De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 12 maart pagina 2

12 maart 1893 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ka. 820 Het Tooneel. B» het »Salon" Twee gelukkige dagen, kluchtspel m Tier bedreven uit het Duitsch. «Sroot succes", ?egt het aanplakbiljet, met het meeste recht, met meer recht dan het dit wel eens doet. *Door de schrijvers van »Groote-stadslucht," zegt bet programma, te onrechte, door n van dezen, Kadalburg, en door Fr. von Schönthan. Of het daarom minder is ? Ik geloof het niet. Ik n««»r mij heb mij ten minste veel beter geamuM*rd dan b.v. b\j »De reis naar Turkije", dat iwrkelijk van de schrijvers van «Groote-stadsJucht" is. De geschiedenis van een eerzaam Beri^per, die het zich nu eenmaal in het hoofd J»eft gezet een villa buiten de stad te bezitten, mens eerste gelukkige dag het is, als hij eige naar der villa wordt, wiens tweede het is, als hjj, na met de genoegens de onaangenaamheden f«B het buitenleven te hebben leeren kennen, «jpr nieuwe bezitting weer kwijt raakt. Een grapje, '?et veel goed humeur en de vereischte naïeveteit ia elkander gezet, een gemoedelijk tooneelpretje, dttt telkens en telkens aan oude bekenden, aan fttedou en vele anderen herinnert, doch juist «ij^rnm misschien zoo gemakkelijk en terstond in dan smaak valt. Een lappendeken van verMeende brokjes tooneelintrige, quiproquo en vergföging, met eenige virtuositeit door elkander gehaspeld en als geheel een schijn van frischItekt ew persoonlijkheid hebbende. Een tooneelwmjooning1, die niets beters en edelers wil zijn dlpa een onsshuldig tijdverdrijf, die dit met vrij wat succes is en het in het oorspronkelijke zeker nog een beetje meer is. In het »Salon" wordt Iwee gelukkige dagen gered en gedragen door de leeren Poolman en Malherbe, die ik in langen tijd" niet zoo goed op dreef zag als in hun dank bare partijen van den ouden oom en den leuken "Weener. Over de omgeving, deels goed, deels kneden veel, deels beneden alle kritiek, behoeft net uitgeweid te worden. In den Artis-Schouwburg volle zalen met Achille loupart, operette in 3 bedrijven van Clairville en Beissier, muziek van Varney. Een ?perette-variatie op het in 300 drukken en laten ?wij zeggen 300000 vertooningen bewonderde Iteofihnotief van Ohnet's »Maitre de forges", Claire w den bruidsnacht Philippe den toegang tot het fenridsvertrek weigerend, een brutale en onge geneerde variatie, vooral in het tweede bedrijf, dat het gewaagdst -en te gelijk of daarom het amusantst is. Veel geest is er aan den tekst niet verspild; de niet juist puriteinsche toon en stem ming moeten alles goed maken; de muziek is als i« van alle nieuwere operetten, tam, preutsch, al te Bescheiden. De vertolking, met mevrouw Budeman en de heeren Kreeft en Kelly aan het hoofd, n zoo goed als men die kan wenschen. Van de Aecoratieven is dat van het eerste bedrijf, de apotheek, bijzonder goed gelukt. Het »Théatre-Francais" vertoonde La paix du ménage, eomédie in twee bedrijven van Guy de Maupassant, den armen grooten dichter, aan wfen de oude uitspraak: »Niil!um magnum ingenium sine mixtura dementiae" zich zoo droe vig heeft bewaarheid. Maupassant had zijn tooneel»pel reeds eenige jaren geleden voltooid, doch lüet, opziende tegen de velerlei formaliteiten, waaraan men zich in het huis van Molière nu eenmaal moet onderwerpen, in portefeuille gehou den. Zijn uitgever Ollendorff sprak erover met Dumas. Deze -bracht het aan Claretie. Het werd met algemeene stemmen aangenomen en terstond ingestudeerd. Dumas was bij alle repetities tegen woordig. Het succes is zeer groot geweest. Voor een deel moet dit natuurlijk op rekening gesteld iiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiJiiiiiiiiiiifiin Verbeeldt jelui, Möbius die hem in Weimar beel goed heeft gekend, heeft mij verteld, dat hij een manie had om . . . jelui zult het niet gelooven, kinderen, maar de proponent heeft 't mijzelf gezegd, en hij moet er ook in 't geheele land voor bekend staan een zotte manie om kaarsen te snuiten!" «Kaarsen te snuiten ! ?" riep het drietal in oor. »Ja, om kaarsen te snuiten. Grappig voor zoo'n geleerden heer, niet waar ? Maar als hij 's avonds op zijn studeerkamer zit en vreeselijk geleerd moet schrijven, moeten zij altijd een stuk of acht kaarsen vóór hem op tafel zetten, en als de pitten dan goed lang aijn geworden, zulke echte dieven weetje, dan gaat hij met den snuiter aan den gang en ver maakt zich zóó kostelijk, dat hij daarvan altijd in de prettigste stemming komt en de diepzinnigste ideeën krijgt." »Gunstelingen, neen!" riep de domineesche, de handen, ineenslaande. >Wat 'n liefhebberij !'' giechelde Meeltje. Doortje alleen zweeg, en keek min of meer ?verlegen, want eensklaps rees eenigen twijfel aan de waarschijnlijkheid dezer waarlijk»malle saanie'' in haar op. Zou haar Johannes zich soms een ongepaste scherts jegens haar goeden vader veroorloofd hebben ? Want Doortje was ia 't geheel niet dom, eri had, sedert zij den pro ponent een paar malen had hooren preeken, zeer goed opgemerkt dat haar vader geen redenaar door Gods genade was en dat hij ontwikkelden stadsmenscheu wel eens simpel ion voorkomen. Maar zij hield meer van Bern dan de andere meisjes en besloot Johannes eens terdege onder handen te nemen. Een gelegenheid zou zij wel vinden, al moest zij «r vader en moeder ongehoorzaam om zijn. Nu volgde een drukke beraadslaging, hoe worden van de sympathie en deernis met den ongelukkigen dichter, die van zqn zegepraal geen getuige mocht zijn. Toch schijnt het ook wel degelijk; trouwens het tegendeel zou meer verbazing hebben gewekt eigen en vol strekte waarde te hebben. Het onderwerp is alles eerder dan nieuw; het eeuwige trio uit de Parijsche groote wereld, de man, de vrouwen de minnaar; aan oudebekenden, aan»LaParisienne",»Lapetite marquise", »Francillon" wordt menmeer dan eens herin nerd. Maupassant wist echter zijn weinig nieuwe stof dank zy de behandeling boeiend, friscb en oor spronkelijk te doen schijnen. De dialoog moet een wonder van meedoogenlooze bitterheid en brutale scherpzinnigheid zijn, sober en dramatisch tege lijk. De inhoud laat zich niet gemakkelijk na vertellen. Cegite nous faisons n'est pas tres propre" zegt de vrouw op zeker oogenblik. Toon en stem ming van het geheel kunnen niet juister gekarak teriseerd worden. In den grond zijn de drie per sonen alle drie even ijdel, cynisch en egoïstisch. Ken van de gewaagdste tooneelen is dat, waarin de vrouw, na twee jaarlangfeitelijk vanhaar man ge scheiden geleefd tehebben, dezen aanbiedt vooröOOO frs. per maand zijn maitres te worden en deze, niet vermoedende, dat zij hem een strik spant, op 't voor stel ingaat. Het slot van de geschiedenis is, dat de vrede in den huize wederkeert, dat wil zeggen, dat de man zijn maitres en de vrouw haar min naar weder opzoekt. Als al Maupassant's werken, grootere zoowel als kleinere, de laatste misschien nog het meest, schijnt Lapaix du ménage een onweerstaanbaren en machtig nawerkenden indruk gemaakt te hebben. De vertolking Mlle Bartet, de heeren Worms en Lebargy wordt als volmaakt geroemd. Antoine en de zijnen zijn weder te onzent. Bestond het repertoire het vorige jaar uitsluitend uit oorspronkelijk Fransche werken, dit maal maken vertaalde, Ibsen's «Spoken", Tolstoï's »Macht der duisternis" en Strindberg's »Juffrouw Julia" het hoofdbestanddeel daarvan uit. Men kan dit bejammeren, men kan het ook toejuichen. Bejammeren, omdat't»Théatre-Libre'' in defransche stukken het meest thuis en eigen, het krachtigst en het zuiverst s>Théatre-Libre" is; toejuichen, omdat het meerendeel dier stukken van niet al te veel waarde en beteekenis is en de drie vertaalde van geheel bijzonder gehalte. Op den eersten avond werden vertoond Jacques iJamour, naar de novelle van Zola, Ib sen's Rtvenants en lies deux tuurttreaux van Ginisty en Guérin. In het eerste, van het vorige jaar bekend, trof Antoine mij veel minder dan toen. "Wat hiervan de oorzaak was, weet ik niet. Terwijl zijn spel mij toen aangreep en meesleepte, scheen het my nu alleen realistisch, prachtig realis tisch, al te realistisch. Het voortdurend knikken van de knieën en trillen van de handen vermoeide; de stumperd boezemde nu bijna alleen physiek, toen vooral moreel medelijden in. Als Oswald in Les revenanU deed de Fransche kunstenaar zich weder van zijn beste zijde, in zijn volle kracht kennen, kwam men weer terstond en geheel onder den indruk van zijn sobere en volmaakt natuur lijke speelwijze, bewonderde men opnieuw de onnavolgbare eenheid en oorspronkelijkheid in zijn persoonsuitbeeldingen. Ik kan mij voor stellen dat men hem voor de rol wat te oud en forsch oordeelde, dat men hem hier en daar wat minder barsch on ruw, wat weeker on ver fijnder zou gewenscht hebben, dit alles ontneemt weinig of niets aan de waarde van zijn tyranniek aangrijpende creatie. Toch kan ik niet zeggen, dat Ibsen's drama als geheel mij machtig heeft getroffen. Bij de vertooning, althans bij deze ver tooning scheen het veel eenvoudiger en voel min der diepzinnig dan bij de lezing en vooral bij de herlezing Eigenlijk bleef er weinig anders van over dan een schokkende en martelende seliildeingvanphysiek lijden, een pathologisch gruweldrama, geraakte men wel telkens en telkens in bewon dering voor den schitterenden dialoog, doch bleven de ethisch -philosophische kracht en beteekenis bij na geheel in den schemer. Voor de partij van mevrouw Alving was mevrouw Barny, in haar ware iiiiifiiiiimnMMiiiiiMiiiiiiiiiimiiiiiimmmmmiiMimiMmHiiimiiiiuiiiiiiJ en waar de logégeherbergd zou worden, wat er alzoo voor het diner ingeslagen moest worden, hoeveel vetkaarsen gekocht zouden worden, en zoo voorts. Daarna werden de kosten berekend, en gezucht, en den baard gekrabd, en overwogen, welke ontberingen het gezin zich liet volgende halfjaar zou moeten getroosten, om deze onvoorziene uit gave te dekken. En toen dit zware stuk werk verricht, de rollen verdeeld en de vrouwen aan de uit voering begonnen waren, sloot dominee Kannepich zicb in zijn kamertje op, nam het eeiie snuifje voor, het andere na en over legde, waarover hij op dien verschrikkelijken dag voor den geleerden doctor Schneckeufett zou spreken. Bij zijn 52 in bet net afge schreven Zoudagspredikatieu, die hij jaar in, jaar uit op de rij af weder opwarmde, was er geen, die de toets zijner zelfkritiek kon doorstaan. Hij wilde bet eens met een vrijen tekst probeeren, legde zijn bijbel voor zicb en bladerde uren lang met vochligen wijsvin gertop het boek door, zonder iets te vinden, waarover hij kans zag iets bijzonders ten geboore te brengen. Eindelijk liep hij wan hopig den tuin iu en spitte in bet zweet zijns aanschijns een stuk land om. Onder die bezigheid viel hem eindelijk iets in, waarover hij wilde preeken en tegelijkertijd de splitsing in vijf afdeelingen, zeer ongewoon en stich telijk. Toen sloot hij zicb weer op, werkte het thema uit en ging niet naar bed, eer zijn preek klaar was. Hij sliep dien nacht eenigszins onrustig, want hij droomde van wal mende kaarsenpitten en van een reusachtigen kalfskop in room, waar doctor Schneckenfett met een snuiter de tong uitsneed. (Wordt vervolgd). genre zulk een voortreifelyke kunstenares, enkele mooie momenten buiten rekening gelaten, niet berekend. Hoeveel meer is er van deze aangrij pende figuur te maken! De overigen waren niet slecht, doch ook geen van allen buitengewoon. De gelukkigste, de volledigste, een volmaakte vertol king viel ten deel aan Les deux tourtereaux, een brokje galgenhumor, een griezelig grapje, een tooneeltje »dépit amoureux" van twee gedepor teerden, een niemendalletje in een genre, dat voor een enkelen keer niet onaardig is, doch spoedig zou gaan tegenstaan. Het belangrijkst was deze eerste voorstelling wederom om het spel van. Antoine en het samenspel van allen. Antoine is een geniaal acteur en een geniaal regisseur; in beide opzichten kunnen ook wij nog wel het een en ander van hem leeren. Jammer, dat hij zich in de laatste qualiteit bij ons, waar decoratief, enz. niet kunnen zijn, wat zij te Parijs zijn, niet in zijn volle kracht kan toonen. Een bezoek aan de voorstellingen van het »Théatre-Libre" wordt een ieder ten sterkste aangeraden. De tooneel en regiekunst van Antoine zijn ieders belang stelling waard. H. J. M. Muziek in de hoofdstad. De Heeren Wirtz en Timmner hebben 1.1 Zaterdagavond hun derde Beethoven-soiree ge geven en daarmede de kroon gezet op een streven en eene kunstuiting waarover ik reeds tweemaal met de grootste ingenomenheid heb gesproken. Bij eene kroniek verwacht men dat de schrij ver ook een en ander over de compositiën of over den componist zal zeggen, doch het is niet gemakkelijk over Beethoven nog iets nieuws te. vertellen, sedert zoovele authentieke documenten het ware licht over hem hebben doen opgaan. IQ dit laatite echter wel zoo zeker ? De custos van de k. k. muziekbibliotheek te Berlijn, deelt een door hem gevonden of toege zonden brief van zekeren heer Siegmund Austerlitz uit \Yeenen als curiosum mede, waarin hij onwederlegbaar tracht te betoogen, dat v. Beethoven eigenlijk de componist is van Les deux joui neés (Uer Wassertröger) en dit aan Cherubini cadeau gedaan of verkocht heeft. De opera J^lisa is volgens hem eveneens van Beethoven, terwijl Rossini met zijn duet uit Rieciardo e Zuraïde ook al pronkt met Beethoven's veeren. Wie had dat ooit gedacht V Cherubini, een collega van onzen zoo handigen medewerker Dr. Gaunef '! Ik had hot ernstige strenge gelaat van Cheru bini wel eens willen zien, indien hem bij zijn leven zulk eea gerucht ware overgebracht. Wij kunnen ons nu op allerlei verrassingen voorbereiden. Misschien zijn Beethoven's werken nu ook wel door anderen geschreven: b. v. de eerste Trio's door Salieri, de Kreutzersonate door llies en de Kruica of de » Vijjdv" door liossini . . . Men kan toch nooit weten. Ik althans houd mij voorbereid op de ongelool'elijkste authentieke berichten, liet is best mogelijk, dat nog eenmaal zonneklaar bewezen wordt dat Beethoven nooit zelf componeerde doch dat hij daar zijn menschen voor had. Wat echter deze schrijver niet verhaalt, doch wat men bij den biograaf Jahn kan lezen is, dat Beethoven er wel eens ernstig aan gedacht moet hebben eene Italiaansche opera te co uponeeren. Om zich daartoe voortt-bereiden, wilde hij zich in den Italiaanschen stijl inwerken, door bet componeeren van een aantal strofen voor twee, drie en vier stemmen uit Metastasio's werken. In deze stukken, waarvan Jahn do manuscripten zag, is een veel eenvoudiger en ook een geheel andere stijl merkbaar, dan men van Beethoven gewend is. Hoe het ook zij, do SLttsikförscher kunnen een nieuw, bijna geheel braakliggend terrein gaan ontginnen. Kr schijnt toch nog lang niet genoeg over onzen grooten meester