Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na. 810
! i« ook eene collectie oude
schouwburgadeels uit den tijd van het midden
eeuw tot aan de troonsbestijging van
rift afkomstig.
IIIIHIIIIMIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIII1IIII1IIIIIIII
L
STeuLLTTCflLN
J3T'
a1".
$
«?,
tvs.
;^ÉS
P. C. Hooft's gedichten.
L ?'
l>e Muider Drost behoort niet tot de vergeten
«r bestaat een geprezen uitgaaf zijner
Fchten, en bgna elke bloemlezing bevat eenige
zyne liederen. Maar wordt Hooft ook
geVoor zeer velen bepaalt zich de
belid met zijne werken vermoedelijk tot eene
herinnering van hetgeen in de schooljaren
werd. En bij de studie dienen
(aldienden) de werken der 17e eeuwsche
te vaak alleen tot leerstof; een gedicht
als een cadaver in eene anatomische les.
z$O er, die gaarne toestemmen, dat de
',ten uit de «gouden eeuw onzer letteren"
be'aigrijk zyn, ongeveer zóó als de
histovoorwerpen in een museum van oudheden.
hynlyk is het getal niet bijster groot van
die de verzuchting van Potgieter
medege>0 de luite van Hooft! wie bespeelt
weer?"
?{ Tergeten we allen het »gemaniereerde, een
ilg van de Italiaansche reis", om te luisteren
? een muziek van taalklanken, met telkens
imfvrisselende, nu eenvoudige dan haastiger
rhyth-iaën, maar steeds, als alle muziek, met ziel;
Steeds, in beeld gebrachte stemming? Voor wie
eene niet vergaten en naar het andere niet
luisterden is een werk als dat van Leendertsz
te vol; zooveel liederen op eens, in een ongewone
- tpelling, met zoo menigvuldige toespelingen op
««klassieke wereld, met tal van min verstaan
* nare woorden; een boek bovendien, waar men het
Jbooiste of wil men liever het mooie zelf
' vit moet zoeken: dat schrikt af. Ik zou het
. boekje van Albert Verwey 1) velen der
afgeschrikten, velen der onverschilligen in handen willen
zien komen; de kenners en liefhebbers hebben
geen vingerwijzing, geen aansporing noodig,
naar zullen uit eigen beweging deze daad van
piëteit waardeeren. Een daad van piëteit heeft,
gehoon ze het is, Verwey zelf zijne uitgave niet
genoemd. »Voor wie artiest-met-de-taal is, (is)
Hooft lievelings-poëet" heet het in de inleiding
tan het «bundeltje, dat het mooiste van den
mooisten Hooft is." AViëiets mooi vindt, heeft
immers de neiging, anderen op dat mooie
opmerkzaara te maken?
.ïk sprak van waardeeren. Waardeeren is
be«taanbaar zonder onvoorwaardelijke instemming op
alle punten. Men kan. erkentelijk zijn voor deze
Hooft-editie, zonder b.v. deze stelling (Inleid. 2) te
?ndersehrijven: «Muziek is de eerste, alle andere
inhebbende, indruk van een dichtstuk;" of al
Hijst men het een of het ander gedicht ongaarne
onder hetgeen hier als het mooiste opgenomen
is; of al is men het niet altijd met den verza
melaar eens omtrent het cursief-drukken, waar
door »het aller-mooiste" aangeduid wordt. Men
kan .b\j eene omschrijving als deze: »Goud
doorknetterd in wit vuur, strak draad-goud, gevat
in fijn tangetje, gekartel-kruld, gekrul-kruifd,
gelcruifd-kransd, een puur cieraat van een
goudfilikkerend vers," aan de in Hooft soms ge
wraakte gemaniereerdheid denken, zonder zich
oor eene quaestie van vorm of uitdrukking te
laten storen in het genot, dat er ligt in het
doorbladeren van het bundeltje. Ook wie goed
thuis is in Hooft, zal zich hier of daar nog wel
eens opmerkzaam gemaakt zien op eene uit
drukking, op een vers, waardoor hij tevoren niet
getroffen werd; voor hem bevat ook de inleiding
teel belangrijks. Daarin komt eene beschouwing
Toor van' Hooft's brief uit Florence aan de Kamer
In^ Lief'de Bloeijende, en wordt, van wat
Vosmaer ^onhandigheid" in den jongen dichter
noemde, eene geheel andere verklaring gegeven,
terwijl o. a. op zekere verdiensten van den ten
onrechte vergeten Spiegliel de aandacht wordt
gevestigd.
De titel van het boekje doet verwachten, dat
de heer Verweij ook andere dichters in dezen
trant zal uitgeven. Een welkom vooruitzicht. Af
brekende critiek is soms noodig, maar voert zoo
Mcht tot overdrijving; is het niet in de eerste
plaats de taak van een Gids, den reizigers het
mooie te doen zien?
Helmond. J. L. C. H. MEIJER.
1) Nederl. dichters behalve Vondel. Met proza
van Albert Verwey, P. C. Hooft (Amsterdam,
g. L. van Looy en H. Gerlings).
Vrijdagavond werd in de kunstzaal Pictura,
^ftfolvenstraat 19 (firma Preijer en Cie, vroeger
van Pappelendam en Schouten) de electrische
verlichting ingewijd.
Een der voornaamste geïllustreerde bladen van
Duitschland, de Leipziger llluftrirte Zeitung,
viert op l Januari 1893 de verschijning van haar
100ste (halfjaarlijksch) deel. Met Nieuwjaar 1843
werd zij gesticht door den uitgever J. J. Webor,
wiens zoon nu nog eigenaar is. In den beginne
moest men zich met Engelsche houtsneden be
helpen, langzamerhand ontwikkelde Weber echter
onder leiding van Kretschmar zelf een Duitsche
houtsnyschool en een tijd lang stond de Illustrirte
Zeitwng bovenaan onder de geïllustreerde tijd
schriften van Europa, totdat zij door do artis
tieker Engelsche en Fransche weer verdrongen is.
Bij de firma v. Holkema en Warent orf ver
schenen twee zeer fraai in cliromolithographie
uitgevoerde scheurkalenders voor 1893. De ne,
Soms humoristisch? Scheurkalender met een fraai
schild, ontworpen door Johan Braakensiek, voor
stellende een alchimistenwerkplaats, de andere
Holtanrlsche Sclieurkalender met Rembrandt's por
tret en een afbeelding van Rembrandts molen.
Bodenstedt's nalatenschap. In de lit
teraire nalatenschap van Friedrich von
Bodenstedt zijn, naar men verneemt, zoovele
aanteekeningen van den overleden dichter gevonden
omtrent de laatste veertig jaren van zijn leven,
die in zijn Mémoires nog niet behandeld zijn,
dat het waarschijnlijk toch nog mogelijk zal zijn op
de twee deelen van de Ennnerungen een derde te
laten volgen, dat door de talrijke vereerders van den
dichter reeds sinds lang met spanning verbeid
is. Men is thans bezig, de nagelaten stof te
ziften en de aanwezige leemten aan te vullen,
voor zoover eene aanvulling van andere zijde
mogelijk is.
Het tweede deel der Mémoires loopt zooals
bekend is, tot het jaar 185Ü; de jaren 1850 tot
1892 bieden nog een lange reeks van de inte
ressantste ondervindingen en ontmoetingen aan
met vorsten, politici, bekende mannen der kunst
en wetenschap, enz. Talrijke belangrijke brieven
van Turgenjew, Heinrich Marschnor en andere
groote dichters en kunstenaars, brieven van
Bodenstedt aangaande zijn bergreis met koning
Max, zoowel als brieven van zijn reizen naar
Engeland en Amerika, zijn in de nalatenschap
voorhanden; verder Perzische aanteekeningen
die niemand gemakkelijk kan uitleggen, evenals
veel door hem zelf geschreven en verzameld in
de Russische, Fransche en Engelsche taal. Vol
ledig behouden is ook nog Bodenstedt's groote
bibliotheek, die werken uit de geheele wereld
litteratuur bevat.
Deze, schat, die thans door de weduwe van
den dichter te koop geboden wordt, zal zeker
wel liefhebbers vinden.
Extase van Louis Couperus, is in liet Engelsch
vertaald door John Grey en Teixeira de Mattos,
De Pall Malt noemt liet »het typische werk van
de school der Hollandsche sensiti visten ; niet een
aardig verhaal, maar een wonderfraaie karakter
studie , en als physiologisch essay een mees
terstuk". »De schrijver danst rondom het Elfde
Gebod, en soms wenscht men dat hij het maar
overtrad."/>Het Hollandse!)," vervolgt de Pull Mail,
»is, als het Noorseh en het Duitsch, een dialect,
dat weinigen verlangen zich eigen te maken.
Daar zijne litteratuur vertaling schijnt te eisenen
in een van de vier verstaanbare talen, hebben
de heer Grey en zijn medewerker een goed werk
gedaan, door ons Louis Coraperus (sic) te geven
in eene heldere, intelligente bewerking, wier ge
trouwheid en nauwkeurigheid van gering belang
is."
Men zou vragen: als Duitsch een»dialect"ge
noemd wordt, wat zijn dan de vier verstaanbare
talen voor den Engelschman ? Engelsch, Fransch,
Italiaansch;.... moet Russisch, Spaansch, Nieuw
Grieksch of Volapuk de vierde plaats vervullen ?
In de zitting van den Italiaanschen Senaat van
17 dezer verklaarde de minister van openbaar
onderwijs Ferdinando Martini, dat hij op de gym
nasia lycea het Grieksch als leervak wilde af
schaffen en het alleen behouden voor de studenten
in de philologie. De dichter Carducci hield eene
schitterende rede om hem te bestrijden.
Van verschillende zijden komen tegen het be
sluit protesten op. Dr. H. C. Muller deelt er
ons een mede van Costantino Rever te Triest, in
deze zaak een bevoegd strijder, die ook reeds
sedert tien jaar tot de leiders van de beweging
ten gunste der nieuw-Grieksche uitspraak van
het oud-Grieksch behoort.
Het manuscript van den eersten bundel ge
dichten, in 1827 door Alfred Tennyson en zijn
broeder Charles gezamenlijk uitgegeven, Poe .«
by two brotlierf, is dezer dagen (met een brief
van Tennyson, de quitantie voor den uitgever a
20 pond, en een exemplaar van die uitgave) voor
7560 gulden verkocht.
Van "Warendorf's Novellen-bibHothi ek is No. SC,
Wilde Rozen door Nathalie von Kchstruth. De
vertaling is ditmaal niet geheel onberispelijk,
b.v.: >;op het geld aangewezen zijn", «blameerend";
maar de novelle is een onderhoudende variatie
op een bekend thema.
De firma C. L. van Langenhuyzen, Singel -434,
heeft bulletin 42 van haar handel in oude boeken
verspreid. Het zijn 700 nummers litteratuur,
geschiedenis on theologie, waaronder zeer belang
rijke, die tot de aangegeven prijzen bij haar
verkrijgbaar zijn.
vo
D A M B S
Hoe J en. Premières in Londen. Een
Noordpoolvaarster. Sarah Btrnhardt
candidate voor de Kamer. Eene doctores.
Wel komt men langzamerhand tot het juiste en
eenig verdedigbare begrip, dat een >-mode-model",
speciaal voor de toiletvoorwerpcn die dicht niet
de persoonlijkheid in aanraking komen, zooals
bijvoorbeeld hoeden, een onredelijke tyrannie
zou zijn; wel begint men in te zien, dat
een hoed een lijst (soms maar een heel klein
lijstje) is voor een portret, en bij het eene por
tret een andere lijst past dan bij het andere;
maar ook in portretten en in lijsten is mode,
en in hoeden ondanks de vele keus ook. Op
het oogenblik zijn rijke gouden lijsten, met edel
steen en bezet, de mode; weldra zullen de hoeden
niet meer bij de modiste, maar bij den goudsmid
besteld worden. Xetjes van gouddraad, diade
men van goudpassement, kapjes van goudweef
sel, alles met soms vrij kostbare half-edelsteenen
of geïmiteerde echte versierd; de imitatie is
soms zóó volkomen, dat alleen de grootte der
steenen doet besluiten dat zij niet echt zijn. Eene
Russische grootvorstin had dezer dagen in het
Bois de Boulogne een hoedje van dit goudbor
duursel op in den vorm van een oud-Duitsche
huif, waaromheen reusachtige saffieren, ieder met
een rand diamantjes eromheen, eene soort van
kroon vormden. Twee kleine witte vleugeltjes d
la Mercare vormden de zijgarneering, en van vo
ren zat op het vlakke kapje een mooie dichte
aigrette van witte veeren. Op een ander hoedje
van zwarte chantilly verhief zich als een
fontmne Inmineuse een prachtige bijouteric-aigrette
van breede gouden biezen, waarop afwisselend
diamanten, smaragden en robijnen waren aange
bracht.
Karakteristiek voor dit seizoen zijn de twee
of drie vleugels ofaigretten (twee vleugels bijeen,
twee vleugels ieder aan een kant, drie aigretten
afgewisseld met twee broches) en de overvloed
van gekleurde steenen; men maakt ook de smalle
keelbanden met groote broches van amethysten
of smaragden vast. Een der beschreven modellen
had als bol alleen een grooten cabochon van git, acht
centimeter in doorsnede, en daaromheen een torsade
van fluweel met kleinere cabochons, waartusschen
weer aigretten. Andere modellen zijn: de bol van an
tieke stof, met rand van bont; de bol van goudweef
sel met twee fluweelen horentjes; de bol van kleine
gitten met een rand van gitten pendeloques, die
op het haar vallen; de bol van kant met veeren
en fluweelen bloemen, waarvan eenige op het haar
afhangen.
De groote hoeden worden, als vroeger, met
grijze struisveeren tot op den rand bedekt, soms
met vilt of bont geboord, soms met fluweelen
bol voorzien.
*
* *
Voor sommige theaters in Londen wordt van
do première evenveel werk gemaakt als te 1'arijs,
waar het bekende -Tout-Paris" haar bijwoont. Eene
vorige week was er in het «Criterion Theatre"
een nieuw stuk, The old lady, van Haddon
Chambers; het was er vol representative people'', het
kleine schouwburgje heeft dan ook den naam van
een »drawing-room theatre" te zijn.
Onder de toiletten merkte men veel witte zijde
op en als overal veel roodtiuweelen mouwen.
Een blonde dame was gekleed in geel, hetgeen,
ondanks alle traditie, haar heel goed stond, met
een grooten diamanten pijl door het haar. Er was
heel wat décolletó, niet berthes van lange oude
witte kant, zooals voor vijftig jaar gedragen werd.
]!ij de wit zijden japonnen stonden zeer goed de
groote tluweelen theatermantels van dit jaar,
smaragdgroen, turkooisblauw, purper, terra-cotta,
saphierblauw; vele van deze theatermantels had
den kleine kappen, met een randje sabelbont.
Ook zag men zwart satijn, gegarneerd met gitten
(die nu al een jaar of twaalf mode zijn en het
steeds blijven) en ctiivre poh, passement. Voorde
theatermantels, vooral bij zwart, ziet men ook
oude brocaatstoffen of oude cachemiren shawls,
tot mantels vermaakt.
In kapsels heerscht in Engeland een zonder
linge anarchie. Het Fransche kapsel is op dit
oogenblik cenigszins weifelend tusschen de Griek
sche drie of vier rijen kroes, de eenvoudige huit"
wat hooger of lager tusschen kruin en hals, het
omhooggekamde iaar en het gegolfde; maar alles
is betrekkelijk eenvoudig. In Engeland daaren
tegen zijn de kapsels meer overdreven; torens,
krullen, diademen, gebouwen van vlechten, alles
geldt er voor fashionabie, en bij gelegenheden
veroorlooft men aan kappers en kameniers hun
fantasie te laten werken. Dit was bij de bewuste
première ook te zien; ook de versieringen van het
kapsel waren soms heele tulbanden, de linten
om den wrong waren soms van groote vleugels
voorzien of strikken, die schenen te willen weg
vliegen; ook draagt men in Engeland veel meer
dan elders diademen en tiara's van gekleurde
steenen, met een reigervecr of andere pluim erbij.
* *
*
Een nieuwe damessport blijkt ook de
Xoordpoolvaart te zijn. Mrs. It. E. Peary hoeft haren
man op zijn laatste expeditie daarheen vergezeld,
en aan een Amerikaansch journalist het een en
ander omtrent hare tochten over do ijsvelden
meegedeeld.
In oen hut, ongeveer twintig voet lang, uit
planken getimmerd en met dierenvellen bedekt,
brachten wij den winter door. Het huis was in
twee ongelijke helften verdeeld, van welk mijn
man en ik de kleinste gebruikten. De overige
equipagc bewoonde de grootste kamer. Hier
brachten wij de vreeselij k lange dagen, of
liever nachten, met spelen, voorlezen, vertel
len en hot in orde brengen en classih'ceeren
deiverzamelde schatten door. Mijn voornaamste ge
noegen echtor was de jacht. Kendieren, walrussen,
ja zelfs een kolossale narwal, 35 voet lang,
vielen als offers voor mijn kogels. Ik was de
eerste blanke vrouw, wier voet die streken be
treden heeft. Ik was ook do eerste jageres in
deze onherbergzame oorden."
Op de vraag van den journalist, of op Red
Cliff ook nog andere vrouwen gewoond hadden,
vertelde Mrs. Peary van hare dienstbode Maria,
eene trouwe Esquimovrouw, die in den beginne
niet eens wist, dat, hare meesteres eene vrouw
was, daar de Xoordpoolvaarster bijna precies als
de andere leden der expeditie gekleed was. Zij
toonde den interviewer een dichten wollen
mantel, met bont gevoerd, die tot de knie reikte.
Onder dezen," zoide zij, droeg ik nog een
dubbel llanellen costuum, dat dicht om mijn
lichaam sloot, zoodat de koude nergens toegang
vond. Zulk een beschutting was noodig, want
wij trokken ruim 250 mijlen op sneeuwschoonen
of sleden door het kiistlandschap rond, en eene
week lang moest ik de nachten onder den blooten
hemel doorbrengen."
Op dit oogenblik is Mrs. Peary bezig met het
schiften van het materiaal, dat haar man uit
Groenland heeft meegebracht. Ruim 2000
photographicën moeten in orde gemaakt, tallooze voor
werpen gedetermineerd en geclassificeerd, de
dagboeken nagezien, kortom het goheele resultaat
der expeditie voor de publicatie gereed gemaakt
worden.
De »Ligue pourl'affranchissement des femmes" in
Frankrijk heeft besloten bij de aanstaande ver
kiezingen de candidatuur van Sarah Bernhardt
voor de Kamer te stellen. De volgende brief is
door de secretaresse der Ligue, madame Asti
de Valsayre, aan het syndicaat der artistes
dramatiques geschreven:
Burger secretaris. De Ligue pour
l'affranchissement des femmes geeft mij last, u te zeggen,
dat zij aan Sarah Bernhardt heeft voorgesteld,
bij de verkiezingen van 1893 hare candidatuur
te steunen, vooral om het tegenwoordig nog ver
spreid vooroordeel te bestrijden, dat de vrouwen
van het tooneel minder zouden zijn dan de zoo
genaamde femmes du monde.
Zij hoopt dus, dat het syndicaat der
tooneelkunstenaars, dat zitting heeft in de Arbeidsbeurs,
haar wel zijn medewerking zal willen verleenen,
door het denkbeeld in het gilde te verspreiden.
* #
*
De tirma Hunkemöller?Lexis, Leidschestraat
103, de bekende corsettenfabrikanten, hebben weer
een geïllustreerde prijscourant doen verschijnen.
In de prijzen van 14.?tot 1.25, in alle
qualiteiten en vormen, op alle levensomstandigheden en
alle tailles toepasselijk, beveelt de firma hare
elegante corsetten aan.
*
Het mag een feit van beteekenis genoemd
worden, dat nu reeds, nog zoolang vóór het eind
der eeuw, eene vrouw haar Söjarig jubiléals
dokter gevierd heeft. Mevr. dr. II. P. Süsslow,
wie dit te beurt viel, practiseert te St. Peters
burg. Zij is de dochter van een boer te Nischni
Kovogorod; haar vader was rentmeester en wel
gesteld genoeg om zijn dochter een goede opvoe
ding te doen geven, eerst op eene meisjeskost
school te Moskou, teen op een meisjesgym
nasium te St. Petersburg. Daar deed zij eind
examen en woonde als toehoorderes de colleges
aan de medisch-chirurgische Academie bij. Zij
kon er echter volgens de toenmalige bepalingen
geen diploma krijgen en reisde nu naar
Zwitserlaad, waar zij den geheelen cursus aan eene
medische faculteit doormaakte, haar examen
deed en promoveerde tot doktor in de medicijnen,
chirurgie en obstetrie. Nog als toehoorster te
St. Petersburg had zij reeds een physiologisch
artikel geschreven, dat in een medisch tijdschrift
werd opgenomen; zij gebruikte het nu als grond
slag voor hare dissertatie, die door andere wer
ken gevolgd word.
Toen in Rusland de gelegenheid geopend werd
voor vrouwen om de medische praktijk uit te
oefenen, keerde zij daarheen terug, en werd
spoedig eene gezochte specialiteit voor
vrouwenziekten. E?e.
LLERLEI
Een spookgeschiedenis
t c van Richard Owen. Den
nai~'"" tuuronderzoeker Richard Owen,
die dezer dagen is overleden, overkwam, toen
hij nog gevangenisdokter te Lancaster was, een
spookgeschiedenis, die hij later gaarne verhaalde
en welke een zijner vrienden in Uaily JHews
mededeelt. Eens stierf er een neger in de ge
vangenis. Nadat de jonge dokter de vereischte
lijkschouwing had gehouden, werd het lijk in de
kist gelegd en het deksel vastgeschroefd, omdat
de teraardebcstelling op den volgenden dag be
paald was. Owen hield zich reeds destijds met
vergelijkende anatomie bezig, en negerkoppen
waren vrij zeldzaam; hij besloot derhalve dezen
voor de zaak der wetenschap niet verloren te
laten gaan. 's Avonds keerde hij naar de gevan
genis terug, voorzien van een zwarten zak, die
een grooten keisteen bevatte. Wegens zijn
doktersambt kreeg Owen zonder moeite toegang
tot de lijkzaal; hier werd de kist geopend, het
hoofd van den neger er uitgenomen en de steen
in zijn plaats gelegd. De uitgang van de lijkzaal
was echter zeer afbellend en door de gevallen
sneeuw uiterst glad; Owen had dus nau
welijks eenige schreden gedaan, of hij viel
en verloor in den val den zak uit zijn hand, het
hoofd viel eruit en rolde langs de straat. Owen
stond op, greep den zak, ijlde het hoofd na,
dat op den drempel van een kleinen tabakswinkel
in zijn loop gestuit werd; hij stak het weder
in den zak en maakte zich, zoo snel liij kon,
uit de voeten. Toen Owen den volgenden morgen
denzelfden weg langs kwam, om zijn dagelijksche
taak in de gevangenis waar te nemen, riep de
vrouw uit het winkeltje hem binnen en verzocht
hem toch eens naar haar man te komen zien,
die gisteren avond van schrik doodziek was
geworden. Het bleek, dat de man een gepen
sioneerd zeekapitein was, die op de
WestIndische eilanden menig avontuur had gehad, en
menige daad begaan, waar ook negers in be
trokken waren, en die zijn geweten wel bezwaren
kon. Xu vertelde de oude kapitein, dat hij
gisterenavond rustig in zijn winkel gezeten en
toevallig juist aan een neger gedacht had, en
daar was plotseling diens hoofd de deur komen
binnenrollen en achter hem was de levende duivel
met een zwarten zak in de hand komen
aanloopen, had het hoofd opgevangen en toen
waren boiden als een bliksemstraal in de aarde
verdwenen. Het verhaal was wellicht niet zeer
vleiend voor den jongen anatoom, maar in allen
gevalle stelde het hem in zooverre gerust, dat
het bewees dat men hem niet herkend had.
Door de winkeliers in de hoofdstraten,
Nieuwendijk, Kalverstraat, Leidschestraat, Vijzelstraat,
l"trechtschestraat, Galerij, enz. is nagenoeg alge
meen besloten na l Januari a. s. tot sluiting te
i) ure des avonds over te gaan.
De commissie en het dames-comitéhebben
aan de deelnemers aan de vervroegde
winkelsluiting de volgende dankbetuiging doen toe
komen: MM. Met vreugde hebben wij kennis
genomen van uw ?belanglooze en humane beslis
sing, om uwe zaak met l o. Januari a.s. te 9 uur
te sluiten. Dit geeft ons aanleiding. U onzen
weigemeenden dank te betuigen. Het moet voor
U een streelende voldoening zijn, te hebben