Historisch Archief 1877-1940
?l v
DE AMSTERDAMMEK
A*
I'
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
'Dit nommer bevat twee bijvoegsels
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 12 Maart
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65
Voor Indiëper jaar mail?9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12*
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel _ 0.40
INHOUDt
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON: De Gloria-broek, naar het Duitsch van
Ernst von Wolzogen. II. TOONEEL EN MU
ZIEK: Het tooneel, door H. J. M. Muziek in
de hoofdstad, door Van Milligen. KUNST EN
LETTEREN: Over Orthographie en Orthodoxie,
door H. J. van den Bosch. Het onderwas in
de Moedertaal, door Dr. G. Kalff, beoordeeld
door Dr. A. J. Kronenberg. MILITAIRE ZA
KEN: Wenken van een oud-soldaat, door Ob
servator. II. SCHETSJES: Een meesterstuk.
SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door
E-e. ALLERLEI. RECLAMES. UIT Dr.
GANNEFs STUDEERKAMER. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN.
Bijvoegsel: In Memoriam. De ZEw. Heer J.
W. Brouwers (met portret), door A. J. Flament.
Hippolyte Taine. KUNST: Les XX, door
Prof. Dr. A. Th. Nieuwe uitgaven van
Muriek, door Van Milligen. SCHETSJES: Hoe
Tist koetsier werd, door Alfred Bogaerd.
iiiliiimiiiliiiiiniimimiilii
miiiiiiiHiiiiiiiiimiiiiiiiiiii
Eene grondwet, die een halve eeuw oud
is, mag in Europa veilig verouderd worden
genoemd. Des te verwonderlijker schijnt het,
dat in de Vereenigde Staten van
NoordAmerika, waar. alles betrekkelijk jong is,
juist de grondwet al meer dan een e eeuw
oud is. Alle eer aan de ontwerpers van dit
staatsstuk, dat eene eeuwige jeugd schijnt te
bezitten in een werelddeel waar alles dubbel
zoo snel leeft als in het oude Europa. Toch
blijkt uit enkele punten, al zijn het ook
slechts punten van ondergeschikt belang, dat
het nageslacht de vaderen boven het hoofd
is gegroeid, niet in het recht besef van
staatkundige bevoegdheden en verplichtin
gen, maar in het overwinnen van afstand
en tijd.
Vier maanden moeten er, volgens de
Amerikaansche grondwet, verloopen tusschen
het tijdstip der presidentsverkiezing en dat
waarop de nieuwgekozene zijne benoeming
aanvaardt. Eene zonderlinge bepaling, zal
men zeggen. Ongetwijfeld, in een tijd waarin
de resultaten van zulk eene verkiezing bin
nen enkele uren door het gansche onmete
lijke gebied der Unie en zelfs in Europa
bekend konden zijn. Maar in de dagen toen
spoorwegen en telegrafen onbekend waren,
"was die tijd van vier maanden te
nauwerIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIniiii
iimiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiin
DE GLORIA-BROEK.
Een dorpsgeschiedenis uit den goeden ouden tijd.
NAAK HET DUITSCH,
2) VAN
ERNST VON WOLZOGEN.
»Natuuurlijk, natuurlijk," antwoordde de
predikant met een gedwongen lachje, en in zijn
beklemming den spottenden toon van zijn jon
gen kwelgeest niet eens opmerkend: »Ziedaar,
lees maar zelf, wat hij schrijft," en hij reikte
Johannes den brief toe. Opmerkzaam bespiedde
hij diens gelaat onder het lezen, maar het
bleef volkomen eifen. »Htn!" en met een
lichte buiging gaf de proponent het schrijven
terug.
Dominee voelde wel eenige hartklopping,
maar het moest er uit. Hij schraapte zijn
keel en vroeg min of meer weifelend: »Hebt
u het misschien al eens geproefd;'''
«Geproefd ?" vroeg de proponent met onge
veinsde verbazing terug.
«Jawel, hier staat het immers!" Hij vouwde
den brief weer open en las: »Wanneer het
mij veroorloofd is met betrekking tot het
eten een verzoek tot u te richten, dan zou
het dit zijn: modice! Het is mij op inspectie
reizen zoo dikwijls voorgekomen, dat de heeren
mij onthaalden op eene wijze, die noch met
mijn bescheiden eischen, noch met hun
om?standigheden in overeenstemming scheen.
nood voldoende voor het opmaken en
verifieeren van de uitkomsten der verkiezingen
en voor de werkzaamheden, welke de presi
dent-elect te verrichten had, eer hij de vaak
langdurige en verre reis naar de hoofdstad
kon ondernemen.
Werd de Amerikaansche constitutie thans
herzien, dan zou ongetwijfeld de bedoelde
termijn zeer bekort moeten worden. Want
in deze vier maanden is de regeering van
den aftredenden president die haar prestige
verloren heeft, onmachtig tot het nemen
van groote en doortastende maatregelen en
beperkt zij zich er toe, den vrienden nog
zooveel mogelijk voordeelen te verschaffen,
terwijl zij alle moeielijke en netelige
quaestiën wijselijk voor haar opvolgster bewaart.
Zoo is het ook thans in de Vereenigde
Staten gegaan. Wat het prestige betreft
president Harrison, die voor 9 November
1892 geprezen werd om zijne loffelijke onaf
hankelijkheid, heette na dien tijd ziekelijk
eigenzinnig, de energieke verdediger der
nationale eer veranderde in een kortzichtigen
Jingo; wie daarentegen het den president
tot hoogen lof had toegerekend, dat hij zich
door beter inzicht liet leiden, klaagde nu,
dat hij een werktuig was geworden in de
handen van politieke faiseurs. Die plotselinge
omkeering in de openbare meening doet zich
soms onder belachelijke vormen voor; weinige
weken geleden plachten de Amerikaansche
bladen wonderen te verhalen van president
Harrison's geluk op de jacht; een M
nchhausen zou er jaloersch van zijn geworden.
Maar nauwelijks was do uitslag der verkie
zing bekend, of het wild zag, zooals een
Amerikaansch blad het uitdrukt, de buks
van den president aan voor de polis van
eene levensverzekering, en de arme heer
Harrison heeft, als men de bladen mag
gelooven, sedert dien tijd niets geschoten dan
bokken, en wel politieke bokken. Wat de
afdoening der zaken be(re/t is het niet beter
gesteld. Het Congres stelt alles uit, goede en
nutttige maatregelen vooral, omdat de op
volgers daarvoor den dank zouden oogsten, im
populaire, maar onvermijdelijke maatregelen
echter eveneens, omdat het de daardoor ge
wekte ontevredenheid gaarne aan de tegen
standers gunt.
Intusschen aanvaardt president Cleveland
na zijne herbenoeming hij was reeds presi
dent gedurende het tijdvak 1885 188!)
zijn ambt onder zeer gunstige omstandig
heden. De scherpe tegenstelling tusschen de
mocraten en republikeinen, die van den bur
geroorlog dagteekent, is langzamerhand zeer
IIIIIMIIIIIIUIIIlmlIMMIIIIIImlIIIMIIMUMmillmlIIMIIIIIMIMIIIUUIIIIIIIIIMIII
Daarom, modice, waarde collega, modice,
niet waar ?"
Het kostte den proponent een verbazende
moeite, om den naïevon oude niet in het
gezicht uit te lachen. Dat een dominee zijn
Latijn zóó glad vergeten kon, om niet meer
te weten dat modice »met mate" beteekent,
kwam hem ongelooflijk voor. Maar hij vond
het een te mooie gelegendheid, om den ouden
papa voor zijn hardvochtigheid in zake
Doortje, eens een kool te stoven, om die te
kunnen laten loopen. Daarom trok hij een
hoogst ernstig gezicht en zei: «Modice ? O,
juist jawel, dat is het nieuwe gerecht, dat
tegenwoordig aan het hof te Weiroar zoo
in de mode is. Kalfskop in room gebraden
is het, 'k heb het bij den graaf dikwijls ge
noeg gegeten. Delikaat, dominee! 'k Heb
den kok indertijd om liet recept gevraagd
en zal het zeker hier of daar nog wel t'huis
hebben. Wil ik het voor uw vrouw over
schrijven?"
«Wilt ge zoo vriendelijk zijn ? Men wil
het zijn superieuren gaarne naar den zin
maken, nietwaar? en als zoo iemand bij
zonder veel van iets houdt on er nog wel
om vraagt, ziet ge. ... Menschelijke zwakheid,
mijn waarde, maar och! zoo is de mcnsch;
wij hebben allen onze kleine zwakheden. ..."
Jawel, en de uwe is het Latijn, dacht
Möbius, die beloofde, het recept terstond te
zullen opzoeken en een afschrift ervau aan
de pastorie te brengen.
«Kalfskop in room!" mompelde Dominee
zich vergenoegd in de handen wrijvend.
«Verbazend geleerd en streng maar als
hij zijn kalfskop in room gebraden krijgt
zal 't wel losloopen."
Doortje had door moeder reeds lang van
Meeltjes verraad gehoord en was op het
verminderd. Oorspronkelijk waren de demo
craten de partijgangers der overwonnen zui
delijke staten, en als zoodanig door de over
winnende republikeinen stelselmatig bijna
vijfentwintig jaren lang uitgesloten van ieder
aandeel in de regeering. En dit beteekent
heel wat in een land, waar de leuze »the
spoils for the victors" in zoo letterlijken zin
is toegepast, dat de overgang van het presi
dentschap eene verwisseling tengevolge had
van alle regeeringsambtenaren, van den mi
nister tot den brievenbesteller. Zeker had
het antagonisme tusschen de beide partijen
indertijd ook een politieken grondslag:
de democraten verlangden autonomie van de
afzonderlijke staten, de republikeinen centra
lisatie van bestuur: de eersten waren free
traders, de laatsten protectionisten. Thans
echter is nauwelijks n beginsel aan te ge
ven, waaromtrent de partyen verdeeld zijn.
Het verschil herleidt zich tot quaestiën van
personen, van opportuniteit, van taktiek. En
de heer Cleveland is juist de man, om ge
durende zijn tweede presidentschap, mede te
werken tot het dempen dier kloof'.
Allereerst omdat beide partijen vertrouwen
stellen in zijne onkreukbare eerlijkheid.
Weinig staatslieden genieten in zoo hooge
mate de achting van hunne politieke tegen
standers als Grover Cleveland. Dit bleek
reeds, toen hij, de bekende democraat,
werd verkozen tot mayor van het
repuplikeinsche BufFalo. Dat hij daar de meer
derheid niet ontzag, blijkt uit den naam van
veto-mayor, dien hij als burgemeester van
Buffalo verkreeg. Maar juist die naam, die
de erkenning in zich sloot van de vastbera
den wijze waarop Cleveland, niets en niemand
ontziende, zich vierkant verzette tegen alles
wat in zijne oogen misbruik cf
machtsoverschrijding was, is zijne beste aanbeveling ge
worden voor het gouverneurschap van den
staat New-York en later voor het president
schap der republiek. En niet gering was de
verbazing en aanvankelijk bij enkelen,
later bij velen ook de voldoening, toen
men bemerkte dat de democratische president
geen razzia hield onder de republikeinsche
ambtenaren, maar velen van dezen hand
haafde, indien zij voor hunne betrekking
werkelijk geschikt bleken te zijn.
Dat president Cleveland niet werd her
kozen, toen de vier jaren van zijn president
schap waren verloopen, ligt hoofdzakelijk aan
twee redenen. In de eerste plaats is men in
de Vereenigde Staten bijna algemeen tegen
hetgeen men »a cunsecutive term" noemt, d. i.
tegen eene herbenoeming van den president,
ergste voorbereid. Zij stond voor den haard
te koken en wischte zich het eene traantje
na het andere uit de heldere oogen. Daar
kwam vader eensklaps met ongewoon vasten
tred de keuken in en riep vroolijk: »kalfskop
in room, Doortje!" Daarna vertelde hij
haar zijn geheele gesprek niet den jongen
Möbius en streelde zijn verlegen dochtertje
intusschen voortdurend langs de frissche
roode wangen.
En geen half uur later was de proponent
er ook weer, met het recept nog nat van de
inkt. Doortje keek door een kier van de
deur en bespiedde hoe haar vader hem har
telijk de hand schudde en zijn »waarde jonge
vriend" noemde, waardoor haar verliefd
achttienjarig hartje zóó luid begon te kloppen,
dat zij een klein gilletje gaf en heelemaal
vergat Meeltje de oogen uit te krabben,
zooals zij zich eerst vast had voorgenomen.
Niet lang daarna, de proponent was weer
vertrokken, waren alle negen om de eettafel
bijeen : vader, moeder, Doortje, Meeltje, Lotje,
Klaartje, Anna, Liesje, tot de allerjongste,
Grietje, in haar wieg inkluis. Maar vader zag
opvallend ernstig, niettegenstaande het groote
modice-raadsel zoo gelukkig was opgelost.
Zijn vrouw had reeds herhaaldelijk gevraagd,
wat hem schortte, maar niet anders dan
»straks, Hanne" ten antwoord gekregen.
Na het dankgebed te hebben uitgesproken
zeide dominee gewichtig: »Vort, kinderen!
Doortje en Meeltje blijft zitten."
Doortje kreeg een kleur en beefde, terwijl
Meeltje zich verkneukelde in de meening, dat
het reudez-vous achter de hazelnoten toch
een staartje zou hebben. Maar niets daarvan.
»Hoort eens," begon de oude man langzaam
het vertrek op en neer loopend. »0nze vriend
Johannes heeft me van den nieuwen
consistovoordat deze weer, voor minstens vier jaren,
tot het ambteloos leven is teruggekeerd. En
in de tweede plaats heeft de heer Cleveland
zich, in den laatsten tijd van zijn presi
dentschap, krachtig verzet tegen den
aanwassenden strocm van het protectio
nisme. Reeds toen was zijne leuze »Tariff
for revenue only", derhalve geen prohibitieve
rechten, maar alleen zulke, die door de be
hoefte der schatkist werden gewettigd. Cle
veland sprak destijds voor doovemans ooren;
Harrison maakte de bescherming van de
vaderlandsche nijverheid, van den »Home
Labour"1 tot het eerste punt van zijn pro
gram theprincipal plank of hisplatform
en het noodlottige Mac Kinley tarief werd
onder den nieuwen president ingevoerd. Thans
kan men de dagen van dit tarief als geteld
beschouwen, want de Amerikanen hebben er
meer dan genoeg van, en Cleveland heeft
op 4 Maart zijne vroegere krachtige verkla
ringen herhaald en dezen keer voor vrij
wat gewilliger ooren. Hieruit volgt volstrekt
niet, dat Cleveland voor Amerika een
vrijhandelsstelsel zou willen invoeren. Daaraaa
denkt hij zeker niet. Maar zijn protectio
nisme, of laat ons liever zeggen zijn
douanepolitiek zal zeer gematigd zijn.
Niet minder kras is de nieuwe president
opgetreden tegen het drijven van de zilver
koningen en tegen het voortdurend kwaad
der trusts en der rings. Zijn geheele rede
voering versterkt den indruk, dien men reeds
vroeger heeft verkregen : dien van eene krach
tige, zelfbewuste, kloeknaoedige, eerlijke en
openhartige persoonlijkheid. En die indruk
is zóó groot, dat zelfs de republikeinsche
bladen met lof'over Cleveland's rede spraken.
Voor Cleveland's onpartijdigheid zijn twee
benoemingen in zijn kabinet kenschetsend.
De eerste is die van den republikein Walter
Gresham tot staatssecretaris (minister van
buitenlandsche zaken); de tweede die van
een vertegenwoordiger der Zuidelijke Staten,
die ook in den burgeroorlog eene werkzame
rol speelde, den heer Kilary Kerbert, tot
secretaris voor marine. Tot dusver is het
nooit voorgekomen, dat een republikein zit
ting nam in een democratisch ministerie, en
dat een van de vroegere strijders in het leger
der Geconfedereerden te Washington, eene
hooge staatsbetrekking verkreeg.
Alles te zamen nemende, mag men veilig
zeggen, dat op 4 Maart, toen de heer
Cleveland zijne betrekking aanvaardde, voor de
Vereenigde Staten een tijdperk is begonnen,
dat veel goeds belooft.
lllllllimiMIMIMIlmlIMMMMIltllllMIIIIIIII]
rial-rath dingen verteld .. ." De stoppelbaard
kraste geweldig ! »Zoo'n strenge inspecteur
hebben wij nog nooit hier gehad." Hij zuchtte ;
moeder en de meisjes zagen elkaar bedrukt
aan.
«Kinderen, ik ben maar een eenvoudig man ;
ik weet niet of mijn preeken goed of slecht
zijn en of ik daarmee bij den hooggeleerden
heer zal doorkomen. Naar een slechtere
parochie kan hij mij niet overplaatsen, want
dit is Goddank het slechtste kerspel in het
geheele land en hoe ik rondkom en jelui zeven
grootbreng, dat weet alleen God en mijn
Hanne."
Hij ging voor zijn vrouw staan en drukte
haar beide handen; het was zóó aandoenlijk
en plechtig, dat de twee groote meisjes schier
van ontroering begonnen te schreien.
»Maar je weet, kinderen" vervolgde de oude
man, »wat ik jelui altijd voorhoud: Best
gedaan, al gedaan ! Al kunnen mijn preeken
den geleerden heer ook niet behagen, hier
in huis zal het hem tenminste bevallen %n
daartoe moeten jelui mij helpen. Bij een
hartig maal wordt een slechte preek allicht
gauw vergeten ..."
»Kannepich," viel de ongeduldige
domineesche hier in, «zouden wij hem zijn kalfskop
niet vóór de kerk kunnen opdisschen ?''
»Maar Hanne!" riep de oude man,
metzacht verwijtenden blik. «Met een volle maag
naar de kerk gaan? Neen! mijn preek, hoe
die ook moge uitvallen, moet hij nuchter
hooren. Kookt alleen de modice maar precies
volgens het recept, kinders, dan zal het
hem wel smaken! En 's avonds . . ." Hij
bleef even steken, glimlachte, krabde zijn
baard en vervolgde toen; «neen, maar wat
zijn er toch rare menschen op de wereld!
Zulke groote heeren hebben wonderlijke grillen.