De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 26 februari pagina 7

26 februari 1893 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 818 DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. Het Haagsche Kiesrecht-adres. De Heer H : U is immers ook tegen de socialen, juffrouw... ? WINKELJUFFROUW: Zeker Mijnheer, ik ben voor ieder die bij me koopt. De Heer H : Teekeiit U dan maar tegen de kieswet, juffrouw ! itiiiimirimnmNiiiHtimMiiiMimiiiimmiiimiiHmminMMiinmimttiimiimmmnMmïiiiiniiinimnuiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiimii Julius Pruttelman Brommeijer. Pierson laat maar niet los. Hij wil dat ik zal overkomen. Hij moet mij spre ke^ en hoe gaarne hij ook mij in de Bocht wilde opzoe ken, hij heeft geen tijd. Hij heeft het te yolhandig. Och, mijn waarde heer Brommeijer, schreef' hij mij dezer dagen, als u eens wist hoe duister de toekomst is. Dat komt van -die betweterij van de Kamer. Fundamenteele studie hebben de leden maar zel den van een onder werp gemaakt, maar toch meenen zij alles beter te weten dan ik, die nu speciaal in belastingzaken en wat daarmee samen hangt professor ben geweest. Dat is de verderflijke richting van onzen tijd, waarover gij zoo dikwijls zulke juiste opmerkingen maakt: het gezag heeft zijn prestige verloren. Niet alleen in Plancius en Maison Stroucken en Constaotia, ook op het Binnenhof', mijn waarde Heer tornt men daar aan, en alles wat tot voor korten tijd met den statigen breedgeplooiden mantel van het Gezag bekleed was, zal daarvan niet veel meer over houden dan toereikend is om er nog een zwembroekje van te maken. Toen ik mij ging wijden aan de hervorming van 's lands belastingstelsel, bezat ik eene reputatie, die niets te wenschen overliet; in de bladen kon ik nu en dan lezen, dat ik eigenlijk te goed was voor zulk werk, en de Kamer had dus, zonder gevaar te loopen niet voor vol te worden aangezien, gerust mijne vermogens belasting kunnen aannemen, na een paar op merkingen over een dubbel punt, dat een komma punt had mogen zijn, of over de ?een of andere rhetorische figuur in de toe lichting, waaraan een haartje verkeerd zat. IIIIIIIIIIjniJJIJIIIJlnlIIIIIHJIJmnMMmMMimnnimMMIlnlIMIIIIMINHJMmMmjIII.-lllinMfNII Ze had evenals de bladen, haar verba zing over dat chef d'oeuvre kunnen aan den dag leggen, en zoo mij den weg hebben opengelaten om binnen een paar maanden ook mijn bedrijfsbelasting in te dienen. \Vare dit geschied dan zaten we nu reeds met een nieuw Personeel en zouden weldra de ge meenten kunnen helpen, maar jawel, om zich zelf te doen schitteren in de oogen der kiezers hebben zij letterlijk met het vergrootglas naar fouten gezocht, en is het noodig geweest, dat ik mijn vermogensbelasting geheel heb moe ten omwerken. Xu, U weet, dat was voor mij geen bezwaar. Iemand die zijn onder werp meester is, kan wel tien goede vermo gens belastin uren maken en na Xo. l heb ik hun direct Xo. 2 gegeven. Het eenige wat mij daarbij een weinig moeite veroorzaakte, was de keus uit het groot aantal modellen, dat voor de hand lag. Toen zij Xo. 2 gekregen hadden, waren zij dan ook tevreden. Maar nu had het ook uit moeten zijn. Doch wat gebeurt V Ik dien mijn bedrijfsbelasting in, en daar begon de betwe terij weder op"volkomen dezelfde wijs. Als wisten de kiezers nu nog niet, dat huu afge vaardigden met de allergrootste zorg hunne belangen als belastingschuldigen behartigen,. zijn ze, vergeef me de uitdrukking, opnieuw' aan het vitten gegaan, en hebben mijn beroepsen bedrijfssysteem, dat onberispelijk door mij was uitgewerkt,, behandeld, als ware het de wet op de winkelnering van Doiuela Xieuwenhuis. Wat is hiervan het gevolg? Dat ik alweer een nieuw ontwerp moet geven; na tuurlijk ; doch dat is het ergste niet. Ik zie wel kans ook twaalf'verschillende systemen van beroeps- en bedrijfsbelasting hun voor te leggen om uit te kiezen; dat is evenals bij de progrsssie eenvoudig een quaestie van mindere of' meerdere wetenschappelijkheid. En orn u de waarheid te zeggen had ik, toen ik liet nu in de afdeelingen onderzochte ontwerp had inge-^ diend. reeds bij voorbaat een tweede uitgaaf' gereed gemaakt, om op alle eventuaiiteiten voorbereid te zijn. Xeen, het treurige van het geval is, dat het groote publiek, dat van al deze dingen niets begrijpt, wel in den waan moet komen, dat ik geen verstand van be lastingwetgeving heb, en wat blijft er zoo over van het professoraal gezag, dat reeds onder Vissering zulk een gevoeligen knak heeft gekregen ? Wie zal onze belastingher vorming tot stand kunnen brengen, wanneer ook ik als een onnutte dienstknecht ben weg gejaagd? U zal zeggen -weggejaagd" dat is een hard woord, maar daar loopt het op uit, als_ zij zoo voortgaan. Het spreekt van zelf, ik laat mij niet zoo gemakkelijk wegdringen, en in elk geval, zal ik hun bij de indiening van het ontwerp voor het Per soneel toonen, met wien zij te doen hebben, want ik denk hun dan niet n ontwerp, maar dadelijk twee, het eigenlijke en een omwer king daarvan, te sturen, zoodat ze kunnen zien, dat ik wel weet waar het om te doen is. Maar en dat is het allertreurigste, ik ben er lang niet zeker van dat ik aan het Personeel toe korn. Door hun eigenwijsheid hebben ze nu reeds 'iet onmogelijk gemaakt, dat de vermogensbelasting en de bedrijfsbe lasting op l Mei aanstaande gezamenlijk kunnen worden ingevoerd en dat zou op zich zelf minder zijn, bestond er niet een groep in de Kamer, die zich verzetten zal tegen de invoering op l Mei van de vermogens belasting afzonderlijk. U zal zich nog wel herinneren, hoe Hartogh indertijd zijn draai genomen heeft, en voor de invoering van de ygr.rnogeris belasting op l Mei gestemd heeft, onder voorwaarden dat dan tegelijkertijd de beroeps- en bedrijfsbelasting hare intrede in ons fiscaal stelsel zou doen. Over het nemen van dien draai is toen heel wat te doen geweest, en Hartogh heeft later meer dan eens verklaard, dat hij niet van plan was nogmaals zoo'n draai te nemen. Ik kan niet ontkennen dat hij een gek figuur zou maken als hij zich nu weer liet vinden om zijn aan gekondigd voorstel, om de invoering der ver mogensbelasting uit te stellen, in den zak te houden, en toch, dat moet, want is er n schaap over de brug, dan weet ge wat er volgt. Het is zoo goed als zeker, dat, met het oog op de patentwet, die nog van kracht blijft, de meerderheid verloopt,'?en stel u eens voor, wat, dat zijn moet met de kie-swet die op tafel ligt en de buitengewone parle mentaire malaise, die niet hare verschijning zich op het Binnenhof heeft doen gevoelen. Wandelen wij niet ongestoord de belastinglijn langs, dan moet ge er op rekenen, dat ons heele plan spaak loopt. Wat ik u dus wensch te verzoeken, zie Hartogh, hij woont immers schuins tegenoveru, eens bij u aan huis te tronen, en tracht hem te belezen zijn voorstel achterwege te houden. Wat, volgens v.Tienhoyen, het best kan geschie den, als gij hem duidelijk maakt, dat hij het van de vermogensbelasting verschuift naar de be drijfsbelasting. Want er is natuurlijk veel voor te zeggen, dat de bedrijfsbelasting niet wordt ingevoerd tenzij te gelijk met het per soneel, en mocht later blijken dat de bedrijfs belasting zonder het nieuwe personeel wordt ingevoerd dan behoeft hij zijn voorstel nog niet op te geven, daar hij het dan weer kan toe passen op het te samen in werking stellen van het personeel en de nieuwe belasting regeling voor de gemeenten. Frisch blijf talzoo zijn voorstel nog geruimen tijd. Ik heb daarop, ik wist niets beter, Hartogh een briefje geschreven, en hem uifcgenoodigd eens bij mij te komen om met hem te spreken over een hoogst belangrijk onderwerp vaii staatsbelang. Maar verbeeld je, wat de vent mij terug schrijft! Mijnheer, ik moet u be danken voor uw uitnoodiging. Ik zou niet gaarne bij u op den stoep gezien worden. U is de booze geest van de liberale partij en ik begin er mij hartelijk over te schamen met u in een en denzelfden adem genoemd te wor den. Na de verkiezing in Leeuwarden heb ik genoeg van u en consorten en stel ik er prijs op middellijk noch onmiddellijk met u in eenigerlei betrekking te staan. Met verschul digde gevoelens .. .." Verschuldigde gevoelens..... Wat vfcrbeeld zoo'n individu zich wel! Als ik met Tobi, met Charles, met Kahusen en Quack, met het kabinet en het Hof de intiemste rela ties onderhoud, dan heb ik toch, zou ik mee nen, alle recht zoo'n opgeblazen vlegel toe te voegen: Loop naar de bl Dat heb ik dan ook gedaan. Ik heb hem mijn kaartje gezonden met een : ->tot hiernamaals, indien ik je ooit weer zou moeten zien." . ...Adiablet Als ik hem nu tegenkom groet hij mij niet meer.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl