Historisch Archief 1877-1940
K i*
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na 818
f'
'i.
' jüftder dan voor den kunstenaar. En zoo bepaalt
«rustige critiek, even souverein, zelf haar rechten
? '«n haar plichten.
Als men dit Boek van de Liefde ter hand neemt,
Törwacht men allicht een moderne Ars amavdi,
Bl den trant van den dertiende-eeuwschen
BomoM de la R >se, de naïeve navolging in nog on
gevormde taal van den geraffineerden Ovidius.
En er is gelijkenis. Ook hier van het begin tot
het einde allegorie. Voor den minnaar, die eerst
door iliime Oiiseuse, later door Bel-Accueil ge
leid, zijn avonturen doormaakt in het chateau de
Déduyt, waar hij de Liefde vindt met haar ganschen
Stoet: oux- Regard, Richeuxe, Jolyneté. Coitrtoixie,
franehigc, Jeunez*e, etc., en die, tegengehouden
door Dangier, Honfe, Peur, Malebouche, Jalonme en
Itaixoit, hulpe vindt bij Pt'iéen Franchise, krijgen
we in dit Boek van de Liefde de levensreis van
J«hannes Viator, die op zijn tocht door het land
van z\jn doen en het land van zijn droomen
eveneens door een reeks van vrouwengestalten
vergezeld wordt», troostend en zaligend door Mar
jon, »de brandvlam van zy'n leven", pijnigend en
Kartelend door Marjons zuster, de Donkere, «vloek
m git" van dat zelfde leven. En terwijl deze twee
kern afwisselend doen stijgen en dalen, heeft hij
achtereenvolgens tot gezellinnen : de twee
meisjes, kindergeest en kindergratie; dan de lichte
' Maargestalte van den feestavond, (92) de groote
volwassene vrouw met de witte, edele, sterke han
den (97). en nog andere min of meer herkenbare
Ȥ'8; voorts Hetty,. het rein-jonkvrouwelijk mooi,
dat h\j vliedt uit vrees van het te bezoedelen;
dan Jeanne, het pareltje in het slijk, en eindelijk
ijj, die zijn vrouw wordt, eenvoudig, goed en
groot. Verder komen nog voor verschillende
4Ban»ekens": de Vertrouwelijkheid, Afschuw en
Modelijden, de Droefenis, de Dorheid en Saaiheid,
het Slechte en Vuile. En aan het eind van den
tocht de Openbaring, het witte Bericht, het teere,
aachte bericht van Liefde, dat Johannes, den
aenschen, zijn gelijken, geeft »met een Liefde,
ie geen wederliefde vergt."
Aan zekere mate van wederliefde zal het dezen
Johannes nochtans niet ontbreken. Een koor
fan lezers en lezeressen zingt en zal zin
gen : »W\j begrijpen zeer ten deele, maar er is
zooveal n.oois in." Zij vergasten zich aan de »zoete
langwoorden". Als zij den orgeltoon der handig
nagebootste Apocalyptische klanken hooren, heb
ben zij de kleine ontroering van een onkerksch
jemoed, dat in Zondagmorgenstilte psalmgezang
hoort lijzen uit een dorpskerkje. En dan hoe
«noeperig daartusschen het beetje krompraat van
>klein alleenig jongetje" ! Waar aanleg is voor
geestelijk morphini-sme, ontbreekt de dankbaar
heid voor de hier gevonden bedwelming evenmin.
Anderen bekijken vol vreugd de beeldjes, die
*\j te zien krijgen: de twee kinderen, afdalend
van het hooge pad; de wereld in feestdagzon; de
stad in den nacht; de diamant-arend zwevend
over den Dom, de pelgrim, die Jeruzalem be
groet. En niemand onttrekt zich aan de bekoring
van Viators manier om natuurmooi te zien en
weer te geven. Zijn dit niet de duinen achter
Meerenberg? En dit, »het takje van den Bijn"
bjj Caprera ? En dat niet Saxenburg en zijn
herfstlaan in het Bloemendaalschebosch ?
