De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 8 januari pagina 6

8 januari 1893 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

V * ' *? k' "f »* AMSTBRÖAMMBR, WEEKBLAD TOOR NEDERLAND. 811 GANNKF. TJit Dr. GANNEF's Studeerkamer. .(Set auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). i, r Sr .. ' - ften Speelgoedwinkel. Ie sploopende uitstallingen van , vitoer een dicht lomer Aalt van vlaggen, gomelastüken ballen in Japansche lantarens, emmertjes, !*w., stroomt tegen de feestdagen ,. drom «tonfe» langzaam in, nu overvloeiend tn de kamerf, achter r Viwkel, voor deze gelegenheid gejeeerd. De winfoljuffrouieen kwaken automatisch haar aanprijzingen). I. Zoo, Jansje, je hebt dus een oldaatjes gekozen ? Heel goed, jongen. i sullen we nu voor kleine zus en baby ?^»«wfc0). Ook een doos soldaatjes «ou voor zus heel aardig zjjn, en het al, ... een vesting voor baby. (twijfelend) Maar ze zijn nog zoo Jantje, ze zullen daarmee nog niet ; «pelen. O, dan kan ik het ze leeren, wat u, <fer. Dat is goed. Ik vind het heel «en jongen lief is voor zyn kleine f s ottbaatttMAtige raad wordt opgevolgd). II. ». Neen, Bert, 't is enkel gekheid. Je kunt speelgoed meer verlangen. Je hebt nog " dat zoo goed als nieuw is. (tot een vriendin) zoo neijes op al wat h\j kr\jgt. Hy durft oed nauwelps uit de doosjes te halen, anders mag er aan komen. De vriendin. Zoo'n lieve jongen! Dan ver dient hij toch ook wel wat nieuws te hebben, omdat h\j er zoo goed voor zorgt. De moeder, 't Is zoo. Hij laat me ook geen rust eer h\j wat heeft, dat weet ik wel. Maar onthoud dat, Bert, 't is alleen om je je zin te geven, en ik koop voor Piet niets, (tot de vriendin) Die jongen geeft alles weg. (toert neemt beide kostbare zedelessen ter harte). III, Mevrouw vin Hoogemwaarde tot haar minder gefortuneerde xclioonzuster. Dwaasheid, Mat, ik wil er niet van hooren. Rob heeft meer speel goed, dan waar hij weg mee weet. De schoonzuster (verontschuldigend) Natuurlyk, lieve Sophia, ik weet dat uwe kinderen alles kunnen krijgen, wat . .. Maar ik heb nu niemand meer dan me zelf, dat weetje, en als ik mocht.. . ik zou het zoo graag willen ... Menrcuw van Hoogenwiarde. Ik heb je al gezegd, dat er niet de minste aanleiding is om je geld op zoo'n dwaze manier uit te geven. Ik hoop dat dat genoeg is. De schoonzuster. Mij dunkt hy zou wel pleizier hebben in een .van die aardige sproeiwagentjes. Zou je niet, Rob ? Mevrouw van Hoogewwaarde. Ja, die zou ik hem zeker koopen!! Hoe komt het bij je op ? Dan .kan hjj er de kleur mee uit mijn nieuw kleed wasschen! Maar natuurlijk, dat kan jou niet schelen. De schoonzuster 't Is waar, ik dacht niet om je mooie vloerkleed. Maar, zeker, dat kon.... Maar een van die kruidenierswinkeltjes, ze zijn werkelijk heel goedkoop. M-VIOUW van Hoogeiiwanrde. Ik dacht altijd dat goedkoop een relatief begrip was, al naar dat men kon besteden. De schoonzuster. Maar dat kan ik wel besteden, lieve Sophia, dank zij de gulheid van je goeden man en ... van jou ... Mevrouw van Huogenwaarde. Mij moet je er niet voor bedanken. Ik heb er niets mee te maken gehad. Ik heb mijn man indertijd gewaarschuwd, dat het alleen ... En me dunkt, ik heb het goed ingezien. En Rob heeft al een kruideniers winkel, een heel mooie, werkelijk, ik kan je alles niet opnoemen wat hu al niet heeft. Bob. Ik wel, tante Mat. Ik heb vooreerst geen spoortrein, ('ot zijn moeder, die hem mee sleurt) Ik wou wel een blikken spoortrein, die opgewonden wordt en op rails loopt. Laat tante . . . Waarom blijft ze nu achter ? . .. De schoonzuster, (hen inhalend, Rob (.en doosje in de h'ind duwend). Daar, lieveling, daar is je spoortrein, straks thuis krijgt tante Mat er wel een zoen voor, hè? (Hob opent de doof en ziet dat het een houten spoortrein t>). Wat is er, jongen? Is het niet zooals je bedoelde? Mevrouw vnn Hoogenivaarde. Hij had er liever een gehad die opgewonden kon worden, met rails. Ik dacht er over, er zoo een voor hem te koopen, l maar ik ben overtuigd dat hjj z\jn tante toch zeer verplicht is ... Niet waar, Robert ? Rob (Of) een gelukkige gedochte komend). O tantetje, ik dank er u wel voor! En ik heb dezen trein veel liever dan een blikken, omdat hier al de deurtjes open kunnen; 't is precies wat ik verlangde ! .. . Mevrouw rnn Hoogenwiarde. Dat is juist iets voor Rob. Hij zegt nooit iets, dat iemand kan kwetsen,alsbjjer met mogelijkheid wataan doen kan. De schoonzuster (met, gedwtëe dvbbeliinHighrid). O, lieve Sophia, je gaat hem ook zóó goed voor ... (Rob ix benieuwd waarom moeder hem zoo in de hand knijpt"). IV. Vorstelijke geschenken ,?van het Kerstfeest ontving ook een geschenk van den Kei.?.roblnnd, en wel vier dpozen met t (grenadiers en kurassiers). En, al moest ik er ook voor tegen mijn enkel». SBYFFABDT: T>e heer Van . heeft in beginsel in vele opzichten H «ar dp Kamer neme t\>ans uit defeVoor de Kroon, incidenteel geene beO Mama, hoe aardig van neef Wilhelm ? Wat zullen we hem nu sturen? Wel.... Meneer van Kerkwijk bijvoorbeeld ? Jie.n starende heer (lot de winkel ju ff rouw). Ik . . . ik wou het een of ander speelgoed . .. voor een kind . . . weet u? (Alsof men hem anders wat voor bedaagde menxchen zou geren). Althans, ... 't is niet precies een kind ... het kan praten en zoo meer . . . Wivketjuffrouru. Wilt u hier eens binnenkijken, mynheer? We hebben een groot assortiment om uit te zoeken .... Is het voor een jongen of voor een meisje? De starende heer. 't Is een jongen .... Hij heet Koos,.... u zult zeggen, dat is ook een meisjes naam Maar het was het best iets, datniet ik bedoel iets, dat geen. kamer). De winkel j u ff rouw. O, ik begry'p het wel, mynheer.... zoo'n aardig paardje en wagentje zijn heel lief voor een kind. (Flauw'jesaanbeve'end). U kunt het paardje er afspannen. De starende hrer. Hm,.... ja,.... maar ik heb wat bijzonders noodig .... heel iets anders. De winkelptffrouw. We verkoopen ook veel van die poppen,.... al de kleertjes kunnen uit en aangetrokken worden. De. starende heer. Is dat niet een beetje? En dan, voor een jongen, hè? .... De winMjtiffrouw. Misschien was een doosje houten soldaatjes meer geschikt voor een jon gen, .... natuurlijk .... De starende hetr. Soldaten .... ja .... maar ziet u, het kon ook wel eens een meisje blijken te zijn, en dan .... De winkeljuff -nuw Ik zie, dat u wat wilt, dat voor beiden even gepast is. Hier heeft u .... (Zy brennt een stel zwaantje* op rolletjes te voor schijn). U steekt een stokje hier achter in, zoo, en laat 't maar voor u uitrollen en al de zwaantjes gaan op en neer. (Ze rolt het op en neer, zonder heel Teel enthousiasme). De starende heer (het flaiiwtjes aankijkend). O ... ja, de zwaaritjes gaan op en neer, hè? . . . 't Is niet precies . . . maar waarschijnlijk zou dat ook niet... ik kan het evengoed nemen als iets anders . . . ja, u kunt het zenden aan . . . waar wonen ze nu, laat nu eens zien ? . . . wonen ze nu, Parkweg, Parklaan of Parkstraat? (Tot de juf frouw, die het natuurlijk niet tuut) Neen, na tuurlijk, dat weet u niet.... Doet er niet toe, ik zal het maar meenemen, .. . pak u het maar niet in ... (Hifi neemt het mee, en laat het dl spoedig in een vigelante liggen). Een rmolijke oom komt rn.fi neefjes en nichtjes binnen. Hier is heel wat keus, hè? Kijk maar eens rond, jongens, en ziet waar je het meest lust in hebt. . . Jeanne (de oud-te zestien, »al zoo'n klein vrouw tje") Ik denk, dat ze liever willen, dat u voor hen kiest, oom. Oom. Malligheid! Ik heb er geen idee van, waar jongens en meisjes tegenwoordig lust in hebben. Ze moeten zelf kiezen, hoor! Winkeljuffromo (mat). Misschien heeft een van de jongeheeren wel zin in een baggermachine; u ziet, er wordt aan de kruk gedraaid, en al de kleine emmertjes gaan met den ketting rond, en scheppen modder of zand op. En daar is een brandspuit,... dat is een heel aardig stuk speelgoed, daar kunt u echt water mee spuiten. Toni (elf jaar oud, is rol bewondering roor de litggermnchine, terwijl de brandspuit genade vindt in i/e ooc/en vin Jooriie, die negen i.'). Jeanne (e'nat ia) Ik ben bang, oom, dat de baggermachine nog al veel drukte zal geven, en de brandspuit zou Joopie op de gedachte brengen om met vuur te spelen.?Joopie, als je nog eens zegt: beroerde bemoeial, zal ik het aan mama zeggen.-j-Oom weet het best wat ge schikt voor je is. Oom. Ja, er is wel wat te zeggen voor je opmerking, Jeannelief; we moeten maar eens zien, of we niet wat beters kunnen vinden, dat is alles. Winkflj»ffrouir. Ik heb kindertheaters, hier, met boekjes erbij, en personen en coulissen, voor het stuk Hendrik aenezen van lift lieven, geheel klaar om zoo opgevoerd te worden. Wat zou u daarvan denken? (Torn en Joopie kijken weer zichtb'tar vroolijker). Jeanne. Ik weet niet. oom, of ma wol graag bad, dat ze dat kregen. Ziet u, ze konden daar door smaak krijaren in de romedie. Oom. O ja, dnt kon. Dat is al heel bedacht zaam van je, Jeanne. Ik moet bij je moeder niet in slechten naam komen, dat zou niet eraan. Wat is er in deze doozon? Soldaten? Wat zeg jo daarvan.jongens ? ( De jongen* zijn nlweer pefrnnst). .Icantie (Hef}. Zo worden misschien wel wat groot voor zulke kinderachtige dineren, oom. Mag ik n eens zeggen wat ik denk? Als u voor Toni een mooie leg-landkaart kocht, hij is in zijn aardrijkskunde wat achterlijk. En dan oen transparant-lei voor Joopio, die zoo aardig begint te teekenen. En een klein werkdoosje, natuurlijk geen dure, voor Wimpjo, . . . dat zou heel mooi zijn. (Deze zusterlijke r^/ad wordt beloond door ondankbaar en o/iroer'fi gebrom). Oom. Torn. hoorde ik je daar tegon je zuster »draak" zeggen? Kom, kom, en wat draai je toch allen om die waterwerken heen? Me dunkt, Jeanne, dat je toch niet heelemaal hun smaak getroffen helit. Jeanne (vroo"-). Ik heb u alleen gezegd, oom, wat ik dacht dat ma graag zag dat ze kregen. geschopt worden, ik ben zeker, dat ik gelyk heb. Oom. Altoos n troost, beste Jeannetje. Ik ben overtuigd, dat nooit een neef van m\j zijn zuster schoppen zou, behalve alleen geheel toe vallig. Laten we er dus maar over zwijgen. Maar het dient nergens toe, hun te geven, waar ze geen lust in hebben; dus we moesten het maar bij de brandspuit houden, en het andere... is het de komedie, Joopie? Heel goed. En maak maar dat ik er geen last van krijg, dat is. alles. Wimpje wou wel een pop hebben, hè? In orde. Nu is er voor iedereen gezorgd, behalve voor Jeanne. Jeanne (koel). Dank u, oom, maar u schijnt te vergeten, dat ik niet precies een kind meer ben. (Zij stapt met majesteit den winkel uit.) Oom. Ai, daar heb ik weer misdaan. Maar we kunnen toch Jeanne niet overslaan .... Ik moet zorgen dat ze ook wat krijgt. Hier Torn, jij kunt me wel het een of ander noemen waar ze van houdt. Joopie (later tot T.im). Wat heb je oom aan geraden voor Jeanne ? Torn (met misdadige pref). Ik .... een doos met zoo'n kwast erin .... Weet je niet dat we haar verrast hebben, terwijl ze haar neus poederde met ma's kwast? En oom heeft er een gekocht (JJtt naar de op- \ voor haar. Wat zal ze spinnig zijn! (Stappen voort in 't gelukkig vooruitzicht). In 't vuur der l. rede. ken, , , Er zijn in 't leven van die oogenblik~ .... waarin aangeraakt. stemmen . . de fijnste snaren der ziel worden.' Oogenblikken die tot nadenken.: .... Oogenblikken die maar ook Oogenblikken kalme vreugd geven 4. ....vol heftige emotie, die men nooit vergeet!...'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl