De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 26 februari pagina 4

26 februari 1893 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. Na. 818 Uit Dr. GAJSTNEF's Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Zwaar werk. l t fc,. . «f,". ?l'.." GIADSTONE : »Het zal een heele toer zijn, dat kleine beest in dat zware tuig te houden. ' ," (Lróde). Vort, bonk <" De ontbrekende schakel. //Js mijnheer Padlock Scones thuis?" Deze woorden werden gesproken op den toon van on derdrukte gejaagdheid en de spreker was blijkbaar in p«n toestand van groote innerlijke ellende, Kom alstjeblieft binnen, mijnheer, ik ben Scones", zeide ik, mij naar de gang haastend, waar ik een bleek uitziend jongmensch ontmoette, met verwilderde blikken, wijd uitzwaaiende kne vels en een overvloedige massa lang zwart haar. «Bent u de heer, die het geheim opgelost heeft van de gestolen haardijzers?" »Ja, ik geloof, dat mijne pogingen in dat geval van nut zijn geweest, om de politie op 't rechte spoor te brengen". »En waart u niet de eerste ontdekker in de gevallen van de //vergiftigde pudding", de zwer vende krankzinnigen", en het»vermiste beddegoed?" »üe kranten hebben dit bevestigd, dat is zeker" antwoordde ik bescheiden, //maar, kom in mijn studeerkamer en vertel mij de geschiedenis van wst u hindert, want ik kan duidelijk zien, dat u onder den indruk zijt van een buitengewone ver slagenheid van bijzonder treurigen aard. U hebt den heelcn nacht door de straten gewandeld, en hebt uw hoed in geen 15 uur van je hoofd af gehad, op zijn minst". »Dat is zoo" antwoordde hij, ten zeerste verrast. Maar hoe legt u het aan, om tot, zulk een wonderbaar juiste conclusie te komen T' ,»Het is nu half tien in den morgen, op de minuut af," zeide ik, »en uw hoed heeft een diepe rood e streep op het vel van uw voorhoofd achterge laten. Zoo 'n teeken zou niet achtergelaten wor den door de drukking van een goedpassenden hoed, of hij moet vele uren achtereen in dezelfde positie gedragen zijn. 't Is nu nauwelijks twee uur na zonsopgang; de meuschen slapen in den regel niet met hunne hoeden op, of dragen ze in huis De zeer natuurlijke oplossing is daarom voor mij.- dat, u den ganschen nacht in London-road heen en weer hebt gewandeld." 'tliOailon-road", hijgde hij. //Hoe in naam van alle wonderlijke dingen op de wereld, kunt ge de juiste : plaats van mijn middernachtelijke zwerftochten i raden?" j ,?Niets is gemakkelijker, daar u een bestanddeel j van die buurt in mijn studeerkamer hebt meege- '? voerd en het voor mij gebracht hebt," antwoordde i ik, een eigarette aanstekend, en er mijn verwon- i derden bezoeker eene aanbiedend. //Ik weet toevallig, i dat de ondergrond van London-road grootendeels i bestaat uit klei. Ik heb evenzoo gehoord, dat de l Een jeugdig; Puritein. straatweg onlangs opgebroken is door de Duinwatermaatschappij en dat dientengevolge het plaveisel bedekt is met modder, gelijk aan die, waarvan u uiij een staaltje aan uw schoenen hebt meege bracht." //Verbazend! verwonderlijk!" riep mijn lang harige vriend uit, terwijl hij het brandende eind van de eigarette in '/ij n mond stak en een zwakke poging deed om zijn angst te verbergen. U zijt de ware man om het, probleem op te lossen, waarop mijn hersens zicii reeds zoo menig uur hebbeu gepijnigd het geheim van de ontbre kende schakel." //De ontbrekende schakel." echo-de ik gestreng, //luister eens jongmensch, kom mij hier niet lastig' vallen met de een of andere man-apen-geschiedenis. Darwin of het krankzinnigengesticht . . . . " //'t Ia geen apengeschiedenis," viel hij mij in de rede, n't is eenvoudig de geschiedenis van een weggeraakte manchetknoop in den vorm van een schakel. "Wilt u mij uit laten vertellen?" //Zeker ; laat mij de feiten achter elkander hoorcn van het, begin af, zonder con enkele kleinigheid, hoe onbeduidend ze ook schijnen moge, over te slaan," antwoordde ik, terwijl ik mijn voeten op den schoorsteenmantel legde en door de ruimte tusschen mijn knieën heen in liet vuur keek, een geliefkoosde houding van mij. wanneer ik naar een geheimzinnig en ingewikkeld geval luister. //Nu, daar is niet veel te vertellen," begon hij zenuwachtig. //Ik kan u in de eerste plaats wel vertellen dat mijn naam Greaner is George Greaner. Plergisteravond ontving ik een invitatie van een vriend. om met hem mee te gaan naar een concert. Ik ging, dadelijk na de thee, naar boven om mij aan te kleeden en ik deed mijn manchetknoopen (een mooi paar knoopen, weet u, in den vorm van schakels, dat me gegeven is door een jonse dame, waarmee ik geëngageerd ben het is dus een symbool) uit de manchetten die ik droeg, in deze. die bevestigd zijn aan mijn gekleed overhemd, l k her inner mij duidelijk dat ik de knoop?n overdeed, omdat ik ik ik (u zei mij geen enkele kleinigheid over te slaan, hoe nietig ook) ik ze kuste in zoete herinnering aan de geefster, toen ik ze door de knoopsgaten van de vlekkelooze manchetten stak. Benige minuten later, toen ik mijn pols door de manchetten werkte, ontdekte ik, dat een knoop weg was; en ofschoon ik het slaapkamerkleed heb opgenomen en in alle hoeken en gaten van de kamer heb gezocht met eeu lamp van vijftig-kaarsen-kracht en eeu buitengewoon micros coop, en zelfs het bed heb uit elkander genomen en iedere deken en elk laken afzonderlijk uitgeschud, heb ik geen spoor van den knoop kunnen vinden, die mij, ik moet het er noodzakelijk bijvoegen, meer waard is dan iets op aarde." //Uw vei-haal is zeker zeer bijzonder en boezemt mij grootelijks belang in," merkte ik op. //Was er iemand in de kamer, terwijl u bezig waart, de knoopen te verwisselen?' //Geen sterveling," antwoordde hij treurig. //Zijn uw dienstboden geheel te vertrouwen?" //Wij houden er slechts n op na; zij is reeds een-en-dertig jaar in de familie, dus boven alle verdenking. Bovendien, hoe kou zij in de kamer komen, terwijl de deur op slot was r" //Hebt u onder het bed gekeken en in de kleer kast, om te zien of zich daar iemand verstopt had?" «Ja, ik vond mijn houd slapen iu de kleerkast en" //Uw hond !" riep ik opgewonden, /,is het, eeu jong dier? Een jonge houd, die overal aan trekt en scheurt?" //,)a. Wat kan u op dat idee brengen?" vroeg hij verwonderd. »Het geheim is geen geheim meer!" riep ik uit. //De hond is de schuldige, mijnheer Greauer. Hij heeft uw manchetknoop opgegeten. ... 't Is nu maar de vraag, of u meer van den hond of van den manchetknoop houdt, of vice versa." //Ik zou duizend honden dooden, tienduizend Hevelingen ter helle zenden, zelfs een oud man zonder verdediging er om koud maken, om mijn verloren schat terug te krijgen!" siste mijnheer Greauer, met zijn pennemcs spelend, alsof hij er naar reikhalsde het te begraven in het hart van het arme mormeldier, dat ik bezig was ten dood te doemen. Ik ga dadelijk naar huis en hem afmaken!" ging hij voort. Gij zijt geheel zeker, beste mijn heer Scones, dat gij u niet vergist hebt? want ik zou mijn houd niet willen terkcojieit voor een bankje van 10 pond. 't Is zoo'n hartelijk beest". Mijn reputatie staat op 't, spel", antwoordde ik koel. //Ik vergis mij zelden, en ik vraag geeu bclooiiing van mijn cliënten. Ik moet, u nu goeden morgen wenschcn, want ik heb andere en meer ingewikkelde bezigheden, die mij wachten". Zoo vertrok mijnheer George Greaner vol hoop, en het niets kwaads vermoedende diertje ontving iiem zonder twijfel met alle mogelijke blijken van toegenegenheid iia zijn lange afwezigheid. Den volgenden morgen vond ik een brief bij mij op tic ontbijttafel Jiggcn, geadresseerd aan: //Padlock (Scones, de Kampioen-Ezel van de 19e eeuw, Huue de Gordiaansche knoop, Mvstenelaau, Hangburg." Verrast en verontwaardigd, deed ik de ongefraukecrde enveloppe open en haalde er uit, een hondepoot, waaromheen een papier was gebonden, beschreven met roode inkt. Ik las het volgende: //Gehate krankzinnige ! Ik zend je een stukje van mijn arm getrouw hondje, door u gisteren in ons gesprek ter dood In den Panamatijd. (Een minister, vertrouwelijk) : »AVilt ge het Kabinet een grooten dienst bewijzen ? Noem mij dan in uw interpellatie een dief!" veroordeeld. Ik doodde het na vele vergeefsche pogingen en de lijkschouwing bracht aan het licht niets. Jij povere, verwaande, idiote be moeial, jou theorie was even stom, als je opmer kingen over mijn hoed en mijn schoenen juist waren '. Eido heeft nooit mijn manchetknoop opgegeten, die f/f-i'fh/f/ai wcTtl tn een van de wil.' Tiiunrhetlci;. omdat zi' ii<;int iinar mijn orerhemd i.i ni-ergebi'iicl/t! Waarom heb je niet aan die oplossing gedacht, stomkop': De ontbrekende schakel werd, ongeveer tien minuten nadat, het, gemarteld hondje den laatsten adem had uitgeblazen, van de waseh'vrouw thnis gebracht. Met onuitsprekelijke verachting voor je zelf en voor je onwijze theorieën en methode, zal ik altij.l blijven je onverzoenlijke vijand GEOKGK GHKAXKII." Indien het niet was om de herinnering vaii miju wondervol succes wat, betreft, de //vergiftigde pud ding'' en ./vermist beddegoed"-gevalleu, zou ik mij geneigd gevoelen mijn stokpaardje van ,/amateurdeteetivc" op te geven en kippenboer te worden. Uit den karneyalsoptoclit. Hulde aan do diplomatieke verdiensten van den Franschen gezant te Londen. Signor C'rispi en de Italiaansche Banken. De kinderjuttVouw komt uit Artis terug, met kleinen liram op baar arm. »Nu mevrouw, nu heeft hij toch voor't eerst gepraat!" -:,la? en wat beeft bij gezegd ?" v\\"e gingen zoo langs do hokken en toen we bij de apen waren, wilde hij niet verder ; hij klapte maar in zijn lieve handjes en riep dui delijk : papa !" Heeft het lang geduurd eer je schoonvader het je vergeven heeft, datje zijn dochter schaakte? ?? - Vergeven V Ik heb er maai nooit naar ge vraagd: ik boorde al gauw dat hij de vigelante besteld bad, waar we mee vluchtten. Ik heb je gezegd, Torn", zei de meester. (int je een pak slaag van me xouclt hebben, aU je je vader niet vertelde, datje gistermiddag uit school was gebleven. Is 't niet zoo?" .-.Ja wel," zei Torn, : maar ik heb het hem niet verteld. Een pak slaag van n is een tnietatie bij eeu rammeling van den ouwe.'' De Zegeningen der Zending in Oeganda. BOBBY (die zijn Mama voor 't eerst in galacostuum ziet. en dit alles behalve goedvindt) »Ik zal het aan Pa schrijven, Ma t" Hoor eens. vrouw, ik heb aan mijnheer K'laverzaatl geschreven, waar onze Dirk f.ls volon tair is, en ik heb hem gevraagd, hoe Dirk het maakte, en waar hij 's nachts slaapt. En wat antwoordde hij '.' Hij zegt dat het met Dirk heel goed gaat, en dat hij overdag in den winkel slaapt, maar waar hij 's nachts slaapt, dat weet hij niet. j Eerxte bekeerlinfi: .Die zendelingen doen won; deren voor ons, niet waar, broeder'.-1" 'I ireede In 'k eerl'i»//: ?,Ia, niet onze ondeheidensche wapens zouden we elkaar lang niet zoo hebben kunnen toetakelen." l (Heiden gaan aan het theologisch hoofd ! kwartier nieuwe? ammunitie halen).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl