De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 29 januari pagina 6

29 januari 1893 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Uit Dr. ANNEFs Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze Uadzyde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Br. GANNEF. : ^Vreemden-bezoek in de gevangenis Mazas. Oppasser: St! . .. die daarin zit, is een minister. Gestraft. De negerjongen kijkt naar een muskiet, die om het gezicht van zijn slapenden meester gonst. Als de muskiet op zijn rooden neus komt, wordt de meester wakker en is boos dat Kwassie het beest niet weggejaagd heeft. »Muskiet geen kwaad gedaan," zegt Kwassie; «musÊiet op massa's neus gekomen, zijn pooten gebrand". Be Home-Knie Sneeuwpop. Johnny Morley: «Koud werk, Billy! En wat heb je er eigenlijk aan ?" Billy Gladstone: «Koud V Schaam je, jongen! Ik wordt er warm van. Nu nog een blommetje in zijn knoopsgat, en klaar is Pat.'' EIFFEL. De ingenieur der Panama millioenensluizen. Een Jachtavontuur. Een leger-hervorming- yoor de poes. (Eene militaire geschiedenis uit China.) Spijtig. Man (kermend). Do rheumatiek in mijn been begint weer. Vrouw (sympathiek) O, wat spijt me dat, hoor. Ik had van daag verscheiden boodschappen willen doen, en nu komt er stellig regen. In het ministerie van oorlog was eenige maan den geleden vergadering van don grooten Mili tairen Raad. Talrijke verbeteringen werden voor gesteld en besproken, aan hand vuurwapenen en geschut, aan uniform en equipementstukken. Ten slotte werd een ondorwerp besproken, dat reeds lang de denkende hoofden der militaire overheid had bezig gehouden. liet betrof eene ramp, die zich reeds sedert tal van jaren in alle kazernes viin het Hemelscbe lïijk deed gevoelen, de groote muizenplaag. De ('hineesche generaal-kolonel Kom-kom schilderde met treffende welsprekendheid de ver woestingen, door de muizen in alle soldatenvcrblijven in het llijk aangericht. Hij deed opmer ken, dat /ij de monteering"n, instructieboeken, sehietsohijven, geweerkolven afknaagden, zelfs de paraplu's der vaandrigs en luitenants beschadig den zij; mettertijd zouden zij een ernstig gevaar voor de verdediging van het Rijk worden. De Groote Ilaad nam van deze mededeeling kennis, en besloot hulp te schaffen. Na veel over en weer praten besloot nien de kat aan te stellen als verdelgster der muizen. De Raad benoemde nu uit zijn midden een kattencommissie van i)l leden, tot het krachtig doorzetten van den maat regel. De commissie begon reeds den volgenden dag te vergaderen, en reeds na eene week werd als resultaat van haar werkzaamheden de vol gende muizenorder" aan alle regimenten afge zonden : -Tot bestrijding der muizenplaag wordt in de hoofdstad een militair kattemlepöt ingericht. Alle kommandanten moeten nauwkeurig het aantal manschappen hunner afdeeling opgeven, teneinde voor iedere duizend man vijf katten uit het depot te ontvangen. Dit bevel zal binnen weinige dagen door het geheelo Rijk uitgevoerd zijn; dat ieder er zich aan boude ! De militaire katten commissie. Gecontrasigneerd : De minister van oorlog." liet bevel werd natuurlijk zoo nauwkeurig en vlug mogelijk uitgevoerd. liet garnizoen Peking ontving lot) katten. Nanking D'2, Fo-tchoe 7 l, en zoo ieder garnizoen naar gelang van zijn sterkte, waarop dus overal de fiïssche vroolijko muizenjacht begon. Maar veel hoofdbreken veroorzaakte de ministorieele aanschrijving te I'ti-po, eene kleine af gelegen vesting niet ver van den ('hineeschen muur. De kommandant, Ilu-lla, had het geheele garnizoen der vesting op het appel laten komen, en eigenhandig nageteld ; honderd stuks solda ten bleken er te zijn. Toen riep bij zijn adjudant, gaf hem rijstpapier, een penseel en OostIndische inkt, en beval hem uit te rekenen : Hoeveel katten moeten \\ij aanvragen V Dat was eene som voor een regel van drieën, waarover de adjudant een balt' uur noodig had. Hij deelde rechts en links en verkondigde ein delijk: Ken halve kat!" Daar was nu niets aan te veranderen. Aan een militair voorschrift mag men niets wijzigen of intopretoeren, en de opgave moest ingezonden worden. De kommandant Ilu-lla schroef dus aan do regeering: -na opneming van den staat mijner compagnie vraag ik hierbij oen halve kat aan, tot het verdelgen der muizo» te I'ti-po. Hot bestuur van het militair kattendopót in de hoofdstad was nu weer op zijn beurt verlegen. Hoc zou men de kat doelen? In de lengte of in de dwarste;1 Welke helft zou men aan de vesting toewijzen? Ku wat moest men met do andere halve kat doen ? Daar voor alle deze raadsolproblemen geen op lossingen en geen antecedenten te vinden waren. word nu het geval om advies naar den minister vidi oorlog gezonden. Deze zag in, dat hot hier een onvoorzien geval gold , en riep weer den Gi'ooton Raad bijeen. Nu werden er verschillende meeningen te berde gebracht. De luitenant-kolonel Va-Toe stelde voor, aan de kleine vesting een heele katoe te wijzen, daar een halve, hoe ook de deeling mocht uitvallen, allicht niet aan het doel zou beantwoorden. Daar protesteerde de minister van oorlog beslist tegen. Vooreerst, zeide hij, strijdt het met alle militaire beginselen, een garnizoen te bevoordeelen en het het dubbele te geven van hetgeen waarop het volgens de verordeningen aanspraak kan maken; en ten tweede zou de regeering zelve aan de grondvesten van den staat schudden, als zij van de duidelijke woorden van haar eigen afgekondigde wetten ook maar een haarbreed afweek. _ Op hetzelfde standpunt stelde zich de voor zitter der Rijks-kattencommissie. Hij legde na druk op het moeielijke van het geval, en ver klaarde : Ate letter der wet is hier beslissend; het bedoelde garnizoen heeft slechts recht op een halve kat. niet meer en niet minder; nota bene: eene halve levende kat. "Wij staan dus hier tegenover een onoplosbaar probleem." Nu stond de hoogste mandarijn des Rijks op, en sprak: ;Naar mijne meening is het geval niet zoo wanhopig als het wel schijnt. "Wij bezitten zelfs een heel eenvoudig middel om do mooielijkheid te overwinnen. Volgens de Constitutie heeft de Groote Raad het recht, het aantal man schappen van het leger in vredestijd naar goed dunken vast te stellen. Tegenwoordig bestaat de lichting uit oen percent dor bevolking: wij behoeven deze nu maar op twee percent te be palen, en alle garnizoenen worden verdubbeld, en hiermede de kattenquaestie opgelost". Van alle kanten klonk een luid bravo op dit betoog. Woldra werden de nieuwe conscriptielljsten opgemaakt, en de ('hineesche districtsautoriteiten begonnen eeno koortsachtige werkzaamheid te ontwikkelen. Eer er nog eene week verloopen was, waren alle regimenten verdubbeld, en de grensvesting Pti-po, thans met tweehonderd man garnizoen, kreeg eene heele levende kat, volgens recht en volgens Hartjes. In alle provinciën van het Ilemelsche Rijk werd de maatregel der regeering met luide vreugde begroet, en slechts enkele onverbeterlijke mopperaars hielden ironisch vol, dat de nieuwe legerhervorming voor de poes was. Ken iwei'tl- proef. Wat ? weer associeeron ? En nu met Revelingh ? Ik dacht dat je er genoeg van hadt. na die associatie met Avelingh ? - Ja, zie je, toen ik bij Avelingh in de firma kwam. had hij al de ondervinding en ik al het geld. Nu is liet anders; nu beeft lieveling al het geld en ik al de ondervinding. (hinioqfUjli. -Er werd mij zooeven verteld van oen realistisch kunstenaar, die tegen den zolder een spinneweb schilderde, zoo getrouw naar de natuur, dat de schoonmaakster zenuwachtig en boos werd, door haar vergoefsche pogingen om het or al' te krijgen". Och, kom, dat kan ik niet geloovon''. -Hé. waarom? Geloof je niet dat er zulke kunstenaars zijn ?" - -Jawel, maar niet zulke schoonmaaksters". Moeder. :('lara, papa is er eindelijk in geslaagd, den naam uit te vindon van dien jongen man dio je van een vroosclijken dood gered hooft. 't Is oen mijnheer Kiek." lifK-lilcr (rillend) -o Mama,hoe verschrikkelijk; verbeeld u eeno van Ilollekate tot don l'erenplas van Rijzenbolle geied door een Kiek! '

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl