bijval te doen vinden?
De uitkomst heeft dan wel het tegendeel bewezen.
Dorina is een middelmatig tooneelstukje, dat zijn
waarde bijna alleen ontleent aan de, waarschijn
lijk juiste, schildering van Italiaausclie toestanden,
dat, goed vertolkt, in het oorspronkelijke waar
schijnlijk eenige kleur en geur zal hebbeu. De geschie
denis van een arme gouvernante, die door den zoon
des huizes oprecht en eerlijk wordt bemind en daarom
door de moeder van het jongemeusch weggezonden,
die na veel ontbering en ellende zangeres wordt,
doch geen engagement kan vinden, tenzij zij zich
aam den impresario wil verknopen (toestanden, die
ook in Duitschland bestaan eu op wier
schaudeHikheid en barbaarschbeid juist in den laatstcu
tijd met nadruk is gewezen), den jongen inau
wederziet, doch tot de ontdekking komt, dat hij
geheel veranderd is, dat hij baar niet meer als
vrouw maar als maitres begeert, in haar wanhoop
een zijner vrienden in de armen valt, een beroemde
zangcris wordt en zieli op den jongen man wreekt,
door hem tot den slaaf van haar luimen eu grillen
te maken, door hem te dwingen, haar nederig «u
deemoedig hart en hand aan te bieden. Een
historietje, ia deu grond zoo gewoon en ouderwetse!)
mogelijk, tot, in den treure verteld eu naverteld,
een niemendalletje, dat door de vertolking mis
schien gered had kunnen worden, doch iu het //Salon''
niet gered is, dat afgetreuzeld werd in een tempo zoo
weinig mogelijk Italiaansch, in ecu opvatting
alles eerder dan modem. Het tweede bedrijf, het
kijkje op Italiaansche tooneeltocstanden, miste al
het typische en streng-realistische, dat daaraan
misschien eenige waarde had kuiineu geven;
het bleet' geheel een grapje, een kluch.tje.
Het laatste, Donna's wraak, scheen een parouie
op ernstige tooneelspeelkuust. De helft van de
vertooncrs was voor hun taak niet berekend; de
andere helft maakte denzelfden indruk, meer wil
ik er niet van zeggen. De vertaling was bovendien
van dien aard, zoo onnoozel eu ouurtistiek, dat
men niet begrijpen kan, dat artisten als mevrouw
Rössinjr e" de hoeren Smith, ilalherbe en Van
Kuyk de wartaal wilden uitkramen. Oubeholpener,
harder en stommer dialoog heb ik zelden op de
planken gehoord. Ls het oorspronkelijke iu dit,
opzicht werkelijk even middelmatig'r liet is bijna
niet aan te nemen.
IHIIllllllllHlllIlllI
woorden wat het arme schepsel was over
komen en zei, dat ze een oogje op haar moest
houden. Maar och, hoer! daar had ze weinig
last van, want nauwelijks hadden we jufï'rouw
Koosje goed en wel binnen of ze viel stijf
van d'r zelf. We stopten haar in bed, wat
de secuurste plaats voor haar was, en daar
bleef ze een paar dagen. Toen ik den tweeden
middag thuis kwam om te eten, vertelde mijn
vrouw, dat ze een paar brieven in haar zak
had gevonden en daaruit te weten was ge
komen hoe ze heette en waar ze woonde.
Kortom ik schreef haar vader een brief, of
hij zoo gauw mogelijk over wou komen.
Koopje was alweer zoover beter, dat ze kon
opzitten, maar overigens erg triestig en afge
trokken, 't Scheen haar niemendal ie kunnen
schelen, wat er met haar gebeurde.
Twee- dagen later, 'k had toevallig mijn
vrijen avond, zat ik met mijn vrouw te praten,
toen er op eens hard aan de deur werd
geklopt. Ik ging opendoen en zag een groote
oude man, zoo recht als een kaars, voor me
staan. »D'r vader!" zei ik subiet tegen me zelf.
»Ik heb een brief gekregen.... waarom
moest ik hier komen ?" vroeg hij norsch.
We zeiden niets, maar brachten hem naar
de achterkamer waar Koosje y.ut. Ze stond
op, alsof ze in zijn armen wilde vlie
gen, maar niet goed durfde, terwijl hij haar
doordringend aankeek, maar geen woord
sprak.
«Vader! kent u me niet?'1 vroeg ze ein
delijk bevend.
»Ik heb je gekend. Je was mijn dochter.
Wie en wat je nu bent weet de Heer alleen.'1
»Neen, ik gelukkig ook/' zei ik bot daarop.
»Ik weet dat uw dochter nog precies dezelfde
Bij het //Nederlandsch Tooneel" een reprise van
Maria Stuurt, dat niettegenstaande het klimmen
der jaren, in weerwil van de middelmatige, al te
letterlijke en daardoor vaak stroeve en
ouhollandsehe vertaling van ten Kate, ongemeen kunst
genot blijft schenken, tenminste als men Tollens
mag gelooven en een enkele traan het ware loon der
kunst is. In het Grand ThéiUre vielen 'Zaterdag
avond bij Maria's afscheid van haar getrouwen
de tranen niet druppelsgewijze maar in stroomen,
Schiller's Maria Stuart moge vermoeid eu onhisto
risch zijn, wat doet het er toe? Niet om de Maria der
historie, om die der sage en verdichting is het
den meesten te doen; niet de schuldige koningin,
de mooie, zwakke en zwaarBeproefde vrouw wil
men beweeuen en bejammeren. De Maria is een
der mooiste en volledigste creaties van mevrouw
Frenkel, het juiste midden houdend tusschen waar
heid en verdichting, realistisch in het poëiischc,
voor alles den inensch, de vrouw Maria uitbeel
dende. Toornend, juichend, verpletterend iu het
gesprek met Elisabeth, gebroken, berustend en
deemoedig in het aangezicht van deu dood, fier
en uit de- hoogte tegenover Burleigh, waardig en
weemoedig bij het afscheid van Leicester, steeds
weet mevrouw Frenkel Maria tot een boeiende eu
aandoenlijke figuur te maken en dat is voor mij
het hoogste, wat men iu de vertolking van het
klassieke treurspel of romantische drama kan be
reiken. Mevrouw Holtrop, de nieuwe Elisabeth,
heeft alle recht de rol der Engelsche koningin als
een van haar goede te gaan beschouwen. Zij be
hoort tot die begaafde en nauwgezette artisten, j
die zich in ieder harer creaties tracht, en bijna l
steeds weet ia te denken, die deu toeschouwer slechts
zelden ontstemt of teleurstelt. Blijkbaar had zij
er voor alles naar gestreefd de vorstin Elisabeth
te teekenen ea dit is met het oog o|> de bijna
geheel lijdelijke rol, die zij in Schiller's drama \
speelt, het beste, wat meu doen kan. Om de
vijftigjarige in alle getrouwheid uit te beelden
is mevrouw Holtrop nog wat jong; ook zon
men wenschen, dat zij een beetje grooter was,
ten minste bij haar eerste verschijning, later went
men er aan ; een enkele maal heeft, haar spel uog
iets te berekeuds, te bedoelds, zijn de intenties
nog niet geheel weggestudecrd; dit alles zijn echter
vlekjes, die de waarde van het geheel nauwelijks
afbreuk kunnen doeu. liet vierde bedrijf heeft zij
bij uitstek gelukkig vertolkt; don grooten mono
loog zeide eu speelde zij op een wijze, die
011verdeeldeu lof verdient.
De vice-a-Imiftittl iu den Artis-schouwburg is een
onbetwist succes, te roemrijker voor g'c/clscbap
en directie, omdat, de operette zelf weinig mee
geeft. De tekst van Zeil en (jence is niet van de
gelukkigste, een variatie op AsseJiejioo-itcr," niet
naïef of' co((uet en matig amusant, de mu/.iek van
Millöcker kan bij die van den ,/fiettetsl udcut''
niet halen : alleen de koren eu liualcs hebben Kracht
en pit; de rest bepaalt /ach tot, de gewone, weinig
karakteristieke of o.'i gin cc l c operet te-ilouiloiis. J)e
vertolking en vortooning liebDeu het, pleit be
slecht. 1),: decoraties, vooral liet sehi,) iu het
eerste bedrijf, munten uit door l'n>chheid, de
kostumen door verscheidenheid. IX: mooiste creatie
is die van deu heer Dons (l').m (.'arim'ioio),
n;tsi.ckeiiile ijrrime, k;irakterist,ii k spel eu im/ nc z-iiu,'. Voor
de he!'lie,nbers is liet genoeg', ;ds ik mij \ erdei' be
paal tot de, me.lcdeeliug, dat, m-vrouw v;m U
ester|]O\"en en de heercn kreeft,, K u ld eu Kelly mee
spelen eu wedijveren 111 lenkln ui, guilu;-hcul en
koJdigheiil, dat de dames TVrhoevoii eu (imvz cu
de heer van der Slappen mce/,mgcn en dat het ge
heel uitstekend iu elkander zit.
In het Grand ThéAi.re'' een Engelsche
Hurlesque Company", die om het ongewone wel veel
bekijks zal vinden, ?>/>«/ H>I l<i iluli', een parodie
op (joethe's en Ciounoüs 1-anst, minder amusant
en ondeugend dan Hcrvé's ,-iVtit, l'aust", het
u'ehikkigst, in het toonecl van Valcutijn's dood. echt
Engelsch, eindigende niet, het, huwelijk va u Knust,
en Margaretha, een aaneenrijging van
ciicusaardiu'i'edcn en calé-cliamant-lumistenu-i!, ern lust,
voor de oogeu om de mooie jut'.'erijcs, in vrouwe
lijk gewaad en in travesti om te Melen, zich be
wegend met, een bevalligheid, juistheid en
sierhjkheid, als alleen marionetten dat vermogen, pop
petjes om ia een porseleinkast of wassen
beeldenspel te zetten, geen vrouwen, maar gekleurde
plaatjes, zooals de kleine Eaust zegt. Het belang
rijkst en boeiendst is de vertooning om de staal
tjes van moderne Engelsche danskunst, die zij te
zien geeft. Niet zoo voornaam en bevallig als de
ofücieele Fransche, niet zoo gewaagd als de
minder officieele, die van den Moulin-Rouge, niet
zoo hartstochtelijk als de Spaaiische eu Italiaansche,
zou men den Eiigelscheu dans het best kunnen
omschrijven als een vereeniging van klompendans
eii bescheiden, gematigden cancan. Iets ge
heel nieuws is de zoogenaamde slangeudans, de
uilanse serpentine1'', waarmede een Amerikaansche
danseres op het oogeublik ook de ljarijs>che hoof
den op hol brengt en waarvan meu in een der
la-itste nummers van de Iltitstrulioii" af beddingen
vindt. Een ««yre-kleed vau uiterst fijne en dunne
stof wordt ouder het, dansen in duizend bochten,
golven en kronkelingen, iu de meest verscheiden
vormen en figuren opgeworpen eu uitgespreid. Een,
dank zij het electrisch licht, werkelijk verrassend
en betooverend schouwspel.
H. J. M.
Miiiiiiiimiiimiiiiiiiiummmii
iiiiiiiiimiiMiiiiiiiiiMiiniitmii
Bouwmeester Solnesz.
Ibsen's lang verwacht drama is in druk ver
schenen en wordt door de groote buitenlandsche
bladen uitvoerig besproken. De artikelen zijn vele
en verscheidene, niet allen even helder en zakelijk,
in opvatting en gevolgtrekking elkander soms ver
ontloopend. Slechts in enkele opzichten is men
het bijna algemeen eens, in deze, dat het jongste
werk in duisterheid en ondoorgrondelijkheid zijn
voorganger, »IIedda Gabler," ver overtreft, dat
het voor vertooning weinig geschikt is, dat het
tot de tweederangswerken van den dichter moet
gerekend worden, dat het even als alle werken
van Ibsen suggestief is in ongekende mate, dat
het prachtige brokken emotie geeft, ten slotte,
dat het tot heel wat geschrijf, getob, gekijt' en
geharrewar zal aanleiding geven. Als techniek
brengt het niets nieuws; het drama wortelt weer
voor het grootste gedeelte in het verleden, in
de voorgeschiedenis, die zich langzaam en schuw
uit de gesprekken, ontboezemingen en
zelfontleding der personen ontwikkelt, verdicht en verdiept.
De personen zijn zes in getal; twee hoofd- en
vier bijpersonen. De laatsten vaag en vluchtig
geteekend, de eersten met hun dialogen meer
dan de helft van het drama innemend. Van
geschiedenis, van eigenlijke handeling is geen
sprake; alleen tegen hot slot gebeurt er iets
on dit nog achter de schennen. Het drama spon]t
gehool in het ziols- on gomoodslcvim der beide
hoofdpersonen; hot is gohool een psychologische,
oen psychopathische studio.
Bouwmeester Solnesz beeft geluk gehad in de
wereld, geluk, omdat hij hot wildo liolibon; hij is
oon luiiiniii1 f'»rt. oou Noorsche Montjoye. Hij be
merkte, dat hij bijna hypnotische macht over
/ij» inedometisclien, vooral over <lo vrouwen.
had, on hooi't daarvin willens en wetens gebruik
ge-maakt. Hij is oon o.gcïst on tegelijk oou
zwakkeliii.'*: bij (loot onrecht, wordt dooi1 zijn geweten
gukwohl, doch blijft onrecht doen. Kunt on
Uagnar lirovik, vader en /.oon, oen mar knappe archi
tecten, w; or concurrentie gevaarlijk voor hom
kan worden, viool hij iu zijn dienst te houden,
schoon /-ij van plan \\areu voor zich zelt fo be
ginnen, door Kaia Kosli, de verloofde van Ilagnar,
aan /iju wil to onderwerpen, /ij gehoorzaamt
hem als 0011 kind : door haar behcerscht hij do
l'.rovik's. Hij had do eenige dochter van oen
oude familie gehuwd on woont op bot erfgoed
der familie. Hij had vaak gewonseht dat hot
huis afbrandde om vau hot park bouwterreinen
to maken en aldus xiju naam als bouwmeester to
vostigon. Mot dit doe! laat hij oon scheur in n
dor selioorsteonon nngoi-opareenl. liet buis brandt
af. Xiju vrouw, eonigo dagen te voren moeder
van tweelingen gowordon, wordt met moeite gered.
Do schok kost haar bet leven van haar kinderen
en eigen gezondheid. Xij blijft zwak en sukkelende.
Had <le scheur schuld'.-' Hot blijkt, dat de brand
is, als (oen ze bij u vandaan ging; alleen
een beetje wijzer.'
»l)at is vijf dagen geleden," ging hij voort.
»Zij verliet mij in gezelschap van eon schurk;
wanneer heeft hij haar laten zitten?"
»Denzelfden dag, hetzelfde uur, vader!"
riep zij snikkend. »0ch, vader, gelooft u me
niet:' Waarom kijkt u me zoo aan ? Zoo holit,
u mo nog nooit aangezien. Ik heb Meent ge
daan, ik weet het, maar ik beu al zwaar genoeg
gestraft, vader! Och ! wat ik u bidden mate,
maak mij niet nog ellendiger. Ik vras bang
' om weer naar buis te gaan, maar nu u me
i hier heeft opgezocht, wilt, u nu' toch '-vel
j woer aannemen; toe, spreek vader. J k !>on
! zoo diep ongelukkig geweesi ; ach, vader !
j a's moeder nog leefde //>u ze mij siellig
\vrj geven."
[ Ik vond het jroradcn om maur licc;i U-gaan.
j Ik kon mo zoo best voorstellen v,'a f die ouwe
hoor op dat oooiienhlik gevoelde Ik
l>e' greep hoe "n brok hij in zijn keel had en
maakte stilletjes d,it ik weg kwam. omdat
nou, omdat, mannen mol iiraag vo->r
mei kaar willen weten, dat zo kinderachtig zijn,
j vat u?"
; We wachtten dus maar geduldig at' on
! een poosje later kwamen ze samvti to
voor', schijn : Koosje on haar vader met zijn arm
! om haar heen. ilij iicp naar mij loc en
begon te spreken, maai' hij zoi niet veel
| meer dan : »Dank je . . ik . . . dank . . .''
en toen greep hi| mijn hand on knoop die
j zóó, dat mijn oogen er van overliepen, totdat
l Koosje hem te hulp kwam on zoi: L-iat,
i ik hem bedanken, vaderlief.'' Maar, och
heer ! ze bracht het al niet veel verder dan
hij. En wal deed ze toen, het lieve kind;'
in een ander gedeelte van het huis ontstond.
Solnesz blyft erover tobben en verfoeit het geluk,
dat hem met zijn bittere weldaden schynt te
vervolgen, dat zijn geringste wenschen te
gemoet komt. Het park wordt voor bouwterrein ge
bruikt; Solnesz wordt een beroemd bouwmeester.