Toch is het boek daarvoor niet geschreven.
Het bevat een »Mysterie", en Marjon heeft Jo
hannes gelast, het te omringen »met zware muren
van geheimenis, dat de ontwijding niet
binnensluipe". Dit lijkt een wijze raad van Marjon; geen
paarlen voor de zwijnen. Maar zij had ook
kunnen bedenken, dat de gezonden den
mediejjnrneester niet noodig hebben. Nu kunnen
alleen de ingewijden door deze muren
heendringen, en de overigen mogen er op zijn hoogst
overheen kijken. De vraag is, of het de moeite
loont, daartoe tegen de steilte op te klauteren.
Het halfduister is tot op zekere hoogte het
geheim en het recht der kunst,
De beurtlinga half verberge en half vertooue", 1)
«n poëzie behoeft niet in den luierstoel genoten
Ie worden. Maar wanneer het duistere het gevolg
w van duidelijk opzet, van bedoelde zucht om
in raadsels en raadseltjes te spreken, en zoodoende
let doodgewone te verheffen tot iets zeer bij
zonders, dan keert men terecht aan zulke kunstjes
den rug toe.
De duisterheid van Johannes Viator is voor
een groot deel van deze soort. Zij is niet het
gevolg van neologismen, vreemde woordkoppelin
gen en ongewone zinswendingen, maar van het
dooreenweven van twee zeer heterogene elemen
ten : hoog en laag in de liefde, en hoog en laag in de
kunst, in n reeks van gesluierde allegorieën.
N w wil ik geheel daarlaten, wat de ervaring om
trent dezen kunstvorm, als te koud en te uitsluitend
tot het verstand sprekend, geleerd heeft; het ver
achtelijk op zij geworpene blijft altijd de kans
behouden, hoeksteen van een nieuwen schoonen
tempel te worden. Evenmin valt den kunste
naar het recht om te onderwijzen te ontzeggen, als
lij het maar doet op zijn manier,door de waar
heid te doen zien en te doen voelen, en met
een paar lichtstralen een wereld te doen opgaan
uit de duisternis. Maar in dit Boek der Liefde is
het er geheel op aangelegd om te verbazen door
te verbijsteren.
Het woord Liefde wordt hier in hoogen zin
genomen : »het rechte wezen van des Levens be
wegen,'' gelijk Marjon Johannes leert. »Dit woord
moet (hij) heilig houden, en niet aanwenden, tenzij
(hij) 's Levens stijging 't zuiverst en innigst
voelt. En zoo past bij het toe n op de hoogste
verhouding tusschen man en vrouw, n op het
hoogste in wetenschap en in kunst: de
weetbegeerte en de schoonheidsbegeerte dienstbaar ge
maakt aan de schoonheid des levens.
Tegen dat alles is niets in te brengen; er is
zelfs iets moois in, dat ik te gelegener plaatse
Koop te erkennen. Maar de ramp is, dat Johannes
Viator deze twee zaken bijna telkens
dooreenmengt. Al zijn abstracties nemen den vorm van
vrouwengestalten aan, maar men is nooit zeker,
»f zij op den man dan op den artiest betrekking
1) Potgieter, Florence I met zinspeling op
Hooft's
,Heel zagh men hals noch borst, dim etntdccls allebeide"
hebben. Wie is de lichte zomergestalte op bl. 92
of de volwassen vrouw met de witte, edele,
sterke handen op bl. 97 ? Is Hetty de type van
ongerepte vrpuwenschoonheid in het algemeen, of
is zij een herinnering ? Is Jeanne alleen een episode
in Johannes' jong zinnenleven, of symboliseert zij
zijn neiging om ook in smoezelige kunst het
reine mooi te vinden? Wanneer men, ook na
drie malen aandachtig een boek gelezen te hebben,
zulke vragen onbeantwoord moet laten, inderdaad
dan is er reden om dit dilemma te stellen: of
de auteur maakt jacht op kinderachtige
geheimdoenerij, of wat hij anderen geven wil, is hem
zelf nog niet klaar.
Dit nu zoo zijnde, is het intusschen mogelijk,
met terzijdestelling van het al te raadselachtige
hier en daar een en ander uit het boek te lich
ten, dat zich tot bespreking leent. Johannes
Viator heeft blijkbaar allereerst den zwaren strijd
willen schilderen, die noodig is om tot harmonie
van hoofd en hart en zinnen te komen. Maar is
hij de man, om daarover weldadige dingen te
zeggen ? Hij, die er aldoor zoo ijverzuchtig op
uit is, om te doen uitkomen, dat zijn weten niet
o m hem, maar i n hem geboren is, dat hij geen
spiegel is, maar bron ? Hoe armoedig is dan ook
dit weten, vergeleken bij de wijsheid van een
menschenkenner als de Balzac, van eenphilosoof
als Mantegazza, van een kunstenares als George
Sand, die in haar Mauprat de metamorphose heeft
doen zien van een brutaal instinct, opgroeid tot een
hoog menschelijk voelen? Behoort Johannes niet
tot die dichters, die De Balzac van de verkorenen
uitsluit, omdat al het animale bij hen van den en
tresol naar de bovenverdieping geslagen is ? Stellig
is hij in erotischen zin een lijder, met wien men te
doen kan hebben, maar die zich bespottelijk maakt,
als hij den profetenmantel wil omslaan. Wat
beteekent het, dat de Donkere, Marjons zuster, hem
al komt kwellen, als hij een knaapje van acht
of negen jaar is ? Hier is maar n solutie, doch die
men anderen liefst in het oor fluistert. De weglating
van deze geheel onbelangrijke periode zou een heil
zame ontvettingskuur voor het boek geweest zijn.
Dan komt *l'aye dr Cherubit, qw emb-iunne tuut" en
daarna het tydperk van de onbetrouwbare kiezers;
maar ook hier heeft Johannes niets te geven dan
wat bloedlooze reflectie en een sentimenteel ver
haaltje, zooals lichtgeloovigen er bij dozijnen in
omloop brengen. Neen, dan kan het jonge volk
beter terecht bij de lotliederen vari het voorge
slacht, liederen, gelijk Potgieter zegtl), »als eun
volk er gaarne zingen hoorde, en zingen mocht,
dat zich voor het zinnelijke van den band niet
schaamde, dewijl het voor al het zedelijke er van
eerbied had;" bij den gezonden Luyken van de
Duyhche lier bv.:
Korte vreugt, en lang berouwen,
Vretigdjen van ten oofrenblik,
Srhaiidc, schaamte, spijt en schrik
Weet gij onder ecu te brouwen.
Jonge zieltjeiis, vlucht 2) tot trouwen ;
Hebt dan zonder schande of schroom,
Zonder zonden, zoiid<-r sebrikken,
Duizend van zulke oogetiblikkcn,
f)uizendiuaal zoo zoet als room.
De wijsheid komt bij Johannes eerst door me
vrouw Viator. Het was een zonderlinge vrijage,
nog wonderlijker dan die van a/lai-hteld en Leo nar d
in De Génestet's theologische romance, die in 't
maanlicht alleen nog maar over de «echtheid van
de Handelingen" keuvelden. Wat deze Johannes,
toen hij op vrijersvoeten ging, declameerde, kan
men lezen op de bladen .'il;! - 315 van liet Boek
van de Liefde. Slechts enkele trekjes om het in
herinnering te brengen:
Tnsschen ons moet Liefde zijn zelf-volmakiui:',
niet nienseh-volmaking."
Ik haat het lijf-lcven, dat mij zoo\ eel bedrogen
heeft."
Maar jij moet zijn m honger iclcsfeer alleen.''
Kun je niet voelen, dat liefde gruot kan zijn. ot'schoon
?/.e 't lijf niet wil?"
liet die]- in /ijn leelijkheid zit altijd te wachten.
Maar ik ken bet en ben o]) mijn hoede."
Johannes z'n liefste, wijs en goed, liet bern
maar begaan in dit onsmakelijk praten, /ij zag
geen leelijkheid tusschen haar en hem. Later ver
telde zij hem (335). hoe zij in den tijd hunner
verloving van hun beider kind had gedroomd.
Zoo stond de vrouwelijke intuïtie hooger dan de
overleggingen van den sterken (?) man. /ij is het,
die hem nu opwekt om zijn stem te verheffen tegen
samengewoon, dat maar »lorrel>oel en kleurendruk"
is. Door haar wordt hij wijs. Maar hij kan moeilijk
wijsheid dragen ; ze slaat hem telkens naar het
hoofd en dan moet hij weer profeteeren. En als
de blanke scharen zijner woorden opvliegen, dan
begint het hem toch wederom een weinig te
duizelen :
Alleen liefde in hoogsle spanning, sterker dan alles
in de /iel, maakt l ij ('M erlangen g-ncd.
Liefde, geheel eeiiiir, g:inseh volkomen, van ii'enscU
tot menseh, maar ook, in diepere dmirLU'omling. .ieïde
tol het Kind. het Ongeborene. IK-y.e, deze gali-cb,
de/talleen, maakt de lijlsxonde goed."
En wat daar verder volgt op bl. 3HS. Als men
het overleest, voelt men liet onware door het
ware kruipen, en verneemt men den toon van den
gymnasiast, dien ik onlangs klagen hoorde ovi>r
do naarheid, dat een menseh eten en drinken
moest. En men verbaast er zich niet over, hoe
jammerlijk het ook zij, dat men later Johannps
weer hoort steunen: »Ik heb volstrekt geen blije
dagen meer."
Onwillekeurig gaat men deze liefde van Johannes
Viator catalogiscercn en komt men tot de slotsom,
dat zij tot de »contemplative Liebe« behoort, die
Mantegazza4) als volgt definieert:
Kin starker Sinn für das Aesihetiselie, eine nn\\
der^tehlielu- Nciguug zur Tragheit, geringe gesclileeli,.
liche Bedürfnisse hilden das Terrain. anf welebem die
verschiedeneu Kunnen der coutemplaüven Liebe kcimen
n n d gr.deih.cn. Es ist eine hobe, bcinahe zit hohe Liebe,
welche zur Mystik nnd reber-similichkeit neigt; der
Verliebte stelle sein Ideal hoch ber sieli uud liegt
vor ihm anbetend nad Weirhrauch strcueud. .Die
conteinplative Liebe hat ihren Sitz in den vorderen
Falten des Gchirns, sie dringt nicht bis in die
gehehnsten Abgriinde des Herzeus. Sie lebt von der Extase uud
der Bct.racb.tung, uud da sie aus der gelicbteu Person
cinen Gott oder eine Göttin macht, so vergiszt sic uur
zu oft, dass in detu Gott auch ciu Manu nud in
der Güttin ciu Wei b steekt."
Van deze verheven vergeetachtigheid, zegt de
schrijver verder, dat zij op de grenzen der pathologie
ligt en rampzalige gevolgenkanhebben. Doch waar
om zouden wij iemand, die er aan lijdt, schoon hij
er ook de eigenaardige weelde van geniet, daarover
lastig vallen. Alleen wanneer zulke ziekelijkheid
als een nieuw evangelie wordt voorgedragen, dan
is er reden, om daartegenover aan gezonder
openbaringen te herinneren, o.' a. aan deze van
denzelfden grcoten moralist, die zooeven aan het
woord was :
Jede Beriiliring zwischen cincin Manu nnd einer
Frau ist indceent, wem> die Liebe sie nicht envarmt;
jede «innliehe Kegier ist keusch im Schatten der mach
tigen Fliigel der Liebe.
Die platonische Liebe ist ein Theil der Liebe, die
Sinnliehkeit \*t ein Thcil der Liebe; beide ziisammea
ergebeu die giinze Liebe "
Wie dit in het oog houdt, kan ongestraft het
vele mooie opzoeken, dat te vinden is in het
zesde en zevende boek van dezen Johannes.
