De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 12 februari pagina 4

12 februari 1893 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. N<x816 een fabrikant dit alles schijnt den naam «sociale roman" te rechtvaardigen, al heeft ook de schrijf ster zelve haar boek niet met dat tiquet de we reld ingezonden. irHoogenoord" is een ernstig boek, geschreven door een ernstige, begaafde vrouw; een boek, waarran de smaak prikkelen zal op de tong van velen, gewend aan den laffen kost der leesgezelschappenleetnur; dat men ter lezing zou willen toezenden juist aan hen, wien de schrik al om het hart slaat bij het hooren van het woord «sociaal." Zij kun nen er veel uit leeren. Met opzet gebruik ik het woord »leeren", om dat het mij voorkomt, dat de didactische waarde van dezen roman grooter is dan zijn kunstwaarde. Als kunstwerk moet //Hoogenoord" beoordeeld wor den naar de wijze, waarop de schrijfster oas het ge moedsleven verhaalt van Louize Nortenheim van Maasbergen. Want de ysociale" beschouwingen zijn niet het vleesch en bloed van dit werk, maar opgespelde lapjes, die men er af kan trekken, zon der het leven van den roman te schaden. Degeheele werkstaking b.v. is een episode, die men er uit kan lichten; op het leven van de hoofdpersonen, of liever van de hoofdpersoon, want er is er maar n, Louize, oefent zij hoegenaamd geen invloed. Had Louize een man lief gekregen, die geen oeconoom, geen spreker op werkmansvergaderingen was, maar toch een man, tot wien zij opzag, dien zij bewonderde, en dit niet te vergeten -?wiens blik haar een liefkooziiig werd, de geschiedenis van haar gemoedsleven zou niet anders geweest zijn dan thans. Die geschiedenis is het verhaal van een vrouw, die trouwt, zonder liefde, niet wetend wat liefde is, slechts vriendschap gevoelend voor den man, dien zij huwt. Haar huwelijk is een daad van piëteit voor haar vader, die bij zijn schoonzoon diep in het krijt staat, want deze heeft de eer van zijn familie gered en z'jn financieelen ondergang voorko men. Een vrouw, die, trots haar opvoeding en om geving, athéste is, met vage socialistische neigingen; haar man een gezond, tevreden, gefortuneerd fabri kant, schertsend over de vrijzinnige denkbeelden van zijne vrouw, die bij bederft, vertroetelt en hartstochtelijk liefheeft, met de aanhankelijkheid en getrouwheid van een hond. (De schrijfster, die het zoo warm opneemt voor het poesje Mia, houde mij dit beeld ten goede.) Een samenleven, zonder gemeenschap van gerst en gemoed; een leven, voor haar niets anders dan de vervulling v ,n den plicht om haar vader en haar man gelukkig te maken, het leven van iemand, die zich vreemd gevoelt aan eigen omgeving. Eu als zij gehuwd is, leert zij hem kennen, den niet-vermoede en toch onbewust reeds lang gewenschte, cin wiens bijzijn zij genoot van de heer lijke veiligheid, waarin zijn woorden haar wikkelden, van het zalige besef,-dat er een band tusschen hen bestond, dien alleen de dood zou kunnen ver breken." Het zelfbedrog, dat zij zijne vriendin zal zijn, duurt slechts kort. Op een avond sluipt zij haar huis uit om hem te hooren spreken in een arbeidersvergadering; en als hij haar naar huis verge zelt, «zijn gelaat gloeiend, zijn oogen schitterend van de opgewondenheid des redenaars, verheugd en trotsch, dat zij daar gekomen was inliare patricische distinctie, gekomen alleen om hem, voorbijziende al de bezwaren welke haar hadden kunnen afschrik ken," dan bevangt haar een hevige ontroering en //op eenmaal begreep hij dat de nevel uit haar ziel was weggetrokken, begreep hij wat deze smart beteekende, en dit begrijpen was hem zoet." In extase van gewijd geluk belooft hij haar te zullen helpen in het volbrengen van haar plechtigste be lofte «mijn plicht te doen, wat er ook gebeuren mocht, altijd, tot aan mijn dood" maar haar wil valt terug, zij walgt van het leven, dat plicht haar voorschrijft te leven en het einde is zelf vernietiging. Waarom hecht de schrijfster er iets aan, dat Louize vlak vóór haar dood tot de ontdekking komt, dat zij bij haar huwelijk arm was? Het antwoord op deze vraag zal wel zijn, dat zij haar vóór haar huwelijk laat verzekeren: Arm zijude, zou ik uooit een rijk man huwen nooit!" Maar is dit nu een meening voor een vrouw als Louize ? Komt hier niet zooals .Maurits van Elten ergens tot zijne moeder zegt //een heel klein restantje van een o, zoo oudbakken begrip" bij Mejonkvrouw Huygens om den hoek gluren ? Men heeft niet het recht de schrijfster te ver wijten dat zij Louize's huwelijk kinderloos laat blijven en zich daardoor het oplossen van de quaestie gemakkelijker maakt. Maar een halfheid is liet, dat zij niet heelt laten gevoelen de volheid van de smart, waaronder Louize voortdurend lijdt, de smart van een vrouw die haar reine ziel bevlekt door uiting van liefde te ontvangen van een man, dien zij niet liefheeft. Dat is liet geweldige leed in het leven van een vrouw als Louize, de hellepijn van een gemartelde ziel. En de schrijfster laat ons die slec.hts gissen. Van Eeden's Joliannes Viator is een bewijs, dat het mogelijk is in ge wijde taal te spreken over wat de groote hoop //shocking" vindt. De bijfiguren in //Hoogenoord" hebben weinig om het lijf; waren zij er niet, ik bedoel de Fellers en de Harpers-niemand zou ze missen. Ook opzichzelve beschouwd, zijn het niet veel meer dan conveiitioneele typen: Annie een onbeduidend jong vrouwtje, Feller een lichtmis, mevrouw Harpers een ver stokte Christinne, haar man een kamergeleerde. Door Louize in een omgeving van zulke meuscbeu te plaatsen, wordt voor de denkbeelden van den nieuwen tijd ' de zege wat al te gemakkelijk ge maakt. Ook Frans?Louize's man is zoo geteekend, dat wij medelijden met hem krijgen, omdat de schrijfster hem zoo onrechtvaardig behandelt. Tusschen den Frans vóór en na het huwelijk is het onderscheid nog al groot- en voldoende gemo tiveerd schijnt mij dit onderscheid niet. De taal van de schrijfster is over het algemeen mooi, hier en daar zelfs heel mooi. Een enkele maal drukt zij zich nog ouderwets uit. //Een overwegende indruk" is een gangbare uitdruk king, maar het beeld in het eerste woord trekt een leelijk gezicht tegen dat in het tweede; de ^verpletterende kracht van ingewortelde tradities" zal wel niet zeer verpletterend zijn. Maar dit zijn kleinigheden. En al het voorgaande mag niet be letten, dat ik de lectuur van dezeu goedgesclireven roman vooral aan de Nederlaudsche vrouwen met warmte aanbeveel. KAREN. JEssais aus neuerer Geschichte von K. Theod. Heigel. München, u. s. w. C. E. Buchner. 1802. Deze vierde bundel geschiedkundige opstellen van den bekenden Münchener historicus, wiens werken over den Oostenrijkschen successieoorlog, de nieuwere geschiedenis van Beieren e. a., hem onder de geschiedvorschers een eereplaats doen innemen, doet in belangrijkheid voor zijn voor gangers zeker niet onder. Evenals al zijn op stellen munten ook deze door helderheid van stijl en het levendige der voorstelling uit. Vooral wenschen wij de aandacht te vestigen op de studiën over Metternich, Antoine Barnave, de familie Orleans en Lucien Bonaparte. Zeer belangrijk zijn ook de opstellen over den Beierscben Hiesel en de Hiesel-litteratuur en Karel Theodoor van Palts-Beieren en Voltaire. Een viertal Gedenkb/atter, gewijd aan de na gedachtenis van Georg Klemploetzer, Karl Stieler, Wilhelm v. Giesebrecht en Franz von Kobel), besluit dezen bundel. Marie-Amélie et la duchesse d'Orleans, par Imbert de Saint-Amand. Paris, E. Detie, 1893. Een der belangrijkste boeken van den vruchbaren schrijver- der Femmes de Versatl'es en femmes den Tutlenes. Rondom de koningin van Frankrijk en hare schoonzuster heeft de schrij ver tal van personen en gebeurtenissen gegroe peerd uit een tijdvak dat betrekkelijk dicht bij ons ligt en toch weinig bekend is. De huwelijks feesten te Fontainebleau, de