Beethoven geschreven en opgedolvon te zijn. Doch ik heb u te verhalen hoe zijne [Se, 4e en 'Je (Kreutzor)] sonaten werden gespeeld! Ik behoef er waarlijk niet lang meer bij stil te staan. De technische termen: schoone vertol king, artistieke voordracht, meesterlijke techniek die ieder welopgevoed muziekvorslaggevor zoo vaak mogelijk behoort te gebruiken, willen mij soms zoo moeielijk uit de pen. Ik hel» toch reeds gezegd, dat deze uitvoering de vorigen waard was. terwijl men weet, hoe hoog' ik ze heb ge steld. Lezers! die deze soirees hebben bijgewoond, ik stel u dus voor, met mij aan buide Ileeren een hartelijk woord van dank te brengen voor liet buitengewone kunstgenot dat zij ons hebben doen smaken. Ik vrees wel een beetje dat ik (verzwijgende hoe iedere satz, en ieder onderdeel daarvan werd uitgevoerd] sommige lezers zal teleurstellen. Velen zeggen toch: in eene recensie moet alles van A Z vermeld worden. Daarin mag niets vergeten worden ! Ik troost mij echter met de gedachte dat een verslaggever do meest mogelijke medewerking van sommige lezers ondervindt. Vergeet hij iets te mcUlon, dan. is men zoo vriendelijk hem er op te wijzen, waardeert hij iets, dan ontvangt hij een brief, waarin staat, dat hij zich vergist heeft, want dat het leolijk was; keurt hij iets af. dan verklaart een vriend van den besproken executant, dat de verslaggever er niemendal van weet, want dat sij>i vriend een genie is. Zelfs menschen, die zich heilig hebhon voorgenomen, .nooit met de kritiek in het strijdperk te treden," dalen van hun wolk at' om ons eventjes terecht te zetten eu achten het der moeite waard om onzcnt-wil een hunner principes te verloochenen. Wie zou bij zooveel belangstelling niet dank baar en gelukkig wezen? Men kan vau dezulken zeggen wat Göthe van het damespubliek in den schouwburg zoide: Ste fjiiclen (schreiben) o'.me Gage mit. Van de Beethoven-soiree terug komende wilde ik niet verzuimen een oogenblik nog getuige te zijn van de feestelijke wijze waarop de dilet Heer David Koning Jr.) haar 50ste concert gaf. Het orkest was aanzienlek versterkt (o. a. met vele jonge dames) terwijl de ontbrekende partyen door kunstenaars waren bezet. Een viertal zeer gunstig bekenden dilettant-solisten benevens een groot koor waren mede uitgenoodigd. Aan Ned. compositiën was een ruime plaats gegeven. Dit deed mij wel genoegen. (G. Mann's Overture Freya. Hol's Aria uit Vondel-Cantate en Kosmos van B. Zweers werden voor de pauze uitgevoerd, terwijl na de pauze M-lköniff^tochter van Gade en (retiKt, atarsch und Schlachimusik uit Rienzi van Wagner werd vertolkt). Ik heb alleen een gedeelte van de tweede afdeeling gehoord en kan dus geen totaal in druk mededeelen. Uit hetgeen ik echter hoorde, bespeurde ik dat er met al die, zamengevoegde bestanddeelen (waarmede het dubbel moeielijk is een goed geheel te verkrijgen) ernstig en rlink gestudeerd was; zelfs het fanfarecorps dat in den Ruimt Marsch medewerkte, sloeg zich met aplomb door zijn moeielijke taak heen. Wanneer men weet hoeveel er aan vast is een dilettanten fanfarecorps zoover te krijgen, dat men het zonder angst kan aanhooren, zal ieder ook be grijpen dat dit geen geringe lofspraak inhoudt. Uit het gehoorde bleek mij dan ook dat er meer was bereikt dan men met de beschikbare krachten en zoo heterogene bestanddeelen had durven verwachten. Doch afgescheiden van het goede in deze uit voering heb ik met genoegen gezien dat Amphion met zooveel opgewektheid zijn feest kon vieren. Ik ben niet op de hoogte van het gehalte van de vroegere dillettanten orkest-vereeniging in onze stad, doch wel weet ik dat vooral de blaasen slaglust van onze liefhebbers vroeger heel wat grooter was dan tegenwoordig. Ook hebben de voortreffelijke orkesten een doodelijken slag aan vele vereenigingen toegebracht. Toch zou ik het jammer vinden indien zij geheel verdwenen, want voor den eenigszins geoefenden dilettant zijn zulke vereenigingen een ware leer school. Amphon is (zoover ik weet) nagenoeg de eenige vereeniging in dit genre die zich heeft kunnen staande houden. Dit pleit niet alleen voor hare levenskracht en de ambitie van de leden, doch vooral voor den takt en ijver van den directeur David Koning. Ouder zijne leiding hoop ik, dat Amphion een zeer lang leven moge hebben en wensch der vereeniging tevens geluk dat zij haar 50ste concert op deze wijze heeft kunnen vieren. Dat do medewerkers, na de monden en de han den zoo dapper te hebben gebruikt, na arloop van het concert aan de voeten druk werk verschaf ten spreekt van zelf. Ten slotte nog een woord over eene uitvoering van de orkestschool van het concertgebouw onder directie van den Heer W. Kes. liet doel van deze orkestschool is hoogst practisch. Zoowel voor de jongere orkestleden als voor hen (om een boekenterm te gebruiken) die het wordon willen, wordt daar gelegenheid gege ven zich niet alleen als solist doch vooral in ensemblespel en algemeene muzikale kennis te ontwikkelen. Behalve de directeur Kes en enkele van de voornaamste solisten uit het orkest, geven ook de Heeren Zweers on Hutschenruyter aan deze school onderwijs. (Harmonieleer en muziekge schiedenis). Zij bestaat ongeveer twee jaren on voor het eerst hoorde ik nu oeue voordrachtsoefening. Het was waarlijk verrassend te zien welke re sultaten reeds waren verkregen. Ik laat de solistenvoordrachten er zelfs buiten, want aan de ensemblenummers was het leeuwenaandeel op het pro gramma gegeven. Dit pleit voor het juiste inzicht van den directeur. Een strijkorkest van '20?30 leerlingen (waarin zoowel jongelingen als zeer jonge kinderen me dewerkten) voerden onder zijne leid ingAcrlf ? Uling van (iriez met zooveel duidelijkheid, eenheid en zuiverheid uit, dat men meende een zeer goed orkest te hooren. Zes violisten droegen een Praeludium van Bach met zooveel karakter, zekerheid en eenheid in fraseering (geheel uit het hoofd) voor, dat men verbaasd stond over zulke resultaten. Verder doch dit is voldoende om een blik in het streven en werken van de orkestschool te geven. De (ilffi<»;eetie muzikale ontwikkeling die vooral vroeger bij zoovele orkestleden te wenschen over liet, wordt hier met zorg behartigd; de leerlingen worden bovendien reeds ingewijd in de iutenti(>n en opvatting van hem, die later waarschijn lijk hun leiiler zal zijn. Meer behoef ik niet te zeggen om te betoogen dat het streven en de resultaten van deze orkest school voor het Concertgebouw-orkest zeer veel belooft. Ik heb geen verslag van de opvoering van Merten's Cupitaine Koir kunnen go\en omdat bij de eerste voorstelling mijne tegenwoordigheid elders werd vereischt en men mij voor de beide volgende opvoeringen niet in de gelegenheid heeft gesteld met dit werk kennis te maken. Ik vernam echter dat deze opera bij het publiek veel bijval heeft gevonden. v. M. IflIIIIIMIMHIII ETTEREN tanten orkest-vereenigin (Directeur de De collectie Spitzer. Op 17 Maart zal te l'arijs de veiling van het museum Spitzer begin nen, eene artistieke gebeurtenis. De eigenaar vau dit museum, de millionnair Spitzer, was een man van zeldzame kunstkennis, verteerd door een edelen hartstocht voor het schoone, en wel in den vorm van kunstig bewerkt, met vernuft, volharding en smaak vervaardigd, handwerk. Uit smaak en waarschijnlijk ook omdat hij er voor zijn passie-een bijna onuitputtelijk materi

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl