Historisch Archief 1877-1940
DÉAMSTERDAMMER, "WEEKBLAD TOOR NEDERLAND.
No. 816,
-i
t'1
.Acht uitgaven beleefd heeft. Een mijner
'toch verhaalde mij dat behalve dit boek
ia land nog drie andere bewerkingen zijn
Ifln genomen, die echter tot nu toe niet
zagen.
fliet mijn doel Hanslick's meening te
beReeds zoovelen hebben dat gedaan en
geestverwant van hem is of niet, wie
mozikale zaken belang stelt behoort ze gelezen
Lïte .hebben'.
ijf'tjlk bepaal mij dus tot des Heeren
Kiehl'sanno?? w ,'en zal trachten dat zoo objectief mogelijk
fpeü. Ik wil zijne opmerkingen alleen toetsen
feiten en niet aan kunstrichting, want ik begin
f in__ _ de verklaring, dat ik in vele opzichten noch
;,^W Hanslick's, noch aan Kiehl's zijde sta.
De Heer Kiehl, oud-Indisch ambtenaar, thans
^te 's Gravenhage woonachtig, is blijkens zijne
op' merkingen iemand die niet alleen gelezen heeft,
doch ook zelfstandig gedacht heeft. Uit zijne be
schouwingen zou ik zoo zeggen dat hij in de jaren
van afzondering onder de tropen met de verza
melde bouwstoffen zijne denkbeelden heeft ont
wikkeld. Ik verklaar dit uit het feit dat men zich
op sommige plaatsen verbaast over de groote be
lezenheid en de wijze waarop hij met zijn tijd
'medegaat, terwijl hij op andere plaatsen een dertig
tal jaren ten achter is.
P Ik bedoel hiermede niet dat hij soms ultra-con
servatief is (zoodanigen ontmoet men iederen dag)
' doch dat hij ook feiten aanhaalt die nu geen feiten
meer zijn. Doch hierover straks. Dit den titel kan
men bespeuren dat de heer Kiehl Muzijk en niet
Muziek schrijft. (De vertaling van het woord salz
door kwartier wil mij ook niet recht voldoen. Dit
woord heeft nu eenmaal het burgerrecht verkre
gen. Evenmin als men voor violist ooit het woord:
tnttarstrijker of voor contrabassist brombasbespeler
jtal gebruiken, geloof ik dat het woord: kwartier
ooit populair zal worden.)
In een zeer belangrijke voorrede, waaruit blijkt
hoe ernstig de bewerker de vertaling heeft ter
harte genomen, en hoeveel studie hij van beide
talen gemaakt heeft, verdedigt hij deze schrijfwijze
evenals de afwijkingen die hij met andere woorden
inacht neemt. Ook verdedigt hij in een gesprek
met zijn vriend Kritax (die Hanslick's boek niet
kent, want hij is aan een courant en daarom
leest hij alleen de boeken die ter recensie worden
gezonden) waarom deze bewerking reden van be
staan heeft. Dit was dunkt mij onnoodig geweest.
Afgescheiden van sommige sterke stellingen, waar
aan de heer Kiehl zich nog wel eens te buiten
gaat, zijn zijne aanteekeningen reeds verontschul
diging genoeg voor zijne uitgave. M. i. is die
Kritax er wat al te erg met de haren bijgesleept.
Doch au een woord over de annotaties.
Dat de heer Kiehl over juiste taaiuitdrukking
heeft nagedacht blijkt duidelijk uit de toelichting
van Hanslick's woorden: Empjindung en Gefühl,
ook de opmerkingen van dit hoofdstuk over het
misbruik van volksliederen acht ik juist.
De aanhalingen van Hanslick van verschillende
schrijvers waarmede hij het niet eens is, vermeer
dert de heer Kiehl nog met die van een paar
weinig belangrijke Nederlandsche boekjes.
Dat de heer Kiehl in zijne beschouwingen zweert
bij Rubinsteiu's werkje: //Die Musik und ihre
Meister" vind ik jammer, want wanneer deze
meester, dien ik altijd zoo bewonderd heb als vir
tuoos, mij ooit is tegengevallen, dan is het wel
met zijn boekje.