Een volgende maal willen wij nog eens naar
hem luisteren op ander gebied.
C. H. 1IKN IlKRTOd.
1) H'vjksmusenm.
2) Ook te variëoren in wacht.
3) Licht aan brand.
4) l'hysiologie der Liebe, p. 20
Les reliewrs francais 1~>00-1800, liiop-aphie
crihque et aviecdotique par
EKNKSTT.IIOIx.\x. Paris, Km. Paul, G. Huard et
Guilleinin. 1893.
Een zeldzaam mooi boek, dat op elke bladzijde
getuigenis geeft van de nauwgezette studie die de
schrijver van zijn onderwerp maakte en van de
groote toewijding die hem daarvoor bezielde
tevens. Niet alleen putte bij met taai geduld zijn
stof uit de archieven van het gilde der Librmres
(waartoe de binders eertijds behoorden) en uit
dat der Iteürurs et Doreurs de lieren, bewaard
in de Jiibltotht'rjue Nationale en in die der stad
Parijs, »»<«».', c'est en tuiliant iteptux quiwze an?,
«eet' /"? plus Kcrufiuleune ' ttention," de fraaie ban
den der openbare boekerijen en die van de grootste
verzamelaars, dat de schrijver eindelijk meent een
juist oordeel te kunnen vellen over de verschil
lende stijlen en de oorzaken waaraan deze hun
ontstaan verschuldigd waren.
Hij begint met een uitvoerige geschiedenis van
bet l'arijsche gilde der boekbinders- en vergulders,
waarin hij tal van tot nu onbekende bijzonder
heden mededeelt omtrent de oudste beoefenaren
van dit vak, de oprichting van het gilde (waartoe
Karel VI in 1-401 privilegie verleende), de voor
rechten die hun door Lodewijk XII, Frans I en
andere koningen verleend werden, doch de ver
plichtingen die deze hun oplegden; tevens hunne
feestelijke bijeenkomsten en de daarbij plaats
hebbende plechtigheden, de regeling van het leer
lingwezen, de splitsing van het gild in lOSIienz.
om te eindigen met bet decreet van l (i Juni 1791
waarbij alle gilden worden opgeheven.
Een met fraaie afbeeldingen van boekbanden
versierde studie over de verschillende stijlen volgt.
Vooral dit gedeelte zal den ernstigen boekenlief
hebber groot belang inboezemen. Op duidelijk on
heldere wijze worden de verschillende stijlen, hun
ontstaan en geleidelijke ontwikkeling besproken,
aangetoond iioe deze soms aan een gril der mode,
soms aan het fraaie werk van een meester in het
vak /.ijn ontstaan te danken hadden.
De Biot/rtip/iie crilii/ne et anecrJuliqite, die het
slot vormt, geelt in alfabetische volgorde de namen
en levensbijzonderheden van alle den schrijver
bekende l''ransch<: binders. Aan de meest bekenden
en beroemden lïndier, tioyet, Caumont, de
Ueroxne's, Uwseuil, Crascon, (j-iivffecourt, Jutten,
Lenionnier, de PaxdcloujM e. a. zijn uitvoerige
artikelen gewijd, maar ook tal van minder be
kenden, wier werk door fraaiheid en degelijkheid
uitmuntte, die er zeker cachet aan verleenden,
worden bier aan de vergetelheid ontrukt. Een
groot aantal facsimilés van handteekeningen en
binderswerken luisteren dit gedeelte op en
verloenon er te grooter waarde aan.
Van Ilermann Bender's bekend werk, Roin nnd
JffimixcJuiK lA'bfnim Alterthnni, 7.;\g dezer dagen
een tweede, verbeterde en met tal van fraaie af
beeldingen vermeerderde druk bet licht.
Oude Duitsche landkaarten van Ame
rika. Do <'lnc<ii/o Nachrtclttcn". die door bet
porscomitévan het Duitsche lüjkscommissariaat
uitgegeven worden, schrijven: De Duitscho
tentoonstollings commissie bad besloten, te bewerken,
dat er naar de wereldtentoonstelling te ('hicago
ook zoo veel mogelijk van die wetenschappelijke
zaken gezonden werden, welke met de ontdek
king' vuil Amorik;] (Ml de eerste
onderzoekingsreizon in de nieuwe wereld iu verband stuau en
zich tegenwoordig' in Diiitschland bevinden. Daar
toe behoort in de eerste plaats de Uelinim-d-luhe.
liet is echter niet mogelijk geweest de familie
der vrijheereii von lieliaim ('i' toe te, krijgen, het
origineel van den globe naai' Amerika te zenden.
Het is namelijk gebleken, dat deze voor zulk een
verre reis te vermolmd is. De genoemde familie
beeft, intusschen de vriendelijkheid gehad, toe te
staan, dat er van den globe eeu getrouwe copie
genomen woidt, die naar ('hicago u-rlmist. Ver
volgens is hei gehikt uit de bibliotheek te
lirunswijk een der zeldzaamste wetenschappelijke mo
numenten voor de wereldtentoonstelling te ('hi
cago te verkrijgen. Hit is een k«u.it eau, <linenk(i.
die in de jaren lol l en l.'d'J vervaardigd w»rd.
Ten slofte zal ook Dromden een bijdrage tot dit
gedeelte der Duitscho tentoonstelling leveren. In
het .iohanneum aldaar bevindt zich een tafel, die
uit de KIe eeuw afkomstig is, iu welker blad een
kaart van Amerika volgens den toenmaligcn >taat
der geogrnphische wetenschap gegraveerd is. Op
deze kaart is reeds een dorp aangewezen op de
plaats, waar thans Chicago ligt en met Chihaho
aangeduid. Van het tafelblad zal een nauwkeurige
photographie gemaakt en naar de tentoonstelling
gezonden worden. Deze tafel zal voor Chicago
allerbelangrijkst zijn, omdat zij het oudste bewijs
van het bestaan van een dorp op de plaats van
tegenwoordige Chicago is.
De bladen van Genève vertellen van eene be
langrijke letterkundige ontdekking, die te
liessinges, bij Genève, gedaan zou zijn. In de bi
bliotheek van den heer Tronchin een
afstammeling van dr. Tronchin, een der beroemde
mannen van de achttiende eeuw is een pak
ket brieven van Voltaire gevonden, 5(K) in getal
en waar men nog niets van wist.
Ook al zijn de brieven op zichzelf niet be
langrijk, ze zullen toch omtrent allerlei feiten en
personen kleine bijzonderheden aangeven on dus
dienen om hetgeen men uit dien tijd en omtrent
Voltaire's omgeving al weet, aan te vullen en te
veritieeren.
De geïllustreerde uitgave van E. Marhlt'x
Botminx en Novellen, opnieuw voor Nederland be
werkt, is thans door de firma D. Bolle te Rotterdam
voltooid. Zij vormt een reeks van 50 afleveringen,
waarvoor twee fraaie linnen stempelbanden, a f 1.25
samen, te verkrijgen zijn. De 900 illustraties zijn
over het geheel goed; het tweede deel bevat JJe
wouw met de robijnen, De tweede vrouio,
GroudElfj?, Het utlenhui", Ihüiinger vertellingen en een
overzicht van Marlitt's Leven en werken.
Bij de firma Kemink en Zoon te Utrecht ver
scheen onlangs een aardig boekje, Drijver's
Mozuiek, waarin de schrijver allerlei kleine
mededeelingen uit folklore, volksetymologie,
zedengeschiedenis, kroniek en historie bijeenverzameld,
met eenige redeneeringen er bij heeft uitgegeven.
Heel wat wijsheid die men niet noodig heeft.
maar toch niet ongaarne bezit, is uit het werk
te garen.
Men zendt ons Xo. 5 van de Deutfche
Wochenzeitunfj in de>' A'ed'ett/iwa'en, redacteur T.Prell,
Hasselaersplein '21 Haarlem. Het nummer bevat
o. a. een hoofdartikel Die Soci'il-democrntie in
den Niederlunden, Schi/fahrt, Theater (door A.
Saalborn), Prof. Murtin's ForfchuityfireiKK in den
Molukken. en Ein Concert uit De Familie Kegge.
De tirma D. Bolle te Itotterdam begint een
nieuwe goedkoope geïllustreerde uitgave, die van
\VaIter Scott. Het is nog niet bepaald, hoeveel
van Scott's meesterstukken er in zullen worden
opgenomen,men begint met een der
beroemdstehistorische romans Ic>itihne,m de inteekenaars verbin
den zicli voor niet meer dan nen roman.
Icanhoe, volgens de vertaling van Lindo, herzien en
van oene inleiding voorzien door Prof. Jan ten
Brink, zal, met 1'27 illustratiën versierd, in IK
afleveringen verschijnen.
Van de uitmuntende bloemlezing- van Fransche
prozaschrijvers dezer eeuw, indertijd onder den
naam J-ieiiex jirfcieuws ^t pif.rrex fim-s door
den beer Pijttersen te Sneek uitgegeven, verschijnt
thans eene nieuwe uitgave in vijf'afleveringen a 45
cent bij de firma van Holkema en Warendorf. De
aanteekeningen (biographisch en verklarend), niet
te veel en niet te weinig, zullen menigen lezer
van dienst zijn.
Himmmiiinill
V O
Carnaval te Rome. De diamanten der
keizerin. Srhüderesxen en beeldhouwi>terf.
liet carnaval te liome, zoovele tientallen van
jaren, reeds sedert Mad. de Staël, geprezen, gaat
langzamerhand aan 't kwijnen. .De Engelschen
hebben het gedood" zegt men te Itome, en ver
wijt aan de gapende eilanders, dat hun stil ver
wonderd staren de vroolijkheid heeft doen be
vriezen. Zeker is het, dat dit jaar, op straat
althans, het carnaval, ondanks het gunstig weer,
heel kalm geweest is. Ken paarhonderd maskers,
een viertal rijtuigen met gecostumeerden vervul
den er de plaats van de duizenden bont
uitgedosten, bet gekrioel van rijtuigen en triomfwagens,
de sneeuwstormen van confetti en bloemen, waar
voor vroeger bet llomeinsche carnaval beroemd was.
Alleen binnenshuis, in de theaters, gaat bet nog
vroolijk toe. Er is lederen avond hier of daar
een n-</lione, gemaskerd bal. waar minder vreemden
komen en de nationale vroolijkheid ongeschonden
blijft. De kleine burger brengt allicht iets naar den
tnvtite <lt 'jneia om voor het gekt een geestig
costuiim te koopen. en gaat met vrouw en kinderen, al
len gecostumeerd, naar het bal. Ook hierin /ijn ver
schillende rangen : de reglioin of redoute* in het
('ostanzitheater /.ijn duur en chic, deélito van Uome
vult in prachtige soiree-toiletten de loges; er
wordt, op bet tooneel, in het parterre eu in ver
schillende zalen en foyers tegelijk gedanst.
Intusfchen worden ook hier de soiree-toiletten tal
rijker, de gemaskerde dames zeldzamer. Onder
de aardige costumen dit jaar merkte men eene
lianca Ilomana'' op, eene jonge dame wier kort
kleedje geheel uit biljetten van duizend lire
der bewuste zwendelliank bestond, terwijl zij als
kapsel een opene, ledige brandkast droeg. Het was
verboden de bankschandalon in het carnaval te
memorceren, toch liet de politie het mooie meisje
ongemoeid; men beweert dat zij tot een invloed
rijk blad in relatie stond Vernuftig is het, dat
men in een theater, het Eldonido, aan de carna
valsbals een nationale jaarlijksche
wijntentoonstelling'' verbindt, met gelegenheid om te proeven.
on zijn stem te geven aan een gewilde soort.