Het drama begint met een tooneel tusschen de
Brovik's en Kaia, gevolgd door een tusschen
Solnesz en Kaia, waaruit wij beider verhouding
leeren kennen. Spoedig daarop komt de tweede
hoofdpersoon Hilde W angel, die reeds in »De
vrouw van de zee" voorkwam, ten tooneele. Zij
is nu een jonge vrouw van i'! jaar. Tien jaar
geleden zag Solnesz haar te Lysanger, waar hij
een kerk had gebouwd. Hij had toen met haar
gestoeid en haar beloofd het koninkrijk Appeisinia
voor haar te koopen. /ij is nu gekomen om het
koninkrijk op te eischen. Langzamerhand blijkt,
wat zij daarmee bedoelt. Solnesz is voor de over
spannen, hysterische Ililde, die in liet stille,
eentonige Lysanger wegkwijnde, eon held, een
ideaal, /ooals zij hem als kind zag boven op den
steiger een krans aan den haan van den toren
bindende zoo is zij hem in haar buitensporige
fantasieën blijven zien, een held, groot, edel,
krachtig, ver verheven boven het alledaagsche.
Solnesz legt Hilde zijn geheele bestaan, zijn innigste
doen en denken bloot. Hij is angstig en gejaagd;
hij tobt over zijn voorspoed, hij verfoeit zijn geluk,
dat hij steeds ten koste van dat van anderen moest
koopeu. Hij heeft slecht gehandeld, wist dit, be
jammerde het, doch kon het niet laten. Het
was een voortdurende strijd tusschen wil en
geweten. Hilde verwijt hem, dat zijn geweten
ziekelijk is en zegt, dat hij een «robuust" geweten
moet hebben. Het drama symboliseert zich nu
in een torenbouw. Solnesz had vroeger kerken,
doch na den brand alleen nog woonhuizen ge
bouwd. Hilde wil dat bij woonhuizen met
torons zal bouwen. Ilij bouwde er juist een voor
zich zelf. Hilde verzoekt hem nu als voor 10
jaar zelf den krans aan den haan te binden.
Solnesz geeft toe on beklimt den steiger. Als
hij boven is, wordt hij duizelig en valt dood ter
aarde. Hot stuk eindigt met Hilde's juichkreten:
*Hij kwam toch tot den top on ik hoorde harpen
ruischen in de hoogte. Mijn bouwmeester!
Myn bouwmeester !''
Ibson hooft zich eens laten ontvallen : >Het zou
do moeite niet waard zijn te schrijven als ieder
een mij begreep". Indien de onbegrijpelijkheid het
eerste vereischte van een kunstwerk is, dan is
Jioiiwmeexter t'olnesz zonder twijfel oen meester
stuk. Wat do zin, de boteckeiiis, de bedoeling
van hot drama is, niemand weet het nog te zeggen.
Wat or achter do symboliek schuilt, do meesten
/iju daarover nog in twijfel. .Men heeft gemeend.
dat Ibson zijn eigen letterkundige loopbaan op
i het oog had, dat hij met do kerken ; Brand" en
l'oor <>ynt", mot de woonhuizen zijn sociale
drama's, met do woonhuizen met torens x.iju laatste
werken, zijn symbolische drama s bedoelt. Onmo
gelijk is hot natuurlijk niot. In welk verband staat
dozo bijzondere symboliek dan echter mot het
gohool? Hot drauiii zolt wordt or allerminst be
grijpelijker door. Of is hot gohoole drama een
symbolische autoliiographio 'i Ook hiervoor schijnt
veel to z'-ggoii. /oülang do dichter dit ochtor met
zelf \erk-anrd boeit, moot nieu bet voor oen op
zich zolf staande, objectieve dramatische analyse
blijven aanzion. De groote vraag blijft dan, iioo
Ibson wil, dat wij dun bouwmeester zullen be
schouwen, hoc hij zolf hem beschouwd hoeft, als
eon sympathiek, een deerniswaanjig man, een
Xoorsclion Don l^mchote, voor wien wij in zijn
geraffineerde geweteiiMliulektiek. in zijn overdrij
ving on eenzijdigheid, achting eu eerbied l'iijvca
gevoelen, of als oou stumperd on zwakkeling, die de
verantwoordelijkheid vau zijn daden niet durft dra
gon, die klein on onbeholpen is in bot lage, die niet
boos durft zijn mot trots en tierhoid, mot kracht en
genialiteit, mot boos als .lago of Kichard 111. Dit
laatste is niet gohool onmogelijk. Ibson baat niets
zou/.cer als half beid ; half heul zelts in liet mis
dadige moet hom oou gruwel zijn. Of vindt de
bouwmeester genade in n dichters oogen, omdat
hij zich ton siotto uit don dommel zoekt los te
werken, omdat hij ton siotto poogt sterk eu
krachtig to zijn, omdat hij ton siotto wat voor
Zo sloeg allebei haar armen om mijn hals
en lei haar zachte- wang togen mijn
stekelbaard en zoende me, alsof ze mijn eigen
dochter was geweest. -Ik zal nooil, nooit
verlote!!, wat u voor me liebt gedaan."
Daar! ik loop niet gauw weg, maar toen
kreeg ik hot toch to kwaad on maakte dat
ik op straat kwam , waar ik oen heden tijd
iegon me/,elr' heli loopen zoggen: >,Als je
iraat grienen, ouwe Miti'erf, als je gaal grie
nen . . . dan zal ik je - ik weet niet
waf ..."
Maar nou het end van do historie. Ken
mn'd jaar daarna stond ik op don Dam. 't
\Va> een koude whiU-rdag logen schemer
donker zoowat. loon ik door oen heer en
dame word aangeroepen. Vooruit, Hruin !
ik naar bon too. Do mijnheer dood net por
tier open on kook op, om me hel adres te
/.i'U'u'on. toon de opeens oen soort schok door
mijn lijf vo! 1de gaan. 't Was net of ik in
oen donkere kamer was en iemand opeens liet
bch! o;i'lraaido ; ik herkende hem oog
Yoor ik zelf recht wist wat ik dtê-, had
ik hom mijn zwvcii o,-er zijn iacie g>.-legl
mot zoo'n L'cweldigeii ftneni. dat ik, op den
bok. or van schudde. Nu. u kunt u voor
stellen, wat liet gevolg was. De dame gilde,
do man werd doodsbleok van pijn en sc-ii'ik,
tr kwam oen lu-ol standje en natuurlijk oen
agent ook.
;l>rong hom iii'ar 't bureau hij is dron
ken !" riep de dame angstig.
-;Waarom heb je geslagen ':'' vroeg een
uit den hoop; -'.Mijnheer zegt., dat h;j je nog
nooit heeft gezien. '
:>Xiet?'' schreeuwde ik terug. -Vraag hem
dan eens, waar hij verleden jaar xoo gauw
gebleven is, toen lnj een jong meisje iiimiju
rijtuig had gezet''. '
Hij kon juet, bleeker worden dan hij was,
maar hij werd reejel groen."
-.St! stil, stil," zei hij. >,-Er is hier een
vergissing. Loop vast een eindje op, beste,
ik kom dadelijk bij je. Agent, je kunt heen
gaan ; ik zal dien man met vervolgen; 't is
oen abuis. Kom bier, goeie vriend, ik wou
je oven spreken.1'
Toen 't volk zag dat er geen herrie kwam,
drooji het. af en ik liep ecu eindje niet hem
do J'iggertsiraat in.
;Verraad me niet.'' /.ei hij hijgend. »Ik
kou hel niet Helpen, waaracutig niet. .Vis
je alles wi-t... ik ben al acht jaar getrouwd
en mijn vrouw was hier toen ik op dien
avond met haar... anne meid !... W ai i.s er
van haar geworden ''. Waar is ze heenge
gaan ':''
Dat ze niet, uit hel. I.f is opgehaald, heef'c
ze jou althans mol M danken, ,-chobbert,"
zei ik. Jij hebt genoeg je best gedaan om
haar ie bederven.
\V;U decJ hij toen, denkt u ? Hij haalde
een goud tientje uit zju zak en zei : »L)oe
mij hut genoegen er niet vorder over to spre
ken en ik zal je met aanklagen voor uien
zweepslag.''
viiang!'' daar keilde ik het tienije tegen
de straatsteenen. ».Vls de bliksem uit mijn.
oogen, geiueene schoelje, of bij (iüd! IK. teg
de zweep weer over j-e schalen en waag er
oen paar weken broüimen aan, alleen voor
't pleuier om zoo'u houd te slaan !'
iLj wug! eu ik beu heiu nooit weerom
1 gezien ! . ..