Historisch Archief 1877-1940
'to.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
A M STERDAM SC H E NIEUW J A ARS WEN SC H EN.
-i»
V*
Brievenbesteller.
Als het aan ons lag was iedere brief
Welkom en aangeteekend;
Als het aan bns lag werd heel geen tarief
Ooit door de post berekend.
Zorgt slechts, vóór dat ge een kieswet gedoogt,
Die ons veel mér doet loopen,
Dat ons salaris ter deeg wordt verhoogd;
Dat is al wat we hopen.
Telegrambezorger.
De Telegraaf, kersversch verschenen,
Loopt met mijn beste klanten henen;
Zijn »tijdingzaal" is waarlijk mooi.
Maar ik blijf (trots de vèrspreekmode!)
Uw ochtend-, dag- en avondbode,
En vraag dus vriendlijk om een fooi.
Particuliere Nachtwaker.
Als Foezel zegt: Ik doe liet niet. ik doe het lekker niet l"
Dan baart dit voor ie burgerij slechts kommer en verdriet.
Wij, dilettant-bewakers van uw huis, uw erf, mv hof,
Wij doen het lekker wél en vragen vrij dus uwen lof.
En geeft ge ons dan een goede fooi - het wakea maakt zoo moe
Dan brengen wij per nacht n dief naar de klabakken toe.
Vuilnisman.
Zingen mag ik niet op straat,
Maar mijn ratel laat ik hooron.
Stopt uw muzikale ooren
Als ge langs mij henengaat.
Doch bedenkt het, mannen, vrouwen,
Vaak is kwijtzijn groot gewin ;
Wat ge mij wilt toevertrouwen
(iaat gerust den Doofpot in.
jWaldiepers.Jj
Van den wal in de sloot zijn weer velen geraakt,
Want ze hebben maar povere zaken gemaakt.
Daarom diepen wij, vrienden, het slootje.
Komt er veel dat niet frisch en niet lekker is uit,
Het verdwijnt in de diepten der baggerschuit.
,. _v Waar de duivel het haal' en zijn grootje !
Liernurstelsel.
Stil in den nacht, en vóór dat je 't merkt,
Wordt door ons corps heel netjes gewerkt. ?
Stiekem dat is de kunst maar!
Stil on beloofd, met de pet in de hand,
Gaan we al wenschend door Amstelland,
Stiekem; schenkt ons je gunst maar'
'füjffj Lantaarnopsteker.
Lieve menscheu uit Amsterdam,
Hoort me toch met geduld aan:
Als het gas je te duur uit kwam,
En je daarom Electrisch nam,
'k Uad er waarachtig geen schuld aan!
't Komt van 't Imperial-contract alleen;
(Loop met dat nare contract maar heen !)
Liet ik in 't donker je zitten,
Dan had je niets voor je pitten.
Conraiitoinbrenger.
Ik breng wat men mij vraagt,
Wat elk het meest behaagt,
Maar toch ik vind het jammer
Als ieder dien 'k bedien,
Mij niet, het liefst wil zien
Met 't Weekblad d'Amsterdammer.