Historisch Archief 1877-1940
* v.
ITo. 811
BE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
« -r.
Zwitserland en de Fransche douane-tarieven.
s
TARIEF
'?"'
1
De Duitsche MICHEL. Ik heb het je altijd wel gezegd, juffrouw Helvetia, met die Fransche madam ia geen land te bezeilen. Ik help
je beter, hoor, en voor civielen
prijstlliliillltllliimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiHiiiiiiii
IIIIHHIIIIIIUHlMlllllllllllirllllllllllMIIIIHIIIIIIIIIin
iiiiiliiiiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiniiiiiiiiMiiiiirMiiiniiiMiiiiiiiMiiiMiuiiiiniiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiHiHiiiiiul
Snuifles.
Ik lees in een van de Dagbladen: »De
lioofdvoorwaarde om den dag goed
tegebruiken_ is ongetwijfeld hierin gelegen, dat men
begint te werken, ais de4zon haar licht voor
iedereen beschikbaar stelt.
«Ware zulks wat meer de gewoonte, zoo
«oude ten halftwaalf' of twaalf ure de eetlust
zich zoo flink doen voelen, dat men dan een
-degelijk middagmaal zou aanspreken."
Dit wil er bij me in. Ik ben in den zo
mer 's morgens wel eens uit hengelen geweest
?om half' vier, en in den herfst wel eens op de
jacht gegaan om half zes, en 't is waar, ik had
dan om half' of' heel twaalf een honger als
een paar I; ook durf ik gerust te zeggen, dat
ik die dagen goed heb gebruikt. In zooverre
hebben wij hier dus de proef op de som.
«Thans hebben wij" zoo lees ik verder
»vaak voor ons eerste en tweede ontbijt een bo
terhammen-systeem, dat ons tegen drie ure in
den steek laat, zoodat de behoefte zich doet
gevoelen aan een hartversterking, die als
voorlooper den weg moet banen voor den
waren maaltijd, eerst aanvangende, als de dag
bijna geëindigd is."
En ook dat is juist. Daarom heb ik als
regel in mijn huis ingevoerd, ten einde in 't
systeem te blijven, om drie uur ook een bo
terham te eten, die tot zes uur tegenhoudt.
Want zooveel brood kan iemand niet in
eens eten, dat hij er vijf uur mee toe kan.
Zoo kwam het mij meermalen voor, als ik
begon te werken juist »als de zon haar licht
voor iedereen beschikbaar stelt", dat ik
's morgens om een uur of tien al naar den
alcohol dorstte. Toen heb ik reeds gezegd, al
liet ik 't niet drukken: een paar boterhammen
per dag meer zou 't beste middel zijn tegen
Schiedam. Eindelijk beginnen ook anderen
dit in te zien, en zoo zuilen we de sociale
quaestie weer een eindje helpen oplossen.
De Amsterdamsclie correspondent van de
Nieuwe Rotierdamsclie Courant komt op voor
de slaapsteehouders in den Duivelshoek, die
de concurrentie der Shelters van het Leger
des Heils en van de Vereeniging tot
huisvesting van dakloozen betreuren. Ik acht
het een voorrecht voor onze stad, een man
te mogen herbergen, die zooveel sympathie
gevoelt voor het lot van Langen Manus en
?diens ondernemende vakgenooten. Die man
heeft het hart op de rechte plaat?. Men zal
natuurlijk wel zeggen, dat er nog honderden*
stumpers zijn, die de bescheiden prijzen van
een logies in den Duivelshoek niet kunnen
bekostigen. Dat is zoo, maar wat doen de
mensehen in Amsterdam? Om zulk canaille
mag men geen eerlijk zaakje benad.eelen
Liefdadigheid is een moofëzaak, -maait zij,
moet de negotie niet bederven.
Burgemeester Roest wil het Haagsche stad
huis verlaten, en zich voor eene anders
zeker aanstaande herbenoeming niet be
schikbaar stellen.
Dat hebben hem de kiesrecht-betoogers
gebakken, die hem met zijn niet gehandhaafd
meeting-verbod zoo'n leelijk figuur lieten
slaan.
Ik moet erkennen, dat burgemeester Roest
het gezag niet hoog heeft gehouden, en dat
moet een burgemeester natuurlijk allereerst
doen. Maar ik kan het hem toch niet zoo
kwalijk nemen, dat hij in de vvar is afraakt
Als de raadslieden van de Kroon de Koningin
een reisje naar Haarlem ontraden, omdat het
in de choleratijJen niet wenscheüjk is, dat de
goêgemeente te hoop loopt, en een paar da
gen later den optocht met de glazen koets, die
nog altijd duizenden trekt, in den Haag' laten
doorgaan, waar blijven dan de hygiënische
motieven van den Haagschen burgemeester?
Keizer Wilhelm heeft zijn nieuwjaarsspeech
bewaard voor de hoofdofficieren, die hem
kwamen complimenteeren Er moet weer zoo
iets gezegd zijn van het verbrijzelen van tegen
standers. Waar gaat het in Duitschland heen,
als er onder de generaals ook at tegenstan
ders van de legeruitbreiding zijn, eii als de
Keizer hen in krasse termen moet waarschu
wen om den Rijksdag niet op te stoken? Mij
dunkt, dat voor Z. M. het pleizier van toet
regeeren er langzamerhand at' moet gaan, als
die miserabele gewoonte van critiseeren ook
al tot het leger doordringt. En het gekste is,
dat hij toch zijn generaals niet kan aanraden,
het stof van hun pantoffels te schudden en
met de burgerJijke politieke tinnegieters het
land te verlaten.
Een apen-kiesvereenighig.
Prof'. Dr. Garner, de beroemde groote
Engelsche natuuronderzoeker, die, zooals de lezer
waarschijnlijk weet, zich thans in
CentraalAfrika ophoudt, om door middelvan den
phonograaf' de taal der apen te bestudeeren, heeft het
buitengewone voorrecht gehad een vergade
ring van een apen-kiesvereeniging bij te
wonen; de geleerde geeft in de te Boston
verschijnende New I'lionetic lleview daarvan
een beschrijving, waaraan het volgende is
ontleend.
De voorzitter der kiesvereeniging Uaho
(Apenplicht) was een groote mandril, bekend
door zijn kolossale bananen- en
woordenrijkdom. Vooral met de laatsten was hij
altijd gul. De notulen der vorige vergade
ring werden niet voorgelezen, daar het be
stuur dat verloren tijd achtte.
Na de opening der vergadering bleken er
drie candidaten te zijn Ooatskclii, een groote
orang oetang, de sterkste van allen en dus
doctrinair, Chigoakt, een vooruitstrevend aapje,
en Fo-ali, een zeer roode aap, met een reu
zen boomtak als fia-de-siècle wandelstok in de
handen met zeer ver doorgedreven begrippen
in 't hoofd.
Si-nones, een der oudste leden van Apen
plicht, beval allereerst zijn candidaat, den
doctriuairen Goatskehi aan in de volgende
rede:
Mijne Apen ! Indien ik hier in dit woud
de vrijheid neem het woord tot u te richten,
doe ik eigenlijk iets overbodigs. (Ja, ja, klinkt
het uit de rechtertakken) Onze candidaat is
zoo algemeen geacht, zoowel op de boornen
zijner inwoning als op andere boomen, dat
zonder aanbeveling zijne verkiezing reeds
verzekerd is. Onze tijd heeft behoefte aan
apen met karakter, aan degelijkheid,
\velgevlooidheid en ordelievendheid, ja ordelievend
heid vooral In deze onrustige tijden, nu het
zwakkere apendom zich niet meer tevreden
stelt met de, enkele banaan, dien de sterkere
wel zoo goed zijn over te laten, maar ook
mee wil plukken aan den grooten
apenbroodboom, die zich in de eeuwen uit een
eenvoudige kiemcel heeft ontwikkeld, is er
behoefte aan apen die durven, aan apen die zich
niet ontzien, desnoods door geweld van wa
penen, de hongerige oproerlingen tot berusting
te dwingen. Gou-tskchi is zoo'n aap. Of' siert
te vergeefs een rij van ridderorden zijn borst?
Of' is hij voor niets ridder van de orde van
den Apenkroon, officier van de Aapsche
Maïskolf'?
Heeft hij niet het Grootkruis van de Zwarte
Vloo, hem toegekend voor de verdienstelijke
overbrenging van de treurige tijding van het
omhakken van 't Mitsmi-woud door
detweebeenige onhandige blankstumpers ? (Toejui
chingen rechts, gesis links).
Verdienstelijker candidaat, dan de mijne,
kan niet gevonden worden, mijne apen. Heeft
hij zich ooit tegen een door het Hooge Be
stuur genomen maatregel verzet? Heeft hij
zich ooit over het niet-indienen van een wet
tot verbetering der mindere aapbelangen
beklaagd? Heeft hij ooit oppositie gevoerd?
Ooit de verhooging der salarissen van hoogere
ambtenare.i bestreden? Ooit zelfs een civiele
lijst beknibbeld? Ooit zijn stem geleend om
het verleenen van subsidies voor
aapjes-voeding en vlooïng te bepleiten?
lij tart u, mijne apen, hierop een beves
tigend antwoord te geven. Hij heeft de za
ken altijd wel bevonden en zich zelf'daarbij.
Hij is flink, eerlijk, rechtschapen, onpar
tijdig, eerbiedwaardig en van aanzienlijke
familie. Zijn vader, zijn oom, zijn zwager
hebben allen zitting in deftige colleges en
hij zal ook, als onbevooroordeeld man en
voorbeeldig huisvader, zijn zonen ja zelfs zijn
neven in waardige landsbetrekkingen plaat
sen. Hij zal na zijn verkiezing steeds tot hen
blijven behooren, die wars van eerzucht en
sprekersroem zullen blijven zwijgen over de
zoogenoemde nooden der arme apen, en zoo
de beste verdediger uwer rechten zijn. Met
volle overtuiging durf' ik u hem aanbevelen
en ten duidelijkste zal u telkens en telkens
blijken dat Goatskchi the right monkey on
the right tree is. (Toejuichingen.)
doatsjo, een jonge aap, beval nu zijn
car.didaat aan:
»Mijne apen", aldus sprak hij, »de aap, dien
ik aanbeveel, is vooruitstrevend en thans dus
nog een vertegenwoordiger der minderheden.
Dat kan en dat mag en dat zal niet langer.
Denk niet, dat hij vreest voor de phrases, da
pathetische phrases onzer tegenstanders. WO
willen vooruitgang, verbetering, verandering
der maatschappelijke toestanden en hoe, mijna
geachte apen, zijn die anders te verkrijgen
dan door de verkiezing van Chigoaht. HVJ
is het die door zijn onvermoeid streven, ons
geleerd heeft den staart in de rechte krul
te houden ; hij is het die geijverd heeft voor
de afschaffing der drukkende belasting op
het vlooien; hij is het die, kostelooze voeding
voor de hongerlijdende aapjongen heeft voor
gestaan. Heeft hij ooit als die vele anderen,
»Mensch, wat heb je mooie jongen", ge
speeld met ons Koninklijk Huis om een lintje
of een ambt? Hij is altijd oprecht geweest;
nooit heeft hij gedraald, noch zich ontzien
om krachtige maatregelen aan te bevelen, waar
die noodig waren in :t belang van ons volk.
Steeds streed hij voor de minder bedeelde
en zwajtkere apen en dat zal hij blijven
doen, of gij hem al dan niet verkiest.
Maar weet wel, arme apen, dat elk jaar
uitstel beteekent een jaar honger, ellende en
achteruitzetting.
Ik laat u in uvye keuze vrij. Men zal
u op de conservatieve humoristische bam
boes uitmaken voor apen die zich niet
kunnen scheren en daarom maar steeds ge
schoren moeten worden. Aardige Creoolsche
conservatieve meerkatjes zullen u
ijselijkeapenhistories vertellen, van apen die zich sneden
met messen waarmee ze niet konden omgaan:
maar overtuigt u eens van de belangloosheid
van al die Creooltjes en gij zult u een mes
eis-chen en niet langer op slecht geschoren
billen willen zitten!" (Bravo's en gesis. De
voorzitter hamert er met een boomstam
tusschen in, wat merkwaardig spoedig helpt).
Nu kwam de roode aap aan de beurt, want in
de apen wereld huizen alle soorten te zamen;
To ah zeide zijn eigen candidatuur te willen
aanbevelen. De anderen lieten dat aan hun
vrienden over, dan behoefden ze zelf niet te
blozen als ze leugens opdischten (een stem:
Jij kunt niet meer blozen, jij bent al rood."
Rumoer). Burgerapen en verdere aapachtig.e
burgers, ik zeg u dat waar men de apen wil
slaan, men ligt een Tak kan vinden... (Geroep:
Leugens, als we meer Takken hadden, zou
het er niet zoo beroerd uitzien; maar dat is
het juist, de Takken worden zooveel mogelijk
bek . kt en gekapt!") Burgerapen,wij moeten
vooruit; de bosschen hier dienen gekapt en
we moeten hutten van 't hout bouwen. (Een
stem: Maar waar moeten dan de bananen
groeien?") Alle apen moeten stoffelijk gelijk
worden, rechtvaardiger verdeeling van het
haar en geen onderscheid tusschen gestaarte
en ongestaarte . Den gestaarten moet de staart
afgehakt worden.... (Rumoer, geschreeuw,
de voorzitter neemt met het bestuur de vlucht.
Een algemeen oproer ontstaat)....
Prof', dr. Garner wist er nu genoeg van \
hij pakte zijn phonograaf in en verwijderde
zich en heeft zich vast voorgenomen eenige
apen ter onderricht en beschaving naar de>
Nederlandsche kiesvereenigingea te sturen»