De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 8 januari pagina 7

8 januari 1893 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

* v. ITo. 811 BE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. « -r. Zwitserland en de Fransche douane-tarieven. s TARIEF '?"' 1 De Duitsche MICHEL. Ik heb het je altijd wel gezegd, juffrouw Helvetia, met die Fransche madam ia geen land te bezeilen. Ik help je beter, hoor, en voor civielen prijstlliliillltllliimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiHiiiiiiii IIIIHHIIIIIIUHlMlllllllllllirllllllllllMIIIIHIIIIIIIIIin iiiiiliiiiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiniiiiiiiiMiiiiirMiiiniiiMiiiiiiiMiiiMiuiiiiniiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiHiHiiiiiul Snuifles. Ik lees in een van de Dagbladen: »De lioofdvoorwaarde om den dag goed tegebruiken_ is ongetwijfeld hierin gelegen, dat men begint te werken, ais de4zon haar licht voor iedereen beschikbaar stelt. «Ware zulks wat meer de gewoonte, zoo «oude ten halftwaalf' of twaalf ure de eetlust zich zoo flink doen voelen, dat men dan een -degelijk middagmaal zou aanspreken." Dit wil er bij me in. Ik ben in den zo mer 's morgens wel eens uit hengelen geweest ?om half' vier, en in den herfst wel eens op de jacht gegaan om half zes, en 't is waar, ik had dan om half' of' heel twaalf een honger als een paar I; ook durf ik gerust te zeggen, dat ik die dagen goed heb gebruikt. In zooverre hebben wij hier dus de proef op de som. «Thans hebben wij" zoo lees ik verder »vaak voor ons eerste en tweede ontbijt een bo terhammen-systeem, dat ons tegen drie ure in den steek laat, zoodat de behoefte zich doet gevoelen aan een hartversterking, die als voorlooper den weg moet banen voor den waren maaltijd, eerst aanvangende, als de dag bijna geëindigd is." En ook dat is juist. Daarom heb ik als regel in mijn huis ingevoerd, ten einde in 't systeem te blijven, om drie uur ook een bo terham te eten, die tot zes uur tegenhoudt. Want zooveel brood kan iemand niet in eens eten, dat hij er vijf uur mee toe kan. Zoo kwam het mij meermalen voor, als ik begon te werken juist »als de zon haar licht voor iedereen beschikbaar stelt", dat ik 's morgens om een uur of tien al naar den alcohol dorstte. Toen heb ik reeds gezegd, al liet ik 't niet drukken: een paar boterhammen per dag meer zou 't beste middel zijn tegen Schiedam. Eindelijk beginnen ook anderen dit in te zien, en zoo zuilen we de sociale quaestie weer een eindje helpen oplossen. De Amsterdamsclie correspondent van de Nieuwe Rotierdamsclie Courant komt op voor de slaapsteehouders in den Duivelshoek, die de concurrentie der Shelters van het Leger des Heils en van de Vereeniging tot huisvesting van dakloozen betreuren. Ik acht het een voorrecht voor onze stad, een man te mogen herbergen, die zooveel sympathie gevoelt voor het lot van Langen Manus en ?diens ondernemende vakgenooten. Die man heeft het hart op de rechte plaat?. Men zal natuurlijk wel zeggen, dat er nog honderden* stumpers zijn, die de bescheiden prijzen van een logies in den Duivelshoek niet kunnen bekostigen. Dat is zoo, maar wat doen de mensehen in Amsterdam? Om zulk canaille mag men geen eerlijk zaakje benad.eelen Liefdadigheid is een moofëzaak, -maait zij, moet de negotie niet bederven. Burgemeester Roest wil het Haagsche stad huis verlaten, en zich voor eene anders zeker aanstaande herbenoeming niet be schikbaar stellen. Dat hebben hem de kiesrecht-betoogers gebakken, die hem met zijn niet gehandhaafd meeting-verbod zoo'n leelijk figuur lieten slaan. Ik moet erkennen, dat burgemeester Roest het gezag niet hoog heeft gehouden, en dat moet een burgemeester natuurlijk allereerst doen. Maar ik kan het hem toch niet zoo kwalijk nemen, dat hij in de vvar is afraakt Als de raadslieden van de Kroon de Koningin een reisje naar Haarlem ontraden, omdat het in de choleratijJen niet wenscheüjk is, dat de goêgemeente te hoop loopt, en een paar da gen later den