Wat mij ook in het werk van den heer Kiehl
spijt, is de na en dan apodictische toon, vooral
daar waar de schrijver verzuimt zijn oordeel te
motiveeren, terwijl hij op andere plaatsen, waar
hij zijn onderwerp degelijker behandelt, veel be
scheidener toon aanslaat.
Waarom is bijvoorbeeld de uitdrukking C. groote
of kleine terts schoolraeesterachtig en is het beter
majeur te zeggen? Waarom haalt de schrijver
Heine's wei geestige doch weinig serieuse aardig
heid aan van Mr. Fétis en Mr. Foetus als argu
ment voor een zijner stellingen. Wat hij van
Multatuli's weinig begrip van muziek zegt is ook
eenigzins op Heine toepasselijk. De heer Kiehl
weet misschien niet dat Heine zijn //Lieder" liefst
gecomponeerd zag door Kücken. Hij vroeg er hem
meestal zelf om, getuige een brief van dien com
ponist met ongeveer dit verzoek : Lieber Küeken !
lek schicke Ihnen wieder einige meiner neuer Eier,
die ich gerne so bald wie möglich von Ihnen
ausgebrütet sehen möchte."
Men kan geestige opmerkingen van geniale
. schrijvers over eene kunst waarvan zij niet meer
afweten dan een gewoon liefhebber, toch niet als
bewijsgronden dienst laten doen. Ook spreekt de
heer Kiehl zichzelf nog wel eens tegen.
Wat is miziek? vraagt hij. //Dat weten wij niet,
doch wij weten wel wat goede en wat slechte
muziek is. De kritiek moest eigenlijk alleen de
.werken onderscheiden naar haren indruk op het
publiek gemaakt." Hoe rijmt de schrijver echter
deze opinie met de blijkbare ingenomenheid waar
mede hij Rubinstein's opinie aauhaalt dat het
publiek zich geen moeite geeft den schoonsten
vorm van muziek de absolute muziek" te door
gronden ? Hij heeft zelf geen hoogeu dunk van
het publiek, want hij zegt in zijn voorrede : /,ik
sta tegenover een burgerlijk, gemakzuchtig en zoo
wel muzikaal als letterkundig weinig ontwikkeld
publiek".
Een ander groot bezwaar heb ik tegen den lieer
Kiehl, waar hij Hanslick's meening tracht toe te
lichten dat de vrouw absoluut geen
compositietalent bezit. Hij vergeet dat die woorden. in 13 54
neergeschreven, thans zijn gelogenstraft. Frankrijk
o. a. heeft talentvolle damescomponisteii; ook Neder
land kan ze reeds aanwijzen.
Protest teeken ik dus aan tegen de woorden :
//In de compositie hebben wij van uitzonderingen
geen kennis te nemen, daar blijft nog altijd de
beroemdste: Thecla Badarzewska."
Maar meneer Kiehl, iedereen zal u vragen; wie
is dat? alleen een enkele grijsaard zal zich nog
flauwtjes herinneren: o ja, dat was een juffrouw
die een paar prullen geschreven heeft, die een tijd
lang door liefhebsters gaarne werden gespeeld iii
de potpourri-periode van F. Ueijer en H. Craincr."
Met ingenomenheid haalt de schrijver ook aan
dat Hildebrand in zijn concert in de Familie
Kegge, iets over een onzichtbaar concert zegt.
Hij voegt er aan toe dat Hildebrand zeker ecu
der eersten zal geweest zijn, die naar Bayreuth
is gegaan om zijn denkbeeld verwezenlijkt te zien ?
Deze laatste conclusie is curieus, want uit boven
genoemd stuk van den geestigen opmerker Hilde
brand blijkt tevens, dat hij weinig van muziek af
wist,' en er ook eigenlijk niet van hield.
Bij gewone stervelingen zegt de heer Kiehl,
vindt deze nieuwigheid (sic) van Wagner dan ook
geen onverdeelden bijval! (Volgt Rubinstein's
opmerking over dit denkbeeld.)
Dit laatste geef ik zonder commentaar, want dit
acht ik overbodig.
Ik heb in hoofdzaak trachten aau te toonen dat
de schrijver, hoeveel nadenken en ernstige studie
ook uit vele zijner opmerkingen spreken, blijkbaar
meer over muziek heeft nagedacht dan wel de
muzikale ontwikkeling heeft medegeleefd. Daardoor
ontbreekt hem m. i. de ruime blik, dat doet
aan vele zijner opmerkingen afbreuk.
Hij heeft zelf mij den wensch kenbaar gemaakt
hem, waar het moest, met kracht tegen te
spreken. Ik heb dit slechts in het kort
kunnen doen omdat de ruimte geen uitvoeriger
bespreking toelaat, doch ik spreek de hoop
uit dat ieder die in deze onderwerpen belang
stelt dit boek zal lezen en er zelf een oordeel
over zal vormen, want (al gaat men ook niet met
zijne denkbeelden mede) onze kunst beeft steeds
behoefte aan zelfstandig denkende menschen zooals
de heer Kiehl, die de aesthetische vraagstukken
aandurven. Bij een tweeden druk, die ik hoop dat
spoedig noodig zal zijn, twijfel ik niet of de schrij
ver zal zelf aanvullen, schrappen, veranderen wat
de ervaring (in dien tijd weer opgedaan) hem heeft
aan de hand gedaan.
v. M.
fiHETSJES
Hemelkrabbers.
»Sky-scrapers" is de onaesthetische naam dien
men te Chicago aan de hooge buizen geeft, die
als 't ware de wolken schuren. Zij zijn een
specialiteit van cle millioenenstad, wel te
NewYork uitgevonden, maar op veel grooter schaal
door het westelijke centrum nagevolgd. Eigenlijk
is het woord een zeemansterm; het wordt dooi
de matrozen gebruikt voor liet
boven-bovenbramzeil, dat even als deze booge huizen van
tijd tot tijd de wolken schuurt ot' scheurt.
De hoogste kerkspits in Europa komt nau
welijks op twee derde van deze reusachtige
bewoonde palen; de dom van Keulen is lid meter
hoog, die van Straatsburg iets minder; terwijl de
gebouwen van !)0 en 100 meter te Chicago talrijk
zijn. Ver boven de torenspitsen daar vindt men
nog de woningen, elegant en comfortabel ingericht,
met waterleiding, electrisch licht, keukens, alles
bediend door gemakkelijke »elevators" (ascenseurs
of liften). Vooral opmerkelijk is liet dat er zoo
veel zijn. Niet als een enkele brutale poging,
maar bij dozijnen ziet men zo aan de groofe
straten, de diepte verdonkerend, en over den
omtrek uitstekend als bewoonde torens.
Een Europcesch reiziger, von Ilcrne- Wartogg,
schrijft:
Daar ik in het Auditorium-hotel logeerde, nam
ik mij voor, 't allereerst dit in bijzonderheden
te leeren kennen. Hot beslaat een ruimte van
02,000 vierkante voeten on heeft met de
grondrente 5 millioen dollars (12 millioen gulden
gekost. Met zijn verdiepingen, in 't geheel acht
tien) bereikt het een hoogte van 5)0 meters. Ge
lukkig behoeft men niet, om het gebouw te be
zichtigen, de monumentale trappen op te klimmen,
die met. mozaïek belegd en niet platen onyx
ingelegd zijn, want niet minder dan 12 elevators
gaan tusschen de verschillende verdiepingen heen
en weer. >Maar" de onderste tien verdiepingen
worden als hotel gebruikt, dat in het geheel over
vierhonderd slaapkamers beschikt. De eetzaal (IJO
meter lang) en de keuken bevinden zich in de
negende verdieping, hetgeen dit voordeel heeft,
dat de gasten niet reeds vóór hun maaltijden
door de verschillende geuren vorneiion, wat bun
voorgezet zal worden. Een ander gedeelte van het
paleis bevat kantoren, ongeveer l 10 van de meest
verschillende soort, waarvan zich eenige op de
tiende en elfde verdieping bevinden. De 17de,
18de en l!)de verdieping worden door de bureaux
van het stedelijk meteorologisch observatorium
gebruikt. Binnen in liet gebouw bevindt zich het
Auditorium-theater, een der grootste schouwbur
gen der aarde, met pon ruimte voor '1000 per
sonen; bij politieke meetings en andere gele
genheden wordt ook de tooneelruimte gebruikt,
waardoor er plaats voor nog -1000 personen ver
kregen wordt. Ergens nog in dezen doolhof is
ook nog een concertzaal aanwezig. ."Wen zal
nu wel gaarne willen geloovcn, dat tot liet op
richten van den Auditorium-colossns 17 millioen
baksteenen, (iOOO tonnen staal en ijzer, 250,000
tonnen graniet en IJO,000 vierkante meter ven
sterglas verbruikt werden; dat bet gebouw 1500
ramen en 2000 deuren bevat, dat er tien duizend
electvische lichten, gas- en waterleidingen tot
een gezamenlijke lengte van 25 Engelsehc mijlen
en electrische geleidingen tot een lengte van 2:>o
Engclsche mijlen in bet inwendige van liet gebouw
zijn aangebracht. Daarbij bad de oprichting en
inrichting van bet Auditorium met verbazende
snelheid plaats. De ontwerpen van do architecten
werden eerst in April 1887 aangenomen en in
Maart 1888, dus elf maanden later, was liet ge
bouw onder dak, zoodat in Juni reeds de
republikeinsche conventie van de Vereenigde Staten,
waarbij B. llarrison tot president benoemd werd,
daar kon worden gehouden. Het hotel en de
schouwburg werden den Uden December 1SS!>
geopend, en de Chicagoërs kregen nu gelegenheid,
ook de sierlijklicid en de waarlijk verkwistende
rijkdom der inrichting te bewonderen. Het
money is no object", dat in liet Westen van cle
Vereenigde Staten een gevleugeld woord gewor
den ie, is bier volkomen bevestigd geworden.
Het Auditorium-gebouw is n'ot bet eenige der
groote Sky-scrapers, dat gedeeltelijk voor hotel
gebruikt wordt. Men bouwt thans aan het nieuwe
?Deutsclies Iheater" in de Itaudolphstraat, waar
van het gedeelte, aan de straat tot de zestiende
verdieping als hotel wordt ingericht. Een ander
gelijk gebouw, het Chicago Opera Home, bevat
behalve den schouwburg in zijn tien verdiepin
gen ongeveer vijfhonderd kantoren. Voor mij ligt
de teekening van een huis, waaraan men juist
bezig is te bouwen, en dat na zijn voltooiing
niet minder dan dertig verdiepingen bevatten zal.
Maar wij behoeven volstrekt niet alleen op de
aanstaande Sky-scrapers te letten; er staan er
reeds dozijnen, waarvan menige vier tot
vyfduizend personen bevatten en dagelijks door
vijftientot twintigduizend personen bezocht worden!
Daar is bijvoorbeeld The Rookery, een reus
achtige doolhof van twaalf verdiepingen, met (!(K)
kantoren, monumentale trappen, granieten muren,
ijzeren en stalen pilaren, waartusscben elf liften
als pijlen op en neeniiegen, steeds overvol met
menschen, die naar boven naar de banken,
spoorwegbureaux, advocatenbureaux enz. willen. In de
gangen van elke afzonderlijke verdieping heerscht
bijna evenveel beweging als op de straat beneden.
Daar is het Monou-gebouw met 300 «offices" met
zijn dertien verdiepingen ; juist tegenover dezen
kolos verheft zich het »Manbattan", een andere
tempel van den mammon, met zestien verdie
pingen, die 700 kantoren van allerlei soort be
vatten; het gebouw van de Kamer van koophandel
heeft er 500 op dertien verdiepingen; de Temple
Couri 400; het paleis van de Home Insurance
Gompany, dat eenige jaren geleden bij zijn op
richting als non plus ultra van het handelspa
leis werd aangezien, kreeg onlangs op de bo
venste verdieping, nog twee verdiepingen, zoodat ik
van daar boven op het dak van de reeds gemelde
»Rookery" zag. Tegenover hetbekende groote Grand
Pacific hotel is sedert mijn voorlaatste bezoek aan
Chicago het Maller building met twaalf verdiepin
gen, van grijs graniet, ontstaan, en niet ver hier
van het Phoemx building met eene tien verdie
pingen hooge fagade, die de geheele ruimte tus
schen Clark Street en Pacific Avenue beslaat. De
grootste gebouwen bevinden zich echter in de
Lassalle- en Madisonstraat, waaronder het
»276tcorna" uit graniet en staal, dertien verdiepingen
boog, met 500 offices, de ^Insurance Exchange",
de enorme »Temperance Temple" met twaalf ver
diepingen in zijn 200 voet breede farade, liet
Galumet buildin//, enz. En de geweldige >Masonic
Temple" die zich met zijn twintig verdiepingen
als een fantastische toren van negentig meter hoogte
verheft! Alleen door de hoogte heeft bij het aan
zien van een toren, want het gebouw heeft een
grondvlakte van 20,000 vierkante voet en bevat
een binnenplaats van 4000 vierkante voet, met
een derde van zijn verdiepingen zou het dus
reeds tot de groote gebouwen kunnen gerekend
worden. Aan de oostzijde van de binnenplaats
zijn in een halven kring niet minder dan veer
tien personen- en twee goederen-liften aange
bracht, die onafgebroken op en neersuizen, met
zulk eene snelheid, dat men angstig wordt. Ik
zelf was heimelijk in benauwdheid,
toende»elevator" op de twintigste verdieping op toreulioogte
losgelaten, (ik moest liever zeggen, losgeschoten)
werd en met de natuurlijke valsnelheid recht
naar beneden vloog. Onwillekeurig wilde ik mij
ergens aan vasthouden, want in deze prachtige
kooien, die met spiegels en verguldsel en
rluweclen stoelen gestoffeerd zijn, overwint men nooit
ecu zeker gevoel van onveiligheid. Maar hier heet
bet .nieegevangen, meegeliangeu". Met een
plotselingen ruk, die mij bet gevoel gaf. alsof het stalen
koord, dat ons droeg, moest breken, hield de
grijnzende negerjongen, aan wien bet bestuur
van mijn walkooi was opgedragen, plotseling op
de zestiende verdieping stil. Weder kwamen er
eenige menschen in, op de twaalfde nogmaals,
zoodat ik er gaarne uitgestapt zou zy'n, wanneer
onze pekelharingstoestand dit maar bad toege
staan. Een ruk, eeu vaart, en wij hielden op de
negende verdieping stil. Eén persoon werd toe
gelaten, voor de anderen, die wilden instappen.
sloeg de neger, die in de zaak zichtbaar ver
maak schepte, de ijzeren traliedeur voor hun
neus dicht, en nu vlogen wij de overige negen
verdiepingen af, naar den grond. Voordat ik mij
bet ncerplompp.n en verpletteren daar beneden
recht griezelig kon voorstellen, hield do kooi
stil, en verlicht, bevrijd, stapte ik uit.
Op de andere hemelkrabbers was ik verrast op
verscheidene verdiepingen te midden van de ban
ken en kantoren ook winkels te ontdekken. Op
de eerste verdieping een restaurant, op de negende
een barbierswinkel, op de tiende eene bloemen
verkoopster, o]) de zesde een courantenwinkel, op
de vierde een telegraaf kantoor enz.Al deze kooplui
maken uitstekende zakeu, zelfs al hadden ze alleen
maar de bewoners van bet buis als klanten, want
deze alleen bedragen in vele gebouwen vele dui
zenden. Maar hierbij komen nog do voorbijgan
gers. De vele liften, die zich in elk gebouw
bevinden, kon men wel verticale straten noemen.
De Masoiiic Temple is intusschen met uitzon
dering van de bovenverdiepingen, waarin zich
vrijmetselaarsloges en een ?driltroom" eene
cxcrcitiezaal bevinden, geheel met winkels gevuld.
Zelfs op de overdekte binnenplaats bevinden zich
vier afzonderlijke kramen, terwijl de straatver
dieping van het paleis geheel door een enorm
café-restaurant ingenomen wordt. Daaronder be
vinden zich de stoommachines, ketel-zalen on
kolenhokken tot bet drijven van de liften, tot
de stoomverwarming enz. liet geheele buis tot
aan de bovenste verdieping wordt namelijk
door stoom verwarmd; in ieder vertrek be
vinden zich electrische gloeilampen, waterkra
nen en waschbokkcns met stroomend water;
in vele zijn ijzeren kasten in de muren ge
metseld, andere zijn als badkamers ingericht. Dit
zijn intusschen dingen, waarop iedere andere
liemelkrabber" eveneens kan wijzen. Merkwaar
dig zijn in den Masonic Temple dus de enorme
menigte winkels, van de verschillendite soort,
die de eerste elf verdiepingen vullen, en een
soort ba/ar uitmaken, evenals Bon Marcliéof
L/iurrc te Parijs, maar veel grooter en driemaal
zoo boog. De verdiepingen van numero 11 tot
numero l (i bevatten handelskantoren. Daarboven
resideeren de vrijmetselaars, tevens eigenaars van
dit liandelspaleis." En zelfs wanneer inon ver
dieping numero 20 bezichtigd heeft, is er altijd
nog wat te zien, want op bet dak is een groote
overdekte tuin geschapen.
Hoe vindt de bezoeker van zulk een
reuzengebouw het bureau of de winkel die hij
zoekt V Gemakkelijk. Elk kantoor van deze Sky
Scrapers bezit een nummer, dat de bewoner bij zijn
adres voegt als: »XX 600 Thee Bookery." Heeft de
bezoeker van dezen mijnheer X X, het nummer
eenigszins vergeten, dan zoekt hij diens naam in
de lange alphabetische lijst van de huisbewoners,
die onder glas en lijst in de voorzaal bij de liften
opgehangen zijn. Kaast iederen naam is het
nnmmer van de kamer en de verdieping aangegeven.
Bij het instappen in de lift roept men den be
stuurder hiervan alleen maar bet nummer van
de kamer toe en de lift zal bij de bewuste ver
dieping stilhouden.
Ik zou in nryn beperkt Europeanen-verstand
gemeend hebben, dat de handelslui van Chicago
voor de paleis-kolossen een zeker wantrouwen
zouden koesteren, dat vrees of de ongemakke
lijkheid, hunne bureaus maar n etage lager
dan de wolken te bezitten, de Cbicagoërs ervan
zouden terughouden, zich in deze adelaarsnesten
te vestigen. Maar in 't geheel niet. Nauwelijks
is een Sky Scraper voltooid, of hij is ook reeds
tot de bovenste verdieping verhuurd. Ja men
bespreekt bureaux reeds, terwijl de huizen nog
in bouw zijn. Is het de mode, is het de geweldige
drang naar Chicago, de reusachtige vlucht dien de
zaken nemen, die dit verschijnsel moet verklaren 'l
Zelfs conservatieve groote firma's, zooals de Pullman
Palace Car-maatschappij, Phil. Armour, de var
kensslachter, Marshall Field, de groote
modezaak van Chicago, W. Kimball, de aanzienlijke
piano- en orgelfabrikant, Studebacker, de
rijtuigmaker, dj allen hebben zich in de laatste twee
of drie jaren zulke Sky Scrapers gebouwd, omdat
de onvoorziene uitbreiding van hunne zaken
grootere bureaux verlangde maar ook omdat
zij door het verhuren van het overige dozijn ver
diepingen eene schitterende speculatie maakten.
Onder de 11,500 huizen, die in n jaar (van
l Januari tot 31 December 1891) gebouwd wer
den, waren 21 Sky-Scrapers, met gezamenlijk 220
verdiepingen; in het jaar 1891 werden er nog
meer gebouwd, en het grootste aantal zal het
loopende jaar bereiken. Toch zijn al deze gebou
wen, van den bouw nog vochtig en nauwelijks
voltooid, tot onder het dak verhuurd !
Bij de firma E. J. van Wisselingh & Co..
Kalverstraat. is geëxposeerd een ets van Matthijs
Maris, naar Millet, »de Zaaier".
Bij de firma Preyer & Co., vroeger Van
Pappelendam & Schouten, Wolvenstraat l!'r is
geëxposeerd een groot schilderij van J. J. van de
Sande Bakhuyzen «Gezicht op de Zaan"
Van 28 Februari tot 4 Maart zal te
's-Gravenhage door de boekhandelaars W l', van
Stockum & Zn., Buitenhof ,'!<>, een prachtige
collectie oudere en nieuwere prenten verkocht
worden, die het kabinet van jhr. L. C. Hora
Siccama te Utrecht heeft uitgemaakt. De platen
zijn tentoongesteld in de galerij van Pulchri
Studio, Prinsegracht 57; de bijna lGOO nummers
zijn ingedeeld: gravures au burin et a l'eau forte;
gravures en maniere noire; dessins anciens
(Bloemaert, Breughel, Lairesse), pointillé,
lithographies, gravures en couleur, au lavis, portraits
de princes et princesses d'Orange-Nassau,
estampes historiques, caricatures et satires, etc.
Het Journal des Déliats (bet orgaan van het
centre gauche) maakt bekend, dat het van l Maart
tweemaal per dag zal verschijnen, met acht pa
gina's in plaats van vier, in hetzelfde formaat
9n zonder prijsverhooging.
Minerva. Jahrluch der gelehrten Wc/t.
Herauft/eijeben von dr. . Kuhula umi
K. Triibner. 2de Jahrg.
Waarom wij nu weder de aandacht op dit hier
ten vorigen jare ook aangekondigde boek vesti
gen? Omdat het geheel iets anders geworden is.
omdat het van een, uit den aard der zaak, dor
adresboek van het doceerend personeel van alle
universiteiten ter wereld en van de beheerders
der daaraan verbonden bibliotheken, een Is
achschlagebuch werd voor ieder die omtrent het uni
versitair onderwijs, zooals dit aan de verschil
lende hoogescholon gegeven wordt, iets naders
wenscht te weten. Reeds ten vorigen jare deel
den de uitgevers in hun voorwoord mede, dat zij
in volgende jaargangen belangrijke verbeteringen
wenschten aan te brengen, doch dat zij daarin
zoo goed en zoo spoedig zouden slagen, zullen
zeker weinigen vermoed hebben.
Als inleiding wordt een kort doch volkomen
betrouwbaar uittreksel gegeven van de wetten die
in de verschillende landen van Europa en in
Eng. Indiëhet universitair onderwijs regelen.
Dan volgt weer een alfabetische lijst van alle
hoogescholen ter wereld met de vermelding van
het doceerend personeel, benevens de bibliothe
carissen. Ditmaal zijn ook opgenomen de tech
nische en landbouwkundige hoogescholen, die
in don Ion Jg. nog ontbraken. Maar wat aan
dezen jaargang een blijvende waarde verleent is
dit: van elke Academie wordt een korte schets
harer geschiedenis, benevens het budget overliet
laatste jaar gegeven en worden allo verzamelingen,
inrichtingen en hulpmiddelen van het onderwijs
vermeld.
Daar de uitgevers voornemens zijn den inhoud
nog belangrijk uit te breiden, o. a. ook aan de
archieven hun aandacht willen wijden, doch tevens
het hoek niet gaarne in omvang (827 blz.) zou
den zien toenemen, zullen voortaan alle geschied
kundige bijzonderheden worden weggelaten.
Ten slotte wijzen wij nog even op bet met zorg
bewerkte alfabetische naamregister, dat aan het
boek is toegevoegd, en waarin men slechts zelden
den naam van een of ander autoriteit op weten
schappelijk gebied te vergeefs zal zoeken.