Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ka. 820
Het Tooneel.
B» het »Salon" Twee gelukkige dagen, kluchtspel
m Tier bedreven uit het Duitsch. «Sroot succes",
?egt het aanplakbiljet, met het meeste recht,
met meer recht dan het dit wel eens doet.
*Door de schrijvers van »Groote-stadslucht," zegt
bet programma, te onrechte, door n van dezen,
Kadalburg, en door Fr. von Schönthan. Of het
daarom minder is ? Ik geloof het niet. Ik
n««»r mij heb mij ten minste veel beter
geamuM*rd dan b.v. b\j »De reis naar Turkije", dat
iwrkelijk van de schrijvers van
«Groote-stadsJucht" is. De geschiedenis van een eerzaam
Beri^per, die het zich nu eenmaal in het hoofd
J»eft gezet een villa buiten de stad te bezitten,
mens eerste gelukkige dag het is, als hij eige
naar der villa wordt, wiens tweede het is, als
hjj, na met de genoegens de onaangenaamheden
f«B het buitenleven te hebben leeren kennen,
«jpr nieuwe bezitting weer kwijt raakt. Een grapje,
'?et veel goed humeur en de vereischte naïeveteit
ia elkander gezet, een gemoedelijk tooneelpretje,
dttt telkens en telkens aan oude bekenden, aan
fttedou en vele anderen herinnert, doch juist
«ij^rnm misschien zoo gemakkelijk en terstond
in dan smaak valt. Een lappendeken van
verMeende brokjes tooneelintrige, quiproquo en
vergföging, met eenige virtuositeit door elkander
gehaspeld en als geheel een schijn van
frischItekt ew persoonlijkheid hebbende. Een
tooneelwmjooning1, die niets beters en edelers wil zijn
dlpa een onsshuldig tijdverdrijf, die dit met vrij
wat succes is en het in het oorspronkelijke zeker
nog een beetje meer is. In het »Salon" wordt
Iwee gelukkige dagen gered en gedragen door de
leeren Poolman en Malherbe, die ik in langen
tijd" niet zoo goed op dreef zag als in hun dank
bare partijen van den ouden oom en den leuken
"Weener. Over de omgeving, deels goed, deels
kneden veel, deels beneden alle kritiek, behoeft
net uitgeweid te worden.
In den Artis-Schouwburg volle zalen met
Achille loupart, operette in 3 bedrijven van
Clairville en Beissier, muziek van Varney. Een
?perette-variatie op het in 300 drukken en laten
?wij zeggen 300000 vertooningen bewonderde
Iteofihnotief van Ohnet's »Maitre de forges", Claire
w den bruidsnacht Philippe den toegang tot het
fenridsvertrek weigerend, een brutale en onge
geneerde variatie, vooral in het tweede bedrijf,
dat het gewaagdst -en te gelijk of daarom het
amusantst is. Veel geest is er aan den tekst niet
verspild; de niet juist puriteinsche toon en stem
ming moeten alles goed maken; de muziek is als
i« van alle nieuwere operetten, tam, preutsch, al te
Bescheiden. De vertolking, met mevrouw
Budeman en de heeren Kreeft en Kelly aan het hoofd,
n zoo goed als men die kan wenschen. Van de
Aecoratieven is dat van het eerste bedrijf, de
apotheek, bijzonder goed gelukt.
Het »Théatre-Francais" vertoonde La paix du
ménage, eomédie in twee bedrijven van Guy de
Maupassant, den armen grooten dichter, aan
wfen de oude uitspraak: »Niil!um magnum
ingenium sine mixtura dementiae" zich zoo droe
vig heeft bewaarheid. Maupassant had zijn
tooneel»pel reeds eenige jaren geleden voltooid, doch
lüet, opziende tegen de velerlei formaliteiten,
waaraan men zich in het huis van Molière nu
eenmaal moet onderwerpen, in portefeuille gehou
den. Zijn uitgever Ollendorff sprak erover met
Dumas. Deze -bracht het aan Claretie. Het werd
met algemeene stemmen aangenomen en terstond
ingestudeerd. Dumas was bij alle repetities tegen
woordig. Het succes is zeer groot geweest. Voor
een deel moet dit natuurlijk op rekening gesteld
iiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiJiiiiiiiiiiifiin
Verbeeldt jelui, Möbius die hem in Weimar
beel goed heeft gekend, heeft mij verteld,
dat hij een manie had om . . . jelui zult het
niet gelooven, kinderen, maar de proponent
heeft 't mijzelf gezegd, en hij moet er ook in 't
geheele land voor bekend staan een zotte
manie om kaarsen te snuiten!"
«Kaarsen te snuiten ! ?" riep het drietal in
oor.
»Ja, om kaarsen te snuiten. Grappig voor
zoo'n geleerden heer, niet waar ? Maar als
hij 's avonds op zijn studeerkamer zit en
vreeselijk geleerd moet schrijven, moeten zij
altijd een stuk of acht kaarsen vóór hem op
tafel zetten, en als de pitten dan goed lang
aijn geworden, zulke echte dieven weetje, dan
gaat hij met den snuiter aan den gang en ver
maakt zich zóó kostelijk, dat hij daarvan
altijd in de prettigste stemming komt en de
diepzinnigste ideeën krijgt."
»Gunstelingen, neen!" riep de domineesche,
de handen, ineenslaande.
>Wat 'n liefhebberij !'' giechelde Meeltje.
Doortje alleen zweeg, en keek min of meer
?verlegen, want eensklaps rees eenigen twijfel
aan de waarschijnlijkheid dezer waarlijk»malle
saanie'' in haar op. Zou haar Johannes zich
soms een ongepaste scherts jegens haar goeden
vader veroorloofd hebben ? Want Doortje was
ia 't geheel niet dom, eri had, sedert zij den pro
ponent een paar malen had hooren preeken,
zeer goed opgemerkt dat haar vader geen
redenaar door Gods genade was en dat hij
ontwikkelden stadsmenscheu wel eens simpel
ion voorkomen. Maar zij hield meer van
Bern dan de andere meisjes en besloot Johannes
eens terdege onder handen te nemen. Een
gelegenheid zou zij wel vinden, al moest zij
«r vader en moeder ongehoorzaam om zijn.
Nu volgde een drukke beraadslaging, hoe
worden van de sympathie en deernis met den
ongelukkigen dichter, die van zqn zegepraal
geen getuige mocht zijn. Toch schijnt het ook
wel degelijk; trouwens het tegendeel zou meer
verbazing hebben gewekt eigen en vol
strekte waarde te hebben. Het onderwerp is alles
eerder dan nieuw; het eeuwige trio uit de Parijsche
groote wereld, de man, de vrouwen de minnaar; aan
oudebekenden, aan»LaParisienne",»Lapetite
marquise", »Francillon" wordt menmeer dan eens herin
nerd. Maupassant wist echter zijn weinig nieuwe
stof dank zy de behandeling boeiend, friscb en oor
spronkelijk te doen schijnen. De dialoog moet een
wonder van meedoogenlooze bitterheid en brutale
scherpzinnigheid zijn, sober en dramatisch tege
lijk. De inhoud laat zich niet gemakkelijk na
vertellen. Cegite nous faisons n'est pas tres propre"
zegt de vrouw op zeker oogenblik. Toon en stem
ming van het geheel kunnen niet juister gekarak
teriseerd worden. In den grond zijn de drie per
sonen alle drie even ijdel, cynisch en egoïstisch.
Ken van de gewaagdste tooneelen is dat, waarin de
vrouw, na twee jaarlangfeitelijk vanhaar man ge
scheiden geleefd tehebben, dezen aanbiedt vooröOOO
frs. per maand zijn maitres te worden en deze, niet
vermoedende, dat zij hem een strik spant, op 't voor
stel ingaat. Het slot van de geschiedenis is, dat de
vrede in den huize wederkeert, dat wil zeggen,
dat de man zijn maitres en de vrouw haar min
naar weder opzoekt. Als al Maupassant's werken,
grootere zoowel als kleinere, de laatste misschien
nog het meest, schijnt Lapaix du ménage een
onweerstaanbaren en machtig nawerkenden indruk
gemaakt te hebben. De vertolking Mlle Bartet,
de heeren Worms en Lebargy wordt als volmaakt
geroemd.
Antoine en de zijnen zijn weder te onzent.
Bestond het repertoire het vorige jaar uitsluitend
uit oorspronkelijk Fransche werken, dit maal
maken vertaalde, Ibsen's «Spoken", Tolstoï's
»Macht der duisternis" en Strindberg's »Juffrouw
Julia" het hoofdbestanddeel daarvan uit. Men
kan dit bejammeren, men kan het ook toejuichen.
Bejammeren, omdat't»Théatre-Libre'' in
defransche stukken het meest thuis en eigen, het
krachtigst en het zuiverst s>Théatre-Libre" is;
toejuichen, omdat het meerendeel dier stukken
van niet al te veel waarde en beteekenis
is en de drie vertaalde van geheel bijzonder
gehalte. Op den eersten avond werden vertoond
Jacques iJamour, naar de novelle van Zola, Ib
sen's Rtvenants en lies deux tuurttreaux van
Ginisty en Guérin. In het eerste, van het vorige
jaar bekend, trof Antoine mij veel minder dan
toen. "Wat hiervan de oorzaak was, weet ik niet.
Terwijl zijn spel mij toen aangreep en meesleepte,
scheen het my nu alleen realistisch, prachtig realis
tisch, al te realistisch. Het voortdurend knikken van
de knieën en trillen van de handen vermoeide;
de stumperd boezemde nu bijna alleen physiek,
toen vooral moreel medelijden in. Als Oswald in
Les revenanU deed de Fransche kunstenaar zich
weder van zijn beste zijde, in zijn volle kracht
kennen, kwam men weer terstond en geheel onder
den indruk van zijn sobere en volmaakt natuur
lijke speelwijze, bewonderde men opnieuw de
onnavolgbare eenheid en oorspronkelijkheid
in zijn persoonsuitbeeldingen. Ik kan mij voor
stellen dat men hem voor de rol wat te oud
en forsch oordeelde, dat men hem hier en daar
wat minder barsch on ruw, wat weeker on ver
fijnder zou gewenscht hebben, dit alles ontneemt
weinig of niets aan de waarde van zijn tyranniek
aangrijpende creatie. Toch kan ik niet zeggen,
dat Ibsen's drama als geheel mij machtig heeft
getroffen. Bij de vertooning, althans bij deze ver
tooning scheen het veel eenvoudiger en voel min
der diepzinnig dan bij de lezing en vooral bij de
herlezing Eigenlijk bleef er weinig anders van
over dan een schokkende en martelende
seliildeingvanphysiek lijden, een pathologisch
gruweldrama, geraakte men wel telkens en telkens in bewon
dering voor den schitterenden dialoog, doch bleven
de ethisch -philosophische kracht en beteekenis bij na
geheel in den schemer. Voor de partij van mevrouw
Alving was mevrouw Barny, in haar ware
iiiiifiiiiimnMMiiiiiMiiiiiiiiiimiiiiiimmmmmiiMimiMmHiiimiiiiuiiiiiiJ
en waar de logégeherbergd zou worden, wat
er alzoo voor het diner ingeslagen moest
worden, hoeveel vetkaarsen gekocht zouden
worden, en zoo voorts. Daarna werden de
kosten berekend, en gezucht, en den baard
gekrabd, en overwogen, welke ontberingen
het gezin zich liet volgende halfjaar zou
moeten getroosten, om deze onvoorziene uit
gave te dekken.
En toen dit zware stuk werk verricht, de
rollen verdeeld en de vrouwen aan de uit
voering begonnen waren, sloot dominee
Kannepich zicb in zijn kamertje op, nam het
eeiie snuifje voor, het andere na en over
legde, waarover hij op dien verschrikkelijken
dag voor den geleerden doctor Schneckeufett
zou spreken. Bij zijn 52 in bet net afge
schreven Zoudagspredikatieu, die hij jaar in,
jaar uit op de rij af weder opwarmde, was
er geen, die de toets zijner zelfkritiek kon
doorstaan. Hij wilde bet eens met een vrijen
tekst probeeren, legde zijn bijbel voor zicb
en bladerde uren lang met vochligen wijsvin
gertop het boek door, zonder iets te vinden,
waarover hij kans zag iets bijzonders ten
geboore te brengen. Eindelijk liep hij wan
hopig den tuin iu en spitte in bet zweet zijns
aanschijns een stuk land om. Onder die
bezigheid viel hem eindelijk iets in, waarover
hij wilde preeken en tegelijkertijd de splitsing
in vijf afdeelingen, zeer ongewoon en stich
telijk. Toen sloot hij zicb weer op, werkte het
thema uit en ging niet naar bed, eer zijn
preek klaar was. Hij sliep dien nacht
eenigszins onrustig, want hij droomde van wal
mende kaarsenpitten en van een reusachtigen
kalfskop in room, waar doctor Schneckenfett
met een snuiter de tong uitsneed.
(Wordt vervolgd).
genre zulk een voortreifelyke kunstenares, enkele
mooie momenten buiten rekening gelaten, niet
berekend. Hoeveel meer is er van deze aangrij
pende figuur te maken! De overigen waren niet
slecht, doch ook geen van allen buitengewoon. De
gelukkigste, de volledigste, een volmaakte vertol
king viel ten deel aan Les deux tourtereaux, een
brokje galgenhumor, een griezelig grapje, een
tooneeltje »dépit amoureux" van twee gedepor
teerden, een niemendalletje in een genre, dat voor
een enkelen keer niet onaardig is, doch spoedig
zou gaan tegenstaan. Het belangrijkst was deze
eerste voorstelling wederom om het spel van.
Antoine en het samenspel van allen. Antoine is een
geniaal acteur en een geniaal regisseur; in beide
opzichten kunnen ook wij nog wel het een en
ander van hem leeren. Jammer, dat hij zich
in de laatste qualiteit bij ons, waar decoratief,
enz. niet kunnen zijn, wat zij te Parijs zijn, niet
in zijn volle kracht kan toonen. Een bezoek aan
de voorstellingen van het »Théatre-Libre" wordt
een ieder ten sterkste aangeraden. De tooneel
en regiekunst van Antoine zijn ieders belang
stelling waard.
H. J. M.
Muziek in de hoofdstad.
De Heeren Wirtz en Timmner hebben 1.1
Zaterdagavond hun derde Beethoven-soiree ge
geven en daarmede de kroon gezet op een
streven en eene kunstuiting waarover ik reeds
tweemaal met de grootste ingenomenheid heb
gesproken.
Bij eene kroniek verwacht men dat de schrij
ver ook een en ander over de compositiën of
over den componist zal zeggen, doch het is niet
gemakkelijk over Beethoven nog iets nieuws te.
vertellen, sedert zoovele authentieke documenten
het ware licht over hem hebben doen opgaan.
IQ dit laatite echter wel zoo zeker ?
De custos van de k. k. muziekbibliotheek te
Berlijn, deelt een door hem gevonden of toege
zonden brief van zekeren heer Siegmund
Austerlitz uit \Yeenen als curiosum mede, waarin
hij onwederlegbaar tracht te betoogen, dat
v. Beethoven eigenlijk de componist is van Les
deux joui neés (Uer Wassertröger) en dit aan
Cherubini cadeau gedaan of verkocht heeft.
De opera J^lisa is volgens hem eveneens van
Beethoven, terwijl Rossini met zijn duet uit
Rieciardo e Zuraïde ook al pronkt met Beethoven's
veeren. Wie had dat ooit gedacht V
Cherubini, een collega van onzen zoo
handigen medewerker Dr. Gaunef '!
Ik had hot ernstige strenge gelaat van Cheru
bini wel eens willen zien, indien hem bij zijn
leven zulk eea gerucht ware overgebracht.
Wij kunnen ons nu op allerlei verrassingen
voorbereiden. Misschien zijn Beethoven's werken
nu ook wel door anderen geschreven: b. v. de
eerste Trio's door Salieri, de Kreutzersonate door
llies en de Kruica of de » Vijjdv" door liossini . . .
Men kan toch nooit weten.
Ik althans houd mij voorbereid op de
ongelool'elijkste authentieke berichten, liet is best
mogelijk, dat nog eenmaal zonneklaar bewezen
wordt dat Beethoven nooit zelf componeerde doch
dat hij daar zijn menschen voor had.
Wat echter deze schrijver niet verhaalt, doch
wat men bij den biograaf Jahn kan lezen is, dat
Beethoven er wel eens ernstig aan gedacht moet
hebben eene Italiaansche opera te co uponeeren.
Om zich daartoe voortt-bereiden, wilde hij zich
in den Italiaanschen stijl inwerken, door bet
componeeren van een aantal strofen voor twee,
drie en vier stemmen uit Metastasio's werken.
In deze stukken, waarvan Jahn do manuscripten
zag, is een veel eenvoudiger en ook een geheel
andere stijl merkbaar, dan men van Beethoven
gewend is.
Hoe het ook zij, do SLttsikförscher kunnen een
nieuw, bijna geheel braakliggend terrein gaan
ontginnen. Kr schijnt toch nog lang niet genoeg
over onzen grooten meester Beethoven geschreven
en opgedolvon te zijn.
Doch ik heb u te verhalen hoe zijne [Se, 4e
en 'Je (Kreutzor)] sonaten werden gespeeld!
Ik behoef er waarlijk niet lang meer bij stil
te staan. De technische termen: schoone vertol
king, artistieke voordracht, meesterlijke techniek
die ieder welopgevoed muziekvorslaggevor zoo
vaak mogelijk behoort te gebruiken, willen mij
soms zoo moeielijk uit de pen. Ik hel» toch reeds
gezegd, dat deze uitvoering de vorigen waard
was. terwijl men weet, hoe hoog' ik ze heb ge
steld.
Lezers! die deze soirees hebben bijgewoond,
ik stel u dus voor, met mij aan buide Ileeren
een hartelijk woord van dank te brengen voor
liet buitengewone kunstgenot dat zij ons hebben
doen smaken.
Ik vrees wel een beetje dat ik (verzwijgende
hoe iedere satz, en ieder onderdeel daarvan
werd uitgevoerd] sommige lezers zal teleurstellen.
Velen zeggen toch: in eene recensie moet alles
van A Z vermeld worden. Daarin mag niets
vergeten worden !
Ik troost mij echter met de gedachte dat een
verslaggever do meest mogelijke medewerking
van sommige lezers ondervindt. Vergeet hij iets
te mcUlon, dan. is men zoo vriendelijk hem er op
te wijzen, waardeert hij iets, dan ontvangt hij een
brief, waarin staat, dat hij zich vergist heeft,
want dat het leolijk was; keurt hij iets af. dan
verklaart een vriend van den besproken
executant, dat de verslaggever er niemendal van weet,
want dat sij>i vriend een genie is. Zelfs menschen,
die zich heilig hebhon voorgenomen, .nooit met
de kritiek in het strijdperk te treden," dalen van
hun wolk at' om ons eventjes terecht te zetten
eu achten het der moeite waard om onzcnt-wil
een hunner principes te verloochenen.
Wie zou bij zooveel belangstelling niet dank
baar en gelukkig wezen?
Men kan vau dezulken zeggen wat Göthe van
het damespubliek in den schouwburg zoide:
Ste fjiiclen (schreiben) o'.me Gage mit.
Van de Beethoven-soiree terug komende wilde
ik niet verzuimen een oogenblik nog getuige
te zijn van de feestelijke wijze waarop de dilet
Heer David Koning Jr.) haar 50ste concert gaf.
Het orkest was aanzienlek versterkt (o. a. met
vele jonge dames) terwijl de ontbrekende partyen
door kunstenaars waren bezet. Een viertal zeer
gunstig bekenden dilettant-solisten benevens een
groot koor waren mede uitgenoodigd.
Aan Ned. compositiën was een ruime plaats
gegeven. Dit deed mij wel genoegen.
(G. Mann's Overture Freya. Hol's Aria uit
Vondel-Cantate en Kosmos van B. Zweers werden
voor de pauze uitgevoerd, terwijl na de pauze
M-lköniff^tochter van Gade en (retiKt, atarsch und
Schlachimusik uit Rienzi van Wagner werd vertolkt).
Ik heb alleen een gedeelte van de tweede
afdeeling gehoord en kan dus geen totaal in
druk mededeelen. Uit hetgeen ik echter hoorde,
bespeurde ik dat er met al die, zamengevoegde
bestanddeelen (waarmede het dubbel moeielijk is
een goed geheel te verkrijgen) ernstig en rlink
gestudeerd was; zelfs het fanfarecorps dat in
den Ruimt Marsch medewerkte, sloeg zich met
aplomb door zijn moeielijke taak heen. Wanneer
men weet hoeveel er aan vast is een dilettanten
fanfarecorps zoover te krijgen, dat men het
zonder angst kan aanhooren, zal ieder ook be
grijpen dat dit geen geringe lofspraak inhoudt.
Uit het gehoorde bleek mij dan ook dat er
meer was bereikt dan men met de beschikbare
krachten en zoo heterogene bestanddeelen had
durven verwachten.
Doch afgescheiden van het goede in deze uit
voering heb ik met genoegen gezien dat Amphion
met zooveel opgewektheid zijn feest kon vieren.
Ik ben niet op de hoogte van het gehalte van
de vroegere dillettanten orkest-vereeniging in
onze stad, doch wel weet ik dat vooral de
blaasen slaglust van onze liefhebbers vroeger heel wat
grooter was dan tegenwoordig. Ook hebben de
voortreffelijke orkesten een doodelijken slag aan
vele vereenigingen toegebracht.
Toch zou ik het jammer vinden indien zij geheel
verdwenen, want voor den eenigszins geoefenden
dilettant zijn zulke vereenigingen een ware leer
school. Amphon is (zoover ik weet) nagenoeg de
eenige vereeniging in dit genre die zich heeft
kunnen staande houden. Dit pleit niet alleen
voor hare levenskracht en de ambitie van de
leden, doch vooral voor den takt en ijver van
den directeur David Koning. Ouder zijne leiding
hoop ik, dat Amphion een zeer lang leven moge
hebben en wensch der vereeniging tevens geluk
dat zij haar 50ste concert op deze wijze heeft
kunnen vieren.
Dat do medewerkers, na de monden en de han
den zoo dapper te hebben gebruikt, na arloop van
het concert aan de voeten druk werk verschaf
ten spreekt van zelf.
Ten slotte nog een woord over eene uitvoering
van de orkestschool van het concertgebouw onder
directie van den Heer W. Kes.
liet doel van deze orkestschool is hoogst
practisch. Zoowel voor de jongere orkestleden als
voor hen (om een boekenterm te gebruiken) die
het wordon willen, wordt daar gelegenheid gege
ven zich niet alleen als solist doch vooral in
ensemblespel en algemeene muzikale kennis te
ontwikkelen.
Behalve de directeur Kes en enkele van de
voornaamste solisten uit het orkest, geven ook
de Heeren Zweers on Hutschenruyter aan deze
school onderwijs. (Harmonieleer en muziekge
schiedenis).
Zij bestaat ongeveer twee jaren on voor het
eerst hoorde ik nu oeue voordrachtsoefening.
Het was waarlijk verrassend te zien welke re
sultaten reeds waren verkregen. Ik laat de
solistenvoordrachten er zelfs buiten, want aan de
ensemblenummers was het leeuwenaandeel op het pro
gramma gegeven. Dit pleit voor het juiste inzicht
van den directeur.
Een strijkorkest van '20?30 leerlingen (waarin
zoowel jongelingen als zeer jonge kinderen me
dewerkten) voerden onder zijne leid ingAcrlf ? Uling
van (iriez met zooveel duidelijkheid, eenheid en
zuiverheid uit, dat men meende een zeer goed
orkest te hooren.
Zes violisten droegen een Praeludium van Bach
met zooveel karakter, zekerheid en eenheid in
fraseering (geheel uit het hoofd) voor, dat men
verbaasd stond over zulke resultaten. Verder
doch dit is voldoende om een blik in het streven
en werken van de orkestschool te geven.
De (ilffi<»;eetie muzikale ontwikkeling die vooral
vroeger bij zoovele orkestleden te wenschen over
liet, wordt hier met zorg behartigd; de leerlingen
worden bovendien reeds ingewijd in de
iutenti(>n en opvatting van hem, die later waarschijn
lijk hun leiiler zal zijn.
Meer behoef ik niet te zeggen om te betoogen dat
het streven en de resultaten van deze orkest
school voor het Concertgebouw-orkest zeer veel
belooft.
Ik heb geen verslag van de opvoering van
Merten's Cupitaine Koir kunnen go\en omdat
bij de eerste voorstelling mijne tegenwoordigheid
elders werd vereischt en men mij voor de beide
volgende opvoeringen niet in de gelegenheid
heeft gesteld met dit werk kennis te maken.
Ik vernam echter dat deze opera bij het publiek
veel bijval heeft gevonden.
v. M.
IflIIIIIMIMHIII
ETTEREN
tanten orkest-vereenigin
(Directeur de
De collectie Spitzer. Op 17 Maart zal te
l'arijs de veiling van het museum Spitzer begin
nen, eene artistieke gebeurtenis. De eigenaar
vau dit museum, de millionnair Spitzer, was een
man van zeldzame kunstkennis, verteerd door
een edelen hartstocht voor het schoone, en wel
in den vorm van kunstig bewerkt, met vernuft,
volharding en smaak vervaardigd, handwerk.
Uit smaak en waarschijnlijk ook omdat hij er
voor zijn passie-een bijna onuitputtelijk
materi