Historisch Archief 1877-1940
N» 812
«n Cottujteeds hetzelfde.;
fnaar e regeeri
en le banki
iedere
zi
p
onoess, vor
gfko
penOrlgC*'
l Sommen gevraagd. Wij moesten ons
fyergiog wel laten welgevallen ; ons
fjeen andere weg over als wij, trots
' tegenspoed, het kanaal wilden vol-,
voorbeeld deelt de Lesseps mede,
»n 1886 deininister van openbare werken
de indiening Tan het bekende
g-orrtwerp ten behoeve der
Panamachapfrij ten millioen frans heeft
gea, waarvan bij fr. 375.000 feitelijk heeft
. X)e heer Baïhaut, tegen wien
wvclero zijde eene dergelijke
beng was ingebracht, is reeds in
hechgenomen. Wie weet hoevelen nog dit
tliem zuilen deelen !
, de directeuren der
Panama-maat^hebben de 1313 millioen francs, die
göed vertrouwen, voor een goed deel
ningen der kleine burgerij,
werouwa, schandelijk misbruikt.
wie durft zeggen, dat alleen zij de
ja z.elfs, dat zij de meest
''1
IIMimilHHIIIIIII
f l'llf'
HIJ
iocïaliSme op school
| M .-.,-V 'f }r
OF
flendrik.
n eens -voor1, ^at een onderwijzer, een
dig onderwijzer1, een, die tevens
out)f ien nnnite voorganger was, een
geldden' Was ingeslapen en, alfl
TJÜ-woriaferïflk ntwaakte; dat hij
eii achtte zijne 'leerlingen of zijne
s in te'Tichten over sociale
aan. «ïegenheden en hij te dien einde eenen
, TObearkjilender kameinstefde, dagelijks eene,
"Wat fa opschrift voorziene, wfi volle spreuk
Brengende, om 'tevens téstrekken tot dict
e leerlingen. 'Ge Mreegt de volgende
! ?" ? '? - -? '
deg maatschapp^.
maatschappij is een even kunstig
raals een horloge ; zoodra er een rad
;. wordt, ,&taat het stil en zelfs het
van «en eakelea tand doet het
onge.
?. De-natuitrlyke
a
regeld gaan
1 'Morren Wocfe ; schelden kunnen baten, orn
d*>po*itiete verbeteren, of den natuurlijken
Ifop'tfér omstankügheden te wijzigen.
De invtöd -der wetgeving.
'^"^emw^.!^^ ooft aan de samenleving
wetten voorgeschreven. . De, geschreven
wet^n zijn de zichtbare, vor.men.. van de reeds
t , hebbende wetten.
ik1 'httn op den 'grond -- bltod, stom,
el,, ,,,,,.. . ..;
»Je. bent een ouwe!gek, meneer Bra,gin",
;.ij ,y,f . ? . . ?'
aeg ik. ^
.»En jij een jonge, dief, "zegt lij, »en jullie
btj mijn hart gebroken, :jjj en Annie!"
Daarop begint hij te sphreien ajs een kind.
fog nooit heb ik ergens zoo'n :berouw van
gehad, 't Is een akelig gezicht een fiinken
kerel te zien schreien. ..... ?.....'
»Ik 'wil zweren op het kruis." zeg ik.
^Ik, geef , niets om je eeden," zegt 'hij.
',,>J£pm dan mee naar je kwartier," zqg ik,
»en^wil. je de. levenden n,iet gelooven, wie
weet of je niet naar de dooderi luistert."
Ik heesch hem op en bracht hem naar
zajn 'huis. Mrs. Bragin," zeg ik, «hier is een
ipan djen u gauwer kunt genezen dan ik."
? «Je, 'brengt mij te ^hande voor de pogen
van "mijn vrouw," kreunt hij.
.Zoo?" zeg ik. «Naar het gezicht van mrs.
Bragin te oordeelen, zal ik er nog harder
vati moeten lusten dan gij."
^.jawé]. Annie Bragin was woedend op
roe. Br is .geen scheldwoord dat een
fatsoenIgk'e v-rouw .in naar mond neemt, of 't werd
mij naar het hoofd gegooid. Ik heb het be
leefd dat mijn kol'nel vijftien minuten lang
ats een kuiper, rond zijn vat om mij heen
liep,, omdalj ik me zooals hij zei had
aangesteld' als. een krankziauige, maar al
wat.,ik ooit van ?ijn rasp van een tong heb
ingeien ..aanhoocen, was honig bij 't geen
A.nnie zei. Zóó zijn de vrouwen ; onthoud het.
Toen iet gedaan was, omdat z^ geen adem
n^er,'had,-'.en' jinnie". ziflh óver haar man
Been, boog, zei ik : »Dat is alles waar; ik ben
een gemeene kerel en u is een fatsoenlijke
rouw.,.
, maar
vertel
nu opk van een
.. ,
dien,8,tj ,die,n ik u 'bewezen heb?"
Juist had ik dit gezegd of de.kprp'r^al
vertoonde zich weer in de verandph, en Annie
Eragin begon te gillen. De : maan was opge
gaan, en wij konden zijn, gezicht zien.
??fik; ,kan haar niet vinden," zuchtte de
koiji'raal, en weg' was hij, als een, kaars die,
uitgeblazen wordt.
Aan deze is zoomin te veranderen als aan
~dfr' wifte» dé* natuur? '' T'
L "tyerknuienswoningen. ?. '
veïrijz^ii frissche woéinéen, die
vfór djen ^ Arbeid er en zjn gezin
zijn ingericht. "Die eertijds op eene vliering,
in een duffe kelder, in een donkere kamer,
,in een nauw^ elop zijn leven moest slijten,
kan 'nn in de vrije buitenlucht ademen, welke
rondom zijne woning in overvloed te
bekomen is,
Al hel goede d&s levens.
Zoo al niet de verschillende fabrieken hare
?eigene bussen of fondsen oprichten, dan doen
particulieren dat, en stellen zoo den werk
man in de gelegenheid om bij ziekte en
ongelukken geneeskundige behandeling, of
geldelijke ondersteuning te verkrijgen.
Wanneer nu de arbeidende al dat goede
eens wilde 'beseffen, dan zou hij heel wat
minder te klagen hebben.'
Participatie.
Hoe, arbeiders ? Gij zoudt wel aandeel in
de winst van den werkgever wenschen, maar
niet in zijn verlies willen deelen ? Zou dat
dan billijk zijn ? Immers neen. Dan zoudt
gij het voordeel altoos aan uwe zijde hebben,
en Tiy, die u doet werken, zou gevaar
loopen ten gronde te gaan ....
Al de Jiadeelige gevolgen van de
nijver'heid worden gedragen door faet kapitaal.
Loon.
Wat nu het 'bedrag van uw loon betreft,
dat gaat op «n neer met het loon, dat het
kapitaal verdient, of m. a. w. met de win
sten, welke getrokken worden.
Socialisten.
Wellicht hebt gij gehoord, hoe sommigen
de rijken voor dieven uitmaken en bloed
honden uitschelden; dat de menschen eerst
dan gelukkig zullen zijn, als er geen rijken
meer zijn. Haar zijn dan de rijken in uwe
woonplaats zoo erbarmelijk slecht ? Of zouden
zij, die zoo roepen, de weigezinden ook ver
lokken om zich aan te sluiten bij eenige
tierende belhamels, die in steden en dorpen
om het luidst roepen: »Weg met de bezit
tingen ! Gelijkheid voor allen!"....
Gesteld eens, dat alles op zekeren dag
gelijkmatig verdeeld werd, hoe lang zou dan
die gelijkheid bestaan ?
*
* *
De scherpzinnige lezer heeft reeds begre
pen, dat het niet mijne phantasie was, die
deze wijsheid heeft gewrocht. Neen, de
wondervolle ontwaking, waarvan ik in den
aanvang sprak, heeft in werkelijkheid plaats
gehad. Niet echter op de vergankelijke
blaadjes van een scheurkalender, maar in
den duurzamen vorm van een leesboek heeft
de ontwaakte zijn kennis neergelegd. Het
is, een »practisch leesboek", bestemd »voor
de lioogste klasse der lagere scholen, voor
herhalingsonderwijs, huisgezinnen en bibli
otheken" voor slechts dezen! en dat
onder den bescheiden titel de Schatka
mer is geschreven door den onderwijzer
J. C. Bouwmeester. Aan geen enkele
we»Déheiligen behoeden ons!" zegt Bragin,
terwijl hij een kruisje maakte, »dat is Flahy
van het Fyrone regiment."
»Wie?" zeg ik, »want hij heeft mij vandaag
heel wat te doen gegeven."
Bragin vertelde ons dat Flahy een korp'raal
was die hier drie jaar geleden zijn vrouw
aan de cholera verloren had, krankzinnig
geworden was, en nadat hij begraven was,
rondzwierf ora haar te zoeken.
»Nu, zeg ik tegen Bragin: hij is de laatste
veertien dagen iederen avond uit het vage
vuur weggeloopen om mrs. Bragin gezelschap
te houden. .Vertel maar aan mrs. Quin:
compliment van mij want ik weet wel
dat zij gebabbeld heeft, en dat jij geluisterd
hebt -- dat zij het onderscheid moest weten
tusscben een man en een geest. Zij heeft
drie mannen gehad, zeg ik, en jij hebt een
vrouw die te goed voor je i?. Uit dank daar
voor laat je haar lastig vallen door geesten,
en., en., allerlei kwaad volk. Npoit meer
zal ik uit beleefdheid een enkel wpord tegen
een getrouwde vrouw spreken, sGoeien avond
allebei," zeg ik, en ik ging heen; in n uur
tijds had ik met een vrouw, een man, en den
duivel gevochten, 'k Heb Vader Yictor een
ropy gegeven om een mis te lezen voor de
rust ,van Flahy's ziel, want 'k had hem een
miserabel oogenblik doen beleven door dien
slag met mijn vuist.
»je begrip van beleefdheid strekt zich nog
al ver uit, Mulvaney," zei ik.
»Dat is al naar men het beschouwt," zei
Mulvaney leukweg; Annie Bragin heeft
nooit om mij gegeven. Maar ik wou toch
niets achterlaten waar Bragin over had kun
nen vallen en zich kwaad maken terwijl
een, enkel goed woord alles pphelderen. kon.
Waarheid bovenal! Orth'ris, schobbejak, laat
nu die flesch tjens zien, ,want mijn keel is
zoo droog als toen ik dacht dat ik een zoen
zou .krijgen van Annie Bragin,.- En dat is nu
veertien jaar geleden!... Oe....a! Die heerlijke
blauwe hemel boven ons hoofd! die goeie,
ouwe tijd! o, die goeie, ouwe tijd!"....
tejischap .is .in dit leesboek een zoo grapte
/plaats 'ingeruimd als aan die det staathuis
houdkunde. Maar welk esn staathuishoud
kunde! De voorstelling van de maatschappij
Sals -een 260 volmaakt raderwerk dat er geen
rad uit gemist kan worden. \Nog ee
»natuurlijke" loop der omstandigheden. Aan de
wetten, der samenleving niets te veranderen.
Participatie belachelijk. Al de nadeelige ge
volgen der nijverheid gedragen door het kapi
taal; nog gezwegen van de loontheorie. Neen,
de man moet langer hebben geslapen dan
twintig jaar.
En gedroomd heeft hij terdege. Vanwaar
anders die frissche werkmanswoningen, doel
matig ingericht, die overal verrijzen ? Wat
moet hij tijdens de enquête gesnorkt hebben
bij al die treurige, akelige onthullingen over
de huisvesting onzer arbeiders!
Het economisch deel van het boekje is
blijkbaar gericht tegen het socialisme en de
socialisten. Reeds op de eerste bladzijde komt
het citaat voor, dat ik boven afschreef. Later
treedt in een kring van arbeiders, die opge
wekt en tevreden waren, een spreker op met
»Becht voor Allen" in de hand, om in dien
kring ontevredenheid, nijd en haat te zaaien.
Doch ten slotte worden zij door een toe
spraak van den werkgever weer «welgezind",
weer op den goeden weg teruggebracht. Uit
die toespraak zijn bovenstaande knipsels over
participatie en loon!
Schrijven over socialisme als men er de
baker-opvatting van heeft, dat het alles ge
lijkelijk verdeeld wenscht daar hoort moed
toe of....
Laat de heer J. C. Bouwmeester eens
nalezen wat in een zoet tijdschrift als de(n)
Tijdspiegel (October 1892) Noorman zegt over
dergelijke manier om over de socialisten te
spreken. Men behoeft, meent Noorman, de
oogen slechts half te openen om te zien hoe
glad verkeerd dat is. Ik moest dus wel aan
nemen dat Bouwmeester ze niet heeft geopend.
Dit boekje is niet alleen on-economisch,
maar evenzeer onpaedagogisch. Geef den
jongen een onwaar beeld van het werkmans
gezin als dit boekje bevat in de schets pver
Toon Wevers, die in zijn aardig huisje den
zang van vrouw en kinderen met de viool
^begeleidt; en de jongen behoeft nietten
;zoon te kijn ;vaödien werfenan te Böhiflidam,
?dia zjjn kinderen in de beele week niet zag
en 'vond -flat »dat spreek t" om te denken:
;dat lieg je, zoo' leeft de werkman niet. Op
zijn best lachen de jongens onder elkaar u
uit met de opmerking: hij weet er niemen
dal van. En wat zult gij ze tevredenheid
leeren, als gij onder al het goede in het
werkmansleveh de «geldelijke ondersteuning"
luid laat klinken! Ik meende dat de tijd
der brave Hendrikjes voorbij was.
Wil men de school gebruiken om propa
ganda te maken voor het socialisme, dan
kan men de jongens er niet beter toe voor
bereiden dan door dit leesboek. Behooren
hun vaders tot de werklieden die vergade
ringen bezoeken of de Amsterdammer, het
Sociaal Weekblad of werkmansbladen lezen
daar worden geen doekjes gewonden om de
leelijke uitwassen onzer maatschappij - dan
zullen de jongens van dit boekje zeggen:
»ze praten ons maar wat voor" of »ze
he'bben geen hart voor den werkman". Dan
verwijdert, dan vervreemdt gij ze van u.
Behooren daarentegen de gezinnen tot de
zóó «weigezinden", dat ze van de buiten
wereld slechts hooren door het Nieuws van
den Dag, dan is dit leesboek overbodig. Deze
«karnemelk met stroop", zooals ik onlangs
hoorde zeggen, kan dan de zoetigheid slechts
weinig vergrooten. Ze kan er slechts toe
bijdragen om de jongens weerloos te maken
tegenover hen, die straks met ware feiten
tevens valsche theorieën zullen leeren. Wee
hem, die met deze economie volgestopt, later
het leven leert kennen of een sociaal-demo
craat de werkelijkheid onzer toestanden
hoort onthullen !
Struisvogelpolitiek-Femelarij.
Neen, wil men de volksbeweging in goede
banen leiden, dan maar laat ik daar eens
; later over spreken, en mij thans bepalen tot
l de economie van dit leesboek. Over zijn
verderen inhoud zal ik niet oordeelen, omdat
het mij een weinig onvoorzichtig toeschijnt
te schrijven over dingen waar men geen
verstand van heeft.
Z. VAN D3X BEEGH.
Delft, Januari '93.
Jhr. Mr. C. H. Backer.
De afgetreden president van de Aatïterdamsclte Reth'liank.
Trekt in den re^el het komen van nieuwe en
heengaan van vervangen rechterlijke ambtenaren
in de hoofdstad al zeer weinig de aandacht van
liet itroote publiek, anders was dit bij het aftreden
van den president der rechtbank Jhr. mr. C. H.
aeker, die met l Januari zijn betrekkina; om ge
zondheidsredenen heeft neergelegd. Bij allen wier
werkkring hen geregeld met hem in aanraking
bracht, maar ook bij zeer velen buiten den kring
van hen die het Paleis vau Justitie plegen te be
zoeken, werd het besluit van den heer tiaeker om
af te treden met groot leedwezen vernomen, al
eerbiedigde men de beweegredenen, bekend als het
was dat hij slechts noode zijn zware taak neerlei.
Ka op hoogst eervolle wijde bij het openbare
ministerie, eerst als substituut-oflicier, daarna als
advocaat-generaal bij het Hof te zijn werk/saam
geweest, werd do heer Hacker, uu zeventien jaar
geleden geroepen, de betrekking vau president der
rechtbank te vervullen. Reeds is in de verschil
lende dag- en weekbladen uitvoeriger dan ons
bestek toelaat meegedeeld, met hoc grooten ijver
eu bekwaamheid de heer Backer zich kweet van
de vele en moeilijke functiën door de wet aaa
den president der rechtbank opgedragen.
De wekelijksche audiëntie bracht hem meer dan.
cenig ander rechterlijk ambtenaar in onmiddellijke
aanraking met het rechtzoekende publiek, eu
over