inwijding van het Museum te Versailles, de aandoenlijke en po tische figuur van prinses Marie, de politieke crisis, de tragische dood van den hertog van Orleans, de smart zijner moeder en zijner weduwe, dat alles is met groote onpartijdigheid en op hoogst boeiende wijze door den begaaafden auteur geschetst. Wij ontvingen de laatste afleveringen van »Voor 't jonge Volkje" en »Voor de kinderkamer", de bekende tijdschriften onder redactie van den heer P. Louwerse. Beiden maken als steeds door oor deelkundig gekozen tekst en illustraties een prettigen indruk. Het laatste verschijnt thans bij Schillemans en van Belkum te Zuti'en, doch heeft overigens geen verandering ondergaan. Met een enkel woord vestigen wij de aandacht op den Almanak der Nederlandsche posterijen voor het jaar 1893, onder redactie van W. Huis man Jr. Het werkje ziet er flink uit, bevat het portret van C. W. baron Sweerts de handas Wyborgh, in leven directeur van bet postkantoor te Rotterdam, een afbeelding van bet nieuwe raad huis en postkantoor te Soest en zul den mannen van het vak zeker uitstekende diensten bewijzen. De tweede maandaflevering van De Narorvcher (een middel tot gedachtenwisseling en letterkun dig verkeer) onder redactie van don hoer ,). F. van Someren Bibliothecaris der Rijksuniversiteit te Utrecht, bevat een groote verscheidenheid van bijdragen over Geschiedenis, Oudheidkunde. Ge slacht- en Wapenkunde, Kerkgeschiedenis en Taal- en Letterkunde, o. a. een artikel van P. J C. Kramer over Benjamin Raule en do Groote Keurvorst in 1(1/5 en eon over eene inkomstenbe lasting in 1577 in Henegouwen. Het Januari-nummer van Eigen Haard bevatte o.a.: C. M. Elout, Leus de bch>iep°r, mot illu straties van E. S. Witkamp ; S. Kalft', Ecne everjacht in /iet Ardjoeno-<jeberyte; A. J. Sorvaas van Kooyen. Het wiegje; E. C. Willekos Maodonald,- Llit het It'diëvan Noord-Amerika, ^Galifornië) met illustraties; Louis Pasteur, met por tret; A. Peaux, De Bramenbloezem; Win. Staring, De pauker van liet l*te regiment huzaren, met illustraties: Cook en Cook's-reizen ; Isoline, Vóór de uitbarsting; II. M. Sluijter, Handenarbeid, met illustraties; Achilles en <ls Schililpad; .lan Veth, De wandschildering van Der Kinderen, mot illustraties; Kdw. P>. Koster, Maaier*, Sonnet; Vastela>;ond, met illustraties, enz. Voorts aan illustraties : Winterkoude, naar de schilderij van J. T. Hoppenbrouwers, met figuren van ('h. Rochussen ; Ofi de vangst, naar llenouf; ?»» de sneeuw, naar \Varthrniiller; 011 aan portretten: het kabinet Van Tienhoven Tak; Mr. II. I). Levyssobn Xorman ; Carl HUI, Fden. lllllillllliiiiiiiiimiiiiiu Het verhuren van veroordeelden als werkslaven in Amerika. Als men Kcnnan over Siberiëhoort, zou men meenen dat Amerika niets aanbood, dat in ver gelijking kwam met de Kara-mijncn of de banne lingen van Xertsehin.sk. In de Voreenigde Staten is het echter vooral niet beter gesteld, ofschoon uu en dan de publieke opinie, wanneer er buiten gewoon ergerlijke feiten aan den dag komen, in opstand komt. Het werk der gevangenen wcrdt in vele staten van Amerika productief gemaakt, en dat wel naar drie verschillende systemen. In sommige staten wordt voor den Staat gewerkt in staatsgevange nissen: in andere voor particuliere aannemers, ook in staatsgevangcnisseu; iu weer andere worden de veroordeelden eenvoudig verhuurd als werk slaven. Het eerste systeem heet dat van de ,, I'ublic accounts"; het tweede als dat, der Private Contracts"; het eerste is reeds sedert Iss? in Californiëingevoerd, nadat door de constitutie van dien Staat, in 1S7D, uitdrukkelijk het ver huren van het werk der veroordeelden was uitge sloten, liet tweede geldt in een aantal Staten; het derde vooral in de Zuidelijke Staten, als Tennessee, Florida, Mississippi, Arkansas. Texas, Noord en Zuid-Carolina, eu/.. Het is eenvoudig het verhuren aan een planter, aannemer of werkgever, die tegen een zekere som per hoofd het recht krijgt, de veroordeelden ab soluut als slaven te behandelen, lu Tennessee is nog geconditioneerd, dat de gevangenen (1336 in getal bij de laatste verhuring) onder toezicht zullen blijven van een hoofdopzichter, twee cipiers, een predikant en een dokter, die de Staat aanstelt; maar ook was bij de advertentie, waarbij gega digden opgeroepen werden, bepaald, dat geen bod onder de 100,000 dollars, per kwartaal te betalen, in aanmerking zou komen. Hét contract wordt voor zes jaren gesloten. Wanneer, zooals in Ten nessee, bepaald is, dat de gevangenen in de ge vangenis moeten blijven, wordt dat, ontdoken op die wijs, dat er //hulpgevangenissen" of stockades" worden gecreëerd, en een van deze, een stockade van 400 man, werd in een kolenmijn geplaatst. De gevangenen worden er geheel cp de ergste Siberische wijs mishandeld, behalve dat in Florida en cnuessee de hitte en de vergiftige moerasdampen in de plaats komen voor de Sibe rische koude. De bloedhonden, tot opsporing der voortvluchtigen, zijn uit den slaventijd behouden. De blank-officieren zijn nu opzichters. Daarenbo ven heefr, men den «uachtketting", dien Siberiëniet kent. Wanneer de veroordeelden van het werk terugkomen, gaan zij op een rij stam op de slaap plaats. De nachtkfctting wordt dan door een ring gestoken, die achter aan ieders lijfketting beves tigd is, en buiten a'iu het gebouw vastgemaakt. De wachters gaan met toortsen rond om de ket tingen te onderzoeken; het avondeten wordt uit gedeeld en opgegeten, en weldra klinkt de schel ten teeken dat ieder moet gaan liggen en mag slapen. Als een man gedurende den nacht zich bewegen wil, moet hij de nachtwakers roepen om hun verlof te vragen. In Florida worden in 1875 (op een na de voor laatste verhuring) de veroordeelden uit de gevan genis van Chattanochee aan een zekeren Martin verhuurd voor 30,000 dollars 'sjaars. Hij maakte fortuin met ze te laten werken in de wijnbergeii. Hij was een streng meester; zijn geliefkoosde wijze van straiTen was, den delinquent bij de duimen op te hangen ; men kon later degenen die aan hem overgeleverd geweest waren, vooral daar aan herkennen dat hun handen, evenals die van een aap, alle vingers van gelijke lengte hadden. IIij had over zijn //kampen" verschillende kapi teins", meest ook boeven, die de wreedste opzich ters waren. Ka het eindigen van zij u contract kon Martin slechts voor een deel der gevangenen, de ergste boeven, weer concessie verkrijgen ; maar van de overigen, die in twee partijen ver pacht werden, is het mocielijk te zeggen welke het ergste er a'in toe waren. Een deel werd ver huurd voor spoonuuileg, en naar een maagdelijk moeras gezonden, waar zij 's zomers weken achtereen geen ander voedsel hadden dan palinkoolen. De inspecteurs, wetende hoe ongezond het, er was, kwamen hen daar nooit bezoeken. Een der //kapi teins" liet een slachtoffer aan de duimen hangen tot hij dood was. Het andere deel werd op plan tages gebruikt, afgewerkt als vee, en keerde na twee jaar terug, (omdat de aannemer failleerde) met, de lompen van de kleeren aan, die zij hadden meegekregen, '/ij werden opnieuw verhuurd, om in de terpentijnbossehen te werken. Dit is zoo vermoeiend, dut, men de slaven er goed voeden moet; er zijn nooit vrije mannen als werklieden voor te krijgen. !)e mogelijkheid om op deze wijze werk gedaan te krijgen, dat anders niet, gedaan wordt, is dan ook het voornaamste argument. De verdedigers voor het stelsel hebben nog twee andere argu menten; vooreerst dat een groot getal van de veroordeelden negers zijn, die niet beter weten of het, leven bestaat uit luieren, kwaad doen, slaag krijgen en dan een weinig werken. Dit gaat intusschen niet, meer op, («elf.s wanneer het in Europceschc oogen ooit kon opgaan) want iu Florida, waar iu verhouding de meeste negers waren, zijn nu reeds !!.'{ pOt. der veroordeelden blan ken, liet derde argument is, dat de gevangenissen op die wij/,e den Staat niets kosten, en de ge vangenen z:'lfs een bron van inkomsten zijn. In vergelijking iutussche.n met dou vrceselijkuu toe.staud die het, gevolg is van het systeem, zijn de inkom sten a' heel gering. Texas kreeg er nooit meer dan 10,000 dollars 'sjaars van/zcKs toen het 2000 gevangenen verpachtte. Noor.l-Oarolina ontvangt gemiddeld 500 a, 700 dollars van zijn pachter, ofschoon (en dit is een der verschrikkelijkste ge volgen van het stelsel) in vele van deze Staten de rechterlijke macht, daar een gevangene niets kost en iets o [(brengt, zeer vrijgevig is met veroordeclingcn. De heer Keiman kon dus over zijn eigen land alhchl een even interessant boek schrijven. MES Bal niufqu,'. llmcelijkxkiins. Ifutidnchoene.n aan t"fel. Ken schilderes. Hot geiuasko.vd bal van de tooneolvoveoiiiging D. V. <?., <)]) Zaterdag l Februari iu Maison Strouclcen gegeven, was ditmaal vooral door do zorgen der commissie eon succes. Do versiering der zaal toeli was buitengewoon mooi, met dra perieën, parasols, waaiers, .lapansebe beelden en wapens, scliilden, kleurige omwikkeling dor lam pen, veel donnouloof on serreplanton, kortom oen omgeving, die bestemd was om de bontheid der costnmen te (loon uitkomen. Wat deze laatste betreft, over 't geheel was alles kleurig en smaakvol, moer dan dat er eigen lijk etl'octcoslumon waren. Roodkapje, Mephisto, Migiion, oen paar >\Yinter"s, een Ilougaarsche, een paar boel mooie Turkiunen of Porsanes, een paar mooie Arloqiiino's Directoire in zwartsatijn met poederpniiken, eenige boel elegante balcostumen, en voorts tal van aardige boerinnetjes, bohémienne», Alsaeieunes, Watteau's, l'iervettes, folies, manoln's, bóbë's, enz. Zocr de aandacht trokken een viertal vroolijke danseressen,als boe telingen gecostumeerd, met lange witte domino's, hooge suikerbroodmutsen met twee sluiers van zwart krip aan de punt, tot op den grond af hangend, en wit linnen doodskopmaskers met roode oogen; zij verdwenen vóór het démasqué. Een mooi costuum was »klaverenvrouw" van mosgroen pluche en ivoor satijn; en een GrecqueEmpire, wit met breede randen in Byzantijnschen trant van goud en cabocbons, met groen ttuweeleu sleepmantel; onder de heeren was het elegant ste een muscadin in rok van lila- en zwart ge streept satijn, met jabot en poederpruik; voorts Schotten, ridders, Turken, gommeux, jockey's, matrozen, torero's, officieren en het gewone vulsel van allerhand-kleurige domino's. Een aardig mo del dames-domino was rose, van veren en achteren gesloten, maar ter zijde geopend, zonder ceintuur en zonder mouwen, zoodat het gewone soir ecostuum er niet onder te lijden had, de kap op den rug afhangend, met zwart gevoerd. Dit is gemakkelijk en eleganter dan de geheel sluitende; een andere met korte pélerine, te kort, te nauw sluitend en zonder kap, deed de draagster wel op een Scbeveningscbe badvrouw gelijken. * * Onder de vragen in fïyaro's gezocht Zondags blad onlangs opgenomen, kwam de klacht van een jong meisje voor, dat zich verwonderde geen man te kunnen krijgen. Zij was van fatsoenlijke familie, met boofdacte, goede musicienne, acte Engelsch, handwerken en kennis van koken en huishouden, in een woord had een zeer goede opvoeding genoten en was, zooals zij zelf zeide, »la perfection de la demoiselle ;ïmarier." En nu, twintig jaar oud, wilde niemand haar ten huwelijk vragen. Toch was zij dans Ie monde" geweest, bad gedanst met jongelieden van zestien tot tweeen-twintig jaar, die haar ravissante" vonden; maar de echte candidaten, die van dertig tot vijf-en-dertig jaar, kwamen niet op, want het jonge meisje heeft geen bruidschat. Zij vroeg nu hoe dat kwam en meende het slachtoffer te zijn van een schromelijke onrechtvaardigheid. Figaro stelde de quaestie; tientallen van brie ven van moeders en doehters kwamen in; de redactie zond ze aan Alexandre Dumas. die gaarne consult geeft in moreele en maatschappelijke bartsaangelegenheden. Dumas' antwoord verscheen Zondag en was wat bard. Vooreerst, zegt hij, waarom op een danspartij een aanstaanden man zoeken? De mannen zijn zoo dom niet als de vrouwen meenen ; de ern stige aanstaande huisvaders gaan niet juist daar bun gezellin zoeken waar jonge meisjes gede colleteerd in de armen zinken van den eerste die haar noodigt. Een jong millionnair beeft mis schien wel eens op zoo'n partij zich voor altoos vastgeklonken aan een arm meisjo van verblin dende schoonheid, maar liet bescheiden welop gevoede meisje, goede huishoudster en niet ver blindend, vischt ook in dat geval allicht achter het net. Daarenboven, do huwelijken waar het meisje een millioen. aantreft als prix de beauté, hebben al heel zelden een duurzaam geluk opgeleverd. En wat de goede walsers betreft, die daar wel eens meedoen en de toiletten van hun danseresren bewonderen, zij kennen allicht, omdat zij zo in andere kringen betaald of verkreukt heb ben, den prijs van die toiletten, en wenschen dat meisjes die gewoon zijn ze te dragon, ook liet benoodigdögeld daarvoor meebrengen. \\ at dan te doen V liet bewuste meisje beeft geen lust om zelf wat uittevoeren, ondanks haar actos. Theater, conservatoire V Merci. Handel? Fi donc ! Medicijnen V Dat duurt lang en is moeilijk. Lessen 'i Te groote concurrentie en te lastig. Zij wil alleen, zegt Dumas, bet leven genieten zonder zich moeite te geven, en wel door middel van oen man". Do opvoeding baar gegeven, beeft (loze neiging versterkt; »zonder geld, maar met een goede opvoeding, er redelijk uitziend, moet zij wol een man kunnen krijgen." Zoo denkt de moeder, en de dochter ook. Zij veracht dus den arbeid, en zij veracht den man; zij wil bom vangen; van liefde, toewijding, ideaal, lust om samen te werken, geen spoor. Waar beklaagt zij zich dan over? ? «Waarom zonden de mannen u geen bruidschat vragen," zegt Dumas, gij vraagt hun immers een fortuin?" Inderdaad, de schoonouders eischen of fortuin, of minstens een goede positie" ; ook hun is bet denkbeeld vreemd, dat waar twee voor bet leven samen /uilen gaan, ook twee zullen moeten wer ken, cu niet een voor twee. En do jongelieden. reeds levenswijs, vreezen zich te laten vangen, wetend dat zij een / waren last op zich zullen nemen. Er is dan van weerszijden wantrouwen. Dumas geeft een raad: I.aat bot meisje zich wer ken als bet doel van bet leven voorstellen en wat zij nog meer krijgt, zal haar meevallen. »Als gij hebt leeren werken en onafhankelijk zijn," zegt Dumas, >-als gij wat waard /ijt, zult ge nog wel een man kunnen vinden; maar dan zult ge er wellicht niet eens meer op gesteld zijn.'' En, volgens bom is de uitspraak van do meeste vrou wen: Als ik een man geweest was, was ik nooit getrouwd!'' Dat is aanmoedigend. * * * Bij bet huwelijk van de Aartsliertogin Margaretba van Oostei rijk met den Prins van \Vnrtemlierg. te \Yeeiien gesloten, word aan bet gala diner opgemerkt, dat ongeveer do helft van de iliuiies hunne lange handschoenen uittrokken om te dinooren ; de anderen hielden ze aan. Het waren do oudere dames, die ze uittrokken ; de jonge hof dames, voorgegaan door de ->0ber-Iloi'meisterin" hielden ze aan ; dit schijnt dus etiquette te zijn. Verleden jaar werd opgemerkt dat ook aan de tafel van madame (,'arnot de dames bare hand schoenen aanhielden ; boosaardige reporters be weerden toen, dat bij het uittrekken het blankotsel van de geëmailleerde armen der dames te veel lijden zou. * * * De Frankforter dames hebben zich de/e week eens herinnerd dat Frankfort een oude vrije stad is. De ,.Theater-Intendanz" bad voor een be paalde operavoorstelling uitgeschreven: >-Het pu bliek verschijnt bij deze voorstelling in baltoilet." Om dit voortescbrijven beeft de Intendanz niet het minste recht, zeggen de dames. Reeds vroeger is zoo iets wel eens verzocht", en men beeft er wel aan voldaan, maar noch een abonnee, noch

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl