Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na 809
wezig, wanneer echter die accentuatie nu weer
hervat wordt, dan is dat geen terugkeer, maar een
voortzetting van iets wat sinds lang verwaar
loosd was.
De verschillende opvattingen der lijnen zijn even
niteenloopend als die der kleuren en tonen.
Ik zou kunnen zeggen: er zijn lijnvormen, die
den natuurvorm weergeven zooals die vorm zich
aan den artiest voordoet, ofwel: lijnvormen die de
natuur weergeven, gesymboliseerd, gestyleerd of
grillig gefautaiseerd.
Nu kunnen al die vormen onderling geassimi
leerd worden, wat natuurlijk tot een oneindige
variatie van lijnenbouw moet leiden.
Dat men tamelijk op de hoogte moet zijn, om
de verschillende opvattingen in lijnen juist te
waardeeren, van elke iudividueele uiting de grens
te weten, ligt voor de hand.
Dat deze regelen tot een juister begrip mogen
leiden.
E.
Bij de firma E. J, van Wisselingh & Co. zijn
geëxposeerd twee schilderijen van Alb. Xeuhuys
«Intérieurs".
De uitgevers Hachette et Cie. te Parijs hadden
de oplaag van het werk van Emile Micliel,
RemTyrandt, sa vif, son oeuvre et son temps dat
in het vorig nommer werd aangekondigd be
paald op 3000 exemplaren. Twee maanden ge
leden hebben zij die oplaag met 2000 exemplaren
moeten vercrooten, en ook deze zijn thans na
genoeg uitverkocht.
Kan men stelliger bewijs dan deze cijfers ver
langen voor de waardeering van onzen grooten
meester en voor de erkenning der verdiensten
van Michel's arbeid?
Dé»Eécits de Git m, souvenirs du capitaine
Parquin, 1808 1814'' waarvan wij indertijd mel
ding maakten, zijn nu in hun geheel verschenen.
De heeren Boussod, Yaladon et Cie, te Parijs,
Webben er een prachtwerk van gemaakt, geïllu
streerd door O. de Myrbach, H. Dupray, Walker,
L. Sergent en Marius Roy. De schrijver, D. C.
Parquin, die in 1803 als volontair bij het leger
kwam en in 1831 als escadronchef gepensioneerd
werd, heeft de campagnes in Pruisen en Polen,
Oostenrijk, Spanje, Portugal, Saksen, enz. mee
gemaakt, was bij Waterloo en trouwde met een
voorlezeres van koningin Hortense; hij heeft dus
inlichtingen van iederen aard kunnen verzamelen,
zijn verhaal is schilderachtig, levendig, zeer per
soonlijk en later getoetst aan allerlei documenten
over het Eerste Keizerrijk, welke sedert dien tijd
verschenen zijn.
In het begin vinden wij Parquin in Holland;
eene dubbele amourette (te Breda) behoort bij
de traditie van den Franschen soldaat; later
komen er somberder tafreelen. Alle hebben den
kunstenaars aanleiding gegeven tot honderden
kleinere en een vijftigtal groote platen, sommige
gekleurd, andere dubbel, alle kunstwerken, die
de curieuse soldatenfiguren uit dien tijd in alle
poses, in alle uniformen, in allerlei groepeering
met historische juistheid weergeven. De een zal
zrch meer aangetrokken gevoelen door do veld
slagen, een ander zal de fraaie plaat koningin
Hortense in den contredans", een ander weer het
défiléder Mamelukken aanlokken, of de herberg
van Mariquita; in ieder genre zijn er uitmun
tende onder, en eenige van de krijgstafreelen
hebben eene tragische grootschheid, die diepen
indruk maakt.
«I1IIIII1IIIIHIII
Jacobus Molescliott te Rome.
Gaat 't iederen Nederlander zooals mij, dan heeft
hij oogenblikken, waarop hij trotsch is op zijn
tand, andere waarop hij met schaamte het hoofd
buigt.
Gisteren de plechtigheid bijwonende van onzen
neen van den Romeinschen professor en senator
Molescliott had ik moeielijk kunnen zeggen
welke van de twee emoties bij mij de overhand had.
Het was gisteren 30 jaar geleden dat de nu
beroemde Hollander?Italiaan zijn eerste college
gaf in Italië, aan de universiteit te Turijn. Dit
feit werd feestelijk herdacht in de Aula van de
universiteit te Rome.
Men moet hier zijn, de algemeene geestdrift
zien, de toespraken hooren, en last not least
Molescliott zelf hooren spreken, om recht te be
seffen hoe de groote flsioloog, dien Holland zich
liet ontnemen, wordt geëerd en geliefd in de stad,
die hij nu als wettelijk burger zoowel als lief
hebbend vaderlander, gelieel als de zijne beschouwt.
Om 11 uur had de plechtigheid plaats. De aula
zag er feestelijk uit. Veel versieringen waren er
juist niet, maar ter weerszijde der tribune, waarop
iMoleschott en de autoriteiten zouden plaats ne
men, was een achtergrond van laurierboomen en
palmen. In 't land waar de lauweren groeien,
weet men op waardige wijze vaardige hoofden te
kroouen. Een bronzen buste van den jubilaris,
merkwaardig slecht gelijkend en op een leelijk
met roode zijden lappen gedrapeerd voetstuk ge
plaatst, stond aan de eene zijde; aan de andere
waren de geschenken uit Holland ten toon gesteld.
't Is nooit te laat om eere te geven aan wieu
eere toekomt. Maar 't moet mij van 't hart
de nachtschuit is toch altijd een geliefkoosd voer
tuig bij ons gebleven. Eerst laten wij ze
heenInekken onze groote mannen, ten minste wij be
letten hen zich bij ons tot zoodanigen te vormen.
Hebben zij hun weg zelf, tegen allen tegenstand
en vooroordeel in, gemaakt, en doen zij den
Nederlandscheu naam eer aan, dan wordt hun hulde
gebracht en geschenken gezonden. Toen ik daar
Molescliott, den genialen geleerde, den diepen
denker en niet 't minst den sympathiekeu meusch
zag staan, kijk, toen was ik jaloersch op 't land,
waaraan hij zijn liefde schenkt, zijn beste krach
ten wijdt en waarschijnlijk nog vele jaren zal
blijven wijden.
De geschenken dan waren : een schilderij van
Israëls, hem reeds in Augustus bij zijn 70sten
verjaardag toegezegd, een teekeniug van Alma
Tadema (vrouwenfiguur) en een Hollandsch land
schap van Koelman. Verder boeken, portefeuilles,
opdrachten, voor 't meerendeel Hollaudsche op
schriften dragende.
Er was een talrijk publiek, waaronder zeer veel
dames, in de eerste plaats Moleschott's eenige
dochter Elsa. Het achterste gedeelte der zaal
was bezet door studenten, wier onbedwingbare
vroolijkheid en geestdrift niet anders dan aanste
kelijk kou werken, zelfs vóór dat de held van 't
fee4 binnentrad.
Een oorverdoovend hoera begroette den
kraebtigen 70jarige met zijn vriendelijk geestig gelaat
en zijn witte haren. Hij werd begeleid door Mar
tini, den minister van onderwijs, den heer
Westeubergh, Nederlaudsch gezant en verdere professoren
en autoriteiten. Verschillende toespraken volgden
elkaar op, en bij monde van minister Martini ont
ving de jubilaris uit naam des koniugs de orde
del Merito Civile di Savoia". Toen i.am
Moleschott zelf 't woord. Hij was zichtbaar aangedaan,
maar toch was er een rust en een gemakkelijkheid
in elk zijner woorden en bewegingen, die de grootste
redenaar hem had kunnen benijden. In uitgezochte
eenvoudige bewoordingen vol warmte en gloed
begon hij eerst te spreken van de te groote eer
die hem heden werd bewezen ; toen in 't kort na
te gaan waaraan hij die hulde te dankeu had, en
zijn streven, zijn denkbeelden in herinnering te
brengen. Pythagoras en Feuerbach, Mayer en
Darwiu werden genoemd als medewerkers tot zijn
vorming. Kon ik zijn sehooue woorden, zijn wel
sprekende gebaren weergeven, toen hij sprak van
de wetenschap als van een breeden stroom, waarop
de mannen van het onderzoek steeds een groot
heerlijk schip met hooge masten en. volle zeilen voor
zich uit zien stevenen, maar zonder het ooit te
bereiken.
Moleschott's taal is rijk in poëzie, maar juist
dat wat het schoone van zijn rede uil maakte, de
ziel, de gloed, het kernachtige van elk zijner
woorden, in melodisch Italiaansch uitgesproken,
juist dat moet ik aan de verbeelding van mijn
lezers overlaten. Een kort verslag, uit't geheugen
opgeschreven, is alles wat ik kan geven.
In 't kort schetste hij zijn levensloop: Hoe in
Holland, waar hij zijn jeugd doorbracht, omringd
van teedere liefde, de kiem iu hem werd gelegd
tot er wat goeds uit hem mocht zijn geworden;
hoe zijn vader, een geleerde, een verstandig man,
een vrijdenker, hem de liefde tot werken, de liefde
tot de vrijheid had ingeboezemd, die altijd zijn
richtsnoer bleven. Iu Holland heeft hij leeren
wegen en weten.
Van de redenen die hem later bewogen Hol
land te verlaten geen woord. Voor bitterheid staat
hij te hoog; en schoon vriendelijk gezind voor
zijn gewezen vaderland en de gastvrijheid zelve
voor zijn oude landgenooten, voelt hij zieli te veel
Italiaan, te veel cosmopoliet, om rancune te heb
beu tegenover een land dat hem niet bijtijds heeft
begrepen en gewaardeerd.
In Duitschland leerde hij wat methodisch, sys
tematisch, nauwgezet onderzoek is. Hij leefde er
in den geest met Goethe en Beethoven. Van zijn
verhouding tot de studenten heeft hij de aange
naamste herinneringen. Hij onderwees niet alleen,
maar zij werkten te samen. ./Studenten," zeide hij,
//zijn voor mij nooit jongens geweest". Hij gaf
huil in de 10 jaren dat hij zicli aan 't onderwijs
wijdde, steeds 't beste wat hij had. En ook hij
leert steeds van hen, en leert bij preferentie van
hen.
't Was ook in Duitschland dat hij de vrouw
leerde kennen, die 20 jaar lang zijn loveusgc/.cllin
was en aan wier invloed luj naar hij zeide
//het weinige goede en sympathieke dat. in hem
is, heeft te danken." (Levendig applaus.)
De redenen zijn bekend en de spreker glijdt er
over heen, die hem doen trekken van 't eene. land
naar 't andere. Na een warme lofrede op
7witserlaud met zijn vrijheid op hechten grondslag ge
bouwd, zijn bewoners met hun (link, trouw en
doorzettend karakter, spreekt hij over xijn komst
in Italië, waar hij heentrok, niet om te. reizen,
maar om te werken. Hij, de zwerveling die burger
was, noch van Holland, noch van Duitschland. hij
zou het weldra worden van 't, land der politieke
vrijheid, van de vrijheid der gedachte, en 't zeld
zaamst van alles, 't land der maatschappelijke
vrijheid. In warme diep gevoelde woorden gaf hij
lucht aan zijn sympathie voor Italië. Nergens waar
wetenschap en kunst in zoo schoone harmonie te
samen leven, als moeder en dochter hand in hand
gaan. Geen land bracht mannen voort als Uante
en Michel Angelo, ill/ix/ii />''/? //iiinm' <li //,-?<? c di
xfieK:a. Wie de a-ii/ira iliilim rii'l/' ju Kome heeft,
Icercn kennen, moet haar bewonderen en liefhebben.
In Italiëwerd liet methodisch onderzoek geboren.
//In Italia, la m ia cara Italia, reikt de poëzie de
hand aan de waarheid." Men in letterlijken zin
donderend applaus was het welsprekende antwoord
op de schoone rede.
Het waren goede oogcublikkcn, niet allern voor
Jacobus Moleschott en hen die hem 't, naast zijn,
maar ook voor ons allen. Het doet, zoo goed, aan
groote mannen, nog tijdens hun leven, de eer die
hun toekomt te zien bewijzen, de kroon die hun
past op de slapen te zien drukken.
Koiiie, .17 December. C.
Van het tijdschrift Taal en letteren, onder redactie
van Dr. F. Buitenrust Hettema te Zwolle, J. H.
van den Bosch te Zierikzee, Dr. R. A. Kollewijn,
T. Tcrweij te Amsterdam en Prof. J. Vercoullie
te (lent, (uitgave X. E. .). Tjeenk Willink te
Xwolle) bevat No. C een belangrijk artikel > [Ai
de Spraakleer", door B. H. (den eerstgenoemden
redacteur?) betrekking hebbende op de voorge
stelde vereenvoudiging der spelling; voorts Woord
verklaring door J. H. van der Bosch, Potgieteis
Liederen van Jiontekoe, door T. Terweij, enz.
Bij den uitgever F. W. Egeling te Amsterdam
verscheen een Luther scheurka cnder met een
portret van l.uther, naar de gravure van
Aldegrevcr (1540), op het schild.
Van het werk Nederliin'lach Ooxt-fndië, tweede
omgewerkte druk, door prof. P. II. van dor Lith,
is bij de firma K. .1. Brill te Leiden do tweede
aflevering verschenen.
Hij den uitgever van Voor 't Jonge Volkje,
den lieer .Joh. IJkema te 's-Gravenh'age, komt
nu uit; Met Ttubmon Crusoëtien jaar op reif,
door P. Louwerse. Het verhaal is geïllustreerd
on zal in (> u 7 afleveringen verschijnen.
liet Paleis van Justitie, nieuwsblad gewijd aan
binnen- on buitenlandsche rechtspleging, thans
te Amsterdam verschijnende onder hoofdredactie
van mr. E. van Lier en D. Simons voor Neder
land en mr. J. Obrie voor België, met medewer
king van vele rechtsgeleerden, zal van af Januari
181)."> bij den uitgever P. Noordhoff te Groningen
verschijnen, terwijl dan mede als redacteuren
zullen optreden: prof. mr. X. K. F. Land, mr.
M. Rutgers van dor Loeff, mr. K. Meijer Wiersma
en mr. I. B. ('ohen te Groningen.
imiimiiiiiiiii
In hot \ovomber-nummor van hot F.nirolsch
bibliographisch tijdschrift The Jiookirorm komt
onder don titel A horticultural library" oen
uitvoerig on belangrijk artikel voor ovor do
botanische boekerij van don hoor .1. II. Krelago
te Haarlem, met portret van don eigenaar. Do
boekerij is rijk aan oudo en zeldzame werken
over bloemisterij, tuinbouw, bloomliolloncultuur.
tulipoinanie. in allerlei talon: on zijn prachtige
planton-atlassen, waaronder oone. door do tiniia
zelf aangelegd on .'iilild gekleurde platen bevat
tende; voorts het volledigste stol tijdschriften op
dit gebied, allerlei prociosa, on ruim lo.oou doelen
boeken. Het portret van don hoor Krolago is.
zeer good geslaagd.
Hot tijdschrift Onze GodmHen8fprediking,oi\t.\er
redactie van dr. J. W. Lioftinck on prof. dr.
W. C. van Manen, vroeger uitgegeven door don
heer I). Mijs te Tiel, zal mot l SU:! worden voort
gezet door do uitgevers Van Holkema on
Warondorf to Amsterdam.
De verloving l>ij het aanplakbord.
Zoo kan het niet langer gaan i /ij zeide dat al
veertien dagen bij zich zelve. Toen, nooit zal
zij den schrik vergeten, ontmoette zij
moeder, die van de markt terugkwam, juist op
het zelfde oogeublik, dat Hein, losjes naar zijn pet,
wijzend, van den anderen kant kwam, en al op
vijl' [jas afstands riep: Morgen, Mientje !" Moeder
moet wel zou doof geweest, zijn, als niemand haar
ooit, gekend heeft, dat ze dat, niet, merkte. 7oo'n
onvoorzichtige gevaarlijke jongen ! Moet, de heele
straat, de hecle buurt, liet, dan weten, dat zij sedert,
drie maanden elkaar telkens en overal ontmoeten,
dat, hij soms ..jij eu jou" tegen haar zegt. ofschoon ze
't, hem streng verboden heeft, en heel vertrouwelijk
durft, zeggen: //Morgen, Mientje!"
Ja, ais zij zeker wist, dat hij een eerlijke
verkeeriiig en trouwen bedoelde. Maar nu.'ii weet hoe
de jongens tegenwoordig zijn.
Mientje heette ze, dus omtrent de zaak zelf had
hij gelijk. Sedert, negentien jaar werd ze zoo ge
noemd, en menigeen vond dat, de naam, lief ge
zegd, bij haar paste. (Jok wilde ze wel weten,
dat ze van ontwikkeling hield; nog pas was ze
/): tirt'ti iri'i'zt'ii gaan zien. lleiu mocht haar dus
niet als de eerste de beste beschouwen. Al was
't maar alleen om moeder. Met den huiselijkeu
vrede zou ook de huissleutel verdwijnen, en dan
waren de verveling en ellende niet te overzien.
Dan bleef er niets over, dun zich te laten
tchaken, zooals dat, in de romans in afleveringen ge
beurt. Maar dat, ging niet, eu wel om drie re
denen. Vooreerst zou moeder dan pas degelijk
kwaad worden : ten tweede is er over drie weken
in de zaugverecniging de eerste huishoudelijke
uitvoering met, pauseeriiig; en ten derde, dat
mooie kerstmiseaileau dat /ij al zoo lang voor
Hein onderhanden heeft. Is er ooit bij verteld,
dat, ecu heldhaftig jongeman met zijn geliefde
vluchtte op half afgcburduurdc pantoffels ''.
Dus voorzichtig, /ij moeten een complot maken,
kleine teekeneu en wenken afspreken, die zij alleen
begrijpen, die een samenkomst verbieden of ver
oorloven, al naardat de kust vrij of gevaarlijk is.
Dat, is ook tegelijk heel poëtisch en een bewijs
van die ware liefde, die juist over hinderpalen het
eerst tot haar doel komt.
Maar hoer Eens heeft, Mientje gelezen dat een
jonge dame het uur van het rendez-vous met haar
parasol voor de huisdeur van den minnaar schreef.
Een hcmelsch idee! maar iu de drukke straat gaat
dat niet. Eu al bleef de sneeuw ook ondanks de
straal reiniging daar werkelijk liggen, wie weet of
lEcsn haar sehritt /ou herkennen, 'f Vlas dus een
j verkeerd idee. Ecu andermaal had /.ij van een
j vriendin gehoord, dat bonte linten, buiten aan het
j raam geknoopt, zich ook leenden tot zoete
minnetaal. Een teer hemelsblauw beteekendc: //kom
vandaai;!" L'en zacht hoopvol groen: //Alsjeblieft
pas morgen'." .Maar de, jongeling bleek
kicurcnhlimi te ziju. Hoe zou het, gaan in een krant'r
Amor doopt, tegenwoordig zijn pijlen zoo dikwijls
in drukinkt. Dat is dus niet origineel genoeg
l meer; daarenboven kost het geld. Geld uu is de
\ doodvijaud der liefde.
Daar heeft ze het ! Ja, zoo zal het gaan! Eu
het is iets heel, heel nieuws en bijzonders. Nog
vandaag ontmoet ze Hein en ze zal hem meteen
het heerlijk plan vertellen.
7e gingen samen de straat, langs, een straat,
waarin het bij dag ook tamelijk leeg v as, en
vroolijke verliefde lui allicht een oogje en een
handdruk kunnen wisselen.
-- Dus afgesproken! riep Mientje triomfantelijk.
Als ik me vrij kan maken, dau geef ik op het,
aanplakbord daar aan den hoek een teckeutje. U
l behoeft, er 's middags, als u gaat eten, maar even
j naar te kijken. De zaak is heel eenvoudig. Wil
ik u om vier uur op mijn wandelingetje spreken
dan onderschrap ik met, blauw potlood op het
[ biljet van Erascati de galerij.
De galerij ':
Ja, daar staat 10 cents, en zoodra ik,
haar stem werd warmer den gaiischen avond
kan doen zooals ik wil, en om zes uur dan viij
beu, dau komt het parterre aan de beurt, CO cents.
Bliksems! Dat is mooi! riep Hein, als den
eersten keer het parterre oadersehrapt is, dan gaan
we ook naar de komedie, maar niet zoo duur, als
u 't goed vindt.
Intusschcii waren ze arm in arm voor het
aanplakbord aangekomen.
Maar n voorwaarde heb ik nog. zei Hein,
en hij, die anders zoo brutaal was, zag haar uu
angstig en onrustig aau ....
Nu dan \ wat bedoelt u ?
/eg geen u meer tegen me, eu zeg zelf jij
en jou ! Ik houd veel van je, Mientje, o zoo veel,
en als over een jaar of drie vader me de zaak
overdoet. ...
Jij ! ! zei ze zacht, anders niet. Toen hief
zij het hoofdje omhoog eu liet hare groote, heldere
oogen op de zijne rusten, eu de gouden haartjes,
die om haar voorhoofd krulden, trilden daarbij zoo
verlangend en teer, als wilden zij hem aantrekken,
dat hij ziju lippen in huil aardige wildernis zou
verstoppen.
Maar daar kwamen menschen aan. Hein klopte
lachend met ziju stok tegen het aanplakbord, dat
onder het, dikke papieren overtiek het hout dreunde.
Deze bont uitgedoste koppelaarster gaf zoo op
haar eigenaardige manier te verstaan dat zij alles
begreep en alles vergaf. Is dat onbehoorlijk, brave
menschen? In de groote stad ook leeft de poëzie
nog, en mea vindt ze op alle hoeken van straten.
Toch, Hein eu Mientje, het wetboek van straf
recht heeft ook eene bepaling tegen beschadigen
van eens anders eigendom; dus, beste kinderen,
past op dat, de methode niet bekend raakt.
VO
A ME S
J'A'n. prinsefsen-uitxt.
S'peelpoedteittoonsttUüig. ,, Verkiciste
meiyesjuicn."
Te Loiidon is bij .Madame Maynior in
Wigmorostreet te zion de trousseau van prinses Marie
van Edinburgh, de toekomstige kroonprinses van
Roemenië. Do verzameling is zeer uitgebreid,
en biedt in hare verscheidenheid een aardig
beeld van het zeer weifelende en onzekere der
hedendaagscho modo. Kr zijn imposante
hofcostumes Louis Xlll bij, maar ook heel schilder
achtige Louis XV, F.mpirc en een enkel
Directoiro-toilot. Voor de verschillende levensomstan
digheden waarin een prinses van Roemeniëkomen
kan, is behoorlijk gezorgd. Kr is daar meer
sneeuw eu ijs dau in Engeland, zoodat er prach
tige costumi's ziju om schaatsen te rijdon en in
arresloden to zitten; onder de eerste een van
amandelhrum fluweel en donkerbruin bont met
aansluitend jakje en vijf smalle bonten randjes
o]) gelijke afstanden, onder do andere een met
zwaarder bont gevoerd, ruim en mollig, de stof
beige en blauwgrijs s lidine, liet bont castor mot
grooten kraag.
Als Engolsche krijgt de kroonprins oen schat
van tluweelon en brocateu tea-(/ou:ns mee, de eene
al mooier on kostbaarder dun de andere; en een
gmng-awuy dres*. heel eenvoudig, van
lavendelgrijs Vonetiaanseb laken, langs don zoom en aan
eene zijde niet witte zijde geborduurd, vest en
voormouwen van wit laken, met grijze en witte
zijde geborduurd.
liet costuuni waarin de prinses te Boekarest
zal aankomen, is een boel ander. De stof is groen
fluweel met gouden weerschijn, de rok geheel
effen, het eorsago saaingovat in een zeer kostbaar
ceintuur van goud, groen on paauwhlauw. Er
moet een groote mantel van heliotrope fluweel
bij gedragen worden, geglaeeerd in verschillende
tinten heliotrope on roebruin, mot lange mouwen
on hoogen Tudorkraag, alles gevoerd met wit
vossovol, en zoo gemaakt dat hij opengeslagen
of dicht gedragen kan worden. Hot hoedje hierbij
i> van hetzelfde genuanceerde tiuwcel met oen
diadeem van amethysten om don bol; do mof' is
van wit vossevel.
Het Imiidstoilet is witte geribde zijde, model
Empire, om den rok een rand van zilverbor
duursel met paarlou en kristallen kralen in
bloemslingors, volgens den stijl van dien tijd. De
slingers zijn van voren heel gevuld, on worden
naar don slee]) toe eenvoudiger; do verdere
ruimte heeft kleine sterren van paarlen en kralen;
het eorsago is bedekt mol. strepen paarlen, die
naar het wit iluweelen ceinture samenloopen.
Ook om hot dóeolleló is wit. fluweel, ook lluweol de
«roote dofmouwen; aau do wit satijnen sjerp met
lange einden is oen lus gemaakt, om den
bruidsboiiquot in to bevestigen.
Onder de menigte hofeostumes worden genoemd :
een Empire, rose on groen cliangeant, op alle
naden bezet met witte kralen en wit borduursel,
mouwen van vert du Xil fluweel ; een van
zwavelgeel crépe (ie Clt/ue. met rand van zwarte
strnisveeren, bertlte van gele mousseline do soie
mot borduursel van gitten ringen, ceintuur van
zwart fluweel : een dinercostuum Louis X\ van
wit satijn niet rose gevoerd, zoodat bet er door
schijnt als paarlemoer, dit geborduurd mot witte
paarlen, bleekblauwe zijde, goud on opgewerkte
rozen, vooral oji de uofmouwen, charpe van
hemelsblauw fluweel ; oen kleed voor een na
middag-receptie van Muiset-rose lluweel met
Figaro-jakje en broeden rand van sabelbont.
Voor eene even duchtige beschrijving van e!e
overige eostumes zouden wij nog een paar kolommen
noodig bobben. Wij willen nog alleen twee nieuwe
materialen vermelden; hot eene is schilderwerk
op finweel, dat bij een gestroopt costuuni van
zwart en rose serge behoort; het andere is kurk,
waarvan ringen zijn aangebracht op een costuuni
van steenkleurig Schotscb tweed, afgewisseld met
borduursel van biscuit on reebruin.
* *
*
De firma Ilirsch it Co. maakt alle
toebereidsolen, om gedurende dn Kerstdagen, wanneer