De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1893 26 maart pagina 6

26 maart 1893 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

Hlppolyte Taine. (Naar de schilderij van BONNAT). DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. N* 822 Uit Dr. GA.NNEF s Studeerkamer. (Het auteursrecht voor den inhoud van deze bladzijde wordt verzekerd volgens de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). De heer Gladstone en het geleerde rarken. (Naar MOONSHINE). Wat het arme dier nog te leeren heeft, eer het zijn Home-Rule klontje krijgt. Berend Koerts afgetakeld Dit is de geschiedenis van Berend Koerts, eens «'en gunsteling der Liefde, nu een slachtoffer der "Wetenschap, en tusschen twee haakjes, ik > l>en. zelf Berend Koerts, of liever zijn rampzalig «verschot. Laat ik mijn verminkte en verdoofde vermogens bijeengaren en een repetitie houden Y*n het verhaal mijner ellende. Als dit gebeurt zal men allicht toegeven; dat er tegen mij meer misdaan is, dan ik misdaan heb; als ik ge dwaald heb, was het uit toewijding aan een be mind voorwerp en daaraan hangt mijn verhaal. Het bemind voorwerp was Viola Balgo, de eenige dochter van dien vermaarden geleerde, pro fessor Balgo. president der bacteriologische ?vereeniging. Ik aanbad haar met hartstochtely'k ruur, en in die dagen helaas hoe lang jreleden, vergold zij mijne liefde met weder liefde; later beantwoordde zjj ze anders, ze maakte er om zoo te zeggen een pakje van. en gooide het me na. en verzocht me, er uit de buurt van Sicröbe-villa mee weg te blijven. Maar laat ik niet vooruit loopen. Toen ik eerst begon de beminnelijke Viola mijn hulde te betoonen, was de professor dicht den bacil van de slapeloosheid op de hielen. Hij bracht tot grootste gedeelte van zijn t;jd in het labora torium door, en Viola en ik hadden de vrije beacbikking over den salon. »Heeft uw papa hem al gevangen?" vroeg ik op Mn avond, terwijl we samen onder hetrooskleu? rijf getint lamplicht zaten. «Heeft hij hem al ingehaald en bij den staart gepakt ?" »Als je de bacil van de slapeloosheid bedoelt," antwoordde zij, vnu, papa meent dat hij hem heeft, maar hij weet het niet zeker. Hij heeft hem al op ,drie marmotten en een konijn geprobeerd, maar nog twijfelt hij. Zooals hij altoos zegt, is hetgeen hjj noodig heeft, een menschelijk voorwerp om proeven op te nemen. Gisteren nog bood hij den tuinman, die halve dagen b\j ons werkt, vaste verhooging aan, als hij zich n inspuiting wilde laten welgevallen,maar het kleinzielig wezen durfde weigeren, mijn armen papa in deze zaak van dienst te z(jn, ofschoon hy gewoon is, in de serre te gaan zitten slapen, als wij er niet op letten, en daarom best een nacht of wat slaap er aan kon wagen. Die soort menschen zijn zoo zelfzuchtig." »Maar niet mijn soort menschen", antwoordde ik vol vuur, toegevend aan een soort innerlijken drang, »want ik ben bereid, voor dit geval het Corpus mie voor uw vader te zijn, daar hij er een noodig heeft. Ik zou voor u door vuur en Praktisch. (Naar de Lustige Blatter). »Zal ik die worst voor U inpakken, juffrouw ?" »Dank u, waar zou anders mijn muziekrol >oor dienen ? water gaan, Viola, en zal ik dan terugschrikken voor het onschadelijk spuitje der bacteriologische onderzoeking ?" Dus dien avond nog kwam ik onder den in vloed of liever onder den prik van de onderhuidsche inspuiting waarvan gesproken was. Ik doe professor Balgo geen onrecht, als ik con stateer, dat hij letterlijk op mij afsprong; hij sprak in heel mooie woorden van mijn voorstel om mij op te offeren, zeide dat hij wenschte, dat er meer jongelui als ik in de wereld waren, en ging terstond aan het werk om in mijn borrelende aderen een halven emmer van een vifize en ver giftig uitziende vloeistof te injecteeren, waarin, naar ik begreep, eenige millioenen slapeloosheidsbacillen rondzwommen, als een school microsco pische haaitjes, belust op geschikten buit. Maar ik gaf er niet om. Ik gevoelde wel, dat ik in mijn tegenwoordige stemming een onbepaald aantal bacillen in mijn woning huisvesting kon verleenen. Professors losse woorden omtrent de schaarschheid van jonge lieden zooals ik, hadden mijn gemoed opgeschroefd, want ik giste dat hij dacht aan een soort verren neef van hem, een zekeren Jaap, die voor een tijd lang de schoone Viola heette te begeeren, maar onlangs, ontmoe digd door het succes van mijn vrijerij, liet lof waardig voornemen had te kennen gegeven, van de vlakte te verdwijnen. Nu, bedacht ik, was mijn noodlot behoorlijk bez9geld door mijn bereid vaardigheid om mij te laten offeren op het altaar van het wetenschappelijk onderzoek. In de opge wondenheid van het oogenblik vroeg ik, roeke loos genoeg, den professor, of hij nog meer slecht geïdentificeerde bacteriën daar had losloopen, die hij wenschte te probeeren, en ik voegde er bij. mijn anderen arm en een van mijn kuiten ontblootend, dat als hij er had, hij er wel meteen mee voor den dag kon komen, orn ze aan 't werk te zetten eer mijn geestdrift