optocht met de glazen koets, die nog altijd duizenden trekt, in den Haag' laten doorgaan, waar blijven dan de hygiënische motieven van den Haagschen burgemeester? Keizer Wilhelm heeft zijn nieuwjaarsspeech bewaard voor de hoofdofficieren, die hem kwamen complimenteeren Er moet weer zoo iets gezegd zijn van het verbrijzelen van tegen standers. Waar gaat het in Duitschland heen, als er onder de generaals ook at tegenstan ders van de legeruitbreiding zijn, eii als de Keizer hen in krasse termen moet waarschu wen om den Rijksdag niet op te stoken? Mij dunkt, dat voor Z. M. het pleizier van toet regeeren er langzamerhand at' moet gaan, als die miserabele gewoonte van critiseeren ook al tot het leger doordringt. En het gekste is, dat hij toch zijn generaals niet kan aanraden, het stof van hun pantoffels te schudden en met de burgerJijke politieke tinnegieters het land te verlaten. Een apen-kiesvereenighig. Prof'. Dr. Garner, de beroemde groote Engelsche natuuronderzoeker, die, zooals de lezer waarschijnlijk weet, zich thans in CentraalAfrika ophoudt, om door middelvan den phonograaf' de taal der apen te bestudeeren, heeft het buitengewone voorrecht gehad een vergade ring van een apen-kiesvereeniging bij te wonen; de geleerde geeft in de te Boston verschijnende New I'lionetic lleview daarvan een beschrijving, waaraan het volgende is ontleend. De voorzitter der kiesvereeniging Uaho (Apenplicht) was een groote mandril, bekend door zijn kolossale bananen- en woordenrijkdom. Vooral met de laatsten was hij altijd gul. De notulen der vorige vergade ring werden niet voorgelezen, daar het be stuur dat verloren tijd achtte. Na de opening der vergadering bleken er drie candidaten te zijn Ooatskclii, een groote orang oetang, de sterkste van allen en dus doctrinair, Chigoakt, een vooruitstrevend aapje, en Fo-ali, een zeer roode aap, met een reu zen boomtak als fia-de-siècle wandelstok in de handen met zeer ver doorgedreven begrippen in 't hoofd. Si-nones, een der oudste leden van Apen plicht, beval allereerst zijn candidaat, den doctriuairen Goatskehi aan in de volgende rede: Mijne Apen ! Indien ik hier in dit woud de vrijheid neem het woord tot u te richten, doe ik eigenlijk iets overbodigs. (Ja, ja, klinkt het uit de rechtertakken) Onze candidaat is zoo algemeen geacht, zoowel op de boornen zijner inwoning als op andere boomen, dat zonder aanbeveling zijne verkiezing reeds verzekerd is. Onze tijd heeft behoefte aan apen met karakter, aan degelijkheid, \velgevlooidheid en ordelievendheid, ja ordelievend heid vooral In deze onrustige tijden, nu het zwakkere apendom zich niet meer tevreden stelt met de, enkele banaan, dien de sterkere wel zoo goed zijn over te laten, maar ook mee wil plukken aan den grooten apenbroodboom, die zich in de eeuwen uit een eenvoudige kiemcel heeft ontwikkeld, is er behoefte aan apen die durven, aan apen die zich niet ontzien, desnoods door geweld van wa penen, de hongerige oproerlingen tot berusting te dwingen. Gou-tskchi is zoo'n aap. Of' siert te vergeefs een rij van ridderorden zijn borst? Of' is hij voor niets ridder van de orde van den Apenkroon, officier van de Aapsche Maïskolf'? Heeft hij niet het Grootkruis van de Zwarte Vloo, hem toegekend voor de verdienstelijke overbrenging van de treurige tijding van het omhakken van 't Mitsmi-woud door detweebeenige onhandige blankstumpers ? (Toejui chingen rechts, gesis links). Verdienstelijker candidaat, dan de mijne, kan niet gevonden worden, mijne apen. Heeft hij zich ooit tegen een door het Hooge Be stuur genomen maatregel verzet? Heeft hij zich ooit over het niet-indienen van een wet tot verbetering der mindere aapbelangen beklaagd? Heeft hij ooit oppositie gevoerd? Ooit de verhooging der salarissen van hoogere ambtenare.i bestreden? Ooit zelfs een civiele lijst beknibbeld? Ooit zijn stem geleend om het verleenen van subsidies voor aapjes-voeding en vlooïng te bepleiten? lij tart u, mijne apen, hierop een beves tigend antwoord te geven. Hij heeft de za ken altijd wel bevonden en zich zelf'daarbij. Hij is flink, eerlijk, rechtschapen, onpar tijdig, eerbiedwaardig en van aanzienlijke familie. Zijn vader, zijn oom, zijn zwager hebben allen zitting in deftige colleges en hij zal ook, als onbevooroordeeld man en voorbeeldig huisvader, zijn zonen ja zelfs zijn neven in waardige landsbetrekkingen plaat sen. Hij zal na zijn verkiezing steeds tot hen blijven behooren, die wars van eerzucht en sprekersroem zullen blijven zwijgen over de zoogenoemde nooden der arme apen, en zoo de beste verdediger uwer rechten zijn. Met volle overtuiging durf' ik u hem aanbevelen en ten duidelijkste zal u telkens en telkens blijken dat Goatskchi the right monkey on the right tree is. (Toejuichingen.) doatsjo, een jonge aap, beval nu zijn car.didaat aan: »Mijne apen", aldus sprak hij, »de aap, dien ik aanbeveel, is vooruitstrevend en thans dus nog een vertegenwoordiger der minderheden. Dat kan en dat mag en dat zal niet langer. Denk niet, dat hij vreest voor de phrases, da pathetische phrases onzer tegenstanders. WO willen vooruitgang, verbetering, verandering der maatschappelijke toestanden en hoe, mijna geachte apen, zijn die anders te verkrijgen dan door de verkiezing van Chigoaht. HVJ is het die door zijn onvermoeid streven, ons geleerd heeft den staart in de rechte krul te houden ; hij is het die geijverd heeft voor de afschaffing der drukkende belasting op het vlooien; hij is het die, kostelooze voeding voor de hongerlijdende aapjongen heeft voor gestaan. Heeft hij ooit als die vele anderen, »Mensch, wat heb je mooie jongen", ge speeld met ons Koninklijk Huis om een lintje of een ambt? Hij is altijd oprecht geweest; nooit heeft hij gedraald, noch zich ontzien om krachtige maatregelen aan te bevelen, waar die noodig waren in :t belang van ons volk. Steeds streed hij voor de minder bedeelde en zwajtkere apen en dat zal hij blijven doen, of gij hem al dan niet verkiest. Maar weet wel, arme apen, dat elk jaar uitstel beteekent een jaar honger, ellende en achteruitzetting. Ik laat u in uvye keuze vrij. Men zal u op de conservatieve humoristische bam boes uitmaken voor apen die zich niet kunnen scheren en daarom maar steeds ge schoren moeten worden. Aardige Creoolsche conservatieve meerkatjes zullen u ijselijkeapenhistories vertellen, van apen die zich sneden met messen waarmee ze niet konden omgaan: maar overtuigt u eens van de belangloosheid van al die Creooltjes en gij zult u een mes eis-chen en niet langer op slecht geschoren billen willen zitten!" (Bravo's en gesis. De voorzitter hamert er met een boomstam tusschen in, wat merkwaardig spoedig helpt). Nu kwam de roode aap aan de beurt, want in de apen wereld huizen alle soorten te zamen; To ah zeide zijn eigen candidatuur te willen aanbevelen. De anderen lieten dat aan hun vrienden over, dan behoefden ze zelf niet te blozen als ze leugens opdischten (een stem: Jij kunt niet meer blozen, jij bent al rood." Rumoer). Burgerapen en verdere aapachtig.e burgers, ik zeg u dat waar men de apen wil slaan, men ligt een Tak kan vinden... (Geroep: Leugens, als we meer Takken hadden, zou het er niet zoo beroerd uitzien; maar dat is het juist, de Takken worden zooveel mogelijk bek . kt en gekapt!") Burgerapen,wij moeten vooruit; de bosschen hier dienen gekapt en we moeten hutten van 't hout bouwen. (Een stem: Maar waar moeten dan de bananen groeien?") Alle apen moeten stoffelijk gelijk worden, rechtvaardiger verdeeling van het haar en geen onderscheid tusschen gestaarte en ongestaarte . Den gestaarten moet de staart afgehakt worden.... (Rumoer, geschreeuw, de voorzitter neemt met het bestuur de vlucht. Een algemeen oproer ontstaat).... Prof', dr. Garner wist er nu genoeg van \ hij pakte zijn phonograaf in en verwijderde zich en heeft zich vast voorgenomen eenige apen ter onderricht en beschaving naar de> Nederlandsche kiesvereenigingea te sturen»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl