Historisch Archief 1877-1940
No. 818
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
Het Haagsche Kiesrecht-adres.
De Heer H : U is immers ook tegen de socialen, juffrouw... ?
WINKELJUFFROUW: Zeker Mijnheer, ik ben voor ieder die bij me koopt.
De Heer H : Teekeiit U dan maar tegen de kieswet, juffrouw !
itiiiimirimnmNiiiHtimMiiiMimiiiimmiiimiiHmminMMiinmimttiimiimmmnMmïiiiiniiinimnuiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiimii
Julius Pruttelman Brommeijer.
Pierson laat maar
niet los. Hij wil dat
ik zal overkomen.
Hij moet mij spre
ke^ en hoe gaarne
hij ook mij in de
Bocht wilde opzoe
ken, hij heeft geen
tijd. Hij heeft het
te yolhandig. Och,
mijn waarde heer
Brommeijer, schreef'
hij mij dezer dagen,
als u eens wist hoe
duister de toekomst
is. Dat komt van
-die betweterij van de
Kamer.
Fundamenteele studie hebben
de leden maar zel
den van een onder
werp gemaakt, maar
toch meenen zij alles
beter te weten dan
ik, die nu speciaal
in belastingzaken en wat daarmee samen
hangt professor ben geweest.
Dat is de verderflijke richting van onzen
tijd, waarover gij zoo dikwijls zulke juiste
opmerkingen maakt: het gezag heeft zijn
prestige verloren. Niet alleen in Plancius en
Maison Stroucken en Constaotia, ook op het
Binnenhof', mijn waarde Heer tornt men daar
aan, en alles wat tot voor korten tijd met den
statigen breedgeplooiden mantel van het Gezag
bekleed was, zal daarvan niet veel meer over
houden dan toereikend is om er nog een
zwembroekje van te maken. Toen ik mij
ging wijden aan de hervorming van 's lands
belastingstelsel, bezat ik eene reputatie, die
niets te wenschen overliet; in de bladen kon
ik nu en dan lezen, dat ik eigenlijk te goed
was voor zulk werk, en de Kamer had dus,
zonder gevaar te loopen niet voor vol te
worden aangezien, gerust mijne vermogens
belasting kunnen aannemen, na een paar op
merkingen over een dubbel punt, dat een
komma punt had mogen zijn, of over de
?een of andere rhetorische figuur in de toe
lichting, waaraan een haartje verkeerd zat.
IIIIIIIIIIjniJJIJIIIJlnlIIIIIHJIJmnMMmMMimnnimMMIlnlIMIIIIMINHJMmMmjIII.-lllinMfNII
Ze had evenals de bladen, haar verba
zing over dat chef d'oeuvre kunnen aan
den dag leggen, en zoo mij den weg hebben
opengelaten om binnen een paar maanden
ook mijn bedrijfsbelasting in te dienen. \Vare
dit geschied dan zaten we nu reeds met een
nieuw Personeel en zouden weldra de ge
meenten kunnen helpen, maar jawel, om zich
zelf te doen schitteren in de oogen der kiezers
hebben zij letterlijk met het vergrootglas naar
fouten gezocht, en is het noodig geweest, dat
ik mijn vermogensbelasting geheel heb moe
ten omwerken. Xu, U weet, dat was voor
mij geen bezwaar. Iemand die zijn onder
werp meester is, kan wel tien goede vermo
gens belastin uren maken en na Xo. l heb ik
hun direct Xo. 2 gegeven.
Het eenige wat mij daarbij een weinig
moeite veroorzaakte, was de keus uit het groot
aantal modellen, dat voor de hand lag.
Toen zij Xo. 2 gekregen hadden, waren zij
dan ook tevreden. Maar nu had het ook uit
moeten zijn. Doch wat gebeurt V Ik dien mijn
bedrijfsbelasting in, en daar begon de betwe
terij weder op"volkomen dezelfde wijs. Als
wisten de kiezers nu nog niet, dat huu afge
vaardigden met de allergrootste zorg hunne
belangen als belastingschuldigen behartigen,.
zijn ze, vergeef me de uitdrukking, opnieuw'
aan het vitten gegaan, en hebben mijn
beroepsen bedrijfssysteem, dat onberispelijk door mij
was uitgewerkt,, behandeld, als ware het de
wet op de winkelnering van Doiuela
Xieuwenhuis. Wat is hiervan het gevolg? Dat ik
alweer een nieuw ontwerp moet geven; na
tuurlijk ; doch dat is het ergste niet. Ik zie
wel kans ook twaalf'verschillende systemen van
beroeps- en bedrijfsbelasting hun voor te leggen
om uit te kiezen; dat is evenals bij de
progrsssie eenvoudig een quaestie van mindere of'
meerdere wetenschappelijkheid. En orn u de
waarheid te zeggen had ik, toen ik liet nu in de
afdeelingen onderzochte ontwerp had inge-^
diend. reeds bij voorbaat een tweede uitgaaf'
gereed gemaakt, om op alle eventuaiiteiten
voorbereid te zijn. Xeen, het treurige van het
geval is, dat het groote publiek, dat van al
deze dingen niets begrijpt, wel in den waan
moet komen, dat ik geen verstand van be
lastingwetgeving heb, en wat blijft er zoo
over van het professoraal gezag, dat reeds
onder Vissering zulk een gevoeligen knak
heeft gekregen ? Wie zal onze belastingher
vorming tot stand kunnen brengen, wanneer
ook ik als een onnutte dienstknecht ben weg
gejaagd? U zal zeggen -weggejaagd" dat is
een hard woord, maar daar loopt het op
uit, als_ zij zoo voortgaan. Het spreekt
van zelf, ik laat mij niet zoo gemakkelijk
wegdringen, en in elk geval, zal ik hun bij
de indiening van het ontwerp voor het Per
soneel toonen, met wien zij te doen hebben,
want ik denk hun dan niet n ontwerp, maar
dadelijk twee, het eigenlijke en een omwer
king daarvan, te sturen, zoodat ze kunnen
zien, dat ik wel weet waar het om te doen
is. Maar en dat is het allertreurigste,
ik ben er lang niet zeker van dat ik aan
het Personeel toe korn. Door hun eigenwijsheid
hebben ze nu reeds 'iet onmogelijk gemaakt,
dat de vermogensbelasting en de bedrijfsbe
lasting op l Mei aanstaande gezamenlijk
kunnen worden ingevoerd en dat zou op zich
zelf minder zijn, bestond er niet een groep
in de Kamer, die zich verzetten zal tegen
de invoering op l Mei van de vermogens
belasting afzonderlijk. U zal zich nog wel
herinneren, hoe Hartogh indertijd zijn draai
genomen heeft, en voor de invoering van de
ygr.rnogeris belasting op l Mei gestemd heeft,
onder voorwaarden dat dan tegelijkertijd de
beroeps- en bedrijfsbelasting hare intrede in
ons fiscaal stelsel zou doen. Over het nemen
van dien draai is toen heel wat te doen
geweest, en Hartogh heeft later meer
dan eens verklaard, dat hij niet van plan was
nogmaals zoo'n draai te nemen. Ik kan niet
ontkennen dat hij een gek figuur zou maken
als hij zich nu weer liet vinden om zijn aan
gekondigd voorstel, om de invoering der ver
mogensbelasting uit te stellen, in den zak te
houden, en toch, dat moet, want is er
n schaap over de brug, dan weet ge wat
er volgt.
Het is zoo goed als zeker, dat, met het
oog op de patentwet, die nog van kracht
blijft, de meerderheid verloopt,'?en stel u
eens voor, wat, dat zijn moet met de kie-swet
die op tafel ligt en de buitengewone parle
mentaire malaise, die niet hare verschijning
zich op het Binnenhof heeft doen gevoelen.
Wandelen wij niet ongestoord de
belastinglijn langs, dan moet ge er op rekenen, dat
ons heele plan spaak loopt.
Wat ik u dus wensch te verzoeken, zie
Hartogh, hij woont immers schuins tegenoveru,
eens bij u aan huis te tronen, en tracht hem
te belezen zijn voorstel achterwege te houden.
Wat, volgens v.Tienhoyen, het best kan geschie
den, als gij hem duidelijk maakt, dat hij het van
de vermogensbelasting verschuift naar de be
drijfsbelasting. Want er is natuurlijk veel
voor te zeggen, dat de bedrijfsbelasting niet
wordt ingevoerd tenzij te gelijk met het per
soneel, en mocht later blijken dat de bedrijfs
belasting zonder het nieuwe personeel wordt
ingevoerd dan behoeft hij zijn voorstel nog niet
op te geven, daar hij het dan weer kan toe
passen op het te samen in werking stellen
van het personeel en de nieuwe belasting
regeling voor de gemeenten. Frisch blijf talzoo
zijn voorstel nog geruimen tijd.
Ik heb daarop, ik wist niets beter, Hartogh
een briefje geschreven, en hem uifcgenoodigd
eens bij mij te komen om met hem te spreken
over een hoogst belangrijk onderwerp vaii
staatsbelang. Maar verbeeld je, wat de vent
mij terug schrijft! Mijnheer, ik moet u be
danken voor uw uitnoodiging. Ik zou niet
gaarne bij u op den stoep gezien worden. U
is de booze geest van de liberale partij en
ik begin er mij hartelijk over te schamen met
u in een en denzelfden adem genoemd te wor
den. Na de verkiezing in Leeuwarden heb ik
genoeg van u en consorten en stel ik er prijs
op middellijk noch onmiddellijk met u in
eenigerlei betrekking te staan. Met verschul
digde gevoelens .. .."
Verschuldigde gevoelens..... Wat
vfcrbeeld zoo'n individu zich wel! Als ik met
Tobi, met Charles, met Kahusen en Quack,
met het kabinet en het Hof de intiemste rela
ties onderhoud, dan heb ik toch, zou ik mee
nen, alle recht zoo'n opgeblazen vlegel toe te
voegen: Loop naar de bl Dat heb ik
dan ook gedaan. Ik heb hem mijn kaartje
gezonden met een : ->tot hiernamaals, indien
ik je ooit weer zou moeten zien." . ...Adiablet
Als ik hem nu tegenkom groet hij mij niet
meer.