verdampt was. »Beste jongman,'' riep de oude heer gretig, »daar go zoo vriendelijk zijt, heb ik hier de kiespijn-kiem en de drankzucht-microbe, die ik gelukkig zou zijn.. .," Hij had de spuit alweer geladen en was bezig mijn kuit te bewerken. In minder dan drie kwartier was alles gedaan, en ik ging naar huis, een verloren man. Die heele week genoot ik geen minuut slaap ; mijn haar werd grijs en begon toen bij handen vol uit te vallen. Ik had veertien tanden en kiezen, die wedijverden in liet pijn doen. Om mijn ellende te vermeerderen, begon mijn neus een Grieksche, waarop ik terecht trotsch was geweest langzamerhand dieper van kleur te worden, en zwol tot belachelijke afmetingen onder den invloed van de drankzucht-bacil, ter wijl een gansche bou<(uet grojr-bloesems mijn verschrikt gelaat overdekte. Mijn gestel was blijkbaar zeer vatbaar, het was ook zeer duide lijk, dat prof. Balgo zich in zijn bacillen niet vergist had. De oude draak kwam iederen dag naar mij staren, want natuurlijk had ik geen lust om mij zoo op Microbe-villa te vertoonen. Hij was in extase en scheen in mijn treurigen toe stand veel voldoening te vinden. Toen hij mij intusschen voldoende had bestudeerd, kwam hij ten laatste tot de menschlievende conclusie, dat ik naar de een of andere versterkende badplaats moest gaan om er weer boven op te komen. Hij deed Zandvoort aan de hand, en gaf mij zijn zegen, toen ik naar die heilbrengende plaats vertrok. Maar ofschoon ik te Zandvoort bleef, herstelde ik niet zoo spoedig als ik wenschte. 't Is zoo, do slapeloosheid verliet mij langzamerhand, maar nam ook het restje van mijn haren mee. Intusschen bleef mijn neus al rooder en rooder worden, on er ontwikkelde zich een chronische hik, en dat bij mij, die van mijn prille jeugd den drank had verafschuwd. Wat mijn tanden betreft, zij gingen al pijn doende royaal weg, ik moest door de pijn de meeste van zijn kiezen vaarwel zeggen, en liet ze over aan den plaatselijke;! dentist, dien de herbergier mij aanried, en die kort geleden het veeartsenijvak had laten varen om de kiezentang te draaien. Op een morgen, toen ik hulpeloos in een rol stoel langs het strand werd getrokken, kwam ik te land op Jaap, Viola's neef. Hij was in licht grijs costuum met lichtbruine schoenen, en zag er ergerlijk krachtig en gezond uit. Ik kon zien dat hij mij herkende, want hij glimlachte met een hooghartige meerderheid, terwijl ik in machtelooze woede hikte en mijn ledige kaken tegen hem knarste. Een oogenblik bleef hij dralen, alsof hij bij zichzelf een inventaris wilde opmaken van de punten van mijn physieke aftakeling; toen draaide hij op zijn hakken rond, en wandelde i vlug en veerkrachtig weg, met een afschuwelijk moesmuilen, do ellendeling. ] Ik had een voorgevoel ervan, dat hij recht! streeks naar Viola ging, om haar verslag te geven omtrent mijn geruïneerd uiterlijk; naar Viola, wier brieven aan mij al koeler en koeler werden. Met een nieuwe bacterie, de bacterie der jaloezie, nu aan 't pleizierhoiiden in mijn aderen, besloot ik, invalide als ik was, mijn triomfeerenden me deminnaar te volgen en het ergste te vernemen, als ik dan het ergste vernemen moest. Ik verwachtte hem op zijn knieën voor haar te vinden, toen ik als een dronken verschijning den weibekenden salon van Microbe-Villa binnenwaggelde, en inderdaad, daar lag hij, met bruine strandschoenen en al. Hij krabbelde haastig overeind, en Viola gaf een gilletje van schrik en hegroef het gelaat in de handen. =IIij is nog vreeselijker dan je hem hebt afgeschilderd," hoorde ik het meisje tot haar onuitsprekelijken neef opmerken. »Als hij werkelijk van mij gehouden had, dan zou hij zich nooit door papa tot zulk een monster hebben laten maken, niet waar V" »Viola," murmelde ik woest, »het was om uwen lieven wil, dat ik het deed, bedenk dat. Help me de bacillen van je wreeden vader te overleven, lieveling, en alles zal weer in orde zijn. Met ons inkomen kan ik een kastanjebruine pruik bekos tigen en een stel van de allerbeste kunsttanden, Amerikaansch systeem. En wat mijn neus aan gaat. . . ." Maar zij was het vertrek uitgewandeld, statig, met afgewend gelaat, en ik was overgelaten aan tle toedere genade van d.en afgrijselijken Jaap. Zacht maar vast leidde hij mij naar de straat deur en zette mij op de stoep, waarop ik met behulp van de drankzucht-bacil een stroom van heete tranen vergoot. Ik geloof dat ik dooreen aeent werd weggebracht, die mij vriendelijk naar mijn kosthuis leidde en een gulden kreeg voor zijn moeite. Ik heb alleen nog te zeggen dat zij getrouwd zijn, en dat ik in het Zuiden van Frankrijk ben, steeds herstellende. Als ik mij sterk genoeg ge voel om naar een advokaat te gaan, zal ik een proces tot schadevergoeding indienen tegen pro fessor Balgo en de schade op honderd millioen taxeeren. Cléinenceau in het Panama-proces. Eene getuigenis in vijf woorden en twee gebaren. (Naar Tumoi LF.T). Niet ik ... En... Dus!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl