Historisch Archief 1877-1940
DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD YOOB NEDERLAND.
Na. 821
Uit Dr. GAJSTNEF's Studeerkamer.
(Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
voorgenomen annexatie van Hawaiïdoor de Vereenigde Staten.
"""=' TlfcAl
Pe onttroonde Koningin LILIUOKALANI: «Yankee, Yankee!
geef me mijn Sandwich weer!"
(Lustige Sluiter)
Wat Triboulet afgeluisterd heeft.
(In bet Kabinet
van
denFranschen minister
president,
place Beauvau.
Een groen
kamerechut om
een bureau
Empire. De
heer Ribot zit
voor zijn bu
reau en kijkt
naar den zol
der.)
RIBOT. Niets;
iiog niets! Toch
heb ik order ge
geven dat ze me onmiddeliik den uitslag
van de stemming zouden melden, 't Is doo
dend, dat wachten. Lodewijk de Veertiende
Was daar goed voor; maar ik, Ribot!
^EEST BODE (komt binnen) Mijnheer de pre
sident, daar is een deputatie, die een paar
minuten gehoor vraagt.
RIBOT. Een deputatie! Drommels, ik word
populair; laat binnenkomen.
DÉdeputatie komt binnen, een der leden neemt
het woord. Mijnheer de president, uit naam
van de vakvereeniging der
pijpenkpppensnyders, heb ik de eer u een bewijs van
onze hulde en bewondering aan te bieden.
(BH biedt hem een prachtige meerschuimen pijp
«w, waarvan de kop Ribot op de tribune voor
stelt}.
RIBOT (gevleid) Dank, heeren, deze hulde
Steekt u tot eer en bewijst mij, hoe popu....
(j&r wordt aan den telephoon gescheld; hij springt
O») Pardon! Dadelijk ben ik weer tot uw
dienst! Allo! Allo I
(Eene stem in den telephoon). Mijnheer
Ribot daar? Ik ben Loze. Gisterenavond
ifl Arton in den Moulin-Rouge gezien. Moet
"ik hem laten arresteeren?
RIBOT (woedend). Ja! (tot de deputatie).
ren, ik wil u niet langer ophouden. Een
depêche uit Dahomey verplicht mij. u weg te
zenden. Weest zoo goed, aan uw vakveree
niging wel mijn dank te betuigen. (De deputatie
vertrekt).
EEN BODE. (Komt binnen). Mijnheer Rouvier.
RIBOT. Mooi! zonder dien was het spel
niet compleet!
ROUVIBR. Té! Vé! Je bent alleen? (niezend)
warm is 't hier niet. (ff;}' doet cfe ramen dicht)
Couquin de boun sort! Het vriest hier!
RIBOT (kregel). Ja, ik heb het opengezet
om mijn jas te kunnen aantrekken, 't Is
hier zoo klein.
ROUVIER. En jij bent zoo groot! (Groeier
komt binnen) Vé, wat een knappe man!
RIBOT. Dat is nu het, prestige van de
Republiek. Beste Crozier, waar drommel laat
je toch je jassen maken?
CROZIER (beschroomd). Ze zijn van La Belle
Jardinicre; confectie, 35 francs het stuk.
RIBOT. Verbazend. Hij zit u als geschilderd.
(tot Rouvier). Overigens, zonder zijn jas is hij
niets, (geschel aan de telephoon.)
(Vliegt er op af) Allo ! (Een stem.) Duizend
excuses; 't was Rouvier, die in den
MouliiiDe schaduw/ijde der beleefdheid.
Rouge gezien is. (tot Rouvier). Nu, jij gaatje
gang! Drommels, vent, jij komt in den
MoulinRouge ?
(ROUVIER blozend.) Men doet wat men kan.
Ik moet je spreken. (Orozier vertrekt.) Mijn
vriend, ik ben bang voor Ferry; als hij ge
kozen wordt, wie weet of hij dan zijn neus
niet in mijn zaken zal willen steken ? En dan
is het met jou ook gedaan. (Jlibot trekt een ge
zicht) De Senaat zal dan je drankwet ver
werpen, waarop je begrooting steunt, en dan
gaan we naar de voorloopige twaalfden, naar
den val, Ferry aan het bewind,
kamerontbinding.. . .
(Er wordt aan den telepltoon tjfscheld).
RIBOT (opvliegend) Allo ! Allo !
EENE STEM. Ik ben het, Loze,... Arton
was gisteren avcnd in Ba-ta-clan ! Moet ik
hem laten arresteerf n ?
RIBOT. Ja. (tot Rouvier) Wat een gezeur!
ROUVIER. Zeg eens, president, wat vertellen
de rapporten van de prefecten over mij ?
RIBOT (schaterend). Ah! die is goed.
(Geschel; hij vliegt op). Allo ! Allo !
EENE STEM. Pardon, 't was Arton niet;
het was Rouvier.
RIBOT Ah zoo, je bent gisteren avond ook
al in Ba-ta-elan geweest?
(Rouvier blootst). Foei! zoo'n losbol I
(Geschel aan den telephoon). Dank je, 'k
heb er genoeg van, luister maar zelf naar al
je avontuurtjes.
(Rouvier luistert).
ROUVIER. Zeg eens, Ribot, nu gaat het jou
toch aan. (Ribot komt aan den toestel).
EENE STEM. Ferry gekozen; honderd stem
men meerderheid.
Tableau. Ribot valt en kraakt zijn portefeuille.
ROUVIER. Hij is gekozen; ik zal hem gauw
te dejeuneeren vragen.
Waddington's afscheid.
MUS. BHITTAXNIA:
»0 Kichard, o m on roy! wie zal mijn steun nu
wezen,
Geen, zelf geen Engelschman, had mij zóó lief'
voor dezen."
(Iribowlet).
MlllllllimilllMIMIflItllllMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIMItllllllllltllllllllllHIIIIIIIIIIIIII
Allerlei.
Een Fransch soldaat zat op een heuvel te kij
ken naar het garnizoenstadje beneden hem. Zijn
paard stond dicht bij hem vastgemaakt te grazen;
de man rookte kalm en keek van tijd tot tijd
naar het kazerneplein van het stadje en naar een
dikken officieel en brief, dien hij in de hand hield.
Een kameraad kwam \oorbij en vroeg: »IIoe
zit je hier zoo ?
»Ik heb hier den brief van gratie van den
President voor onzen vriend Ernest, die van
morgen moet doodgeschoten worden."
»Maar waarom vlieg je dan niet met dien
brief naar de stad, zoo hard als je paard loopen
kan V"
O neon," riep de ander uit, eenigszins ver
ontwaardigd. sKijk maar, er is nog haast geen
levende ziel op het plein te zien, het vuurpeloton
is nog niet eens bijeengeroepen, ,1e zoudt toch
niet willen, dat ik het dramatiscli effect miste
van een verschijnen op het laatste oogenblik?"
De schilder Füseli ontving eens bezoek van
eene oude dame, die eindeloos kon doorpraten,
Zij rammelde voort, zonder dat hij er een woord
tusschen kon krijgen. Eindelijk moest zij even
pauseeren om op adem te komen, en hij voegde
haar haastig toe:
We hebben vandaag kalfsvleesch en rapen
gegeten!
Wat een zonderlinge opmerking, mijnheer
Füseli! zeide de oude dame.
Nu, het is even belangrijk als iets van het
geen u het laatste uur gezegd hebt.
Nog eens de boksende kaugeroe.
De heer GLAI>STOXE in zijn jongste rol.
(Lustige Blatter).