Historisch Archief 1877-1940
l
DE AMSTERDAMMER
A'. 1893
WEEKBLAD YOOR NEDERLAND
Dit noinmer bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
-Singel b\j de Vijzelstraat, 542.
Zondag 26 (VI aar t
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65
Voor Indiëper jaar mail?9.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12*
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . .
Reclames per regel
0.20
0.40
IK H O TT Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ. Brieven uit
Utrecht, door Giese van den Dom.
FEUILuETON: De Gloria-broek, naar het Duitschvan
Ernst von Wolzogen. IV. TOONEEL EN
MUZIEK: Het tooneel, door H. J. M. Muziek
in de hoofdstad, door Van Milligen.
Aanteekeningen Schilderkunst, door V. KUNST EN
LETTEREN: Eene herinnering, door J. L. C. A.
Meyer. Maeterlinck vertaald, (ingezonden) door
Jan Kalff. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES,
door E-e. ALLERLEI. INGEZONDEN.
RECLAMES. UIT Dr. GANNEF's STU
DEERKAMER. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIÉN.
iiiimmiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiimiii
Het tweede Panama-proces, het proces
?wegens omkooperij, is geëindigd Met uit
zondering van den oud-minister Baïhaut, die
bekend heeft dat hij voor het indienen van
het wetsontwerp betreffende de premieleening
van den heer De Lesseps een millioen francs
heeft geëischt en 375,000 francs heeft ont
vangen, zijn alle parlementsleden en sena
toren, die bij deze zaak waren betrokken,
vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervol
ging, van de directeuren der Panama-maat
schappij werd alleen Ch. de Lesseps veroor
deeld, met aanneming van verzachtende
omstandigheden; van de tusschenpersonen
alleen Blondin, de beambte van het Crédit
Lyonnais.
De uitkomst is des te verrassender, omdat
bijna al de beschuldigde parlementsleden
hebben erkend, gelden van de Panama
maatschappij te hebben ontvangen. Volgens
hen was dit echter niet geschied om hunne
stem te koopen, maar om hen te beloonen
voor diensten, in allerlei andere hoedanig
heden dan die van lid der vertegenwoordiging
bewezen. Het is ontegenzeggelijk beter,
iemand, van wiens schuld men niet
volluiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiii
iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiin
«?mmtuitMiiiimiimiiuiuniiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimtiiimiMiiiiiintim
DE GLORIA-BROEK.
Een dorpsgeschiedenis uit den goeden ouden tijd.
NAAK HET DUITSCH.
4) VAN
ERNST VON WOLZOGEN.
Hier maakte dominee eene kleine pauze, om
der gemeente tijd te geven den geleerden man
uit Weimar op den feestelijk versierden stoel
in oogenschouw te nemen, en zichzelf de
zweetdroppels van het gelaat te wisschen.
Doortje keek tersluiks naar de galerij omhoog,
waar het hoofd van den proponent met kramp
achtig vertrokken mond juist achter een
pilaar verdween. Zij sloeg een zijdeli 'gschen
blik op den inspecteur, die vuurrood was
geworden en zijn groote oogen rollend over
de gemeente liet weiden. Maar de stompzinnige
gezichten van al de brave boerinnen in het
ruim en van de mannen op de galerij stonden
eerbiedig en ernstig als te voren.
De arme predikant ving een toornig ver
bluften blik van den »Rath" op, en zijn
stem trilde, toen hij aldus vervolgde: »Gij
weet, geliefde gemeenteleden, dat ik u ten
allen tijde met raad en daad, met troost en
vermaning heb bijgestaan, hetzij uw koe of
uw kind ziek was, of uw oogst verregend, of
een dierbaar pand u door den dood was
ontrukt; daarom beschouwt gij mij ook als
de schapen hunnen herder, en weet, dat ik
niet van ulieden zal gaan als de wolf komt,
die de kudde aanvalt en verstrooit. En wat
is dat voor een wolf, geliefde gemeente ?"
Hier maakte hij weder eene pauze, liet zijn
blikken over de aandachtige verzameling
komen overtuigd is, vrij te spreken, dan \
een onschuldige te veroordeelen. Uit dit \
oogpunt beschouwd, is de uitspraak der j
juryleden te verklaren en te prijzen. Eene j
gansch andere vraag is het echter, of de ,
openbare meening door den afloop van het '
proces is bevredigd. Dit is, naar het ons |
voorkom % slechts ten deele het geval. De
indruk is niet weggenomen, dat er tusschen
de leden der volksvertegenwoordiging
eenerzijds en de directie der Panama-maatschappij
en bare handlangers aan den anderen kant
ergerlijke knoeierijen hebben plaats gehad.
Maar tevens heeft zich de overtuiging ge
vestigd, dat de hoofdschuldigen om politieke
redenen buiten het bereik der justitie werden
gehouden, en dat men in hen, die bij het
laatste proces op de banken der beschuldig
den zaten, slechts met Ie menu fretin te
doen had.
Aangenomen echter, dat de leden van de
Kamer en den Senaat, voor welke op ver
zoek der regeering de parlementaire indem
niteit tijdelijk is opgeheven, werkelijk geheel
onschuldig zijn, dan mag men met recht
vragen, of de regeering, door hen in staat
van beschuldiging te laten stellen zonder
afdoende bewijzen voor hunne schuld te be
zitten, niet onvergeeflijk lichtvaardig heeft
gehandeld. Zij zelve toch heeft klaarblijkelijk
uit de vele verdachten, of zoo men wil
uit de vele belasterden eene keuze moeten
doen en daarvoor hare gronden moeten
hebben. Heeft zij de veelbesproken lijsten
in handen gehad ? Is zij inderdaad sedert
jaren met de Panama-schandalen bekend
geweest en heeft zij zich door zwijgen daar
aan zedelijk medeplichtig gemaakt ? Op de^e
vragen is geen afdoend antwoord gegeven.
Zoo houdt men van het Panama-proces
een gediscrediteerde Kamer en een gedis
crediteerde regeering over. Niet een gediscre
diteerde republiek. Want zelfs de tegenstan
ders van den tegenwoordigen regeeringsvorrn
erkennen, dat wel politieke personen, maar
geen politieke beginselen gecompromitteerd
zijn. Was in de laatste jaren in Frankrijk
de rechterzijde in plaats van de linkerzijde
aan het roer geweest, dan zouden de cheques
van De Reinach waarschijnlijk voor hetzelfde
doel gebruikt zijn, maar alleen een andere
bestemming hebben gekregen.
In de gegeven omstandigheden verkrijgt
Hll Illlllllllllllll l 1IIII
zweven en richtte ze toen eensklaps met een
zekeren triomf naar Dr. Scheckenfett wien het
zeer onbehaaglijk te moede werd, want na
al het ongelooflijke dat hij had moeten zien
en hooren, was hij er reeds op voorbereid
zelf als wolf aan de gemeente te worden
voorgesteld. Hij wierp een woedenden blik
door zijn bril naar boven, maar de brave
Kannepich lachte gemoedelijk en zeide: »Dat
zal ik u nu eens vertellen, geliefden: Dat is
niet n woif?neen! dat zijn vijf wolven!"
En terwijl hij die troef uitspeelde, sloeg hij
krachtig met zijn vuist op den preekstoelrand,
en keek- den inspecteur uitdagend aan. Deze
streek zich bepaald verschrikt met de hand
door het haar en sperde van louter verbazing
zijn oogen en mond wijd open. Het bevende
Doortje naast hem kromp angstig ineen en
was het schreien nabij. Maar boven op de
galerij klonk een vervaarlijk gesnuit en
Doortje wist, dat Johannes Möbius dien kunst
greep te baat had genomen, om daarachter
zijn lachen te verbergen. Haar arme vader!
Als hij maar niet zijti betrekking verloor.'
De eerwaarde Kannepich verloor echter
zijn glimlachende kalmte niet en ging met
luider stemme voort. »Ja, mijne geliefden,
dat is eerstens de wolf des hoogrnoeds, die
van de bergen komt en zich verhoovaardigt,
dat hij hoog boven de anderen staat; dat
is tweedens de wolf der gierigheid, die in
kelders en gewelven huist op de geldkisten,
en knarsentandend post vat voor de
graanschuren, als de armen hongeren. Dat is
derdens de wolf der wellust, die uit den
poel komt en in den poel wederkeert. Dat
is vierdens de wolf van het genot, een broeder
van dien der wellust, die in de herbergen
rondsluipt en op de dansvloeren en op de
feestelijk gekleede deerns en beschonken
jongelingen loert. En dat is ten slotte,
vijfdens, de wolf des ongeloofs; maar dien heb
ik zelf nog nooit gezien, die komt Gode zij
dank, hier bij ons niet voor. Alzoo
eerhet onverwacht overlijden van Jules Ferry
voor Frankrijk een dubbel pijnlijke
beteekenis. Acht jaren lang had een schandelijk
en kleingeestig ostracisme dezen beproefden
rdpublikein op den achtergrond gehouden en
eerjt voor korten tijd zorgde de Senaat voor
eene eerherstelling, door hem met groote
meerderheid tot haren voorzitter te benoe
men. Uit den hartstochtelijken ijver, waar
mede deze benoeming door bladen van alle
richtingen werd besproken, bleek, dat men
daarin niet slechts eene poging wilde zien
om het verleden goed te maken, maar ook
een eersten stap om Ferry voor de toekomst
die positie te verzekeren op welke zijn er
kende talenten, zijn langdurige ervaring en
de groote door hem aan de republiek bewe
zen diensten hem aanspraak gaven. Zeker
waren velen met het vooruitzicht, dat deze
man van beteekenis zijn vroegeren invloed
zou kunnen herwinnen, alles behalve inge
nomen. Maar allen moesten erkennen, dat
Ferry's eerlijkheid steeds boven alle verden
king is verheven geweest, en dat eene krach
tige hand als de zijne het geschokte prestige
der regeering zou kunnen herstellen. Ferry
zelf had zich voor de hem geschonken vol
doening dankbaar betoond, maar was in de
rede, waarmede hij het presidentschap van
den Senaat aanvaardde, zeer conciliant op
getreden. Drie weken na zijne verkiezing trof
hem de dood. En thans hoort men ook hen,
die hem vroeger het felst hebben bestreden,
verklaren, dat de republiek na den dood
van Gambetta nog geen zoo groot verlies
heeft geleden.
De beruchte antisemiet Ahlwardt schijnt
zich tot taak te hebben gesteld, de
Franschen over hunne Panama avonturen te
troosten. Als men hem muar op zijn woord
wilde gelooven, dan zouden de regeering en
het parlement in Duitschland zich schuldig
hebben gemaakt aan financieele knoeierijen,
waarbij de Panarna-sehandalen slechts kin
derspel zijn. Ahlwardt heeft de manie van
den Jodenhaat, en terecht noemde Richter
hem en den demagoog Pastor Stöcker par
nobile fratrum, een edel broederpaar. Alleen
treedt Ahlwardt nog plomper en ruwer op
dan de ex-hofprediker, die vergoelijkend van
hem getuigde, dat hij nog niet geleerd had
de zaken i m höhern Siile te behandelen.
De gewezen schoolmeester Ahlwardt, die
stens, de wolf des hoogmoeds, die van de
bergen komt...."
En nu was hij rechtaf op zijn dreef, sprak
luid, vloeiend, in krachtige, boersche beeld
spraak, en liet zich door de ontzettende
blikken van den kerkvoogd niet van de wijs
brengen, maar behandelde al zijn vijf wol pen
lang en breed op de rij af, kwam vervolgens
mét weinige woorden op den goeden herder
terug en zeide eindelijk schielijk amen. Met
knikkende knieën en badend in het zweet,
maar zegevierend en vroolijk gestemd, want
zijn preek had hemzelf wonderwel bevallen,
daalde hij den preekstoel af. De oude man,
die met het zakje collecteerde, en wien hij
had opgedragen den gestrengen Dr.
Schneckenfett gedurende zijn toespraak scherp in
het oog te houden, kwam hem reeds tege
moet en riep opgewonden, »neen maar, do
minee, zoo mooi hebt u nog nooit gepreekt,
als vandaag met die vijf wolven! Dat's, wed
ik, een visitatiepreek, zooals de geleerde heer
er nog nooit een zal gehoord hebben! Zoo'n
grooten mond heeft hij opgezet..."
Stralend van vreugde zocht dominee na
afloop der godsdienstoefening den inspecteur
op, en vroeg op den man af, hoe zijn preek
hem was bevallen. Maar hoe vreemd keek
de arme Kannepich op, toen deze, in plaats
hem een compliment te maken, plotseling
staan bleef, hem met een sarcastischen blik
uit zijn groote ronde oogen, die door het
vonkelen der brilleglazen in de zon nog
vreeselijker geleken, schier doorboorde en
min of meer schamper antwoordde: »Ja, mijn
waarde collega, wat moet ik daarop zeggen?
Ik heb op mijn inspectiereis al menige
zonderlinge preek te hooren gekregen; ik
wil gaarne toegeven, dat uw stijl populair
en verstaanbaar is; maar maar maar!
dat ge uw eigen persoon zoo op den voor
grond stelt en mij in den versierden stoel
aan de gemeente als uw gestrengen rechter
voorstelt, strookt toch niet met de
waardigzichzelf bescheidenlijk den «Rector aller
Deutschen" noemt, heeft zich bij eene zekere
klasse van lieden naam gemaakt door zijn
antisemitische opruiings-campagnes, in 't
bijzonder door zijn beschuldigingen tegen de
geweerfabriek van Löwe. In het proces over
de zoogenaamde Judenflinten heeft Ahlwardt
geen enkele van zijn lasterlijke aantijgingen
kunnen bewijzen en is ten slotte tot eenige
maanden gevangenisstraf veroordeeld. Dit
belette echter zijne vrienden niet, hem met
de hulp der conservatieven een zetel in den.
Rijksdag te verschaffen. Integendeel, het
vonnis, dat hem als lasteraar brandmerkte,
werd als reclame voor hem gebruikt, en zelfs
een Pruisische Landrath officieuser
menschen kan men zich niet denken! roerde
de groote trom voor zijne candidatuur. Ea
deze zelfde man komt nu, met een kalm ge
zicht, in den Rijksdag vertellen, dat de heer
Von Bismarck en ettelijke Pruisische minis
ters (goede conservatieven dus) met
,,beursjoden" achter de schermen hebben geknoeid
en landverraad hebben gepleegd. Evenals
in de Fransche Kamerzitting, waarin
Delahaye zijn bekende beschuldigingen uitsprak,
werd nu in den Duitschen Rijksdag van
alle zijden geroepen: Namen noemen! Be
wijzen!" Dit laatste nu acht de heer Ahl
wardt gewoonlijk overbodig; hij meent, dat
hij eene beschuldiging heeft bewezen als hij
haar heeft herhaald. Maar de Rijksdag liet
hem niet los. Elf documenten verklaarde
Ahlwardt te bezitten, die de gegrondheid
zijner beschuldigingen zonneklaar zouden
aantoonen. Men gaf hem een dag tijd, om
die documenten over te leggen. En den
volgenden dag had Ahlwardt niets. Want
de papieren, die hij medebracht (en die ge
stolen waren) hadden geen de minste be
teekenis. Natuurlijk beweerde hij, dat hij
juist de belangrijke stukken niet zoo spoedig
kon overleggen, maar deze uitvlucht werd
door het parlement op hare rechte waarde
geschat. Eene afstraffing, zooals die daarop
den leugenaar door den Rjjksdag werd toege
diend, is in de parlementaire jaarboeken zonder
voorbeeld. Geen enkele partij had een woord
voor hem in te brengen; de conservatieven had
den slechts afkeuring en zelfs de antisemieten
desavoueerden hem. Doch Ahlwardt, bij
wien het zedelijk bewustzijn geheel schijnt
te ontbreken, trok zich van al deze dingen
heid van uw ambt! En dan vind ik het
nogal zot voor een godsdienstoefening ten
minste zeer onstichtelijk om een preek
in vijf wolven te splitsen! Eerste wolf,
tweede wolf, derde wolf o scmcta
simplicitas! Oprecht gesproken: het is mij hier
lang niet meegevallen".
De arme Kannepich stond totaal versla
gen. Zijn heerlijke wolvenpreek zot onstich
telijk ! Hij was geheel van streek, riep
bleek en ontdaan zijn vrouw uit de keuken
en fluisterde haar gejaagd toe: »Och Heer!
Hanne - met de wolven was 't heelemaal
mis! Wat heb ik een uitbrander van hem
gekregen ! Als nu de modice hem niet weer
in zijn humeur brengt, is hij in staat mij
pardoes te ontslaan"....
Verschrikkelijk wat een dag! De vrouwen
in de keuken, waar de kalfskop reeds een
uur lang in room lag te stoven, waren nog
veel zenuwachtiger dan Kannepich, toen hij
's morgens den kansel besteeg. En Doortje
zat in haar kamertje boven op den rand van
het bed, en schreide tranen met tuiten.
Er zou reeds om twaalf uur gedineerd
worden, omdat de namiddag aan de inspectie
der bijna twee uren verder gelegen bijkerk
gewijd zou worden, waar de eerwaarde Kanne
pich bijbellezing en cathechisatie zou houden.
Het gezelschap ging aan tafel. Dominee
bleek en zonder trek; zijn vrouw met een
kleur als vuur van het koken, met een kapsel
en in een toilet dat den Consistorlal-Rath leven
dig aan het portret zijner overleden grootmoe
der boven zijn schrijftafel herinnerde. Maar hij
deed zijn uiterste best, om de angsten van
de vroegpreek te vergeten en zich met een
opgeruimd gemoed in zijn wonderlijke om
geving te schikken. Hij was zeer voorkomend
tegenover de domineesche en maakte gek
heid met de kleinere kinderen, die weldra
een dollen pret hadden. Ook gelukte het hem
Doortje en Meeltje's bloöheid te overwinnen
en een tamelijk vloeiend gesprek met haar