De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 5 maart pagina 3

5 maart 1893 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nb AMSTERDAMMER, WEEKBLAD YfrOR NEBETtLAND. viool o£ andere instrumenten spelen (waarvoor L\j een boterham en een glas bier kreeg) tot hq eindelijk als acteur werd aangenomen en wat ?begon t» verdienen. Uit dia beginnende tooneelloopbaan, die Sturmund-Drangperiode, werden Benige staaltjes naief verteld, treffend door den indruk dien zy gaven van da harde school welke de jonge acteur te doorloepen had,, en de volharding die er noodig was om. aan zjja roeping getrouw te bleven. Den honger was hij te boven, maar niet het ruwe dppotisme van de toenmalige tooneeldirecteuren, die een onbeperkter heerschappij uitoefenden dan in onze dagen aan een scheepsgezagvoerder wordt gegund. De tien jaren tusschen 1868 en 1878, toen Tourniaire aan het Nederlandsch Tooneel werd verbonden, moeten de interessantste zijn geweest; de tijd van ontwikkeling, van zwerftochten, van tasten naar de specialiteit, van de onzekerheid waar een behoorlijk emplooi en tevens een be hoorlijke plaats voor zyn talent te vinden was. Na dien tijd weet de acteur, welke rollen men hem geven zal, en in de ruim honderd stukken waarin hij sedert (met eene tnsschenruimte van eenige jaren) weer optrad, is de opvatting enkel een quaestie van nuanceering. Tourniaire sprak vol dankbaarheid van zijn Jeermeesters, Van der Vanck (Solser, de vader van den vermaarden komiek), Hartlooper, Louis Bouw meester, Bamberg, Rosier Faassen, Haspels. Wie zjjn weldoordacht en fijn genuanceerd spel ziet, geeft zich gewoonlijk geen rekenschap ervan, hoe dfe geaeheveerdheid en harmonische gepastheid verkregen zijn; bet geheim ligt zeker voor een groot deel in de oplettende studie van het leven, die de komische acteurs der goede school als grondslag voor hun »Leistung'' noodig achten. Voor de benefice-voorstellingen, die het Neder landsch Tooneel ten voordeele van Tourniaire op 8 Maart te Amsterdam, in andere plaatsen op eenige volgende dagen, denkt te geven, zullen de plaatsen wel voor een groot deel reeds genomen zjjn. Tourniaire treedt dan op als »van Rlieden van Rhedenshuizen'' in Inkioirtiering, een zijner amusantste rollen; het nummer van »Het Toontel" van deze week had er, als «versierde letter" een aardig plaatje van. iiiMiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiHiiiiiiiiiiiiiiiiiimnHimiiMiiiiiiiiiiiiimnimiiH Muziek in de hoofdstad. Waaneer men tegenwoordig van het spel van virtuozen wil genieten, moeten zij al bizouder sterke toeren verrichten. Het publiek hoort of ziet altijd gaarne ,/tours de force", zoowel aan den luchttrapèze als op de viool. .Bij den virtuoos is het genot nog onvermengder dan bij een acrobaat. want wanneer de laatste misgrijpt, loopt hij gevaar den hals te breken, terwijl bij den eersten alleen een knak aan zijne reputatie wordt toegebracht. Natuurlijk hebben de meeste toehoorders bij zulke uitvoeringen geen tijd op te merken of einog (so nebenbei) muzikale voordracht aanwezig is. Wilt gij eens een zeer sterk vioolvirtuoos hooren? Welnu i dan is Prof. César Thomson, uit Luik, uw man. Hij maakt saltomortales en reuzen zwaaien op zijne viool, waar gij van duizelt. Ik was, in een woord, verbluft i En toch lezer! Maar ik vrees dat gij mij heel dwaas zult vinden deed het mij veel meer genoegen toen ik in de zangerige gedeelten, die nij speelde, bespeurde dat deze violist ook muzi kaal voelt en gezond weet voor te dragen. Vreemd niet waar? Hoe kom ik er bij? Want wat behoeft iemand die zulk eene duizelingwekkende techniek heeft, nu ook nog muzikaal te zijn ? Hij heeft immers toch succes ! Zoo dacht ik op het A bonnements-concert in het Concertgebouw, waar bijna geen stoel te be machtigen was, toen prof. 'Thomson en de hè- . roemde zanger Francesco d'Andrade zich deden hooren Nu, dat was te begrijpen. D'Andrade, die als operazanger zulke schoone herinneringen naliet, zal ook in de concertzaal steeds lauweren behalen, -zooals vooral bij zijne liedervoordraclifn bleek. De opera-aria's maakten (zonderling genoeg !) den minstens indruk. (Hoe jammer dat, aan Mevr. Arnoldson en hem geen gelegenheid is gegeven, als gasten in de opera op te treden !) Ik mag niet te veel ruimte geven aan de voor drachten van deze solisten, want zulke voor drachten, hoe vooitreffelijk ook, zijn toch niet de //quintessens" van ons muziekleven ! Wanneer ik ten minste dit solistenprogramma vergelijk met dat van de Viifile Soiree voor kamer muziek, dan is het niet twijfelachtig wat voor den ernstigen muziekliefhebber belangrijker is. De vioolsonate van César Franck, benevens een l Klavierkwartet van Brahms (opus 60 C. kl. t.) en Dm Intermizzi (opus 117) voor p:;i'io v <n Brahms ! geeft de vertolking van zulke werken geen hooger en edeler kunstgenot ? De Sonate van Franek (een vorige week door de Heeren d'Indy en Kes, en nu door de Heeren Kontgen en Cramer vertolkt) maakte nog meer indruk dan de eerste maa), omdat velen nu reeds beter met het werk vertrouwd waren. Deze Sonate (die een hooge eereplaats onder de meesterwerken voor kamermuziek inneemt) zal spoedig tot een der meestgeliefde nummers vau alle goede kunstenaars, die werken voor kamermuziek uitvoeren, gaan behooren. Het was interessant te zien, hoe bij bovenge noemde kunstenaars de opvatting en het karakter hier en daar verschilde, en hou toch allen er in slaagden den hoorders bewondering voor deze So nate in te boezemen, wat alleen door eeno voor treffelijke vertolking mogelijk is. D'ludy en Röntgen zijn wat speehvijze betreft: antipoden. Bij d'Indy merkt men eene, wel gere serveerde, doch smaakvolle, muzikale en zeer dui delijke voordracht op, terwijl Röntgeu's spel uitmunt door gloedvolle warmte eu in de teedere gedeelten door //triiumerisch-duftige" voordracht. Dat, hetgeen de Franschen urhurnie" noemen, door Röutgen in den geest vertaald wordt door //duftig" kun geen verwondering baren; doch dat het werk met eene meer Duitsche opvatting vooral niet minder indruk maakte is wel een bewijs, dat, de waarde van Franck's Sonate vooral in den inhoud berust en niet alleen door de kleur gedragen wordt. Vele jongere Fraasche componisten vergeten dikwijls dat hetgeen bij dramatische muziek hoofdzaak kan zijn, bij werken voor kamermuziek niet alleeu voorop gesteld mag worden, ten koste van den vorm. Over de uitvoering door de heeren Röntgen en Cramer kan men slechts met groote ingenomenheid spreken. Cramer's spel maakte in lang niet zulk een indruk op mij, als thans het geval was. Hij speelde op buitengewone wijze. Ik verzwijg nu maar, dat Röntgen de poëtische Intermezzi van Brahms /eer poëtisch speelde en dat Haydn's Trio (in C gr-t.) iu verband met het overige, een wat al te naieveu indruk maakte, evenals dat ik met het tempo van de Finale geen vrede had, terwijl de uitvoering van het kwartet van Brahms een schoon en waardig slot van den avond was. Men weet, dat Rotterdammers en Amsterdam mers nog wel eens iets van elkander afkeuren. Althans in mijne jeugd (ik beu te Rotterdam geboren) kwam dit nog sterker uit d-iu uu. Nu weet, ik niet of liet komt dat mijn Rotterdamsch gevoel weer ontwaakt is, of dat ik door in beide plaatsen te wóncu objectiever ben ge worden iii dit, opzicht, maar ik' moet (hou het ook zij / met groote ingenomenheid gewag maken van een bericht dat uit Rotterdam tot ons is ge komen. Do Afdrielings-Zingvereeniging van Toonkunst te Rotterdam heeft eene opvoering van F'n/clio ge geven. De leden van die vereeirging hebben er in toegestemd op ile plun/mi te korneu en zich in gebaren en spel te oefenen. Daardoor was het mogelijk eene opera-voorstelling te geven, waarbij ook de ensembles (die verwaarloosde kinderen bij onze opera-gezelschappen) naar behooreii werden uitgevoerd. Dit denkbeeld was zoo gelukkig en het resultaat is over het, geheel zoo schoon geweest (naar ge meld wordt), dat ik hoop, dat, ook bij ons zoo iets zal blijken uitvoerbaar te zijn. De kleinliche" verhoudingen waarin onze operagezelschappen zich moeten ' bewegen, makeu vau zelf de vorming van een goed koor niet gemakke lijk, doch de goede koren zijn in onze stad ook aanwezig, waarom er dan niet van geprofiteerd? Ook de Waguervercenigiiig houdt dit, ideaal voor oogen, dcch voor de muziek-drama's vau Waguer zijn op het, oogenblik de tooueelen nog; niet bere kend en de heer Viotta is te ernstig kunstenaar om iets ten halve te doen. Voor de oudere Duitsche Opera's zou echter veel minder bezwaar in dit opzicht bestaan. Het is zeer nuttig dat, men eens door zulke opvoerin gen ervare van hoeveel gewicht de ensembles juist in eene opera zijn. Wie te Bayrcuth is geweest heeft kunnen zien, dat al valt de bezetting van een of meer der hoofdrollen ook eens tegen, hiermede de uitvoe ring volstrekt, uiet veroordeeld is. Dit is ec'iter wel het, geval bij gezelschappen, waar koor of or kest, of onvoldoende zijn of niet genoeg voorbe reid, eu alles op eeu paar goede solisten moet drijven. De artistieke geest die aan de Bayreutlier uit voeringen ten grondslag ligt, beslist in verband in«t de graad vau volkomenheid, die iu het en semble bereikt is bet pleit. Met behulp van een goed koor eu orkest, do voorlichting vau een regisseur, eu het, geheel ge leid door een bekwaam kunstenaar, zou men toch eene opcravoorstelliug kunnen geven, die de naam van //modelvoorstelling" eenigzins verdient. Jk voor mij hoop d'it Amsterdam K^tterJam's voorbeeld zal volgen; waut het vinden vau goede solisten is geeu bezwaar en al het overige is iu onze stad aanwezig. Over een concert, dat, de dames Ilenriettc en Anna Roll (pianisten) gaven, stip ik aan dat de vroeger door mij geroemde buitengewone eenheid in samenspel van deze dames ook uu weer te bewonderen was, terwijl ik sneer rijpheid in spel en opvatting ontdekte. D>'ze pianisten ver dienen meermalen in ruimer kring op te treden. Ik maak er de concertbestureu zeer opmerkzaam op. Mej. Cath. vau Rennes zong Duitsclie en Ned. liedereu. Jk hoor haar het liefst in Nederlaudsche liederen (ditmaal allen van eigen compositie). Vooral hare guitige, naïeve en opgewekte liederen draagt zij op eeue wijze voor, waarvan zij alleeu het geheim bezit. Dat is haar geure //a elle* waarin ik haar als componiste eu vertolkster zeer hoog stel. Het optreden van den heer Mossel (violoncel) in dit concert was belangrijk door de voordracht van eene S//ita vau den viola-di-gamba-speler ,Tohann Schenk (uiet te verwarren met, den compo nist vau de opera Def Dorfslirti-liinr, d;e een eeuw later leefde). Deze K/iite is oorspronkelijk voor viola-di-gamba geschreven, doch (naar mij werd medegedeeld) door Grützmaclicr voor violoncel bewerkt en naar den becijferden bas geharmoni seerd. De voordracht, vau zulke werken wekt eeue meer dan voorbijgaande belangstelling op, vooral wanneer de vertolking (zoo als uu liet geval was) stijlvol eu zonder effectbejag is. Op dit concert werd ook een fvher/,0 voor twee piano's vau ouzeu stadgenoot L. Adr. vau Tetterode voorgedragen door de dames Roll. Deze frisch gedachte eu degelijk bewerkte compositie werd warm toegejuicht. Met veel genoegen maakte ik er kennis mede. Tk wil deze kroniek niet besluiten zonder met eeu enkel woord gewag te maken van eene uit voering in besloten kring. ui. eene soiree van Mej. Cateau Ksser met hare zangleerlingcn. De dame beijvert zich niet alleen ook de nieuw ste belangrijke werken (o. a. van Hans Sommer, Chabrier, d'Indy e. a.) met hare meest ontwik kelde leerlingen te beoefeneu, doch zij toont vooral (Ie gaven harer discipelen met groote liefde eu met uitnemende tact cri talent te vormen en te ontwikkelen. Eeu harer leerlingen heeft reeds in de concertzaal groot succes behaald, doch er zijn er ook die zeer veel beloven iu de toekomst, o. a. eeue jonge dame die als coloratuuiv.augeres veel doet verwachten. Mej. Esser heb ik loeren kennen als eeue veel zijdig ontwikkelde artistc. Dit blijkt ook uit haar streven cu de door haar verkregen resultaten. v. M. Hermiae Spiesa-Hartmath.. Deze zangeres, die ook meermalen in onze concertzalen optrad als oratorium- en ook als liederzangeres, is dezer dagen op 32-jarigen leeftijd gestorven. Ieder, die de uitvoeringen van de Zangvereeniging van de Maatschappij tot bev. der Toonkunst alhier geregeld bezoekt, zal voorzeker met genot herdenken, hoe heerlijk deze zangeres wist te zingen, met hoeveel uitdrukking en (waar het moest) passie zij aan hare partij leven en ziel wist te verleenen. Hare zware altstem had zij zoozeer in de macht, dat zij zoowel in lyrische als in dramati sche partijen ten zeerste wist te voldoen. Leerlinge van prof Sieber te Berlijn en .lul. Stockhausen te Frankfurt a/M., beeft zij zich door haar echt kunstenaarstcmperamerit gepaard aan juist zooveel zelfbedwang om nooit in onschoone overdrijvingen te vervallen, eene eereplaats als zangeres weten te veroveren, die wellicht lang onvervuld zal blijven. Haar interessant uiterlijk en robuste verschij ning staat ongetwijfeld ieder die haar kende en zag nog levendig voor oogen. Niemand zou dan ook gedacht hebben dat deze krachtige vrouw zoo jong zou sterven. De herinnering aan deze echte kunstenares ton Gottcs Gnaden zal echter niet spoedig ver flauwen. Zij was sedert een jaar gehuwd met den Arntsrichter Hartmuth. Kort voor haar huwelijk ver wierf' zij nog grooten bijval op het Muziekfeest te Wiesbaden. Na haar huwelijk trad zij niet meer op. Te Parijs overleed op (iiljarigen leeftijd barones de Gheest, als Augustine Brohan eenmaal een der meest bewonderde en gevierde sterrren van het »Tbéatre Francais", l', reine fles soubrettes, een ideale Dorine, Nicole en Mariuette, een nog niet geëvenaarde Suzanne in »Le mariage de Figaro''. Zij was de dochter va;i Suzanne Brolian, in haar tijd eveneens een tooneelspeelster van beteckenis, en de zuster van Madeleine, om haar schoonheid misschien nog meer beroemd dan om haar talent. In haar jeugd toonde Augustine niet de minste neiging voor het tooneel en wenschte zij niets liever dan in een klooster te gaan. Op het conservatoire had zij de zakken vol met als nonnen gekleede poppen en was haar gelief koosde lectuur een vertaling van de »Imitatio" van onzen Thomas a Kempis. Op löjarigen leef tijd debuteerde zij in het Théatre Francais" in »Tartutt'e" en »Les rivaux d'eux-mêmes". Tot 18(!H bleef zij in het huis van Molière, waar zij in den beginne als soubrctte, later ook als grande coquette uitmuntte. In dat jaar huwde zij met baron de Gheost, een Belg, secretaris aan de Belgische ambassade te Parijs. Hun zoon Maurice is in de Parijsche wereld zeer bekend. Met Augustine Brohan sterft een van de laatste Franschc actrices, die in de vorige eeuw, in de eeuw van Voltaire op haar plaats zou zijn geweest, die. zonder een (/runde ia/myeuse te zijn als bv. Sarah Bernhardt, door geest en gratie ook in het gewone leven wist te boeien en te imponeeren, wier salon een toonbeeld van gooden smaak eu fijne beschaving was. Men zou boekdeelen kunnen vullen rnet de mot?, door baar gezegd of baar toegedicht ; om haar gevatheid was zij bij haar collega's bijna gevreesd. Wee baar of hem, met wie zij bet te kwaad had. De uiet meer jonge madame Allan had baar eeu mooie rol afgekaapt. Augustine komt O]) de repititio en vraagt een groepje babbelaars, waarover zij het hebben. Over de schepping der wereld". >Daar was ik niet bij, vraag het maar aan mevrouw Allan." Tot haar vertrouwde vrienden behoorde o. a. Augier. Een jaloersche confratcres wilde haar plagen: »Ik ontmoette Augier op den PontRoyal. Hoe komt hij toch aan zoo'n sche ven neus V" -Een scheven neus? Ik heb er nooit iets van gemerkt. Waarschijnlijk door den wind." Behalve mémoires, die nog niet zijn uit gegeven en zeker veel belangrijks zullen bevatten, schreef zij eeu paar blij^pelletjes. Als men haar verzocht daarin op te treden, was haar gewone antwoord : »Ik heb te veol talent om zulke prullen te spelen." Haar devies, eeu variatie op dat van het adellijk geslacht der Uobans, luidde : Coquette ne pms, tioubre'te ne daicjne, Brohn.n suis". Onder een harer portretten schreef Alt'red de Musset het volgende onderschrift: J'ai vu ton sourire et fes larmcp, J'ai vit ton coeur triste et joyeux. Qui des deux, a Ie plus de charmes ? itiK-moi ce que j'aime Ie mieux. Les perles de ta bouche ou celles de tes yeux. In den Artis-schouwburg, directie Kreeft en Buclerman, is thans in studie de lieve operette »De Zigeunerbaron". Naar wij vernemen zal dank zij de welwillendheid der Directie het grootste gedeelte der opbrengst van de première, die op -- Maart is vastgesteld, ten bate komen van de Isr. Vacantickolonie en Herstellingsoord te Wijk nan Zee. Van de serie Voordrachten-Bibliotheek, uit gave Schillemans en vau Belkum te Zutphen, is No..'! verschenen, bevattende een zevental nommers. Van Voor de Kinderkamer, door dezelfde firma uitgegeven, ouder redactie van l'. Louwerso, bevat No. :!, als illustratie van De kleine pal-jassen, een reeks van Engclsche prentjes, die heel aardig zullen zijn om te kleuren. De beroemde klaviervirtuoos Moritz Rosenthal tracht ook als poëet naam te maken, In bet Hitrliner Tngeblatt beeft bij eenige Kinund Aiis/i'/lle geschreven naar aanleiding van j kritieken van O. Lossmann, Dr. H. Roimann, Ed. ; Hansliek c.a. die hem zijn gebrek aan smaak j bij de voordracht hebben verweten. j Een paar antwoorden zijn voldoende met het karakter van lioscnthaPs Ausfallc kennis te maken. O. Lessmaun schrijft: Ketourkutsche an M. R. (den feinen Moritz.) Du meinst es babo seit Bileani's Zeit Niemand so weise wie ich gespvochen; Du musst's ja wissen ' lies Kritikers Stamm lleicht nicht zurück bis in jenel-A. Wocheu. H. Reimann schrijft i Antwort aniSLaritz. Bbsen.^ thal (vor dem, wie des BerL Tageblatt schrieb, alle das Knie beugen) auf seinen Aasfall TOK 13 Febr.: lm Verse kern Witz, Am Klavier kein Gesohmack; Vor dir beug' das Knie Wer im Schmutz knieën mag. Van h«t aantrekkelijk lied: Luarin, Wiegenliedchen van Hugo Nolthenius (verschenen bjf J. A. H. Wagenaar te Utrecht) en vroeger in ons blad zoo gunstig beoordeeld, is thans de tweedeuitgave verschenen. Wel een bewijs dat dit lied in den smaak valt! lllllllmillllltinilllllllllllllllllllllllllllUlltlllimillllllllllllllltllMlllllllHIIIIII Nieuwe uitgaven. Het is onrecht en misverstaan, dat in de rij van de allergrootsten dio hebben gesproken in taal van lijnen, zelfs in zijn land dat zoo hoogen roem op hem mocht dragen William Blake, de ontzachlijke, schier altijd wordt verzuimd te noemen. Men beschouwt zijn werk min of meer ais een rariteit, maar het past niet een titan, bloot met geprikkelde belangstelling op te nemen. Wel, we hebben ons vaak verbaasd over de vin dingskracht in Doré's beste werk, maar het schit terende van diens gaven was ellendig bladgoud bij het gedegen metaal van Blake's kunstenaar zijn, diens improvisaties zijn knutselwerk bij de vermetelheid van dengrooten achttiendc-eeuwschen visionair. Wij worden geroerd door de diepte van wee in de zeldzame scheppingen van een van onze tijd, Kedou, maar hoc arm nog worden de veel zeggende uitingen van dezen, naast het geweldige van zijn veel grootscher verwante. Als we in de kostelijke nieuwe uitgave van Blake's werken, die dezer dagen (Londen, Bernard (Juaritch, 15 I'iccadilly 1MI;5) verscheen, geboeid en ontzet, blad na blad, de machtige beelden aanschouwen die deze ziener tusschen den tekst van zijn boeken heeft neergeschreven, teekenend trotsch, als met een vlammend zwaard, is bet of we die menigte van kolossen voelen leven rnet den adem van eea furie, den adem van verschrikking die Michei Angelo heeft aangeblazen. Een wereld van het stoutst verbeelden was zijn krcits, en beschaamd van nietigheid voelen we ons bij het opzien tot de reuzengestalten die zijn geest eenzaam schiep. Klein en angstig is het ware der werkelijkheid bij de edele, eeuwige waarheid, die in zulke tiguren ligt geopenbaard. Een als Blake heeft de stemmen van den storm, en de grootheid van den starrenhemel, eii bet geweldige der zeeën ver staan. Als diens mans vaak versmaadde weten waanzin was, dan is er meer wijsheid in den waan zin dan in 'het verstand der wijzen. Bij onze kleinzielige nuchterheid mag hij een dronkene gelijken, maar een dan die dronken van de god heid was. Hij sprak, wijd voor zich uitziend over onze hoofden heen. «Mijn bergtoppen zijn de mijne", beeft bij gezegd, »en ik zal ze voor mijzelven behouden". Dat is de fierheid van een die met het hoogste verkeert. En als we, half verslagen, willen getuigen van onze bewondering voor hem, vreezen we nog, door schijn van op gewondenheid te zondigen tegen het statige van zijn stem. Want effen en breed was zijn klare vervoering, zooals het die der profeten is geweest. lüj Charpentier en Fasquelle 11 Ilue de Grenelle, Parijs, kwam onder den titel »Les temps difficiles" een parnllet uit over de l'anamakwestie, een snijdend maar vroolijk, een mecdoogenloos maai- onpersoonlijk blijvend pamflet in dertig prenten, dertig hier en ginds verspreid al ver schenen teekeningen van den man, die in enkele lijnen de voosheid weet om te woelen van de moderne wereld die hij zoo verbazend kent: Jean Louis Forain. Jawel, er loopen er onder, die zoo best niet zijn als zijn vroeger werk uit Ie Fifre, maar Forain, met zijn onuitputtelijke productie, moet men niet naar een enkel prentje nemen. Het blijft een wonder zooals die zodeprententeekenaar wonden openhaalt inet gratie, zooals die mensclienkenner het gemeenste weet bloot te leggen, met altijd nog hoogheid en een sprank zelfs van noblesse, zooals die leverancier van de boulevard-bladen met bijna luchtigen geest klinkenden spot. weet uit te slaan van afschuwelijken ernst. In vele opzichten toch, is Engeland het land waar, niettegenstaande er de gangbare quasikunst al zoo erg als ergens is, men tegenwoordig bet stelligst van eeu kunst-rcnaissance in engeren kring kf.n spreken. Ze hebben nu al heel wat gehad, en het gaat maar door. En dat is ook een goed teekon, dat hun kuituur vreemdelingen trekt, en dat dezo werkend in die omgeving ineens een vlucht nemen in wat ze voortbrengen. Daar is b.v. JLucien l'issarro, de zoon van Camille. Mot genoegen bewaar ik van hem nog een paar van zijn eerste houtsneden die al merkwaardige getuigenis aflegden van een frisch begrip vaa die principieelc prentkunst. Maar wat is die vooruitgegaan, sedert hij zich die andere hoog hartige en verstandige zoekers heeft aangesloten. Zijn werk in Tlte l)lüis veel voornamer dan wat hij vóór dien tijd gaf, en wat nu pas van hem hot licht zag, een portefeuille niet twaalf houtsneden in kleuren, die in de zeer beperkte oplaag van twaalf' bundel-exemplaren (ik zag er een van de firma Scheltema en Holkema, en mag lijden dat er een paar van in ons land komen) door Ricketts en Sbannon is bezorgd, dat is wezenlijk heel buitengewoon werk, waarin een zekere trap van volmaaktheid is bereikt. Heel veel noties konden in l'issarro saamwerken tot een rijk resultaat. Een schilder die door het Fransche theoretische kleurontleden is

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl